Details





Titel:

13 FEBRUARI 2015. - [1Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de inhoud van het GC-verslag en van het attest bij het IAC-verslag of OV4-verslag.]1(1)<BVR2023-05-05/08, art.46 , 005; Inwerkingtreding : 01-09-2023>(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 03-04-2015 en tekstbijwerking tot 28-08-2024)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. [1 - IAC-verslag en OV4-verslag ]1
Art. 3-5
HOOFDSTUK 3. [1- GC-verslag]1
Art. 6-10
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 11-12



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2016036429  2018031748 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op het basisonderwijs en op het secundair onderwijs.

Art.2.In dit besluit wordt verstaan onder:
  1° attest: het attest, vermeld in artikel 15, § 3, van het decreet van 25 februari 1997 en in artikel 294, § 4, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010;
  2° decreet van 25 februari 1997: het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997;
  3° [1 GC-verslag: verslag gemeenschappelijk curriculum, een verslag dat toegang geeft tot leersteun bij een gemeenschappelijk curriculum, vermeld in artikel 16 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 en artikel 352 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010]1;
  4° [1 IAC-verslag: verslag individueel aangepast curriculum, een verslag dat toegang geeft tot een individueel aangepast curriculum, vermeld in artikel 15 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 en in artikel 294, Ї 2, 1А, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010;]1.
  [1 5° OV4-verslag: het verslag, vermeld in artikel 294, Ї 2, 2А, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010.]1
  ----------
  (1)<BVR 2023-05-05/08, art. 47, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2023>

HOOFDSTUK 2. [1 - IAC-verslag en OV4-verslag ]1   ----------   (1)
Art.3.Het attest bevat de volgende elementen:
  1° de identificatiegegevens van de leerling: voornaam, achternaam, geboortedatum en adres;
  2° de identificatiegegevens van de ouders: voornaam, achternaam en adres;
  3° de identificatiegegevens van het centrum voor leerlingenbegeleiding dat [2 het attest opmaakt]2 : naam, adres en instellingsnummer, en voor- en achternaam van de directeur;
  4° het type voor het buitengewoon basisonderwijs, of het type en de opleidingsvorm voor het buitengewoon secundair onderwijs [2 ...]2, met vermelding van de datum van de ondertekening van het attest, de ingangsdatum van het attest en de handtekening van de directeur van het centrum voor leerlingenbegeleiding, vermeld in punt 3°. De datum van ondertekening is ook de datum van registratie in het registratiesysteem van de centra voor leerlingenbegeleiding;
  5° het type voor het buitengewoon basisonderwijs, of het type en de opleidingsvorm voor het buitengewoon secundair onderwijs [2 in geval van een attestwijziging, met vermelding van]2 :
  a) de identificatiegegevens van het centrum voor leerlingenbegeleiding dat de attestwijziging heeft uitgevoerd, als dat verschillend is van het centrum, vermeld in punt 3° : naam, adres en instellingsnummer, en voor- en achternaam van de directeur;
  b) de datum van de ondertekening van de attestwijziging. De datum van ondertekening is ook de datum van registratie in het registratiesysteem van de centra voor leerlingenbegeleiding;
