Details





Titel:

2 JUNI 1999. - Koninklijk besluit houdende de algemene regeling van de provinciale boekhouding. (NOTA : Opgeheven voor de Vlaamse Gemeenschap met ingang op een onbepaalde datum door <DVR2005-12-09/35, art. 262; Inwerkingtreding : onbepaald ; vastgesteld op 01-01-2014 bij BVR2010-06-25/21, art. 205, 12°, behalve wat betreft artikel 82 tot en met 84 van de algemene regeling van de provinciale boekhouding.; vastgesteld op 01-12-2012, wat betreft artikel 82 tot en met 84, bij BVR2012-09-07/16, art. 1, 9°>) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 18-06-1999 en tekstbijwerking tot 07-02-2022)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen.
Art. 1
Art. 1 WAALS GEWEST
Art. 1 Vlaams Gewest
Art. 2
Art. 2 WAALS GEWEST
Art. 3
Art. 3 WAALS GEWEST
Art. 3 Vlaams Gewest
Art. 4
Art. 4 WAALS GEWEST
Art. 4 Vlaams Gewest
HOOFDSTUK 2. - De begroting.
Art. 5-7
Art. 7 WAALS GEWEST
Art. 8
Art. 8 WAALS GEWEST
Art. 9-11
Art. 11 WAALS GEWEST
Art. 12
Art. 12 WAALS GEWEST
Art. 12 Vlaams Gewest
Art. 13
Art. 13 WAALS GEWEST
Art. 14
Art. 14 WAALS GEWEST
Art. 15
Art. 15 WAALS GEWEST
Art. 15 Vlaams Gewest
HOOFDSTUK 3. - Het financiële beheer.
Afdeling 1. - De balans.
Art. 16-18
Art. 18 WAALS GEWEST
Art. 19-22
Afdeling 2. - Leningen.
Art. 23
Art. 23 Vlaams Gewest
Art. 23/1 WAALS GEWEST
Art. 24
Art. 24 WAALS GEWEST
Art. 24 Vlaams Gewest
Art. 25
Art. 25 WAALS GEWEST
Art. 25 Vlaams Gewest
Art. 26-28
Art. 28 WAALS GEWEST
Afdeling 3. - Thesaurie en beleggingen.
Art. 29
Art. 29 WAALS GEWEST
Art. 30-31
Art. 31 WAALS GEWEST
Art. 32
Art. 32 WAALS GEWEST
Art. 33
Art. 33 WAALS GEWEST
Art. 34
Art. 34 WAALS GEWEST
Art. 34 Vlaams Gewest
HOOFDSTUK 4. - De boekhouding.
Afdeling 1. - Algemene bepalingen.
Art. 35
Art. 35 WAALS GEWEST
Art. 35 Vlaams Gewest
Art. 36
Art. 36 WAALS GEWEST
Art. 37-42
Afdeling 2. - De ontvangsten en de opbrengsten.
Onderafdeling 1. - De invorderingsrechten.
Art. 43
Art. 43 WAALS GEWEST
Art. 43 Vlaams Gewest
Art. 44
Art. 44 WAALS GEWEST
Art. 44 Vlaams Gewest
Art. 45-47
Art. 47 WAALS GEWEST
Art. 48
Art. 48 WAALS GEWEST
Art. 48 Vlaams Gewest
Onderafdeling 2. - De ontvangsten.
Art. 49
Art. 49 WAALS GEWEST
Art. 49 Vlaams Gewest
Art. 50
Art. 50 WAALS GEWEST
Art. 51
Art. 51 WAALS GEWEST
Afdeling 3. - De uitgaven en de kosten.
Onderafdeling 1. - Voorafgaande bepaling.
Art. 52
Art. 52 WAALS GEWEST
Art. 52 Vlaams Gewest
Art. 52bis
Onderafdeling 2. - De vastlegging en de aanrekening van de uitgaven en de kosten.
