28 NOVEMBER 2013. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 2 februari 2012 betreffende het binnenlands vervoer van gevaarlijke goederen over de waterweg
Art. 1-4
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 2 februari 2012 betreffende het binnenlands vervoer van gevaarlijke goederen over de waterweg worden de woorden "Bij dit besluit wordt Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2010/61/EU van de Commissie van 2 september 2010 tot eerste aanpassing van de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang, omgezet" vervangen door de woorden "Bij dit besluit wordt Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land, gewijzigd bij Richtlijn 2010/61/EU van de Commissie van 2 september 2010 en bij Richtlijn 2012/45/EU van de Commissie van 3 december 2012, gedeeltelijk omgezet".
Art.2. In hetzelfde besluit wordt bijlage 1 vervangen door de bijlage bij dit besluit.
Art.3. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art.4. De Minister van Leefmilieu en de Minister die bevoegd is voor de waterwegen zijn, elk wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N.
Hoeveelheid m3 | Officiële vervoersnaam | Identificatienummer van de stof | Gevaar* | Verpakkingsgroep |
............. .......................... | .............................................................. ............................... | ........................ ........................ ........................ | ....................... ....................... ....................... | .................. .................. .................. |
Officiële vervoersnaam | Identificatienummer van de stof | Gevaar* | Verpakkingsgroep |
............................................... ............................................... ............................................... | ........................ ........................ ....................... | ............................ ............................ ........................... | ................. ................. ................. |
Officiële vervoersnaam** | Ladings-tank Nr. | <td colspan="6" valign="top">Overeengekomen laad-/lossnelheid ||||||
begin | midden | einde | |||||
debiet m3/u | hoeveelheid m3 | debiet m3/u | Hoeveel-heid m3 | debiet m3/u | hoeveelheid m3 | ||
.............................. | ............ | ....... | ......... | ....... | ......... | ....... | .......... |
.............................. | ............ | ....... | ......... | ....... | ......... | ....... | .......... |
.............................. | ............ | ....... | ......... | ....... | ......... | ....... | .......... |
schip | 3 Laad- en losplaats | |
1. Is het schip tot het vervoer van de te beladen stof toegelaten ? | O */ | O */ |
2. (gereserveerd). | ||
3. Is het schip, de plaatselijke omstandigheden in aanmerking nemend, goed gemeerd ? | O | - |
4. Zijn zowel in de omgeving van het voor-als het achterschip geschikte middelen aanwezig om het schip te betreden of te verlaten in spoedige gevallen ? | O | O |
5. Is een doeltreffende verlichting van de laad- en losplaats en de vluchtwegen gewaarborgd ? | O | O |
6. Schip-wal verbinding 6.1 Zijn de laad- en losleidingen tussen schip en wal in goede conditie ? Zijn zij op de juiste wijze aangesloten ? 6.2 Zijn alle aansluitflenzen voorzien van de juiste pakkingen ? 6.3 Zijn alle flensbouten aangebracht en aangedraaid ? 6.4 Zijn de laadarmen in alle werkrichtingen vrij beweegbaar en hebben zij en de slangen voldoende speelruimte ? | - - - O - | O O O O O |
7. Zijn alle niet gebruikte aansluitingen van de laad- en losleidingen en van de gasverzamelleiding deugdelijk afgeblind ? | O | O |
8. Zijn onder de gebruikte aansluitingen geschikte voorzieningen aangebracht om gelekte vloeistoffen op te vangen ? | O | O |
9. Zijn de wegneembare delen tussen ballast- en lensleidingen enerzijds en laad- en losleidingen anderzijds verwijderd ? | O | - |
10. Is voor de gehele duur van de overslag een voortdurend en doelmatig toezicht verzekerd ? | O | O |
11. Is de communicatie tussen schip en wal verzekerd ? | O | O |
12.1 Is de gasverzamelleiding van het schip tijdens de belading aan de gasterugvoerleiding aan de wal, indien vereist resp. aanwezig, aangesloten ? 12.2 Is door de walinstallatie gewaarborgd dat de druk aan het walaansluitpunt de openingsdruk van het snelafblaasventiel niet te boven gaat ? 12.3 Is, indien volgens hoofdstuk 3.2. van het ADN, tabel C, kolom (17) explosiebescherming is vereist, door de walinstallatie gewaarborgd dat in haar gasterugvoer- of gaspendelleiding een vlamkerende inrichting aanwezig is, die het schip tegen een detonatie een vlamdoorslag vanuit de wal beschermd ? | O - - | O O */ O |
13. Zijn de maatregelen m.b.t. "noodstop" en "alarm" bekend ? | O | O |
schip | 4 Laad- of losplaats | |
14. Controle van de belangrijkste bedrijfsvoorschriften : - Zijn de voorgeschreven brandblusinrichtingen en apparaten bedrijfsgereed ? - Zijn alle kleppen en afsluiters gecontroleerd op hun juiste stand ? - Is een algeheel rookverbod afgekondigd ? - Zijn de verwarmings-, kook- en koelapparaten met open vlam buiten werking ? - Zijn de vloeibaargasinstallaties door middel van de hoofdkraan afgesloten ? - Staan de radarinstallaties niet onder spanning ? - Zijn alle rood gemerkte elektrische installaties uitgeschakeld ? - Zijn alle ramen en deuren gesloten ? | O O O O O O O O | O O O - - - - - |
15.1 Is de uitgangsdruk van de lospomp aan boord op de toelaatbare werkdruk van de walinstallatie afgestemd ?15.2 Is de uitgangsdruk van de ladingpomp aan de wal op de toelaatbare werkdruk van de installatie aan boord van het schip afgestemd ? | O - | - O |
16. Is de niveaualarminrichting bedrijfsgereed ? | O | - |
17. Is het volgende systeem aangesloten, bedrijfsgereed en beproefd ? - Overvulbeveiliging (alleen tijdens het laden van het schip) - Uitschakelen van de pomp aan boord door de walinstallatie (alleen tijdens het lossen van het schip) | O O | O O |
18. Slechts invullen bij het laden- of lossen van stoffen waarvoor een gesloten of een met vlamkerende inrichtingen beveiligd schip is voorgeschreven : Zijn de tankdeksels, controle-, peil- en monstername-openingen van de ladingtanks gesloten of eventueel door middel van in goede staat verkerende inrichtingen beveiligd ? | O | - |
Gecontroleerd, ingevuld en ondertekend Voor het schip : voor de overslaginstallatie .......................................................................................... (naam in hoofdletters) (naam in hoofdletters) .......................................................................................... (ondertekening) (ondertekening) |