22 MEI 2014. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tegemoetkomt in de kosten van radiofarmaceutische producten(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 28-05-2014 en tekstbijwerking tot 19-07-2024)
HOOFDSTUK I. - Definities en toepassingsgebied
Art. 1-5
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de lijst van radiofarmaceutische producten
Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art. 6-10
Afdeling 2. - Opname van een radiofarmaceutisch product op de lijst
Art. 11-21
Afdeling 3. - Wijziging van de vergoedingsmodaliteiten van radiofarmaceutische producten
Art. 22-23
Afdeling 4. - Schrapping van radiofarmaceutische producten uit de lijst op vraag van de aanvrager
Art. 24-25
HOOFDSTUK III. - Bijzondere bepalingen
Art. 26, 26/1, 27, 27/1, 27/2, 28-30
HOOFDSTUK IV. - Overgangsbepalingen
Art. 31-34
HOOFDSTUK V. - Opheffingsbepalingen
Art. 35-37
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art. 38-39
BIJLAGE.
Art. N1-N2
2015022166 2015022286 2015022366 2015022554 2015022561 2016022016 2016022049 2016022246 2016022315 2016022418 2016022442 2017010104 2017012100 2017013178 2017040608 2018013339 2018014282 2018040097 2019010858 2019042423 2019042424 2020020887 2020040314 2020044260 2021021070 2021021175 2021022871 2021030292 2021033803 2021034326 2021041421 2021042772 2022015414 2022015416 2022030236 2022031625 2022033058 2022033287 2022043047 2023015289 2023042836 2024000306 2024000307 2024001432 2024002329 2024002589 2024006015 2024007162
HOOFDSTUK I. - Definities en toepassingsgebied
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° "de Wet ", de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994;
2° "de Minister", de Minister die de Sociale Zaken onder zijn bevoegdheid heeft;
3° "de verzekering", de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;
4° "het RIZIV", het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;
5° "de Raad", de Technische raad voor radio-isotopen;
6° "het secretariaat", het secretariaat van de Technische Raad voor radio-isotopen;
[1 6° /1 "de Dienst", de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;]1
7° "de gemachtigde ambtenaar" de leidend ambtenaar van de dienst voor Geneeskundige Verzorging of een door hem aangeduid personeelslid van het RIZIV;
8° "koninklijk besluit van 14 december 2006", het koninklijk besluit van 14 december 2006 betreffende geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik;
9° "het persoonlijk aandeel", het gedeelte van de vergoedingsbasis van de radiofarmaceutische producten, dat ten laste wordt gelegd van de rechthebbende;
10° "radiofarmaceutisch product", product bestemd voor diagnostische en/of therapeutische toepassingen in de geneeskunde dat ofwel zelf radioactief is ofwel radioactief gemaakt wordt door combinatie met een radionuclide;
11° "radiofarmaceuticum", zoals gedefinieerd in het koninklijk besluit van 14 december 2006, elk geneesmiddel dat, wanneer het gebruiksklaar is, een of meer radionucliden (radioactieve isotopen) bevat, welke daarin voor medische doeleinden is/zijn geïncorporeerd;
12° "radionuclidengenerator", zoals gedefinieerd in het koninklijk besluit van 14 december 2006, elk systeem dat een gebonden ouder-radionuclide bevat waaruit een dochter-radionuclide ontstaat, verkregen door elutie of enige ander methode en die in een radiofarmaceuticum wordt gebruikt;
13° "kit", zoals gedefinieerd in het koninklijk besluit van 14 december 2006, elk preparaat dat moet worden gereconstrueerd of gecombineerd met radionucliden in het uiteindelijke radiofarmaceuticum, doorgaans voor de toediening ervan;
14° "radionuclideuitgangsstof", zoals gedefinieerd in het koninklijk besluit van 14 december 2006, elke andere radionuclide voor het radioactief labelen van een andere substantie, voor de toediening ervan;
15° "ingekapselde bron", zoals gedefinieerd in het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van ioniserende stralingen, bron welke wordt gevormd door radioactieve stoffen die op hechte wijze in vaste, niet-actieve stoffen zijn opgenomen, of welke is ingekapseld in een niet-actief omhulsel, dat voldoende weerstand biedt om onder normale gebruiksomstandigheden iedere verspreiding van radioactieve stoffen te voorkomen;
16° "medisch hulpmiddel", zoals gedefinieerd in het koninklijk besluit van 18 maart 1999 betreffende de medische hulpmiddelen, elk instrument, toestel of apparaat, elke software of stof of elk ander artikel dat of die alleen of in combinatie wordt gebruikt, met inbegrip van de software die door de fabrikant speciaal is bestemd om te worden gebruikt voor diagnostische en/of therapeutische doeleinden en voor de goede werking ervan benodigd is, door de fabrikant bestemd om bij de mens te worden aangewend voor :
- diagnose, preventie, bewaking, behandeling of verlichting van ziekten,
- diagnose, bewaking, behandeling, verlichting of compensatie van verwondingen of een handicap,
- onderzoek naar of vervanging of wijziging van de anatomie of van een fysiologisch proces,
- beheersing van de bevruchting,
en waarbij de belangrijkste beoogde werking in of aan het menselijk lichaam niet met farmacologische of immunologische middelen of door metabolisme wordt bereikt, maar wel door dergelijke middelen kan worden ondersteund;
17° "de aanvrager", de onderneming die het verbintenisformulier waarvan het model is opgenomen in bijlage II van dit besluit ondertekend heeft;
18° "de bijlagen", de bijlagen van dit besluit.
In bijlage I worden de vergoedbare radiofarmaceutische producten in 2 hoofdstukken ondergebracht :
-hoofdstuk I, de therapeutisch aangewende radiofarmaceutische producten en
-hoofdstuk II, de diagnostisch in vivo aangewende radiofarmaceutische producten.
Hoofdstuk II is onderverdeeld in 3 paragrafen : -paragraaf 1, de radiofarmaca, de radionuclidengeneratoren en de radionuclideuitgangsstoffen;
-paragraaf 2, de kits voor radiofarmaceutisch gebruik en
-paragraaf 3, de vaste combinatiepreparaten van een radiofarmaceutische uitgangsstof met kit voor radiofarmaceutisch preparaat.
