21 MAART 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de voorlopige regels die als beheerscontract van Infrabel en Nieuwe NMBS gelden
Art. 1-7
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. In het opschrift van het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de voorlopige regels die als beheerscontract van Infrabel en Nieuwe NMBS gelden worden de woorden "Nieuwe NMBS" vervangen door het woord "NMBS".
Art.2. In artikel 1, artikel 2, lid 2 en artikel 3 van hetzelfde besluit worden de woorden "Nieuwe NMBS" vervangen door het woord "NMBS".
Art.3. Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
" § 1. De exploitatie- en investeringstoelagen waarop Infrabel en de NMBS voor de jaren 2014 en 2015 ten laste van de Belgische Staat recht hebben zijn deze bedoeld in bijlage 1 bij dit besluit.
§ 2. Zonder afbreuk te doen aan wat in artikel 4/1 is bepaald, worden de exploitatie- en investeringstoelagen bedoeld in paragraaf 1, betaald en, voor het jaar 2015, geïndexeerd in overeenstemming met de voorwaarden en modaliteiten die op de overeenkomstige toelagencategorie van toepassing zijn op grond van de beheerscontracten bedoeld in de artikelen 2 en 3.
§ 3. De voorschotten op de exploitatie- en investeringstoelagen die voor 2014 in voorkomend geval aan Infrabel, respectievelijk de NMBS werden betaald, worden verrekend met de toelagen bedoeld in paragraaf 1.
Art.4. In hetzelfde besluit wordt een artikel 4/1 ingevoegd, luidende:
" § 1. In afwijking van artikel 73 van het beheerscontract tussen de Belgische Staat en de NMBS bedoeld in artikel 3, bestaat de jaarlijkse exploitatiedotatie van de NMBS vanaf het jaar 2014 uit een vast en een variabel gedeelte.
De jaarlijkse variabele exploitatietoelage wordt bepaald op basis van het werkelijke volume van het binnenlandse reizigersvervoer voor het betrokken jaar, en wordt volgens volgende formule berekend: 0,02455 euro vermenigvuldigd met het aantal werkelijke binnenlandse reizigerskilometers gerealiseerd door de NMBS gedurende het betreffende jaar.
Onder "binnenlandse reizigerskilometer" wordt begrepen elk binnenlands vervoer van een reiziger over een afstand van één kilometer met treinen van de gewone dienst, met inbegrip van het aandoen van binnenlandse bestemmingen door hogesnelheidstreinen, alsook van het grensoverschrijdende vervoer met treinen van de gewone dienst voor het deel van het nationale traject dat geen deel uitmaakt van het binnenlands vervoer, tot de stations gelegen op de naburige netwerken bepaald in het artikel 24 van het beheerscontract tussen de Belgische Staat en de NMBS bedoeld in artikel 3.
§ 2. De variabele exploitatietoelage bedoeld in paragraaf 1 wordt provisoir geraamd op 244.788.050 euro voor 2014 en op 249.521.132 euro voor 2015, zoals in bijlage 1 aangegeven.
De geraamde variabele exploitatietoelage wordt tijdens het betrokken jaar gestort overeenkomstig de kalender bepaald in artikel 81 van het beheerscontract tussen de Belgische Staat en de NMBS bedoeld in artikel 3.
Na afloop van elk jaar, wordt de definitieve variabele exploitatievergoeding berekend, zoals bepaald in paragraaf 1, tweede lid.
Met het oog op deze eindafrekening, maakt de NMBS vóór 31 maart van elk jaar (en voor het eerst op 31 maart 2015) een gedetailleerd en door het college van commissarissen, en in het bijzonder door de vertegenwoordigers van het Rekenhof, geauditeerd rapport over aan de Minister van Overheidsbedrijven en aan de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.
Het positieve of negatieve saldo wordt verrekend uiterlijk op het ogenblik van de storting van de eerste schijf van de exploitatietoelage van het daaropvolgende jaar.
§ 3. De vergoeding van 0,02455 euro per binnenlandse reizigerskilometer, bedoeld in paragraaf 1, is gekoppeld aan de muntwaarde van januari 2014 en wordt jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig de indexeringsformule bepaald in artikel 81 van het beheerscontract tussen de NMBS en de Belgische Staat, bedoeld in artikel 3, lid 1.
Art.5. Bijlage 1 bij hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage 1 bij dit besluit.
Art.6. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art.7. De minister bevoegd voor Overheidsbedrijven is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N. Bijlage
(Tabel niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 27-05-2014, p. 41320-41321)