Art. 53
Art. 53 WAALS GEWEST
Art. 53 Vlaams Gewest
Art. 54
Art. 54 WAALS GEWEST
Art. 54 Vlaams Gewest
Art. 55-57
Art. 57 WAALS GEWEST
Art. 57 Vlaams Gewest
Art. 58
Art. 58 WAALS GEWEST
Art. 59
Art. 59 WAALS GEWEST
Art. 59 Vlaams Gewest
Onderafdeling 3. - Het opmaken van bevelschriften tot betaling.
Art. 60
Art. 60 WAALS GEWEST
Art. 60 Vlaams Gewest
Art. 61
Art. 61 Vlaams Gewest
Onderafdeling 4. - De betaling van de uitgaven.
Art. 62
Art. 62 WAALS GEWEST
Art. 62 Vlaams Gewest
Art. 63-65
Art. 65 Vlaams Gewest
Afdeling 4. - De jaarrekeningen.
Onderafdeling 1. - Afsluiting van de rekeningen.
Art. 66-67
Art. 67 WAALS GEWEST
Onderafdeling 2. - De vaststelling van de jaarrekeningen.
Art. 68
Art. 68 WAALS GEWEST
Art. 69-72
Art. 72 WAALS GEWEST
Art. 73
Art. 73 WAALS GEWEST
Art. 74
Art. 74 WAALS GEWEST
Art. 75
Art. 75 WAALS GEWEST
HOOFDSTUK 5. - De provincieontvanger en de bijzondere ontvangers.
HOOFDSTUK 5. WAALS GEWEST. - De [1 financieel directeur]1 en de bijzondere ontvangers.
Afdeling 1. - Verbintenissen en verantwoordelijkheid van de provincieontvanger.
Afdeling 1. WAALS GEWEST. - Verbintenissen en verantwoordelijkheid van de [1 financieel directeur]1.
Art. 76
Art. 76 WAALS GEWEST
Art. 76 Vlaams Gewest
Art. 77
Art. 77 WAALS GEWEST
Art. 77 Vlaams Gewest
Art. 78
Art. 78 WAALS GEWEST
Art. 79
Art. 79 WAALS GEWEST
Afdeling 2. - De jaarlijkse overlegging van de rekeningen.
Art. 80
Art. 80 WAALS GEWEST
Afdeling 3. - De eindrekening.
Art. 81
Art. 81 WAALS GEWEST
Art. 82
Art. 82 WAALS GEWEST
Art. 83
Art. 83 WAALS GEWEST
Art. 83 Vlaams Gewest
Art. 84
Afdeling 4. - De bijzondere ontvanger.
Art. 85
Art. 85 WAALS GEWEST
Art. 85 Vlaams Gewest
HOOFDSTUK 6. - Buitengewone rekenplichtigen voor geldvoorschotten.
Art. 86
Art. 86 WAALS GEWEST
Art. 86 Vlaams Gewest
Art. 87
Art. 87 WAALS GEWEST
Art. 87 Vlaams Gewest
HOOFDSTUK 7. - Kredietopeningen.
Art. 88
Art. 88 WAALS GEWEST
Art. 88 Vlaams Gewest
Art. 89
Art. 89 WAALS GEWEST
Art. 89 Vlaams Gewest
Art. 90
Art. 90 WAALS GEWEST
Art. 90 Vlaams Gewest
HOOFDSTUK 8. - Algemene bepalingen.
