8 OKTOBER 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones
Art. 1-11
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. In artikel 56, 1°, b); 2°, b); 3°, b); 4°, c); 5°, b); 6°, b) en 7°, b), van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones, worden de woorden "de vermelding "voldoende"" vervangen door de woorden "de vermelding "voldoende", "goed" of "zeer goed"".
Art.2. In artikel 70, 4°, van hetzelfde besluit, worden de woorden "een vermelding "voldoende"" vervangen door de woorden "een vermelding "voldoende", "goed" of "zeer goed"".
Art.3. In artikel 87, 3°, van hetzelfde besluit, worden de woorden "een vermelding "voldoende"" vervangen door de woorden "een vermelding "voldoende", "goed" of "zeer goed"".
Art.4. In artikel 92, eerste lid, 4°, van hetzelfde besluit, worden de woorden "een vermelding "voldoende"" vervangen door de woorden "een vermelding "voldoende", "goed" of "zeer goed"".
Art.5. In artikel 161, tweede lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "van een door Ons na overleg in de Ministerraad bepaald schema van evaluatiegesprek" vervangen door de woorden "van evaluatiecriteria bepaald in een evaluatieverslag waarvan het model is opgenomen in bijlage 4".
Art.6. Artikel 162 van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt :
"Art. 162. § 1. Het evaluatiegesprek vindt voor de eerste keer plaats minimaal achttien maanden en maximaal vierentwintig maanden na de benoeming van het personeelslid. Vervolgens vindt dit gesprek plaats hetzij na minimaal achttien maanden en maximaal vierentwintig maanden vanaf de laatste evaluatie in geval van een vermelding "voldoende", "goed" of "zeer goed", hetzij na minimaal negen maanden en maximaal twaalf maanden vanaf de laatste evaluatie in geval van een vermelding "te verbeteren" of "onvoldoende".
§ 2. Indien het personeelslid meer dan de helft van de minimale evaluatieperiode, zoals bepaald in paragraaf 1, afwezig is, stelt de functionele meerdere vast dat er geen evaluatie kan gedaan worden. Het personeelslid behoudt het resultaat van zijn vorige evaluatie voor deze periode. Binnen de maand volgend op de terugkeer op het werk van het personeelslid wordt een nieuw functiegesprek georganiseerd."
Art.7. In artikel 163 van hetzelfde besluit, worden de woorden "de vermelding "voldoende"" vervangen door de woorden "de vermelding "zeer goed", "goed", "voldoende"".
Art.8. In artikel 317 van hetzelfde besluit, worden de woorden "de evaluatievoorwaarde "voldoende"" vervangen door de woorden "de evaluatievoorwaarde "voldoende", "goed" of "zeer goed"".
Art.9. In artikel 318, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 november 2015, worden de woorden "twee jaar" vervangen door de woorden "drie jaar".
Art.10. In hetzelfde besluit wordt een bijlage 4 ingevoegd, die als bijlage is gevoegd bij dit besluit.
Art.11. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 24-11-2016, p. 77739)