Bijlage II bevat de van toepassing zijnde modellen van de in dit besluit bedoelde documenten;
19° "de lijst", de lijst van de vergoedbare radiofarmaceutische producten of bijlage I van dit koninklijk besluit;
20° [1 de vergoedingsbasis", het bedrag waarop de tegemoetkoming van de verzekering wordt berekend, zoals opgenomen op de lijst:
- voor een niet ter verpleging opgenomen rechthebbende in de kolom "vergoedingsbasis" (*);
- voor een ter verpleging opgenomen rechthebbende in de kolom "vergoedingsbasis" (**)";]1
21° "de vergoedingsvoorwaarden", de voorwaarden die noodzakelijk vervuld moeten zijn om van een tegemoetkoming in de kosten van radiofarmaceutische producten te kunnen genieten, zoals ze opgenomen zijn op de lijst en die kunnen bestaan uit onder andere de volgende elementen : de vergoedbare indicaties, de eventuele maximale dosering, de voorwaarden in verband met andere al dan niet verstrekte of te verstrekken therapieën, de medische kwalificatie van de zorgverlener, het al dan niet vereist zijn van een machtiging of een notificatie aan de adviserend [1 arts]1;
22° "vergoedingscategorie", de categorie waarin een radiofarmaceutisch product ingedeeld wordt overeenstemmend met een welbepaalde vergoedingsbasis;
[1 22° /1 "het pseudonomenclatuurnummer", een uniek nummer dat wordt toegepast:
- voor alle radiofarmaceutische producten met dezelfde werkzame stof en opgenomen in dezelfde vergoedingscategorie binnen de therapeutische producten;
- voor alle radiofarmaceutische producten met dezelfde werkzame stof en opgenomen in dezelfde vergoedingscategorie binnen de diagnostische producten;
- voor alle radiofarmaceutische producten die niet industrieel worden geproduceerd met dezelfde werkzame stof en opgenomen in dezelfde vergoedingscategorie;
22° /2 "de vergoedingsmodaliteiten", de vergoedingscategorie, het pseudo nomenclatuurnummer en de vergoedingsvoorwaarden;]1
23° "de doeltreffendheid", een radiofarmaceutisch product is doeltreffend als uit onderzoek blijkt dat de toepassing ervan in de dagelijkse praktijk resulteert in het beoogde doel van de diagnose of behandeling;
24° "de veiligheid", de mate waarin ongewenste nevenwerkingen zich voordoen en de mate waarin de mogelijkheid tot het maken van fouten of vergissingen door de zorgverleners of de rechthebbenden worden vermeden;
25° "de toepasbaarheid", de mate waarin de eigenschappen van een radiofarmaceutisch product het gebruik bij verschillende (groepen) rechthebbenden of door verschillende (groepen) zorgverleners beperkt;
26° "het comfort", de wijze waarop een radiofarmaceutisch product tegemoetkomt aan de eisen van gebruiksvriendelijkheid voor zorgverleners of rechthebbenden;
27° "de waarde van een radiofarmaceutisch product", het geheel van alle relevante eigenschappen zoals, de doeltreffendheid, de veiligheid, de toepasbaarheid en het comfort, en die tezamen bepalend zijn voor de plaats van het radiofarmaceutisch product binnen de therapie en/of de diagnostiek in vergelijking met andere beschikbare behandelings- of diagnosemogelijkheden;
28° "de doelmatigheid" (efficiency), de verhouding tussen de therapeutische of diagnostische waarde van een radiofarmaceutisch product en de netto economische weerslag ervan;
29° "ATC", uit letters en cijfers samengestelde codes die worden toegekend aan de radio-isotopen in de "Anatomical Therapeutical Chemical Classification), opgesteld onder verantwoordelijkheid van het World Health Organisation Collaboration Centre for Drugs Statistics Methodology; die classificatie verloopt in niveaus op basis van de anatomische groep (1e niveau) vervolgens de therapeutische hoofdgroep (2e niveau), de therapeutische en farmacologische subgroep (3e niveau), de chemische, therapeutische en farmacologische subgroep (4e niveau) en ten slotte de subgroep van het chemische bestanddeel (5e niveau);
[1 30° "budgettaire weerslag", de impact van het radiofarmaceutisch product op het budget van de verzekering, berekend op drie niveaus:
- de budgettaire weerslag niveau 1 is gelijk aan de absolute impact van het gebruik van het radiofarmaceutisch product zelf op het budget radio-isotopen van de verzekering, zonder daarbij rekening te houden met mogelijke effecten op het gebruik van andere producten en/of andere behandelingen;
- de budgettaire weerslag niveau 2 is gelijk aan de incrementele impact van het gebruik van het radiofarmaceutisch product op het budget radio-isotopen van de verzekering, daarbij rekening houdend met het effect van het gebruik van dit radiofarmaceutisch product op het gebruik van andere producten;
- de budgettaire weerslag niveau 3 is gelijk aan de incrementele impact van het gebruik van het radiofarmaceutisch product op het gezondheidszorgbudget van de verzekering, daarbij rekening houdend met het effect van het gebruik van dit radiofarmaceutisch product op het gebruik van andere gezondheidszorgen.]1
----------
(1)<KB 2023-04-23/04, art. 1, 046; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
Art.2.Toepassingsgebied :
§ 1 [1 Dit besluit is van toepassing op:
1° radiofarmaceutische specialiteiten:
- Radionuclidengeneratoren
- Kits
- Radionuclideprecursoren
- Andere
2° medische hulpmiddelen die radiofarmaceutische producten zijn;
3° magistrale bereidingen die radiofarmaceutische producten zijn.]1
§ 2 Dit besluit is niet van toepassing op :
1° [1 ...]1
2° radioactieve medische hulpmiddelen voor in- vitro diagnostiek, zoals gedefinieerd in het koninklijk besluit van 14 november 2001 betreffende medische hulpmiddelen voor in - vitro diagnostiek.
----------
(1)<KB 2023-04-23/04, art. 2, 046; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
Art.3. De verzekering komt enkel tegemoet in de kosten van de radiofarmaceutische producten die opgenomen zijn op de lijst en afgeleverd werden door de wettelijk gemachtigde zorgverleners. De tegemoetkoming kan afhankelijk worden gesteld van beperkende en afwijkende maatregelen die bepaald worden in dit besluit.
