11 SEPTEMBER 2014. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 augustus 1975 houdende het reglement van politie en scheepvaart voor het kanaal van Brussel naar de Rupel en voor de haven van Brussel en van het koninklijk besluit van 15 oktober 1935 houdend het algemene reglement der scheepvaartwegen van het Koninkrijk
Art. 1-5
Artikel 1. In artikel 64 van het koninklijk besluit van 18 augustus 1975 houdende het reglement van politie en scheepvaart voor het kanaal van Brussel naar de Rupel en voor de haven van Brussel, wordt paragraaf 1 vervangen als volgt :
" § 1. De vaarrechten voor een geladen binnenvaartuig worden bepaald op 0,00025 euro per ton lading en per kilometer. Fracties van één ton die niet groter zijn dan 500 Kg worden niet aangerekend bij de berekening van die rechten. Die welke groter zijn dan 500 Kg worden naar boven op één ton afgerond. Het minimum recht, ongeacht de aard van het vaartuig, wordt op 4 euro vastgesteld.
De scheepvaartrechten worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen met als basisindex het indexcijfer van de maand september 2011.
Deze indexering wordt eens per jaar berekend, waarbij het nieuwe indexcijfer overeenstemt met het indexcijfer van de maand september van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de verschuldigde scheepvaartrechten aangerekend zullen worden. "
Art.2. Artikel 65 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Art. 65. § 1. De kapitein van een ledig binnenschip moet titularis zijn van een scheepvaartvergunning afgeleverd door de vennootschap tegen betaling van een recht dat, los van de afgelegde afstand, vastligt op :
1. 2,50 € voor schepen met laadvermogen minder dan 450 ton;
2. 3,50 € voor schepen met laadvermogen tussen 450 en 1.350 ton;
3. 5,00 € voor schepen met laadvermogen hoger dan 1.350 ton.
§ 2. Deze scheepvaartvergunning is geldig voor de heenreis. Een tweede vergunning is vereist indien er een terugreis, ledig, gebeurt.
§ 3. Volgende schepen worden als ledig beschouwd :
1. Schepen waarvan de diepgang op de scheepsmeting niet meer dan twee centimeter bedraagt boven de diepgang in ledige toestand;
2. Recreatie- en plezierschepen van 15 meter en meer;
3. Motorschepen die met ballast moeten voorzien worden om de nodige diepte voor de schroef te bereiken;
4. Schepen die niet bestemd zijn om goederen of mensen te vervoeren. "
Art.3. In artikel 69 van hetzelfde besluit, wordt de tweede paragraaf vervangen als volgt :
§ 2. De taks voor een versassing in de sluizen buiten de uren waarvan sprake onder artikel13, ligt voor alle schepen als volgt vast :
1° minder dan 450 ton : 10 €;
2° van 450 tot 1.350 ton : 15 €;
3° meer dan 1.350 ton : 21 €.
De taks voor een versassing in de sluizen op zaterdag, zondag en op feestdagen, buiten de uren waarvan sprake onder artikel13, ligt voor elk schip vast op 85,32 €.
Art.4. Artikel 111 van het koninklijk besluit van 15 oktober 1935 houdende algemeen reglement der scheepvaartwegen van het Koninkrijk, wordt vervangen als volgt :
" Art. 111. In artikel 79 van huidig besluit, worden de eerste paragraaf en de eerste alinea van de tweede paragraaf vervangen als volgt :
" § 1. Scheepvaartrechten die zijn verschuldigd op de scheepvaartweg beheerd door de Haven van Brussel.
§ 2. Voor het goederenvervoer worden de rechten vastgesteld op 0,00025 euro per ton lading en per kilometer. Fracties van één ton die niet groter zijn dan 500 Kg worden niet aangerekend bij de berekening van die rechten. Die welke groter zijn dan 500 Kg worden naar boven op één ton afgerond. Het minimum recht, ongeacht de aard van het vaartuig, wordt op 2,5 € vastgesteld.
De scheepvaartrechten worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen met als basisindex het indexcijfer van de maand september 2011.
Deze indexering wordt eens per jaar berekend, waarbij het nieuwe indexcijfer overeenstemt met het indexcijfer van de maand september van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de verschuldigde scheepvaartrechten aangerekend zullen worden. "
Art. 5. De Minister belast bevoegd voor de Haven van Brussel is belast met de uitvoering van dit besluit.