28 MAART 2014. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 december 2013 tot bepaling van de indienings-, opvolgings- en evaluatievoorwaarden en tot bepaling van de toekennings-, aanwendings- en controlevoorwaarden van de financiële toelage van de strategische veiligheids- en preventieplannen 2014-2017
Art. 1-7
Artikel 1. In artikel 1, 10°, van het ministerieel besluit van 24 december 2013 tot bepaling van de indienings-, opvolgings- en evaluatievoorwaarden en tot bepaling van de toekennings-, aanwendings- en controlevoorwaarden van de financiële toelage van de strategische veiligheids- en preventieplannen 2014-2017, worden de woorden "onder andere" ingevoegd tussen de woorden "Het betreft" en de woorden "de inbreuken".
Art.2. § 1. In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de woorden "Sociale overlast, zoals" ingevoegd voor de woorden "de inbreuken op de burgerlijke wellevendheid voorzien door de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;";
§ 2. Het artikel 7 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende : "De projecten gevoerd in het kader van de strategische veiligheids- en preventieplannen 2012-2013 en die niet meer in aanmerking komen tijdens de cyclus 2014-2017 van de strategische veiligheids- en preventieplannen, kunnen nog gefinancierd worden tot 1 januari 2015".
Art.3. In artikel 37 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 2 wordt de eerste zin aangevuld met de woorden "van telkens 40 % van het bedrag van de jaarlijkse toelage";
2° in paragraaf 3 wordt het woord "vierjarenafrekening" vervangen door de woorden "jaarlijkse afrekening".
Art.4. In artikel 45, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden "het restsaldo dat gestort moet worden of" opgeheven.
Art.5. Het artikel 49 van hetzelfde besluit wordt als volgt vervangen :
§ 1. De onverschuldigde bedragen, die na grondige controle van de uitgaven worden vastgesteld, worden jaarlijks teruggevorderd via een invorderingsprocedure.
§ 2. Bovendien kunnen de onverschuldigde bedragen die in het kader van de resultaatsverbintenis vastgesteld worden, teruggevorderd worden.
De terugvordering van de verschuldigde bedragen :
Wordt ingezet op het einde van de overeenkomst;
Gebeurt op verzoek van de Minister of zijn afgevaardigde in het kader van de uitvoering van § 2.
Art.6. In bijlage 1 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het hoofdstuk "werkingskosten", 2. Reiskosten, 2.2.1.4. andere, wordt de zin "- over het principe van een maximum jaarlijks forfaitair bedrag van 1.000 €" opgeheven;
2° wordt volgende tabel opgeheven :
(Tabel niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 18-04-2014, p. 33734)
Art. 7. Dit ministerieel besluit treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.