Art.4.[1 In alle gevallen waar er in dit besluit sprake is van uitwisseling van informatie en het versturen van documenten tussen het secretariaat en de aanvrager, gebeurt dit via elektronische weg of, in gerechtvaardigd geval, met een ter post aangetekende zending met bewijs van ontvangst volgens de procedure die bekendgemaakt wordt door het RIZIV op het Internetadres http://www.riziv.fgov.be.]1
----------
(1)<KB 2023-04-23/04, art. 3, 046; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
Art.5. De termijnen waarvan sprake in dit besluit worden gerekend van middernacht tot middernacht. De termijnen worden gerekend vanaf de dag na die van de akte (datum van ontvangst) of van de gebeurtenis welke hen doet ingaan, en omvatten alle dagen, ook de zaterdag, de zondag en de wettelijke feestdagen. De termijnen lopen tot en met de dag van de akte (datum van ontvangst) of de gebeurtenis die het einde van de termijn inluidt.
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de lijst van radiofarmaceutische producten
Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art.6.De lijst kan gewijzigd worden door de Minister overeenkomstig de bepalingen van artikel 35, § 2ter, van de Wet op voorstel van de Raad, en dit op vraag van de aanvrager, de Minister of van de Raad.
De wijzigingen van de lijst kunnen bestaan in het opnemen, het schrappen van radiofarmaceutische producten en het wijzigen van de vergoedingsmodaliteiten. [1 ...]1
[1 De procedure voor de indiening van een aanvraag tot wijziging van de lijst en de richtlijnen voor de indiening van een dossier worden worden door het RIZIV bekendgemaakt op het Internetadres http://www.riziv.fgov.be.
De richtlijnen voor de indiening van een dossier worden door het Instituut bekendgemaakt op het Internetadres http://www.riziv.fgov.be.
De aanvragers zijn verplicht de richtlijnen en de procedure voor de indiening van een aanvraag tot wijziging van de lijst na te leven teneinde een geldig en ontvankelijk dossier te kunnen indienen. De bij de aanvraag gevoegde studies moeten bovendien relevant zijn voor de aanvraag.]1
----------
(1)<KB 2023-04-23/04, art. 4, 046; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
Art.7.De beslissing omtrent het al dan niet opnemen, het wijzigen of het schrappen, omvat een beslissing over de [1 vergoedingsmodaliteiten]1, na evaluatie van de volgende criteria :
1° de waarde van het radiofarmaceutisch product;
2° de prijs (prijs buiten bedrijf) en de door de aanvrager voorgestelde vergoedingscategorie met de overeenstemmende vergoedingsbasis van het radiofarmaceutisch product;
3° het belang van het radiofarmaceutisch product in de medische praktijk;
4° de budgettaire weerslag voor de verzekering, rekening houdend met de begrotingsdoelstellingen;
5° de verhouding tussen de kosten voor de verzekering en de waarde van het radiofarmaceutisch product (doelmatigheid).
----------
(1)<KB 2023-04-23/04, art. 5, 046; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
Art.8.Met uitzondering van de kits opgenomen onder hoofdstuk II, § 2 van de lijst, mag de verzekeringstegemoetkoming worden uitbetaald zo de behandeling of de diagnosestelling door de behandelende [2 arts]2 voorgeschreven werd, er met het oog op de behandeling of het onderzoek een afspraak gemaakt werd tussen de [1 rechthebbende]1 en de behandelende instelling, en zo het radiofarmaceutisch product besteld en effectief afgeleverd is.
De derde betalersregeling mag worden toegepast als diezelfde regeling is aanvaard voor de honoraria van de behandeling of het onderzoek en van de raadpleging.
----------
(1)<KB 2023-04-23/04, art. 6, 046; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
(2)<KB 2023-04-23/04, art. 22, 046; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
Art.9. Indien de beslissing omtrent de aanvraag tot opname op de lijst positief is, wordt het radiofarmaceutisch product gerangschikt in een vergoedingscategorie met overeenstemmende vergoedingsbasis.
Art.10.De vergoedingsbasis van een radiofarmaceutisch product moet aan de volgende voorwaarden voldoen.
a) Een radiofarmaceutisch product waarvoor geen vergelijkbaar alternatief [1 binnen de radiofarmaceutische producten]1 bestaat, krijgt een vergoedingsbasis die in overeenstemming is met de aangetoonde waarde. Hierbij wordt eveneens rekening gehouden met de samenstelling van het radiofarmaceutisch product.
b) Voor een radiofarmaceutisch product, dat een waarde heeft die gelijkaardig is aan een ander reeds vergoedbaar radiofarmaceutisch product, mag de vergoedingsbasis ervan niet hoger liggen dan deze van dat reeds aangenomen radiofarmaceutisch product. Hierbij wordt eveneens rekening gehouden met de samenstelling van het radiofarmaceutisch product.
Als de Raad vaststelt dat het gaat om een radiofarmaceutisch product met een hogere waarde, kan een vergoedingsbasis worden vastgesteld die hoger is dan deze van de andere reeds aangenomen radiofarmaceutische producten.
----------
(1)<KB 2023-04-23/04, art. 7, 046; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
Afdeling 2. - Opname van een radiofarmaceutisch product op de lijst
Art.11. Opname op de lijst mag door de Raad alleen worden voorgesteld als ze betrekking heeft op een radiofarmaceutisch product waarvoor een aanvrager een aanvraag tot opname heeft ingediend.
Art.12.Enkel aanvragers die een verbintenis hebben gedagtekend en ondertekend kunnen aanvragen tot opname op de lijst indienen. Het model van deze verbintenis is opgenomen in bijlage II. De Minister kan wijzigingen aanbrengen aan dit model op voorstel van de Raad. [1 De aanvragers versturen hun verbintenis gedateerd en elektronisch getekend via elektronische weg naar het secretariaat volgens de procedure die bekendgemaakt wordt door het RIZIV op het Internetadres http://www.riziv.fgov.be.]1
Deze verbintenis moet jaarlijks hernieuwd worden. [1 Daartoe stelt het secretariaat jaarlijks vóór 1 december een lijst met alle vergoedbare radiofarmaceutische producten waarvoor ze verantwoordelijk zijn ter beschikking van alle aanvragers, en dit volgens de procedure die bekendgemaakt wordt door het RIZIV op het Internetadres http://www.riziv.fgov.be.]1 Indien het secretariaat op 1 januari van het volgend jaar geen reactie heeft ontvangen, wordt de verbintenis geacht stilzwijgend te zijn verlengd voor een periode van één jaar en wordt de aanvrager geacht verantwoordelijk te zijn voor de radiofarmaceutische producten opgenomen op die lijst.