Art. 91
Art. 91 WAALS GEWEST
Art. 92
Art. 92 WAALS GEWEST
Art. 92/1 WAALS GEWEST
Art. 93-95



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1868121001  1977122227 





Artikels:

[Opgeheven] <BWG 2013-07-11/35, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>     Art. 48_VLAAMS_GEWEST.    (opgeheven door de Vlaamse Overheid) <BVR 2006-11-24/30, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2006>     Onderafdeling 2. - De ontvangsten.  Art. 49.§ 1. De ontvangsten geïnd door de bijzondere ontvangers worden om de veertien dagen of onmiddellijk wanneer het beschikbaar saldo het bedrag van 2.000.000 BEF. bedraagt op de financiële rekening die beheerd wordt door de provincieontvanger, gestort.  De laatste storting van het jaar wordt uiterlijk op 24 december uitgevoerd.  Bij elke storting bezorgt de bijzondere ontvanger een borderel van storting aan de provincieontvanger.  Uit de borderellen van stortingen moet de begrotingsbestemming van de ontvangsten opgemaakt kunnen worden.  § 2. De rekening van de bijzondere ontvanger wordt op 31 december van ieder jaar afgesloten en vóór 1 maart daaropvolgend voorgelegd aan de provincieontvanger voor nazicht en controle, aan de bestendige deputatie voor goedkeuring en overgemaakt aan het Rekenhof vóór de daaropvolgende 1 juli.  In uitzonderlijke gevallen zoals ontslag, overlijden, deficit van de bijzondere ontvanger, wordt onmiddellijk een eindrekening over het beheer opgemaakt en aan de bestendige deputatie, de provincieontvanger en het Rekenhof overgemaakt.  Wordt een deficit in het beheer van een bijzondere ontvanger gevonden, dan maakt de provincieontvanger hiervan onmiddellijk proces-verbaal op.  Een afschrift van het proces-verbaal waarin het tekort wordt vastgesteld, wordt aan de bestendige deputatie gezonden.  § 3. De rekening van de bijzondere ontvanger omvat :  1° per begrotingsjaar en per begrotingsartikel :  - de kasvoorraad bij de aanvang van het beheer;  - het totaal van de vastgestelde rechten;  - het totaal geïnde bedrag op 31 december;  - het totaal van de door de bestendige deputatie als oninbaar en door de provincieraad als niet meer te innen verklaarde vastgestelde rechten;  - het totaal van de nog te innen vastgestelde rechten;  - het totaal van de stortingen op de financiële rekening van de provincieontvanger;  - de kasvoorraad bij het einde van het beheer;  2° de totalisatie voor elk van de voormelde rubrieken;  3° als bijlage :  - een verzameling van de kasverordeningen;  - alle dagafschriften;  - een kopie van het register van de vastgestelde rechten;  - de deputatie- en provincieraadsbesluiten van de als oninbaar of als niet meer te innen verklaarde vastgestelde rechten;  - een exemplaar van de proces-verbalen van kasnazicht van elk kwartaal.  Art. 49_WAALS_GEWEST.   § 1. De ontvangsten geïnd door de bijzondere ontvangers worden om de veertien dagen of onmiddellijk wanneer het beschikbaar saldo het bedrag van [3 50.000 euro]3. bedraagt op de financiële rekening die beheerd wordt door de [2 financieel directeur]2, gestort.  De laatste storting van het jaar wordt uiterlijk op 24 december uitgevoerd.  Bij elke storting bezorgt de bijzondere ontvanger een borderel van storting aan de [2 financieel directeur]2.  Uit de borderellen van stortingen moet de begrotingsbestemming van de ontvangsten opgemaakt kunnen worden.  § 2. De rekening van de bijzondere ontvanger wordt op 31 december van ieder jaar afgesloten en vóór [3 1 februari]3 daaropvolgend voorgelegd aan de [2 financieel directeur]2 voor nazicht en controle, aan [1 het provinciecollege]1 voor goedkeuring en overgemaakt aan het Rekenhof vóór de daaropvolgende [3 31 mei]3.  In uitzonderlijke gevallen zoals ontslag, overlijden, deficit van de bijzondere ontvanger, wordt onmiddellijk een eindrekening over het beheer opgemaakt en aan [1 het provinciecollege]1, de [2 financieel directeur]2 en het Rekenhof overgemaakt.  Wordt een deficit in het beheer van een bijzondere ontvanger gevonden, dan maakt de [2 financieel directeur]2 hiervan onmiddellijk proces-verbaal op.  Een afschrift van het proces-verbaal waarin het tekort wordt vastgesteld, wordt aan [1 het provinciecollege]1 gezonden.  § 3. De rekening van de bijzondere ontvanger omvat :  1° per begrotingsjaar en per begrotingsartikel :  - de kasvoorraad bij de aanvang van het beheer;  - het totaal van de vastgestelde rechten;  - het totaal geïnde bedrag op 31 december;  - het totaal van de door [1 het provinciecollege]1 als oninbaar en door de provincieraad als niet meer te innen verklaarde vastgestelde rechten;  - het totaal van de nog te innen vastgestelde rechten;  - het totaal van de stortingen op de financiële rekening van de [2 financieel directeur]2;  - de kasvoorraad bij het einde van het beheer;  2° de totalisatie voor elk van de voormelde rubrieken;  3° als bijlage :  - een verzameling van de kasverordeningen;  - alle dagafschriften;  - een kopie van het register van de vastgestelde rechten;  - de deputatie- en provincieraadsbesluiten van de als oninbaar of als niet meer te innen verklaarde vastgestelde rechten;  - een exemplaar van de proces-verbalen van kasnazicht van elk kwartaal.  ----------  (1)<BWG 2012-11-15/03, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2013>   (2)<BWG 2013-07-11/35, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>   (3)<BWG 2022-01-27/08, art. 13, 008; Inwerkingtreding : 01-10-2021>   Art. 49_VLAAMS_GEWEST.    (opgeheven door de Vlaamse Overheid) <BVR 2006-11-24/30, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>     Art. 50. Als een schuldenaar niet betaalt binnen de toegestane termijnen en als er geen titel tot dadelijke uitwinning is, brengt de provincieontvanger of de bijzondere ontvanger de bestendige deputatie daarvan schriftelijk op de hoogte met het oog op de eventuele toepassing van artikel 74 van de provinciewet.  De provincieontvanger brengt de bestendige deputatie regelmatig schriftelijk op de hoogte van de ingestelde dwanginvorderingen inzake belastingen.  Art. 50_WAALS_GEWEST.   Als een schuldenaar niet betaalt binnen de toegestane termijnen en als er geen titel tot dadelijke uitwinning is, brengt de [2 financieel directeur]2 of de bijzondere ontvanger [1 het provinciecollege]1 daarvan schriftelijk op de hoogte met het oog op de eventuele toepassing van [3 artikel L2224-4 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en decentralisatie]3.  De [2 financieel directeur]2 brengt [1 het provinciecollege]1 regelmatig schriftelijk op de hoogte van de ingestelde dwanginvorderingen inzake belastingen.  ----------  (1)<BWG 2012-11-15/03, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2013>   (2)<BWG 2013-07-11/35, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>   (3)<BWG 2022-01-27/08, art. 14, 008; Inwerkingtreding : 01-10-2021>   Art. 51. De provincieontvanger boekt de geïnde vastgestelde rechten  Hij boekt tevens de onrechtmatig geïnde bedragen.  Art. 51_WAALS_GEWEST.    De [1 financieel directeur]1 boekt de geïnde vastgestelde rechten  Hij boekt tevens de onrechtmatig geïnde bedragen.  ----------  (1)<BWG 2013-07-11/35, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>      Afdeling 3. - De uitgaven en de kosten.  Onderafdeling 1. - Voorafgaande bepaling.  Art. 52.Behoudens de bij de wet of onderhavig reglement bepaalde uitzondering, kan geen uitgave aangezuiverd worden dan na de definitieve vastlegging, de aanrekening op een begrotingsartikel, de registratie in de algemene rekeningen betreffende de inkomende facturen, de aanrekening op de algemene en individuele rekeningen, de betaalbaarstelling en het opmaken van een bevelschrift tot betaling.  Elke uitgaveverbintenis heeft het volgende verloop :  - inschrijving in de begroting van het nodige krediet;  - bij elke beslissing die genomen werd door de bestendige deputatie of de gemachtigde provinciale ambtenaren en die financiële gevolgen heeft voor de provincie moet voorafgaand een vastlegging geboekt worden op het correcte begrotingsartikel;  - elke vastlegging dient geviseerd te worden door de provincieontvanger of zijn diensten vooraleer tot het opstellen van een bestelbon of -brief overgegaan kan worden;  - na de vastlegging, de beslissing van de bestendige deputatie of gemachtigde provinciaal ambtenaar en het visum van de provincieontvanger