6 FEBRUARI 2015. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen inzake het persoonlijke-assistentiebudget
Art. 1-16
Artikel 1. In artikel 2, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijke-assistentiebudget aan personen met een handicap, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 februari 2014, wordt het woord "inschrijving" vervangen door de woorden "indiening en afhandeling van de aanvraag tot ondersteuning".
Art.2. In artikel 4, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2005, 17 november 2006, 19 juli 2007, 18 juli 2008, 15 juli 2011, 8 november 2013 en 21 februari 2014, wordt het getal "2600" vervangen door het getal "2700".
Art.3. Aan artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003, 17 november 2006, 17 februari 2012 en 21 februari 2014, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"De deskundigencommissie volgt bij de vaststelling van de inschaling, vermeld in artikel 8, § 1, ook het advies van de regionale prioriteitencommissie.".
Art.4. In artikel 6, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002, en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007, wordt het woord "inschrijving" vervangen door de woorden "indiening en afhandeling van de aanvraag tot ondersteuning".
Art.5. In artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003, 17 november 2006, 18 juli 2008, 17 februari 2012, 19 oktober 2012 en 21 februari 2014 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° aan paragraaf 5 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"De wijziging van het PAB dat werd toegekend met toepassing van artikel 10, § 4, neemt een aanvang op de eerste dag van de maand die volgt op de wijziging van de combinatie.";
2° in paragraaf 6, tweede lid, worden de woorden "of het tweede" opgeheven;
3° in paragraaf 6, derde lid, worden de woorden "en tweede" opgeheven;
4° paragraaf 7 wordt vervangen door wat volgt:
" § 7. Met ingang van de eerste dag van de vierde maand van een aaneengesloten voltijds verblijf in een rust- en verzorgingstehuis wordt de toekenning van het PAB opgeschort.
De budgethouder deelt de opname in een rust- en verzorgingstehuis mee aan het agentschap voor het einde van de eerste maand van het verblijf in het rust- en verzorgingstehuis.".
5° paragraaf 8 wordt vervangen door wat volgt :
" § 8. Bij overlijden van de budgethouder ten behoeve van wie de assistentie werd ingekocht, kan maximaal een vierde van het maximumbedrag, vermeld in paragraaf 1, besteed worden aan verbrekingsvergoedingen ten voordele van de persoonlijke assistenten. Als aan de hand van kostenstaten bewezen wordt dat het maximumbedrag, vermeld in paragraaf 1, niet volstaat, kan het agentschap maximaal een vierde van dat maximumbedrag extra toekennen om de verbrekingsvergoedingen te betalen. Alleen bewijsbare kosten kunnen ten laste genomen worden.".
Art.6. In artikel 8bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 2006 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007, 18 juli 2008, 17 februari 2012, 19 oktober 2012 en 21 februari 2014, wordt het zesde lid opgeheven.
Art.7. In artikel 9, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013, wordt het woord "bewezen" telkens vervangen door het woord "bewijsbare".
Art.8. In artikel 10 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt:
" § 1. Minstens 95% van de vergoedbare assistentie moet voor personeelskosten worden aangewend. Sociale en fiscale werkgeverslasten, alsook noodzakelijke verzekeringskosten en diverse kosten die met de arbeidssituatie verbonden zijn, opleidingen, met uitzondering van opleidingen die gegeven worden door een budgethoudersvereniging, en wettelijk bepaalde kosten die verband houden met de inzet van vrijwilligers en zorgconsulentschap, worden ook als personeelskosten beschouwd. Alleen de personeelskosten die de persoon met een handicap met betrekking tot zijn assistentie heeft gemaakt en kan bewijzen, kunnen vergoed worden.
De persoon met een handicap bewaart alle bewijsstukken, behalve die voor andere kosten dan personeelskosten waarvan het totale bedrag per jaar niet meer dan 500 euro bedraagt, gedurende een periode van zeven jaar thuis en legt ze voor op verzoek van het agentschap of een entiteit, belast met de inspectie.
Het agentschap bepaalt welke bewijsstukken de budgethouder op verzoek moet voorleggen ter staving van de kosten, vermeld in het eerste lid.
Het agentschap stelt een model van kostenstaat ter beschikking dat de budgethouder bezorgt met vermelding van de bewijsbare kosten.";
2° in paragraaf 4, vijfde lid, worden tussen de woorden "PAB met" en "voorzieningen" de woorden "ziekenhuizen, revalidatiecentra en" ingevoegd.
Art.9. In artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002, 17 november 2006 en 18 juli 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "niet-bewezen" vervangen door de woorden "niet-bewijsbare";
2° in paragraaf 1, derde lid, wordt het woord "bewijsstukken" vervangen door het woord "kostenstaten".
Art.10. In artikel 11/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 3 worden het eerste en het tweede lid vervangen door wat volgt:
"Het agentschap past het werkkapitaal bij binnen dertig dagen na ontvangst van de kostenstaat voor de bewijsbare kosten die erop vermeld staan. De budgethouder mag maximaal zes kostenstaten per jaar indienen. Het agentschap kan het werkkapitaal maximaal zes keer per kalenderjaar bijpassen.
Kostenstaten die betrekking hebben op het vorige jaar, worden vóór 1 maart van het lopende jaar ingediend. Kostenstaten die laattijdig bij het agentschap ingediend worden, komen niet voor vergoeding in aanmerking.";
2° paragraaf 4 wordt vervangen door wat volgt:
" § 4. Het agentschap bepaalt de nadere regels voor het ter beschikking stellen van het werkkapitaal en het in aanmerking nemen van de kostenstaten.".
Art.11. Aan artikel 12 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002, en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003, 17 november 2006 en 8 november 2013, wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Minderjarigen kunnen alleen tewerkgesteld worden als persoonlijke assistent met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten als vermeld in de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. Bovendien komen die overeenkomsten alleen in aanmerking voor vergoeding in het kader van het PAB als de persoonlijke assistent geen bloed- of aanverwant is tot de tweede graad, noch deel uitmaakt van het gezin van de budgethouder of van de persoon met een handicap voor wie het PAB werd toegekend. De budgethouder moet als werkgever voldoen aan alle fiscale en sociaal rechtelijke verplichtingen, daarin inbegrepen de bepalingen over het minimumloon en verplaatsingen, zoals vastgesteld binnen het paritair comité 319.01.".
Art.12. Aan artikel 13 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Voor minderjarige persoonlijke assistenten moet vóór de ingangsdatum van de overeenkomst voor tewerkstelling van studenten het schriftelijke bewijs van de machtiging door een ouder of de voogd, vermeld in de wet van 3 juli 1978 betreffende arbeidsovereenkomsten, aan het agentschap worden bezorgd. Het agentschap stelt daarvoor een model vast.".
Art.13. In artikel 19bis, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008, worden de woorden "en bewijsstukken" vervangen door de zinsnede "of de door het agentschap of een entiteit, belast met inspectie, gevraagde bewijsstukken".
Art.14. In artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 oktober 2012 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijke-assistentiebudget aan personen met een handicap, wat betreft de combinatie met andere zorgvormen, de spoedprocedure en diverse bepalingen, gewijzigd bij het besluit van 30 juli 2014, wordt de datum "1 januari 2015" vervangen door de datum "1 januari 2017".
Art.15. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 31 december 2014, met uitzondering van artikel 3, dat uitwerking heeft met ingang van 1 maart 2014.
Art. 16. De Vlaamse minister, bevoegd voor bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.