  c) [1 la date d'entrée en vigueur de la modification de l'attestation qui ne peut se rapporter qu'à l'année scolaire suivante et non à une date pendant l'année scolaire en cours, sauf si la modification de l'attestation est introduite pour une des raisons suivantes et après qu'un processus diagnostique visant l'action a été parcouru :
   1) un changement de domicile de l'élève qui va de pair avec la recherche d'une offre d'enseignement plus adaptée ;
   2) [4 ...]4;
   3) après un séjour dans une structure résidentielle pour des raisons médicales ou psychiatriques ou par un placement, lorsque les besoins éducatifs ont changé tellement que l'équipe CLB, de concert avec tous les partenaires, décide qu'une modification du type ou de la forme d'enseignement s'avère nécessaire ;
   4) la nécessité d'une admission à une structure résidentielle ou par un placement, lorsque les besoins éducatifs ont changé tellement que l'équipe CLB, de concert avec tous les partenaires, décide qu'une modification du type ou de la forme d'enseignement ou du niveau d'enseignement s'avère nécessaire ;]1
  [2 5) de overgang van een leerling met een verlengd verblijf in het buitengewoon basisonderwijs naar een school voor buitengewoon secundair onderwijs die bij de start van het schooljaar volzet was maar intussen een vrije plaats voor inschrijving heeft;]2
  [3 6) na het overleg in een school voor gewoon onderwijs met de ouders, de klassenraad en het centrum voor leerlingenbegeleiding over de aanpassingen die nodig zijn om de leerling in die school voor gewoon onderwijs mee te nemen in een gemeenschappelijk curriculum of om de leerling studievoortgang te laten maken op basis van een individueel aangepast curriculum, vermeld in artikel 37/11, Ї 2 en Ї 3 en artikel 37/48, Ї 2 en Ї 3 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 en artikel 253/6, Ї 2 en Ї 3 en artikel 253/37, Ї 2 en Ї 3 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010;]3
  [4 7) de mogelijkheid tot inschrijving van een leerling in een school voor buitengewoon basisonderwijs of een school voor buitengewoon secundair onderwijs waar de leerling een mededeling van niet-gerealiseerde inschrijving heeft ontvangen doordat de capaciteit is bereikt, en die in de loop van het schooljaar een vrije plaats heeft;]4
  d) de handtekening van de directeur van het centrum voor leerlingenbegeleiding;
  6° de extern verkregen classificerende diagnose in geval van de opmaak van een attest voor een van de types, vermeld in artikel 10, § 1, eerste lid, 3°, 4°, 6°, 7° of 8°, van het decreet van 25 februari 1997, of van artikel 259, § 1, 3°, 4°, 6°, 7° of 8°, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010. Dat gebeurt door vermelding van het opsommingsnummer of de opsommingsletter van het criterium of de criteria in kwestie, vermeld in de voormelde bepalingen van het decreet van 25 februari 1997 en de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010. De concrete stoornis hoeft niet genoteerd te worden.
  ----------
  (1)<BVR 2016-09-09/06, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2016>
  (2)<BVR 2018-07-20/10, art. 13, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2018>
  (3)<BVR 2023-05-05/08, art. 49, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
  (4)<BVR 2024-06-21/34, art. 39, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2024>