----------
(1)<KB 2023-04-23/04, art. 8, 046; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
Art.13. De aanvraag tot opname op de lijst wordt door de aanvrager gericht aan het secretariaat.
Art.14.Bij een aanvraag tot opname op de lijst, moeten volgende gegevens verstrekt worden :
1° de identificatie van het radiofarmaceutisch product :
- de volledige naam van het radiofarmaceutisch product,
- het voornaamste werkzaam bestanddeel en de dosering ervan,
- de galenische vorm,
- de primaire verpakking,
- het totaal volume in de verpakking,
- de toedieningsweg,
- de ATC-code,
- de identificatie van de aanvrager;
2° indien van toepassing :
- het CE - certificaat,
- de vergunning afgeleverd door het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle voor het invoeren, fabriceren, bereiden, te koop aanbieden of verkopen van radionucliden of bereidingen die er bevatten, [1 of voor het ter beschikking stellen van radioactieve producten voor in vivo gebruik in de geneeskunde of de diergeneeskunde;]1
- de vergunning afgeleverd door het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten voor het in de handel brengen, vergunning voor parallelinvoer van geneesmiddelen dan wel de vergunning afgeleverd door de Europese Commissie via het Europees Geneesmiddelen Agentschap (EMA);
[1 - de bereidingsvergunning als bedoeld in artikel 12bis, § 1/1, tweede lid, van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen afgeleverd door het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten;]1
3° indien van toepassing :
- de tweetalig gedrukte tekst van de gebruiksaanwijzing,
- de tweetalig gedrukte tekst van de wetenschappelijke bijsluiter;
4° indien van toepassing : de prijs buiten bedrijf die toegepast zal worden gedurende de vergoedbaarheid van het radiofarmaceutisch product, vergezeld van de toegestane maximumverkoopprijs op het niveau van de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie.
5° indien van toepassing : de prijzen buiten bedrijf en de vergoedingsvoorwaarden in de andere Lid Staten van de Europese Unie;
6° een voorstel betreffende terugbetaling omtrent :
- de vergoedingscategorie met de overeenstemmende vergoedingsbasis,
- de vergoedingsvoorwaarden;
7° een verantwoording van het voorstel betreffende terugbetaling vergezeld van de gepubliceerde en niet gepubliceerde klinische studies over de bestaande ervaring met het radiofarmaceutisch product en wetenschappelijke motiveringen [1 , evenals de budgettaire weerslag]1.
----------
(1)<KB 2023-04-23/04, art. 9, 046; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
Art.15. Binnen de tien dagen na de ontvangst van de aanvraag tot opname van een radiofarmaceutisch product, gaat het secretariaat na of de aanvraag ontvankelijk is. Indien de aanvraag ontvankelijk is, wordt het dossier overgemaakt aan de Raad. De aanvrager wordt in kennis gesteld van de datum van ontvangst van de aanvraag (dag 0) en van de ontvankelijkheid van de aanvraag, waarna de in artikel 19 bedoelde termijn van 90 dagen begint te lopen.
Indien de aanvraag onontvankelijk is, deelt het secretariaat dit mee aan de aanvrager binnen de tien dagen na de ontvangst van de aanvraag met de vermelding van de elementen die ontbreken. In dit geval wordt de in artikel 19 bedoelde termijn van 90 dagen opgeschort vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag tot de datum van ontvangst van alle ontbrekende elementen, waarna het dossier wordt overgemaakt aan de Raad. De aanvrager wordt in kennis gesteld van de datum van ontvankelijkheid van de aanvraag (dag 0), waarna de in artikel 19 bedoelde termijn van 90 dagen begint te lopen.
In het geval dat de termijn geschorst wordt tot de ontvangst van de ontbrekende elementen mag de periode van schorsing niet meer dan 90 dagen bedragen. Indien de ontbrekende elementen na het verstrijken van 90 dagen na de aanvang van de periode van schorsing, niet werden ontvangen op het secretariaat, wordt het dossier van rechtswege afgesloten en wordt de aanvrager hiervan door de gemachtigde ambtenaar via een notificatie op de hoogte gebracht. De lijst wordt in dat geval niet gewijzigd.
Art.16. Op basis van de evaluatie van de criteria zoals bepaald in artikel 7 formuleert de Raad een gemotiveerd voorstel binnen een termijn van 60 dagen na de aanvang van de in artikel 19 bedoelde termijn van 90 dagen. Dit gemotiveerd voorstel bevat een standpunt omtrent de vergoedingsvoorwaarden en de vergoedingscategorie met de overeenstemmende vergoedingsbasis.
Art.17.Voordien brengt de Raad een gemotiveerd voorlopig voorstel uit. Dit voorlopig voorstel wordt door het secretariaat aan de aanvrager meegedeeld die over een termijn van 10 dagen beschikt om hierop te reageren. De aanvrager kan het secretariaat binnen deze termijn meedelen dat hij over een langere termijn wenst te beschikken om zijn opmerkingen over te maken. In dit geval wordt de termijn geschorst vanaf [1 de datum van de ontvangst van de schorsingsaanvraag tot de dag van de plenaire zitting van de Raad in dewelke dit dossier zal worden besproken, met dien verstande dat het dossier dient te worden besproken in een plenaire zitting van de Raad binnen een termijn van 25 dagen na de ontvangst van de opmerkingen of bezwaren en met dien verstande dat de reactie van de aanvrager binnen een termijn van 90 dagen na ontvangst van de schorsingsaanvraag door het secretariaat ontvangen moet worden]1. Er wordt geen rekening gehouden met opmerkingen of bezwaren die op het secretariaat toekomen na het verstrijken van deze termijn van 10 dagen of na het verstrijken van de termijn zoals die werd verlengd op vraag van de aanvrager.
De aanvrager kan de Raad eveneens verzoeken gehoord te worden. De termijn wordt in dit geval geschorst vanaf [1 de datum van de ontvangst van de aanvraag om gehoord te worden]1 tot de dag waarop de aanvrager gehoord wordt, met dien verstande dat de aanvrager gehoord moet worden binnen een termijn van 25 dagen na de ontvangst van de vraag om gehoord te worden.
