9 JANUARI 2014. - Besluit van de Waalse Regering tot instelling van een officieel controlemerk voor de melk(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 04-02-2014 en tekstbijwerking tot 08-07-2019)
Art. 1-7
BIJLAGEN.
Art. N1-N3
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1. productie van AA-melk : het geheel van de handelingen met het oog op de verkoop van comsumptiemelk waarvan de verpakking voorzien is van het officiële controlemerk AA;
2. besluit van de Waalse Regering van 29 januari 2009 : het besluit van de Waalse Regering van 29 januari 2009 betreffende de controle op de samenstelling van melk, de betaling van melk door de kopers aan de producenten en de erkenning van de interprofessionele organismen;
3. de Dienst : de Directie Kwaliteit van het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst;
4. het "Comité du Lait" (Melkcomité) : de vzw "Comité du Lait", route de Herve 104, 4651 Battice, erkend bij het ministerieel besluit van 25 oktober 2010 houdende erkenning van een interprofessionele instelling voor de controle op de samenstelling van melk en houdende goedkeuring van het normatieve document betreffende de controle op de samenstelling van koemelk die door de producenten aan de erkende kopers geleverd wordt;
[1 5. het Melkcontrolecentrum-Vlaanderen : de vzw Melkcontrolecentrum-Vlaanderen, Hagenbroeksesteenweg, 167, te 2500 Lier, erkend door het Ministerieel besluit van 26 augustus 2003 tot erkenning van een interprofessioneel organisme voor het bepalen van de samenstelling van de melk bedoeld bij het koninklijk besluit van 3 maart 1994 betreffende de erkenning van interprofessionele organismen voor het bepalen van de kwaliteit en de samenstelling van melk ;
6. het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007: het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007 houdende de organisatie van de vaststelling van en de controle op de samenstelling van rauwe koemelk;
7. het Vlaams Ministerieel besluit van 25 februari 2009: het Ministerieel besluit van 25 februari 2009 betreffende de controle op de bepaling van de samenstelling van melk en de betaling door de kopers van de melk aan de producenten.]1
----------
(1)<BWG 2019-05-02/50, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 18-07-2019>
Art.2. Er wordt een officieel controlemerk ingesteld waarvan het model in bijlage 1 vastligt. Het mag uitsluitend aangebracht worden op de verzegelde verpakkingen bestemd voor consumptiemelk die aan de vereisten van artikel 3 voldoet.
Het officiële controlemerk AA wordt aangebracht zodat elk hergebruik ervan na de opening van de verpakking uitgesloten is.
Het is verboden het teken "AA" alleen of in combinatie met een ander woord op een melkverpakking aan te brengen als het model van het officiële controlemerk AA niet op die verpakking aangebracht is met minimum 15 mm doorsnede voor de cirkel.
Art.3.Het officiële controlemerk AA mag slechts aangebracht worden op verpakkingen voor melk die voldoet aan de volgende voorwaarden :
1. gestandaardiseerde [1 ...]1 melk [1 volle]1 of halfvolle consumptiemelk zijn;
2. geproduceerd worden in een melkproductie-eenheid die voldoet aan de bepalingen van bijlage 2;
3. opgeslagen worden in een vat waarvoor de tussentijd tussen twee inzamelingen niet meer dan 48 uren bedraagt, waarbij die tussentijd met maximum 3 uren overschreden mag worden indien de gemiddelde tussentijd tussen twee inzamelingen, berekend per maand, niet meer dan 48 uren bedraagt;
4. tussen het tijdstip waarop de melk geladen wordt bij de erkende melkproductie-eenheid en het tijdstip waarop ze afgeladen wordt bij de melkinrichting die vergund is om het officiële controlemerk AA aan te brengen, wordt haar temperatuur op maximum 7 ° C gehandhaafd;
5. verzameld, opgeslagen, behandeld en verpakt worden in vaten en toestellen die hetzij voortdurend bestemd zijn voor de productie van AA-melk, hetzij gereinigd en ontsmet worden voor de behandeling van de melk die voor de productie van AA-melk dient;
