3 AUGUSTUS 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de managementfuncties in de openbare instellingen van sociale zekerheid
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 30 november 2003 betreffende de aanduiding, de uitoefening en de weging van de managementfuncties alsook de aanduiding en de uitoefening van staffuncties en directiefuncties in de openbare instellingen van sociale zekerheid
Art. 1-6
HOOFDSTUK 2. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 7-9
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 30 november 2003 betreffende de aanduiding, de uitoefening en de weging van de managementfuncties alsook de aanduiding en de uitoefening van staffuncties en directiefuncties in de openbare instellingen van sociale zekerheid
Artikel 1. In artikel 17 van het koninklijk besluit van 30 november 2003 betreffende de aanduiding, de uitoefening en de weging van de managementfuncties alsook de aanduiding en de uitoefening van staffuncties en directiefuncties in de openbare instellingen van sociale zekerheid, gewijzigd door het koninklijk besluit van 19 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt :
"Elke houder van een managementfunctie wordt tijdens zijn mandaat jaarlijks geëvalueerd. De evaluatieperiode loopt van 1 januari tot 31 december.
De eerste evaluatiecyclus start echter bij de aanvang van het mandaat en eindigt op 31 december van het eerste volledige kalenderjaar.
De laatste evaluatiecyclus start echter op 1 januari van het laatste volledige kalenderjaar en eindigt zes maanden vóór het verstrijken van het mandaat.
Elke cyclus wordt met een tussentijdse evaluatie afgesloten. De laatste cyclus echter wordt met een eindevaluatie afgesloten.
Indien de houder van een managementfunctie meer dan de helft van de evaluatieperiode afwezig is bekomt hij geen evaluatie en is artikel 19, § 11 van toepassing. ";
2° in paragraaf 2 wordt het derde lid, opgeheven bij koninklijk besluit van 19 april 2014, hersteld als volgt :
"De administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal worden eveneens geëvalueerd op basis van de tijdige realisatie en de kwaliteit van het geheel van de evaluaties doorgevoerd binnen de dienst waarover zij de verantwoordelijkheid hebben.";
3° in paragraaf 3 wordt het tweede lid, opgeheven bij koninklijk besluit van 19 april 2014, hersteld als volgt :
"De houders van de managementfuncties anders dan die bedoeld in paragraaf 2 worden eveneens geëvalueerd op basis van de tijdige realisatie en de kwaliteit van het geheel van de evaluaties doorgevoerd binnen de dienst waarover zij de verantwoordelijkheid hebben.".
Art.2. In artikel 19 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 6 worden in de Franstalige versie de woorden "ne sont que partiellement atteints" vervangen door de woorden "ont été atteints";
2° paragraaf 12 wordt opgeheven.
Art.3. In artikel 23bis, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 19 april 2005, wordt een tweede lid ingevoegd als volgt :
"Wanneer overeenkomstig artikel 19, § 11, aan de houder van de managementfunctie aan het einde van het mandaat de vermelding "voldoet aan de verwachtingen" van rechtswege wordt toegekend, is het eerste lid alleen van toepassing voor zover de laatste effectieve tussentijdse evaluatie minstens resulteerde in de vermelding "voldoet aan de verwachtingen".".
Art.4. Artikel 23ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 19 april 2014, wordt aangevuld met een zesde lid, luidende :
" Dit artikel is onder dezelfde voorwaarden ook van toepassing op de houder van een managementfunctie van wie de eindevaluatie wordt van rechtswege afgesloten met de vermelding "voldoet aan de verwachtingen", in toepassing van artikel 19, § 11, maar die de herintegratievergoeding, bepaald in artikel 23bis, niet kan krijgen. ".
Art.5. Artikel 24 van het zelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 12 juli 2004 en 19 april 2014, wordt aangevuld met een vierde lid, luidende :
"Wanneer overeenkomstig artikel 19, § 11 aan de houder van de managementfunctie aan het einde van het mandaat de vermelding "voldoet aan de verwachtingen" van rechtswege wordt toegekend, is het eerste lid alleen van toepassing voor zover de laatste effectieve tussentijdse evaluatie minstens resulteerde in de vermelding "voldoet aan de verwachtingen" tijdens het eerste mandaat en de vermelding "uitstekend" tijdens het tweede of de volgende mandaten.".
Art.6. In artikel 28sexies, ingevoegd bij koninklijk besluit van 20 december 2007 en gewijzigd bij koninklijk besluit van 19 april 2014, worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt :
"Elke houder van een staf- of directiefunctie wordt tijdens zijn mandaat jaarlijks geëvalueerd. De evaluatieperiode loopt van 1 januari tot 31 december.
De eerste evaluatiecyclus start echter bij de aanvang van het mandaat en eindigt op 31 december van het eerste volledige kalenderjaar.
De laatste evaluatiecyclus start echter op 1 januari van het laatste volledige kalenderjaar en eindigt zes maanden vóór het verstrijken van het mandaat.
Elke cyclus wordt met een tussentijdse evaluatie afgesloten. De laatste cyclus echter wordt met een eindevaluatie afgesloten."
Indien de houder van een staf- of directiefunctie meer dan de helft van de evaluatieperiode afwezig is bekomt hij geen evaluatie en is artikel 19, § 11 van toepassing.
De evaluatie van de houder van een staf- of directiefunctie gebeurt door de administrateur-generaal en door zijn directe meerdere.";
2° in paragraaf 2, wordt een tweede lid ingevoegd, luidende :
"De houders van de staffuncties en directiefuncties worden eveneens geëvalueerd op basis van de tijdige realisatie en de kwaliteit van het geheel van de evaluaties doorgevoerd binnen de dienst waarover zij de verantwoordelijkheid hebben.";
3° in paragraaf 3 worden de woorden "en 19bis" vervangen door de woorden ", 19bis en 20, §§ 2 tot 6".
HOOFDSTUK 2. - Overgangs- en slotbepalingen
Art.7. De lopende evaluatiecycli bij de inwerkingtreding van dit besluit die normalerwijze zouden afsluiten in de loop van het jaar 2016, worden verlengd tot 31 december 2016.
De lopende evaluatiecycli bij de inwerkingtreding van dit besluit die normalerwijze zouden afsluiten na het jaar 2016, eindigen op 31 december 2016.
In afwijking van de eerste twee leden eindigt de laatste evaluatiecyclus 6 maanden vóór het verstrijken van het mandaat.
Art.8. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 9. Onze ministers en Onze staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.