Indien er na het verstrijken van 90 dagen na de aanvang van de periode van schorsing geen reactie vanwege de aanvrager werd ontvangen op het secretariaat, wordt het dossier van rechtswege afgesloten en wordt de aanvrager hiervan door de gemachtigde ambtenaar via een notificatie op de hoogte gebracht. De lijst wordt in dat geval niet gewijzigd.
Indien de aanvrager zijn akkoord heeft meegedeeld of indien er na het verstrijken van de termijn van 10 dagen waarover de aanvrager beschikt om zijn opmerkingen of bezwaren over te maken, geen reactie vanwege de aanvrager werd ontvangen op het secretariaat, wordt het voorlopig voorstel definitief en wordt dit meegedeeld aan de Raad.
Indien opmerkingen of bezwaren werden ingediend of de aanvrager werd gehoord, onderzoekt de Raad de opmerkingen of bezwaren en brengt een gemotiveerd definitief voorstel uit.
[1 In geval het voorstel van de Raad niet afwijkt van het voorstel betreffende de vergoeding van de aanvrager, brengt de Raad dit voorstel onmiddellijk uit bij wijze van een gemotiveerd definitief voorstel.]1
----------
(1)<KB 2023-04-23/04, art. 10, 046; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
Art.18.Het gemotiveerd definitief voorstel van de Raad wordt door het secretariaat overgemaakt aan de Minister binnen een termijn die niet langer duurt dan 60 dagen na de aanvang van de in artikel 19 bedoelde termijn van 90 dagen, rekening houdend met de periodes van schorsing. De aanvrager wordt in kennis gesteld van dit gemotiveerd definitief voorstel.
De Minister neemt na kennisname van [1 het]1 voorstel van de Raad een gemotiveerde beslissing omtrent [1 de vergoedingsmodaliteiten]1 binnen een termijn die niet langer duurt dan 90 dagen na de aanvang van de in artikel 19 bedoelde termijn van 90 dagen, rekening houdend met de periodes van schorsing. De Minister kan afwijken van het definitief voorstel van de Raad op basis van sociale of budgettaire elementen of een combinatie van deze elementen binnen de grenzen van de in artikel 7 vermelde criteria.
----------
(1)<KB 2023-04-23/04, art. 11, 046; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
Art.19.De beslissing over de aanvraag tot opname op de lijst wordt door de Minister of de door hem gemachtigde ambtenaar genotificeerd aan de aanvrager [1 volgens de procedure die bekendgemaakt wordt door het RIZIV op het Internetadres http://www.riziv.fgov.be]1 binnen een termijn van 90 dagen te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag zoals meegedeeld door het secretariaat en rekening houdend met de periodes van schorsing. In geval van notificatie door de Minister wordt een afschrift bezorgd aan het secretariaat.
De notificatie bevat de beslissing omtrent de vergoedingsvoorwaarden [1 , het pseudo nomenclatuurnummer]1 en de vergoedingscategorie met de overeenstemmende vergoedingsbasis en in voorkomend geval de vermelding dat de lijst aangepast zal worden en dat deze aanpassing in werking zal treden op de eerste dag van de maand volgend op het verstrijken van een termijn van 10 dagen die ingaat na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
----------
(1)<KB 2023-04-23/04, art. 12, 046; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
Art.20.Bij ontstentenis van een gemotiveerd voorstel van de Raad binnen een termijn van 60 dagen na de aanvang van de in artikel 19 bedoelde termijn van 90 dagen, rekening houdend met de periodes van schorsing, brengt de gemachtigde ambtenaar de Minister hiervan onmiddellijk op de hoogte. De Minister neemt en notificeert een gemotiveerde beslissing omtrent de vergoedingsvoorwaarden [1 , het pseudonomenclatuurnummer]1 en vergoedingscategorie met overeenstemmende vergoedingsbasis binnen een termijn van 90 dagen na de aanvang van de in artikel 19 bedoelde termijn van 90 dagen, rekening houdend met de periodes van schorsing.
----------
(1)<KB 2023-04-23/04, art. 13, 046; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
Art.21.Wanneer de gemachtigde ambtenaar op de 91ste dag na de aanvang van de in artikel 19 bedoelde termijn van 90 dagen, rekening houdend met de periodes van schorsing, vaststelt dat de Minister geen beslissing heeft genomen, brengt deze de aanvrager hiervan onmiddellijk op de hoogte. Deze kennisgeving bevat het meest recente voorstel tot wijziging van de lijst vanwege de aanvrager.
Als meest recente voorstel tot wijziging van de lijst vanwege de aanvrager wordt beschouwd :
- het initiële voorstel betreffende de [1 vergoeding]1 van de aanvrager, indien er geen gemotiveerd voorlopig voorstel werd uitgebracht door de Raad;
- het gemotiveerd voorlopig voorstel van de Raad indien de aanvrager hiermee akkoord is gegaan;
- het voorstel betreffende de [1 vergoeding]1 dat de aanvrager heeft geformuleerd naar aanleiding van een reactie op het gemotiveerd voorlopig voorstel van de Raad in de andere gevallen.
----------
(1)<KB 2023-04-23/04, art. 14, 046; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
Afdeling 3. - Wijziging van de vergoedingsmodaliteiten van radiofarmaceutische producten
Art.22.Wijzigingen van de vergoedingsmodaliteiten van radiofarmaceutische producten kunnen bestaan in het wijzigen van de vergoedingsvoorwaarden en/of [1 het pseudonomenclatuurnummer en/of]1 de vergoedingscategorie met de overeenstemmende vergoedingsbasis.
Wijzigingen van de vergoedingsmodaliteiten kunnen gebeuren op vraag van de aanvrager, van de Minister of van de Raad.
De procedure verloopt steeds zoals aangegeven in artikel 15 tot en met artikel 21.
Indien de vraag afkomstig is van de Minister of van de Raad dan verloopt de procedure zoals voorzien is in de vorige afdeling, met dien verstande dat de in artikel 19 bedoelde termijn niet van toepassing is en dat de schorsingsmogelijkheid voor de aanvragers beperkt is tot een termijn van maximaal 90 dagen en er geen rekening wordt gehouden met opmerkingen of bezwaren die na het verstrijken van de termijn van 90 dagen toekomen. Indien de vraag afkomstig is van de Minister kan hij zelf een termijn bepalen.