6. [1 de melk die, binnen 24 uur na het lossen in de zuivelinrichting die gemachtigd is om het officiële controlemerk AA aan te brengen, hetzij de bewerkingen heeft ondergaan om AA-melk te produceren, hetzij, indien een langere opslag van de melk als grondstof noodzakelijk is geweest, slechts eenmaal een warmtebehandeling heeft ondergaan met een intensiteit die lager is dan of gelijk is aan die van pasteurisatie]1;
7. de standaardisering van het vetgehalte werd uitsluitend verricht met room of afgeroomde melk afkomstig van melk die voldoet aan de voorwaarden voor de productie van AA-melk;
8. [1 de melk die, indien sterilisatie noodzakelijk is voor de gewenste houdbaarheid, is gesteriliseerd door middel van een ultrahoge temperatuurbehandeling of UHT via directe stoominjectie;]1
9. verpakt worden in melkinrichtingen die vergund zijn om het officiële controlemerk AA aan te brengen overeenkomstig de bepalingen van bijlage 3;
10. de analyseresultaten ervan voldoen aan de onderstaande criteria indien ze gepasteuriseerd werd tijdens het bewaringsproces [1 en indien zij de zuivelfabriek verlaat die haar behandeld heeft na deze enkele pasteurisatie]1 :
a) het aantal [1 kiemen bij 30° C]1 is niet hoger dan 25 000 per ml;
b) de micro-organismen van de groep Coli zijn afwezig in 1 ml;
c) de fecale Coli zijn afwezig in 10 ml;
d) de phosphataseproef is negatief;
e) de peroxydaseproef is positief;
11. de analyseresultaten ervan voldoen aan de onderstaande criteria indien ze behandeld werd bij een ultra hoge temperatuur (U.H.T.) tijdens het bewaringsproces tot het vertrek bij de melkinrichting die ze behandeld heeft :
a) er is geen teken van bederf van de melk waarneembaar na tien dagen bewaring bij 30 ° C +/-1 ° C in de oorspronkelijke verpakking;
b) [1 het aantal kiemen bij 30° C is niet hoger dan 100 per ml na tien dagen bewaring bij 30° C +/- 1° C in de oorspronkelijke verpakking;]1
c) bij de turbiditeitsproef, geen turbiditeit vertonen die lager is dan [1 100 NTU]1 (nephelometrische turbiditeitseenheden);
12. de duur van minimale houdbaarheid wordt op hoogstens 90 dagen vastgelegd na een behandeling bij een ultra-hoge temperatuur (U.H.T.) als een dergelijke behandeling op haar toegepast werd en de datum van minimale houdbaarheid wordt op de recipiënt vermeld overeenkomstig artikel 6 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1980 betreffende de etikettering van voorverpakte voedingsmiddelen.
----------
(1)<BWG 2019-05-02/50, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 18-07-2019>
Art.4.Om na te gaan of de bepalingen van dit besluit nageleefd worden, worden [1 al hun respectieve documenten betreffende de analyseresultaten en de gegevens inzake oplevering]1, behandeling en verkoop van onder het officiële controlemerk AA verpakte consumptiemelk door [1 het Comité du Lait, of desgevallend, het Melkcontrolecentrum-Vlaanderen]1, de melkinrichting die vergund is om het officiële controlemerk AA aan te brengen en de certificerende instelling bedoeld in bijlage 3 ter inzage van de Dienst gelegd overeenkomstig zijn instructies.
----------
(1)<BWG 2019-05-02/50, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 18-07-2019>
Art.5. De Minister van Landbouw kan wijzigingen aanbrengen in de bijlagen bij dit besluit om het aan te passen aan de wetenschappelijke, technische en organisationele ontwikkelingen van de bij het besluit behandelde materies voor zover de wezenlijke aspecten van het besluit niet op het spel gezet worden.
Art.6. De overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgelegd en gestraft overeenkomstig het decreet van 27 juni 2013 houdende verschillende bepalingen inzake landbouw, tuinbouw en aquacultuur.
Art.7. De Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 9 januari 2014.
De Minister-President,
R. DEMOTTE
De Minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed,
C. DI ANTONIO
BIJLAGEN.
