13 JANUARI 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 mei 2006 houdende algemene regeling van de toelagen en de vergoedingen toegekend aan de enquêteurs belast met de uitvoering van onderzoeken die worden georganiseerd door de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie
Art. 1-6
Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 17 mei 2006 houdende algemene regeling van de toelagen en de vergoedingen toegekend aan de enquêteurs belast met de uitvoering van onderzoeken die worden georganiseerd door de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 december 2011, wordt aangevuld met de bepalingen onder 10° en 11°, luidende :
" 10° telefonische opvolging : de enquêteur dient de aangever te motiveren om zelfstandig de vragenlijst in te vullen via het internet of de enquêteur neemt de vragenlijst telefonisch af;
11° positieve telefonische opvolging : een door de aangever volledig en correct ingevulde internetvragenlijst of een op basis van de door de aangever telefonisch gegeven antwoorden door de enquêteur volledig en correct ingevulde internetvragenlijst. "
Art.2. Artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 juni 2008, 2 december 2011 en 29 mei 2013 wordt aangevuld met twee leden, luidende :
" Gegevens voor de enquête naar de energieconsumptie van de huishoudens kunnen ook verzameld worden via een module die gekoppeld wordt aan een andere door de Directie georganiseerde enquête.
Gegevens voor de doorlopende enquête naar de arbeidskrachten kunnen ook verzameld worden via telefonische opvolging. "
Art.3. In artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 juni 2008, 2 december 2011 en 29 mei 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° § 3 wordt aangevuld met een bepaling onder 5°, luidende :
" 5° indien de informatie bekomen is via telefonische opvolging, dan bedraagt de vergoeding aan de enquêteur 6,00 euro per positieve telefonische opvolging van een volledig huishouden. "
2° § 6quater wordt aangevuld met een lid, luidende :
" Indien het om een module gaat die gekoppeld is aan een andere door de Directie uitgevoerde enquête, dan bedraagt de vergoeding die aan de enquêteur wordt toegekend 2,50 euro per positieve module. "
Art.4. Artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 mei 2013, wordt vervangen als volgt :
" Art. 7. Het bedrag van de toelage en de vergoeding dat aan de enquêteur wordt toegekend voor de uitvoering van de in artikel 2 vermelde enquêtes wordt verkregen door het in artikel 6 vermelde basisbedrag te vermenigvuldigen met een breuk waarvan de teller het maandelijkse brutosalaris is, vastgelegd in weddenschaal CA1 van een bestuursassistent met 4 jaar graadanciënniteit van de maand die voorafgaat aan diegene tijdens dewelke de enquête wordt uitgevoerd en waarvan de noemer het maandelijkse brutosalaris is, vastgelegd in weddenschaal 21/1 van een opsteller met 4 jaar graadanciënniteit van de maand maart 1979.
In afwijking van het eerste lid, worden de volgende bedragen toegepast :
1° de bedragen vermeld in artikel 6, § 3, 3°, § 6ter, 4°, § 6quater, § 6quinquies en § 6sexies zijn bedragen vastgelegd op 1 januari 2011. Deze bedragen worden geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex met de index van de maand december 2010 als basis. De indexering vindt plaats op de 1ste van de maand die volgt op een overschrijding van de spilindex;
2° de bedragen vermeld in artikel 6, § 6septies zijn bedragen vastgelegd op 1 januari 2013. Deze bedragen worden geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex met de index van de maand december 2012 als basis. De indexering vindt plaats op de 1ste van de maand die volgt op een overschrijding van de spilindex;
3° het bedrag vermeld in artikel 6, § 3, 5° is vastgelegd op 1 januari 2016. Deze bedragen worden geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex met de index van de maand december 2015 als basis. De indexering vindt plaats op de 1ste van de maand die volgt op een overschrijding van de spilindex. "
Art.5. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2016.
Art. 6. De minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.