----------
(1)<KB 2023-04-23/04, art. 15, 046; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
Art.23.Indien de aanvraag afkomstig is van de aanvrager moeten de volgende gegevens verstrekt worden :
1° de identificatie van het radiofarmaceutisch product :
- de volledige naam van het radiofarmaceutisch product,
- het voornaamste werkzaam bestanddeel en de dosering ervan,
- de galenische vorm,
- de primaire verpakking,
- het totaal volume in de verpakking,
- de toedieningsweg,
- de ATC-code,
- de identificatie van de aanvrager;
2° indien van toepassing :
- het CE - certificaat,
- de vergunning afgeleverd door het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle voor het invoeren, fabriceren, bereiden, te koop aanbieden of verkopen van radionucliden of bereidingen die er bevatten, [1 of voor het ter beschikking stellen van radioactieve producten voor in vivo gebruik in de geneeskunde of de diergeneeskunde;]1
- de vergunning afgeleverd door het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten voor het in de handel brengen, vergunning voor parallelinvoer van geneesmiddelen dan wel de vergunning afgeleverd door de Europese Commissie via het Europees Geneesmiddelen Agentschap (EMA);
[1 - de bereidingsvergunning bedoeld in artikel 12bis, § 1/1, tweede lid, van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen afgeleverd door het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten;]1
3° indien van toepassing :
- de tweetalig gedrukte tekst van de gebruiksaanwijzing,
- de tweetalig gedrukte tekst van de wetenschappelijke bijsluiter;
4° indien het een aanvraag tot wijziging van de vergoedingscategorie met overeenstemmende vergoedingsbasis betreft, indien van toepassing, de toegestane maximumverkoopprijs op het niveau van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie;
5° een voorstel betreffende terugbetaling omtrent :
- de vergoedingscategorie met de overeenstemmende vergoedingsbasis,
- de vergoedingsvoorwaarden;
6° [1 een verantwoording van het voorstel betreffende vergoeding vergezeld van de gepubliceerde en niet gepubliceerde klinische studies over de bestaande ervaring met het radiofarmaceutisch product en wetenschappelijke motiveringen, evenals de budgettaire weerslag.]1
----------
(1)<KB 2023-04-23/04, art. 16, 046; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
Afdeling 4. - Schrapping van radiofarmaceutische producten uit de lijst op vraag van de aanvrager
Art.24. De gemotiveerde aanvraag tot schrapping van een radiofarmaceutisch product uit de lijst vanwege de aanvrager wordt door hem gericht aan het secretariaat. De aanvrager wordt in kennis gesteld van de datum van ontvangst van de aanvraag.
Art.25. De aanvraag tot schrapping wordt overgemaakt aan de Raad. Zij treedt in werking één jaar na de ontvangst van de aanvraag.
HOOFDSTUK III. - Bijzondere bepalingen
Art.26. Een radiofarmaceutische product wordt vergoed indien het nominatief ingeschreven is in de lijst.
Art. 26/1.[1 § 1. Het persoonlijk aandeel wordt berekend uitgaande van de vergoedingsbasis zoals vermeld in de lijst.
De vermelde vergoedingsbasis stemt overeen met een forfaitair bedrag en dekt alle kosten van de aangewende radio-farmaceutische producten.
Uitgaande van de vermelde vergoedingsbasis bestaat het persoonlijk aandeel:
1° van de niet ter verpleging opgenomen rechthebbenden (*):
a) uit 0% van de vergoedingsbasis zoals vermeld in de lijst voor de radiofarmaceutische producten ingeschreven in hoofdstuk I;
b) uit 15 % van de vergoedingsbasis zoals vermeld in de lijst voor de radiofarmaceutische producten ingeschreven in hoofdstuk II met een maximum van 7,80 euro voor de rechthebbenden bedoeld in artikel 37, § 19 van de Wet die recht hebben op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming, en op 25% van de vergoedingsbasis met een maximum van 11,80 euro voor de overige rechthebbenden.
2° van de ter verpleging opgenomen rechthebbenden (**): uit een forfaitair bedrag van 0,62 euro per dag verpleging.
§ 2. De plafonds van het persoonlijk aandeel worden jaarlijks op 1 januari aangepast overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 8 december 1997 tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten voor de indexering van de prestaties in de regeling van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging.
Deze bedragen worden weergegeven met twee decimalen en afgerond naar de dichtstbijzijnde hogere of lagere eurocent. Als het resultaat precies de helft van een eenheid is, wordt het bedrag naar onder afgerond.
Aan de rechthebbende wordt enkel het persoonlijk aandeel ten laste gelegd.
De koppeling aan het gezondheidsindexcijfer zoals vermeld in het eerste lid wordt opgeschort voor het jaar 2021.
De koppeling aan het gezondheidsindexcijfer zoals vermeld in het eerste lid wordt opgeschort voor het jaar 2022.]1
[2 De koppeling aan het gezondheidsindexcijfer zoals vermeld in het vierde lid wordt opgeschort voor het jaar 2024.]2
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2023-04-23/04, art. 17, 046; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
(2)<KB 2024-03-11/17, art. 1, 051; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art.27.[1 De tegemoetkoming die door de verzekering aan de verplegingsinrichtingen verschuldigd is, wordt berekend uitgaande van de vergoedingsbasis zoals vermeld in de lijst.
De vermelde vergoedingsbasis stemt overeen met een forfaitair bedrag en dekt alle kosten van de aangewende radiofarmaceutische producten,
1° voor de niet ter verpleging opgenomen rechthebbenden:
a) 100% van de vergoedingsbasis zoals die is vermeld in de lijst voor de radiofarmaceutische producten ingeschreven in hoofdstuk I van de lijst;
b) de vergoedingsbasis zoals die is vermeld in de lijst voor de radiofarmaceutische producten ingeschreven in hoofdstuk II verminderd met het persoonlijk aandeel zoals vermeld in artikel 26/1, § 1, derde lid, 1°, b).