Art. N1.[1 Bijlage 1. - Model van het officiële controlemerk AA]1
(NOTA : geen Nederlandse versie, zie Franse versie)
----------
(1)<BWG 2019-05-02/50, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 18-07-2019>
Art. N2. Bijlage 2. - Voorschriften voor de melkproductie-eenheden die melk leveren voor de productie van AA-melk
A. Voorwaarden waaronder melk voor de productie van AA-melk geleverd mag worden.
Een melkproductie-eenheid mag melk voor de productie van AA-melk leveren zolang :
1. [1 de gezondheidstoestand van het rundveebeslag voldoet aan de wettelijke voorwaarden voor de levering van rauwe koemelk voor menselijke consumptie en wordt gecontroleerd volgens de richtlijnen en onder toezicht van de bevoegde gezondheidsautoriteiten;]1
2. [1 de stallen, het materiaal en de installaties voor de melkwinning, koeling en bewaring van de melk voldoen aan de wettelijke voorwaarden om rauwe koemelk voor menselijke consumptie te leveren;]1
3. de melkbewaring aan de volgende voorwaarden voldoet :
a. de melk wordt onmiddellijk na het melken afgekoeld tot een temperatuur van maximum 5 ° C;
b. die temperatuur wordt gehandhaafd tot de melk de melkproductie-eenheid verlaat;
4. de geleverde melk onderworpen wordt aan de volgende analyses waarvan de resultaten voldoen aan de volgende normen :
a. alle kwaliteits- en samenstellingssanalyses verplicht voor koemelk geleverd door een producent aan een erkende koper; de melk mag voor de productie van AA-melk geleverd worden als :
1) gedurende de voorafgaande maand in het kader van het besluit van de Waalse Regering van 29 januari 2009 [1 of, in voorkomend geval, het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007]1 geen strafpunt met prijsverminderingen tot gevolg of geen inhouding wegens de aanwezigheid van afvalstoffen van antibiotica werd toegekend;
2) het meetkundige gemiddelde voor de kiemen (over de twee voorafgaande maanden) maximum 50 000 per ml melk bedroeg;
3) het meetkundige gemiddelde voor de cellen (over de drie voorafgaande maanden) maximum 350 000 per ml melk bedroeg;
b. [1 een telling van de colibacteriën wordt twee keer per maand door het " Comité du Lait " verricht op het monster bedoeld in artikel 7, § 2, eerste lid, van het besluit van de Waalse Regering van 29 januari 2009 of, in voorkomend geval, door het Melkcontrolecentum-Vlaanderen op het monster bedoeld in artikel 4, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007; de melk mag voor de productie van AA-melk geleverd worden als het meetkundige gemiddelde voor de colibacteriën (over de twee voorafgaande maanden) maximum 50 per ml melk bedroeg ; indien het " Comité du Lait " het bedrag van een inhouding ten laste van de producenten vastlegt voor de financiering van die telling kan dat bedrag niet hoger zijn dan het bedrag van de onkosten die de telling daadwerkelijk teweeggebracht heeft en de goedkeuring van de Minister van Landbouw, of van zijn afgevaardigde bedoeld in artikel 8, § 2, van het besluit van de Waalse Regering van 29 januari 2009, wordt vereist voor elke vastlegging of wijziging van dat bedrag ;]1
5. de melkproductie-eenheid niet het voorwerp van een melkinzamelingsverbod is krachtens het koninklijk besluit van 21 december 2006 betreffende de controle van de kwaliteit van de rauwe melk en de erkenning van de interprofessionele organismen of krachtens een andere wetgeving.
B. Controle op de naleving van de voorwaarden tot levering van melk voor de productie van AA-melk en opschorting van de leveringsvergunningen.
1. De melkinrichting vergund om het officiële controlemerk AA aan te brengen is verantwoordelijk voor de controle op de naleving van de onder A vermelde voorwaarden door de melkproductie-eenheden die haar de melk voor de productie van AA-melk leveren.
Voor die controle wendt de melkinrichting alle mogelijke middelen aan, met name :
a. de totstandbrenging van een informatiekanaal met de sanitaire autoriteiten bevoegd voor het toezicht op de melkproductie-eenheid om op de hoogte gebracht te worden van elke wijziging in de onder A.1 en A.5 bedoelde veterinaire voorwaarden betreffende de kudde;
b. [1 om aan te tonen dat aan de vereisten bedoeld in A.1. tot en met A.3. wordt voldaan, de verificatie van de aanwezigheid, voor de melkproductie-eenheid, van een geldig certificaat Q.F.L. (Kwaliteit melkfilière) of een geldig certificaat afgegeven door een certificerende instelling die door de Belgische Accreditatie-instelling (BELAC) of door een buitenlandse accreditatie-instelling is geaccrediteerd voor de ISO/IEC 17020- en ISO/IEC 17065-normen.]1
c. nagaan of de melk in de koelinstallatie van de melkproductie-eenheid voldoet aan de voorwaarden bedoeld onder A.3.;
d. de kennisneming van de resultaten van de analyses bedoeld onder A.4.
