11 JULI 2013. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 juni 1999 houdende de algemene regeling van de provinciale boekhouding
Art. 1-10
Artikel 1. Artikel 12 van het koninklijk besluit van 2 juni 1999 houdende de algemene regeling van de provinciale boekhouding wordt vervangen als volgt :
"Het provinciecollege stelt het begrotingsontwerp op, na het financiële advies te hebben ingewonnen van de financieel directeur. Dit advies wordt geacht gunstig te zijn na het verstrijken van een termijn van tien kalenderdagen die begint te lopen vanaf de dag van ontvangst van het dossier dat het ontwerp en de eventuele verklarende bijlagen inhoudt. De termijn van tien dagen kan bij beslissing van de auteur van de betrokken akte verlengd worden met tien dagen indien hij daartoe een gemotiveerd verzoek indient.
De financieel directeur kan door het provinciecollege gehoord worden op alle vragen die een financiële of budgettaire weerslag hebben."
Art.2. Artikel 48 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.3. Artikel 59 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
De facturen en andere uitgavedocumenten worden aan de financieel directeur overgemaakt samen met alle bewijsstukken opdat hij zou overgaan tot de aanrekening op de budgettaire en algemene rekeningen. Door de aanrekening op de algemene rekeningen worden de kosten en de balanswijzigingen, die daaraan verbonden zijn, geregistreerd en wordt de inschrijving bedoeld bij artikel 58 indien nodig tegengeboekt. Door de aanrekening wordt het werkelijk verschuldigd bedrag op de begrotingsrekeningen en in het grootboek van de vastleggingen geboekt en indien nodig wordt de vastlegging aangepast."
Art.4. Artikel 62 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
"In geval van ongunstig advies van de financieel directeur zoals bedoeld in artikel L2212-65 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, kan het College beslissen dat de uitgave aangerekend en uitgevoerd moet worden onder zijn verantwoordelijkheid. De gemotiveerde beraadslaging van het college wordt bij het betalingsbevel gevoegd en de Raad wordt daarover onmiddellijk ingelicht. Het College kan ook beslissen om zijn beslissing op de eerstvolgende vergadering ter bekrachtiging aan de Raad voor te leggen."
Art.5. Artikel 78 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
"Ten einde de juistheid van de rekeningen te behouden in geval van elk tekort te wijten aan diefstal of verlies, zal een vordering ten beloop van hetzelfde bedrag worden geboekt ten laste van de financieel directeur. Zodra de definitieve beslissing hieromtrent genotificeerd is, boekt de financieel directeur in voorkomend geval het bedrag waarvoor hij ontlasting bekwam als correctie.
Art.6. In de artikelen 1, 2, 4, 7, 18, 32, 33, 34, 35, 43, 44, 47, 49, 50, 51, 52, 58, 67, 68, 72, 73, 74, 75, 76, 77, 79, 80, 81, 82, 83, 86, 89 en 91 van hetzelfde besluit, alsook in de opschriften van hoofdstuk V en van afdeling 1 van hoofdstuk V worden de woorden "provincieontvanger" vervangen door de woorden "financieel directeur".
Art.7. In artikel 81 van hetzelfde besluit worden de woorden "de twee ontvangers" vervangen door de woorden "de twee financieel directeurs".
Art.8. In artikel 83 van hetzelfde besluit worden de woorden "uittredende provincieontvanger" vervangen door de woorden "uittredende financieel directeur".
Art.9. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op de datum waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 10. De Minister van de Plaatselijke besturen en de Stad is belast met de uitvoering van dit besluit.