2° voor de ter verpleging opgenomen rechthebbenden:
a) 100% van de vergoedingsbasis zoals die is vermeld in de lijst voor de radiofarmaceutische producten ingeschreven in hoofdstuk I van de lijst;
b) de vergoedingsbasis zoals die is vermeld in de lijst voor de radiofarmaceutische producten ingeschreven in hoofdstuk II van de lijst verminderd met 0,37 euro per schijf van een hoeveelheid vastgesteld in de lijst.]1
----------
(1)<KB 2023-04-23/04, art. 18, 046; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
Art. 27/1. [1 Voor radiofarmaceutische producten ingeschreven in hoofdstuk II, § 10001 en § 10002 van de lijst wordt er een bijkomende forfaitaire verzekeringstegemoetkoming toegekend ten bedrage van 48,53 euro en 107,50 euro, geplafonneerd tot 3.400 onderzoeken per jaar per erkend PET toestel, verhoogd met 1.200 onderzoeken per jaar per bijkomend toegekend universitair toestel. Het bedrag van 48,53 euro is gekoppeld aan het spilindexcijfer 99,04 van december 2012 (basis 2013) en wordt aangepast overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2015-12-16/15, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
Art. 27/2. [1 De Dienst stelt de wijzigingen aan de lijst voor aan de Minister zonder tussenkomst van de Raad in geval van wijzigingen van de naam of technische correcties van vergissingen op het vlak van prijs, vergoedingsbasis en vergoedingsmodaliteiten, indien dergelijke vergissingen duidelijk blijken uit de stukken van het dossier of gesignaleerd worden door deskundigen of leden van de Raad.
In geval van reglementaire wijzigingen van een radiofarmaceutisch product, stelt de Dienst aan de Minister de wijzigingen van de lijst voor, na advies van de Raad, met het oog op het verhogen van de coherentie tussen de vergoedingsmodaliteiten van verschillende radiofarmaceutische producten of met het oog op administratieve vereenvoudigingen, en voor zover het wijzigingen betreft die geen invloed hebben op de doelgroep en de reeds vergoedbare indicaties.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2023-04-23/04, art. 19, 046; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
Art.28.Een gecoördineerde versie van deze lijst wordt [1 door het RIZIV bekendgemaakt op het Internetadres http://www.riziv.fgov.be.]1
----------
(1)<KB 2023-04-23/04, art. 20, 046; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
Art.29. De kennisgevingen die krachtens artikel 77quinquies van de Wet moeten worden overgemaakt, worden gericht aan het secretariaat.
Art.30.
<Opgeheven bij KB 2023-04-23/04, art. 21, 046; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
HOOFDSTUK IV. - Overgangsbepalingen
Art.31. De kandidaat-aanvragers die één of meerdere radiofarmaceutische producten aanbieden die reeds vergoedbaar zijn vóór de inwerkingtreding van dit besluit, moeten binnen een termijn van 30 dagen na inwerkingtreding van dit artikel, een gedagtekende en ondertekende verbintenis zoals bedoeld in artikel 12 richten aan het secretariaat. De verbintenis is vergezeld van een lijst met alle vergoedbare radiofarmaceutische producten waarvoor de aanvrager verantwoordelijk is met vermelding van de prijs buiten bedrijf evenals de vergoedingsvoorwaarden waaronder het product actueel ingeschreven is.
Op datum van inwerkingtreding van bijlage I van dit besluit worden de voordien geldende vergoedingsmodaliteiten van de radiofarmaceutische producten opgeheven.
Art.32. Alle aanvragen die vóór de inwerkingtreding van dit besluit ingediend zijn op het secretariaat van de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen die niet ontvankelijk zijn bevonden, worden door de Voorzitter van de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen op de dag van inwerkingtreding van dit besluit overgedragen aan het secretariaat.
Na ontvangst van deze aanvragen contacteert het secretariaat de betrokken aanvragers om na te gaan of deze een aanvraag tot opname op de lijst willen indienen overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.
Alle aanvragen die vóór de inwerkingtreding van dit besluit zijn ingediend op het secretariaat van de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen en reeds ontvankelijk bevonden, worden door de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen verder afgehandeld.
Art.33. De aanvragen die door de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen worden afgehandeld overeenkomstig de bepalingen van artikel 32, derde lid, volgen de procedure zoals die van toepassing was vóór de inwerkingtreding van dit besluit. De wijzigingen aan de lijst gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van farmaceutische specialiteiten die hieruit zouden voortvloeien, worden aangebracht in de lijst die op dat moment van toepassing is.
Art.34.Na de inwerkingtreding van dit besluit blijven alle machtigingen die toegestaan zijn door de adviserend [1 arts]1 vóór de eerste dag van de zevende maand volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad overeenkomstig de bepalingen van de lijst, gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van farmaceutische specialiteiten, geldig gedurende de looptijd van die machtigingen.
----------
(1)<KB 2023-04-23/04, art. 22, 046; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
HOOFDSTUK V. - Opheffingsbepalingen
Art.35. In artikel 1, 11° van het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van farmaceutische specialiteiten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 mei 2006 en 15 februari 2007 worden de woorden ", aangenomen radio-isotopen die vergoedbaar zijn onder bepaalde voorwaarden (hoofdstuk VI)" opgeheven.
Art.36. Artikel 91 van het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van farmaceutische specialiteiten wordt opgeheven.
Art.37. Hoofdstuk VI alsook de inschrijving van de radiofarmaceutische producten opgenomen in hoofdstuk IV van de lijst gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van farmaceutische specialiteiten die opgenomen zijn in bijlage I van dit besluit worden opgeheven.