2. De vergunning van de melkproductie-eenheid tot levering van melk voor de productie van AA-melk wordt door de melkinrichting opgeschort :
a. zodra vernomen wordt dat de melkproductie-eenheid niet meer voldoet aan de voorwaarden bedoeld onder A.5;
b. vanaf de eerste dag nadat vernomen werd dat de melkproductie-eenheid niet meer voldoet aan één van de voorwaarden bedoeld onder A, 1 tot 4; in dat geval mag de melk van de melkproductie-eenheid nog geleverd worden voor andere doeleinden dan de productie van AA-melk, onverminderd andere wetsbepalingen.
C. [1 Beroep.
De beroepen die de producenten tegen de resultaten van de onder A.4. bedoelde analyses indienen, worden behandeld volgens de procedure tot behandeling van de betwistingen van de resultaten, zoals omschreven onder punt 7 van het normatieve document gevoegd bij het ministerieel besluit van 25 oktober 2010 houdende erkenning van een interprofessionele instelling voor de controle op de samenstelling en de kwaliteit van melk en houdende goedkeuring van het normatieve document betreffende de controle op de samenstelling van koemelk die door de producenten aan de erkende kopers geleverd wordt, indien de resultaten door het "Comité du Lait" worden verstrekt, dan wel volgens de procedure voor de behandeling van geschillen met betrekking tot de resultaten die zijn beschreven in punt 8 van het document dat is toegevoegd aan het Ministerieel besluit van 1 februari 2007 houdende goedkeuring van het document opgesteld door de erkende interprofessionele organismen betreffende de modaliteiten van de controle van de kwaliteit van de rauwe koemelk, indien de resultaten door het Melkcontrolecentrum-Vlaanderen worden verstrekt.]1
----------
(1)<BWG 2019-05-02/50, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 18-07-2019>
Art. N3. Bijlage 3. - Vergunning van de melkinrichtingen om het officiële controlemerk AA aan te brengen
A. Voorwaarden tot toekenning van de vergunning om het officiële controlemerk AA op melkverpakkingen aan te brengen.
1. Alleen de erkende melkinrichtingen bedoeld onder punt 4.1. van bijlage II bij het koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen kunnen een vergunning aanvragen om het officiële controlemerk AA op melkverpakkingen aan te brengen.
2. Alvorens hun vergunningsaanvraag in te dienen, sluiten de melkinrichtingen een overeenkomst met een certificerende instelling van hun keuze die controle moet voeren op de goede toepassing van de bepalingen van dit besluit door de melkinrichting en verslag over de controles zal uitbrengen aan de Dienst belast met de toekenning en de intrekking van de vergunningen. Die certificerende instelling is volgens de normen [1 ...]1 ISO/IEC 17020 en [1 ISO/IEC 17065]1 geaccrediteerd door de Belgische Accreditatie-instelling (BELAC) of [1 door een gelijkwaardige buitenlandse accreditatie-instelling]1.
B. Vergunningsaanvraag
1. De melkinrichting richt een vergunningsaanvraag per post aan de Dienst.
2. Die aanvraag bevat op zijn minst de volgende gegevens :
a. voorwerp : aanvraag tot vergunning om het officiële controlemerk AA op verpakkingen voor consumptiemelk aan te brengen;
b. identificatie van de melkinrichting : naam en adres van de installaties waar de consumptiemelk onder het officiële controlemerk AA verpakt zal worden, erkenningsnummer afgeleverd door het FAVV op basis van het koninklijk besluit bedoeld onder A.1.;
c. administratieve zetel van de melkinrichting (indien verschillend van de melkinrichting) : naam en adres;
d. verantwoordelijke die de aanvraag ondertekent : naam, functie, telefoonnummer, elektronisch adres;
e. volgende tekst : "Ik ondergetekende.., gemachtigde van de hieronder vermelde melkinrichting, vraag voor die inrichting de vergunning aan om het officiële controlemerk AA aan te brengen overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 9 januari 2014 tot instelling van een officieel controlemerk voor de melk.
