24 JANUARI 2015. - Koninklijk besluit houdende regeling van de cumul van onderbrekingsuitkeringen in de private sector met een overgangsuitkering
Art. 1-3
Artikel 1. In artikel 7, § 2 van het koninklijk besluit van 12 december 2001 tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, vervangen bij het koninklijk besluit van 8 juni 2007 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 augustus 2012 en 10 juni 2014, wordt de bepaling onder 4° vervangen als volgt :
" 4° met een pensioen;
a) uitgezonderd met een overgangsuitkering overeenkomstig het Eerste Boek, Titel 1, Hoofdstuk IIbis, van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen, Hoofdstuk II van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen of Hoofdstuk IV van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers;
b) uitgezonderd met een overlevingspensioen gedurende een eenmalige periode van maximaal 12 al dan niet opeenvolgende kalendermaanden.
De onder b) genoemde periode van 12 maanden wordt verminderd met het aantal maanden waarin :
- een vergoeding in de zin van artikel 64quinquies van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers;
- een vergoeding in de zin van artikel 107quater van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen;
- een vervangingsinkomen in de zin van artikel 76, 10° van de programmawet van 28 juni 2013, gecumuleerd werd met het genot van een overlevingspensioen.
Worden voor de toepassing van deze bepaling als een pensioen aangemerkt de ouderdoms-, rust-, anciënniteits-, of overlevingspensioenen, en andere als dusdanig geldende voordelen, toegekend:
a) door of krachtens een Belgische of buitenlandse wet;
b) door een Belgische of een buitenlandse instelling van sociale zekerheid, een openbaar bestuur, een openbare instelling of een instelling van openbaar nut; ".
Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015.
Art. 3. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.