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art.38. Artikel 31 van dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de bekendmaking van bijlage I in het Belgisch Staatsblad. Dit besluit treedt in werking uiterlijk op de eerste dag van de dertiende maand volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art.39. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N1.[1 Bijlage 1. - Lijst van de vergoedbare radiofarmaceutische producten]1
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 29-05-2015, p. 30324-30424)
GEWIJZIGD BIJ :
<MB 2015-08-19/01, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2015>
<MB 2015-10-16/04, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-11-2015>
<MB 2015-11-18/03, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 01-12-2015>
<MB 2015-12-16/04, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
<MB 2016-01-15/04, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 01-02-2016>
<MB 2016-02-11/04, art. 1, 009; Inwerkingtreding : 01-03-2016>
<MB 2016-06-15/01, art. 1, 010; Inwerkingtreding : 01-07-2016>
<MB 2016-07-11/04, art. 1, 011; Inwerkingtreding : 01-08-2016>
<MB 2016-10-13/04, art. 1, 012; Inwerkingtreding : 01-11-2016>
<MB 2016-11-16/02, art. 1, 013; Inwerkingtreding : 01-12-2016>
<MB 2017-01-17/03, art. 1, 014; Inwerkingtreding : 01-02-2017>
<MB 2017-05-15/02, art. 1, 015; Inwerkingtreding : 01-06-2017>
<MB 2017-08-22/04, art. 1, 016; Inwerkingtreding : 01-09-2017>
<MB 2017-09-15/03, art. 1, 017; Inwerkingtreding : 01-10-2017>
<MB 2018-04-16/01, art. 1, 018; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
<MB 2018-08-10/03, art. 1, 019; Inwerkingtreding : 01-09-2018>
<MB 2018-10-11/03, art. 1, 020; Inwerkingtreding : 01-11-2018>
<MB 2019-02-11/04, art. 1, 021; Inwerkingtreding : 01-03-2019>
<MB 2019-11-13/02, art. 1, 022; Inwerkingtreding : 01-12-2019>
<MB 2019-11-13/03, art. 1, 023; Inwerkingtreding : 01-12-2019>
<MB 2020-02-12/04, art. 1, 024; Inwerkingtreding : 01-03-2020>
<MB 2020-05-12/01, art. 1, 025; Inwerkingtreding : 01-06-2020>
<MB 2020-07-12/07, art. 1, 026; Inwerkingtreding : 01-08-2020>
<MB 2020-12-14/04, art. 1, 027; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
<MB 2021-02-15/01, art. 1, 028; Inwerkingtreding : 01-03-2021>
<MB 2021-05-17/05, art. 1, 029; Inwerkingtreding : 01-06-2021>
<MB 2021-06-16/05, art. 1, 030; Inwerkingtreding : 01-07-2021>
<MB 2021-08-19/04, art. 1, 032; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
<MB 2021-11-16/02, art. 1, 033; Inwerkingtreding : 01-12-2021>
<MB 2021-12-13/04, art. 1, 034; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
<MB 2022-01-17/01, art. 1, 036; Inwerkingtreding : 01-02-2022>
<MB 2022-04-14/01, art. 1, 037; Inwerkingtreding : 01-05-2022>
<MB 2022-07-13/01, art. 1, 038; Inwerkingtreding : 01-08-2022>
<MB 2022-07-13/04, art. 1, 039; Inwerkingtreding : 01-08-2022>
<MB 2022-08-16/02, art. 1, 040; Inwerkingtreding : 01-09-2022>
<MB 2022-09-12/06, art. 1, 041; Inwerkingtreding : 01-10-2022>
<MB 2023-04-13/01, art. 1, 043; Inwerkingtreding : 01-05-2023>
<MB 2023-05-12/02, art. 1, 044; Inwerkingtreding : 01-06-2023>
<MB 2023-06-14/01, art. 1, 045; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
<MB 2023-10-12/08, art. 1, 047; Inwerkingtreding : 01-11-2023>
<MB 2023-11-16/03, art. 1, 048; Inwerkingtreding : 01-12-2023>
<MB 2024-01-16/05, art. 1, 049; Inwerkingtreding : 01-02-2024>
<MB 2024-02-12/04, art. 1, 050; Inwerkingtreding : 01-03-2024>
<MB 2024-03-11/11, art. 1, 052; Inwerkingtreding : 01-04-2024>
<MB 2024-07-17/04, art. 1, 054; Inwerkingtreding : 01-08-2024>
----------
(1)<Ingevoegd bij KB 2015-05-26/02, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2015>
Art. N2. Bijlage II : Model van de in dit besluit bedoelde verbintenis
Verbintenis
De ondergetekende (n) (naam en voornaam)
. . . . .
. . . . .
. . . . .
die handel (t) (en) in naam van de onderneming (rechtsvorm - naam - adres)
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
welke hij/zij vertegenwoordig (t) (en) In de hoedanigheid van
. . . . .
. . . . .
verkla(a)r(t) (en) dat hij/zij kennis heeft (hebben) genomen van de inhoud van het koninklijk besluit van 22 mei 2014 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tegemoetkomt in de kosten van de als therapeutisch aangewende of als diagnostisch aangewende radiofarmaceutische producten; voor zover het niet gaat om [1 ...]1 radioactieve medische hulpmiddelen voor in- vitro diagnostiek, zoals gedefinieerd in het koninklijk besluit van 14 november 2001 betreffende medische hulpmiddelen voor in - vitro diagnostiek. Hij/zij verbind (t) (en) zich ertoe de verplichtingen opgelegd in dit koninklijk besluit na te leven.
Desgevallend verbindt de ondergetekende er zich eveneens toe, voor de radiofarmaceutische producten ingeschreven in de lijst, iedere door de FOD Economie toegekende prijsverhoging mee te delen binnen de 10 dagen na de toepassing ervan, zolang het product vergoedbaar is.
De ondergetekende(n) staa(t) (en) garant dat alle gegevens zoals ze worden meegedeeld In de aanvragen tot opname op en wijziging van de lijst en in het kader van herzieningen juist en volledig zijn. Hij/zij verbind(t) (en) zich ertoe elke wijziging aan één van de elementen van de aanvraag tot vergoedbaarheid onmiddellijk mee te delen aan het secretariaat van de Technische Raad van Radio-isotopen.
Deze verbintenis is geldig gedurende een periode van één jaar, te rekenen vanaf de datum van ondertekening ervan. Indien het secretariaat op het ogenblik van het verstrijken van de verbintenis geen reactie heeft ontvangen, wordt de verbintenis geacht stilzwijgend te zijn verlengd voor een periode van één jaar en wordt de aanvrager geacht verantwoordelijk te zijn voor de radiofarmaceutische producten opgenomen op die lijst.
De ondergetekende (n) erkent (erkennen) de verantwoordelijkheid voor de radiofarmaceutische producten die opgenomen zijn de op lijst, gevoegd bij deze verbintenis.
Datum, naam en handtekening (voorafgegaan van de handgeschreven woorden : "Gelezen en goedgekeurd")
----------
(1)<KB 2023-04-23/04, art. 23, 046; Inwerkingtreding : 01-09-2023>