Deze inrichting verbindt zich ertoe de voorwaarden van voornoemd besluit na te leven. De controles zullen door de volgende certificerende instelling gevoerd worden :"
f. certificerende instelling : naam, adres, telefoonnummer, elektronisch adres;
g. datum van ondertekening van de aanvraag.
3. De volgende stukken worden als bijlage bij de aanvraag gevoegd :
a. het minimale controleplan van de certificerende instelling bedoeld onder 2.f;
b. het autocontroleplan van de verzoekende melkinrichting m.b.t. de productie van AA-melk;
c. het afschrift van de overeenkomst bedoeld onder A, 2.
4. de Dienst :
a. registreert, na goedkeuring van de aanvraag en bijlagen, de melkinrichtingen die de vergunning hebben aangevraagd om het officiële controlemerk AA aan te brengen en verlenen hen een vergunningsnummer van formaat W-AA-nn, waarbij nn een volgordenummer tussen 01 en 99 is;
b. leveren de vergunning per brief aan de verzoekende melkinrichting af; die vergunning is geldig voor een onbepaalde duur zolang de hieronder bedoelde controles garanderen dat de melkinrichting voldoet aan de voorwaarden van dit besluit;
c. richt een afschrift van die vergunning [1 aan de VZW Comité du lait en, in voorkomend geval, aan het Melkcontrolecentrum-Vlaanderen,]1 alsook aan de certificerende instelling vermeld in de aanvraag.
C. Administratieve voorwaarden voor de melkinrichting die vergund is om het officiële controlemerk AA aan te brengen.
De melkinrichting houdt een register betreffende de inontvangstname en de behandeling van de melk bestemd voor de productie van AA-melk en betreffende de verkoop van de consumptiemelk verpakt onder het officiële controlemerk AA; dat register maakt de volledige traceerbaarheid van de stoffen en processen mogelijk.
D. Controle op de naleving van de voorwaarden voor de productie van AA-melk en gevolgen i.v.m. de toekenning, opschorting of intrekking van de vergunning.
1. De certificerende instelling gaat na of de melkinrichting voldoet aan alle bepalingen van dit besluit die op haar betrekking hebben.
[1 Voor de controle op de naleving van de melkvoorwaarden bij het verlaten van de erkende melkproductie-eenheden baseert de certificerende instelling zich op de analyseresultaten meegedeeld door het " Comité du Lait " of, in voorkomend geval, door het Melkcontrolecentrum-Vlaanderen, zowel de resultaten van de officiële analyses als de resultaten van de analyses waarop dit besluit betrekking heeft. Onder "officiële analyses" dient te worden verstaan de analyses die opgelegd worden enerzijds bij het besluit van de Waalse Regering van 29 januari 2009, bijlage 1, E, of, in voorkomend geval, bij het besluit van de Vlaamse Regering van 25 februari 2009, artikel 2, en anderzijds bij het koninklijk besluit van 21 december 2006 betreffende de controle van de kwaliteit van de rauwe melk en de erkenning van de interprofessionele organismen, artikel 4, 1.]1
Voor de controle op de naleving van de melkvoorwaarden bij het verlaten van de erkende melkproductie-eenheden worden de nodige monsternemingen en melkanalyses verricht door laboratoria geaccrediteerd volgens de Europese norm NBN EN ISO/IEC 17025 en onafhankelijk van de gecontroleerde melkinrichting.
2. [1 De certificerende instelling voert jaarlijk een controle zonder voorafgaande verwittiging van de melkinrichting.
In afwijking van lid 1 voert de certificerende instelling in de eerste maand na het begin van de feitelijke vervaardiging van AA-melk een controle uit op basis van de in deel B.4., bedoelde toestemming, en voert zij vervolgens gedurende de eerste twee jaar na het begin van de productie van AA-melk om de vier maanden de volgende controle uit. Deze controlebepalingen zijn echter de eerste twee jaar niet van toepassing indien de melkinrichting op de datum waarop zij de in B.4. bedoelde vergunning ontvangt, sedert ten minste twee jaar AA-melk produceert op grond van een geldige vergunning krachtens de Vlaamse wetgeving inzake AA-melk.
