11 SEPTEMBER 2014. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het model van de legitimatiekaart van de nucleaire inspecteurs
Art. 1-8
Artikel 1. De Directeur-generaal van het Federaal Agentschap voor nucleaire controle geeft aan de nucleaire inspecteurs, zoals omschreven in de artikelen 9 en 46bis § 5 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van bevolking en het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor nucleaire controle, een legitimatiekaart af.
Art.2. De legitimatiekaart heeft de vorm van een rechthoek die een lengte heeft van 86 mm en een breedte van 54 mm en is geplastificeerd.
Art.3. De legitimatiekaart bevat op de voorzijde de volgende vermeldingen:
1° de kop "Koninkrijk België" bovenaan;
2° in het middengedeelte van de kaart een rechthoek met:
- geheel links een pasfoto van de houder met een minimumgrootte van 20 mm bij 30 mm;
- in het midden bovenaan de naam en de voornaam van de houder;
- geheel in het midden het volgnummer, gevolgd door de vermelding 'nucleair inspecteur' of 'inspecteur nucléaire', naargelang de moedertaal van de titularis;
- in het midden onderaan het nummer van de identiteitskaart van de houder;
- op de achtergrond de afkorting "FANC";
3° in het midden onderaan: "De Directeur-generaal" en diens handtekening;
4° onderaan links: de geldigheidsduur van de kaart;
5° aan de rechterkant van de kaart, wordt een band opgenomen met de nationale driekleur.
Voor de nucleaire inspecteurs zoals omschreven in artikel 9 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van bevolking en het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor nucleaire controle bevat de achterzijde van de kaart, naast een band met de nationale driekleur in het midden onderbroken door het nationale wapenschild, de vermelding: "De houder van deze legitimatiekaart is gemachtigd op te treden op het ganse grondgebied van het Koninkrijk België. Bij het volbrengen van zijn opdracht kan hij de bijstand vorderen van de federale of de lokale politiediensten."
Voor de nucleaire inspecteurs zoals omschreven in artikel 46bis § 5 van dezelfde wet bevat de achterzijde van de kaart, naast een band met de nationale driekleur in het midden onderbroken door het nationale wapenschild, de vermelding : "De houder van deze legitimatiekaart heeft de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings en is gemachtigd op te treden op het ganse grondgebied van het Koninkrijk België. Bij het volbrengen van zijn opdracht kan hij de bijstand vorderen van de federale of de lokale politiediensten."
Art.4. De vermeldingen bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1°, 3° en 4°, tweede lid en derde lid worden gesteld in het Nederlands, het Frans en het Duits, met voorrang voor de moedertaal van de houder.
Art.5. De minister bevoegd voor binnenlandse zaken bepaalt de regels :
1° inzake het verlies, de diefstal of de beschadiging van de kaart;
2° voor het geval dat de houder, ongeacht de duur en de grond, zijn ambt niet kan of mag uitoefenen.
Art.6. Het ministerieel besluit van 21 november 2001 tot vaststelling van het model van legitimatiekaart van de nucleaire inspecteurs wordt opgeheven.
Art.7. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 8. De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.