Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

9 MEI 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 augustus 2014 houdende bezoldigingsregeling van het ambulancepersoneel van de hulpverleningszones dat geen brandweerman is



Inhoudstafel:


Art. 1-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2014000712 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 23 augustus 2014 houdende bezoldigingsregeling van het ambulancepersoneel van de hulpverleningszones dat geen brandweerman is wordt opgeheven.

Art.2. In artikel 14, § 4, van hetzelfde besluit, worden de woorden "per gepresteerde maand" vervangen door de woorden "per maand dienstanciënniteit".

Art.3. In artikel 25, eerste lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "in de graad" vervangen door de woorden "als lid van het vrijwillig ambulancepersoneel".

Art.4. Artikel 25 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een derde lid, luidend als volgt :
  "De rang "stagiair/0" van de weddeschaal van hulpverlener-ambulancier is van toepassing zolang het lid van het vrijwillig ambulancepersoneel stagiair is. Wanneer de tijdelijke benoeming ingaat op een andere datum dan op de eerste van de maand, dan is het bedrag van de uurvergoeding voor prestaties van de lopende maand niet onderhevig aan wijzigingen.".

Art.5. Artikel 36 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een tweede lid, luidend als volgt :
  "De raad kan, bij reglementaire bepaling ter aanvulling van dit statuut, een meer gunstige bepaling nemen zoals bedoeld in artikel 3bis van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector.".

Art.6. In hetzelfde besluit, wordt in boek 4 een artikel 37/1 ingevoegd, luidend als volgt :
  "Art. 37/1. De raad kan, door een reglementaire bepaling die dit statuut aanvult en die afwijkt van de bepalingen van artikel 28 ervan, een minimale vergoeding per prestatie bepalen, die hoger is dan een uur voor het vrijwillig lid van het ambulancepersoneel van wie de beschikbaarheidsgraad en het gunstige reactieniveau in geval van oproeping hoger is dan de niveaus die de raad bepaalt in het huishoudelijk reglement bedoeld in artikel 177, § 1, van het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel van de hulpverleningszones.".

Art.7. Artikel 42 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende tekst :
  "Art. 42. Het lid van het ambulancepersoneel krijgt, op geen enkel moment, in zijn nieuwe weddeschaal of in zijn nieuwe prestatievergoedingschaal, al naargelang hij beroeps- of vrijwillig personeelslid is, een wedde of een prestatievergoeding die lager is dan diegene die hij genoot voordat dit statuut op hem van toepassing was.
  Bij deze vergelijking wordt voor de beroepspersoneelsleden geen rekening gehouden met een eventueel weddesupplement, noch met een eventuele verhoging van de weddeschaal voor nachtelijke prestaties, prestaties op zaterdag en zondag en, voor de vrijwillige personeelsleden, noch met enige forfaitaire vergoeding of een verhoging van de vergoeding per uur.".

Art.8. In hetzelfde besluit wordt een artikel 44/1 ingevoegd, luidend als volgt :
  "Art. 44/1. In afwijking van het artikel 26, kan de raad beslissen om, indien in de meeste brandweerdiensten waaruit de zone bestond de prestatievergoedingen van de vrijwillige leden van het ambulancepersoneel niet maandelijks werden betaald, deze prestatievergoedingen minstens elk trimester te betalen, na vervallen termijn.".

Art.9. In bijlage 2 van hetzelfde besluit wordt het woord "stagiair" vervangen door "stagiair/0".

Art.10. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de verschijning ervan in het Belgisch Staatsblad, uitgezonderd de artikelen 5 tot en met 8 die uitwerking krijgen op 1 januari 2015 behalve voor de prezones vermeld in artikel 220, § 1, tweede lid, van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, voor wie artikelen 5 tot en met 8 in werking treden op de datum bepaald door de raad waarop de brandweerdienst in de zone geïntegreerd wordt, en ten laatste op 1 januari 2016.

Art. 11. De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken en de minister bevoegd voor Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.