Het verslag van elke controle wordt binnen de volgende vijftien dagen aan de melkinrichting en aan de leidend ambtenaar van de Dienst gericht.]1
3. Indien een tekortkoming van de melkinrichting wordt vastgesteld, stuurt de certificerende instelling haar binnen 3 dagen na de datum van de controle een waarschuwing bij aangetekend schrijven of door elk ander middel dat als bewijs van de verzending geldt, waarbij een afschrift aan de leidend ambtenaar van de Dienst gestuurd wordt. In die waarschuwing wordt de vastgestelde tekortkoming omschreven en wordt de melkinrichting erom verzocht weer te voldoen aan de bepalingen van dit besluit binnen 15 dagen na ontvangst van de waarschuwing.
4. In de periode tussen de 16e en 30e dag na ontvangst van de waarschuwing door de melkinrichting wordt een bijkomende controle georganiseerd door de certificerende instelling. Indien vastgesteld wordt dat de tekortkoming van de melkinrichting die het voorwerp van een waarschuwing heeft uitgemaakt aanhoudt, stuurt de certificerende instelling haar binnen 3 dagen na de datum van de controle een kennisgeving bij aangetekend schrijven of door elk ander middel dat als bewijs van de verzending geldt, waarbij een afschrift aan de leidend ambtenaar van de Dienst [1 , aan het "Comité du Lait en, in voorkomend geval, aan het Melkcontrolecentrum-Vlaanderen]1 gestuurd wordt. Door die kennisgeving wordt de vergunning om het officiële controlemerk AA aan te brengen op de consumptiemelk die de melkinrichting te koop aanbiedt onmiddellijk opgeschort gedurende een periode van maximum drie maanden, al naar gelang van de ernst van de tekortkoming.
5. De melkinrichting kan bij de Dienst een beroep tegen de opschorting van de vergunning instellen overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 31 tot 33 van het decreet van 27 juni 2013 houdende verschillende bepalingen inzake landbouw, tuinbouw en aquacultuur. De Dienst maakt binnen vijf dagen na ontvangst van het beroep een afschrift ervan over aan de certificerende instelling die de opschorting opgelegd heeft. De Dienst beschikt, met ingang van de datum van ontvangst van het beroep, over dertig dagen om het te behandelen, om een beslissing te nemen en aan de melkinrichting te betekenen bij ter post aangetekend schrijven, per brief overhandigd aan de bestemmeling tegen ontvangbewijs of per fax. Een afschrift van de beslissing van de Dienst wordt aan de certificerende instelling gericht op de dag van de kennisgeving aan de melkinrichting.
6. Indien die opschorting, na een nieuwe controle waaruit blijkt dat de voorwaarden van dit besluit nageleefd worden, niet is opgeheven op de eerste dag van de vierde maand die volgt op de datum van inwerkingtreding van de opschorting van de vergunning, geeft de certificerende instelling de leidend ambtenaar van de Dienst kennis daarvan. Laatsgenoemde trekt de vergunning in waarmee de melkinrichting het officiële controlemerk AA mag aanbrengen op de consumptiemelk die de melkinrichting te koop aanbiedt.
De vergunning om het officiële controlemerk AA aan te brengen wordt ook ingetrokken als de melkinrichting daarom verzoekt in een schrijven ter attentie van de leidend ambtenaar van de Dienst.
De intrekking van de vergunning wordt per brief ter kennis van de melkinrichting gebracht, waarbij een afschrift aan de certificerende instelling [1 , aan het "Comité du Lait en, in voorkomend geval, aan het Melkcontrolecentrum-Vlaanderen]1 gericht wordt.
7. De producten die onder het officiële controlemerk AA verpakt geweest zouden zijn gedurende de periode van opschorting van de vergunning en na de intrekking ervan worden uit de handel gehaald.
8. De kosten voor de controle op de naleving van de voorwaarden betreffende de productie van AA-melk worden door de gecontroleerde melkinrichting gedragen.
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 9 januari 2014 tot instelling van een officieel controlemerk voor de melk.
----------
(1)<BWG 2019-05-02/50, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 18-07-2019>