Art.4.Het [1 IAC-verslag of OV4-verslag]1 wordt bezorgd aan de ouders. In geval van een effectieve inschrijving in een school voor gewoon of buitengewoon onderwijs is het [1 IAC-verslag of OV4-verslag]1 bestemd voor de directeur van de onderwijsinstelling, ter staving van de inschrijving en wordt het toegevoegd aan het leerlingendossier op school.
  Als de leerling in de school voor gewoon onderwijs ingeschreven blijft, wordt het [1 IAC-verslag of OV4-verslag]1 toegevoegd aan het leerlingendossier op school.
  ----------
  (1)<BVR 2023-05-05/08, art. 50, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2023>

Art.5.Als de leerling de school voor gewoon of buitengewoon onderwijs verlaat, [1 bezorgt de directeur van de school het [2 IAC-verslag of OV4-verslag]2 terug aan de ouders]1.
  ----------
  (1)<BVR 2018-07-20/10, art. 14, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2018>
  (2)<BVR 2023-05-05/08, art. 51, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2023>

HOOFDSTUK 3. [1- GC-verslag]1   ----------   (1)
Art.6.[2 In het multidisciplinair dossier van de leerling worden de volgende analysegegevens geregistreerd:]2
  [2 1° de synthese van het handelingsgericht diagnostisch traject als onderdeel van de fase van uitbreiding van zorg, vermeld in artikel 3, 53° bis, van het decreet van 25 februari 1997, en artikel 3, 44° /1, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010. De volgende elementen worden geregistreerd :
   a) een beschrijving van de onderwijsbehoeften van de leerling en de ondersteuningsbehoeften van de ouders en het schoolteam. De school voor gewoon onderwijs formuleert die ondersteuningsbehoeften in overleg met de leerling, de ouders, het schoolteam en het centrum voor leerlingenbegeleiding;
   b) een beschrijving van de maatregelen, met inbegrip van compenserende of dispenserende maatregelen, die voor de leerling al genomen zijn of nodig zijn;
   c) de motivering dat de [3 leersteun]3 in het kader van het [3 leersteunmodel]3, in combinatie met de maatregelen, vermeld in punt b), nodig en voldoende is om de leerling in het gemeenschappelijk curriculum te laten participeren;]2
  2° [1 de aanduiding van het type door de omschrijving van de specifieke deskundigheid die vereist is vanuit een of meer van de types, vermeld in artikel 10, § 1, eerste lid, 1° tot en met 4° en 6° tot en met 8°, van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 en artikel 259, § 1, 1° tot en met 4° en 6° tot en met 8°, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010.]1
  [1 3° [3 een algemene omschrijving van de leersteun die de school voor gewoon onderwijs nodig heeft. Dat gebeurt in dialoog tussen de school voor gewoon onderwijs, de ouders, het CLB en het leersteuncentrum. Als ouders niet akkoord gaan met de opmaak of inhoud van het GC-verslag, wordt dat vermeld in het GC-verslag, maar kan een inzet van leersteun die gericht is op de leerkracht of het schoolteam niet verhinderd worden;]3;
  4° de beschrijving van eventuele andere ondersteuning door onderwijsexterne diensten.]1
  [3 Indien geen handelingsgericht diagnostisch traject doorlopen werd, maar een GC-verslag wordt opgemaakt op basis van een handelingsgericht advies omdat het door het CLB reeds doorlopen traject met de school, de leerling en de ouders voldoende informatie biedt, worden de elementen vermeld in 1А beschreven op basis van de informatie uit het reeds doorlopen traject.]3
  [2 [3 Het GC-verslag voor leersteun bij een gemeenschappelijk curriculum, vermeld in hoofdstuk 3 van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun, wordt geregistreerd in het multidisciplinair dossier van de leerling]3]2
  [2 [3 De datum van registratie in het multidisciplinair dossier van de leerling geldt als datum van opmaak van het GC-verslag. Het GC-verslag bevat ook een ingangsdatum.]3]2
  ----------
  (1)<BVR 2018-07-20/10, art. 15, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2018>
  (2)<BVR 2020-09-04/13, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
  (3)<BVR 2023-05-05/08, art. 53, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2023>

Art.7.
  <Opgeheven bij BVR 2018-07-20/10, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2018>

Art.8.
  <Opgeheven bij BVR 2018-07-20/10, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2018>

Art.9.
  <Opgeheven bij BVR 2020-09-04/13, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2020>

Art.10.Het centrum voor leerlingenbegeleiding houdt de gegevens die de classificerende diagnose onderbouwen, vermeld in artikel 3, 6°, en [1 ...]1 bij in het multidisciplinair dossier van de leerling.
  [2 Met toepassing van artikel 23, vijfde lid van het decreet van 5 mei 2023 over leersteun en in het kader van de signaalfunctie, vermeld in artikel 2, 11А, a), van het decreet van 27 april 2018 betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding, monitort elk CLB jaarlijks het aantal GC-verslagen, IAC-verslagen en OV4-verslagen in de scholen voor gewoon onderwijs die het begeleidt. De monitoring wordt jaarlijks toegelicht en besproken in de leersteunraad van het leersteuncentrum waarbij de scholen voor gewoon onderwijs aangesloten zijn.]2
  ----------
  (1)<BVR 2018-07-20/10, art. 18, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2018>
  (2)<BVR 2023-05-05/08, art. 54, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2023>

HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art.11.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015 voor inschrijvingen die betrekking hebben op het schooljaar 2015-2016 [1 en volgende]1.
  ----------
  (1)<BVR 2018-07-20/10, art. 19, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2016>

Art. 12. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.