Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

27 MEI 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 31ter, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en artikel 28/10 van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1969112813  2003012302 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 31ter van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders worden volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het tweede lid wordt het woord "respectievelijk" opgeheven en worden de woorden "zonder meer te kunnen bedragen dan 45 euro of 45 euro per dagblok" vervangen door de woorden "zonder meer te kunnen bedragen dan zes maal dit uurforfait of zes maal dit uurforfait per dagblok";
  2° in het derde lid worden de woorden "De bedragen in het vorige lid worden" vervangen door de woorden "Het bedrag in het vorige lid wordt".

Art.2. In artikel 28/10 van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen, ingevoerd bij koninklijk besluit van 21 december 2013, worden in § 1 de woorden "31 maart" vervangen door de woorden "30 juni" en worden de woorden "28 februari" vervangen door de woorden "30 juni".

Art.3. Artikel 1 heeft uitwerking met ingang op 1 april 2014. Artikel 2 heeft uitwerking met ingang op 1 januari 2014.

Art. 4. De Eerste Minister, de Minister bevoegd voor Sociale Zaken en de Minister bevoegd voor Werk zijn, elk wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.