of zijn diensten moet de toewijzing aan de leverancier of aannemer gebeuren via een bestelbon of -brief getekend door de bestendige deputatie. Enkel dergelijk getekende bestelbons of -brieven doen rechten ontstaan ten overstaan van de provincie;  - de dienst of instelling waar het goed, het werk of de dienst geleverd werd, dient een proces-verbaal van levering en aanvaarding op te stellen; dit proces-verbaal moet bij elk betalingsdossier aanwezig zijn;  - de dienst of instelling waar het goed, het werk of de prestatie geleverd werd dient bij ontvangst van de factuur hetzij een proces-verbaal van controle van de factuur op te stellen, hetzij de volgende vermelding op de originele factuur aan te brengen : " voor nazicht en controle van de factuur met de bestelbon en de levering "; dit proces-verbaal of het origineel van de factuur moet ook de datum, de naam en de handtekening van de provinciale ambtenaar die de controle uitvoert vermelden en moet bij elk betalingsdossier gevoegd worden.  Art. 52_WAALS_GEWEST.   Behoudens de bij de wet of onderhavig reglement bepaalde uitzondering, kan geen uitgave aangezuiverd worden dan na de definitieve vastlegging, de aanrekening op een begrotingsartikel, de registratie in de algemene rekeningen betreffende de inkomende facturen, de aanrekening op de algemene en individuele rekeningen, de betaalbaarstelling en het opmaken van een bevelschrift tot betaling.  Elke uitgaveverbintenis heeft het volgende verloop :  - inschrijving in de begroting van het nodige krediet;  - bij elke beslissing die genomen werd door [1 het provinciecollege]1 of de gemachtigde provinciale ambtenaren en die financiële gevolgen heeft voor de provincie moet voorafgaand een vastlegging geboekt worden op het correcte begrotingsartikel;  - elke vastlegging dient geviseerd te worden door de [2 financieel directeur]2 of zijn diensten vooraleer tot het opstellen van een bestelbon of -brief overgegaan kan worden;  - na de vastlegging, de beslissing van [1 het provinciecollege]1 of gemachtigde provinciaal ambtenaar en het visum van de [2 financieel directeur]2 of zijn diensten moet de toewijzing aan de leverancier of aannemer gebeuren via een bestelbon of -brief getekend door [1 het provinciecollege]1. Enkel dergelijk getekende bestelbons of -brieven doen rechten ontstaan ten overstaan van de provincie;  - de dienst of instelling waar het goed, het werk of de dienst geleverd werd, dient een proces-verbaal van levering en aanvaarding op te stellen; dit proces-verbaal moet bij elk betalingsdossier aanwezig zijn;  - de dienst of instelling waar het goed, het werk of de prestatie geleverd werd dient bij ontvangst van de factuur hetzij een proces-verbaal van controle van de factuur op te stellen, hetzij de volgende vermelding op de originele factuur aan te brengen : " voor nazicht en controle van de factuur met de bestelbon en de levering "; dit proces-verbaal of het origineel van de factuur moet ook de datum, de naam en de handtekening van de provinciale ambtenaar die de controle uitvoert vermelden en moet bij elk betalingsdossier gevoegd worden.  ----------  (1)<BWG 2012-11-15/03, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2013>   (2)<BWG 2013-07-11/35, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>   Art. 52_VLAAMS_GEWEST.    Behoudens de bij de wet of onderhavig reglement bepaalde uitzondering, kan geen uitgave aangezuiverd worden dan na de definitieve vastlegging, de aanrekening op een begrotingsartikel, de registratie in de algemene rekeningen betreffende de inkomende facturen, de aanrekening op de algemene en individuele rekeningen, de betaalbaarstelling (...). <BVR 2006-11-24/30, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2006>  Elke uitgaveverbintenis heeft het volgende verloop :  - inschrijving in de begroting van het nodige krediet;  - bij elke beslissing die genomen werd (...) en die financiële gevolgen heeft voor de provincie moet voorafgaand een vastlegging geboekt worden op het correcte begrotingsartikel; <BVR 2006-11-24/30, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2006>  - (...) <BVR 2006-11-24/30, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2006>  - na de vastlegging (...) moet de toewijzing aan de leverancier of aannemer gebeuren via een bestelbon of -brief (...). Enkel dergelijk getekende bestelbons of -brieven doen rechten ontstaan ten overstaan van de provincie; <BVR 2006-11-24/30, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2006>  - de dienst of instelling waar het goed, het werk of de dienst geleverd werd, dient een proces-verbaal van levering en aanvaarding op te stellen; dit proces-verbaal moet bij elk betalingsdossier aanwezig zijn;  - (...) <BVR 2006-11-24/30, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2006>     Art. 52bis. [1 (Vlaamse Overheid) De verrichtingen waarvan het bedrag niet hoger is dan 67.000 euro, belasting over de toegevoegde waarde niet inbegrepen, kunnen door de provincieraad uitgesloten worden van de visumverplichting.   In afwijking van het eerste lid, kunnen de aanstellingen waarvan de duur niet meer bedraagt dan één jaar, door de provincieraad uitgesloten worden van de visumverplichting. Contracten van onbepaalde duur worden voor de toepassing van deze bepaling gelijkgesteld met een aanstelling van meer dan één jaar. Bij opeenvolgende contracten voor dezelfde functie moet de totale duur worden aangenomen voor de toepassing van deze bepaling.   In afwijking van het eerste lid kunnen investeringssubsidies door de provincieraad niet worden uitgesloten van de visumverplichting.]1  ----------  (1)<Ingevoegd bij BVR 2009-06-05/05, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 01-07-2009>   Onderafdeling 2. - De vastlegging en de aanrekening van de uitgaven en de kosten.  Art. 53.Alleen de bestendige deputatie of de door haar gemachtigde ambtenaren zijn bevoegd om tot vastleggingen over te gaan.  De vastlegging is het gevolg van een verplichting voortvloeiend uit de wet, een overeenkomst of een eenzijdige beslissing van de provincieoverheid.  Door de vastlegging wordt het volledige of het gedeeltelijke begrotingskrediet uitsluitend voor een welbepaalde bestemming voorbehouden.  Een vastlegging omvat :  1° de naam van de schuldeiser of rechthebbende;  2° het vermoedelijk bedrag;  3° het dienstjaar en het begrotingsartikel;  4° de omschrijving van hetgeen wordt vastgelegd;  5° het uniek vastleggingsnummer.  Art. 53_WAALS_GEWEST.   Alleen [1 het provinciecollege]1 of de [2 door hem]2 gemachtigde ambtenaren zijn bevoegd om tot vastleggingen over te gaan.  De vastlegging is het gevolg van een verplichting voortvloeiend uit de wet, een overeenkomst of een eenzijdige beslissing van de provincieoverheid.  Door de vastlegging wordt het volledige of het gedeeltelijke begrotingskrediet uitsluitend voor een welbepaalde bestemming voorbehouden.  Een vastlegging omvat :  1° de naam van de schuldeiser of rechthebbende;  2° het vermoedelijk bedrag;  3° het dienstjaar en het begrotingsartikel;  4° de omschrijving van hetgeen wordt vastgelegd;  5° het uniek vastleggingsnummer.  ----------  (1)<BWG 2012-11-15/03, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2013>   (2)<BWG 2022-01-27/08, art. 15, 008; Inwerkingtreding : 01-10-2021>   Art. 53_VLAAMS_GEWEST.    (lid 1 opgeheven) <BVR 2006-11-24/30, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2006>  De vastlegging is het gevolg van een verplichting voortvloeiend uit de wet, een overeenkomst of een eenzijdige beslissing van de provincieoverheid.  Door de vastlegging wordt het volledige of het gedeeltelijke begrotingskrediet uitsluitend voor een welbepaalde bestemming voorbehouden.  Een vastlegging omvat :  1° de naam van de schuldeiser of rechthebbende;  2° het vermoedelijk bedrag;  3° het dienstjaar en het begrotingsartikel;  4° de omschrijving van hetgeen wordt vastgelegd;  5° het uniek vastleggingsnummer.     Art. 54.Onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 10 van dit besluit, mogen de provinciale uitgaven slechts vastgelegd worden binnen de perken van de op de begroting uitgetrokken kredieten en van de door de provincieraad regelmatig goedgekeurde bijkredieten of voorlopige kredieten zoals die die door de toezichthoudende overheid werden goedgekeurd of uitvoerbaar geworden zijn.  Het begrotingsjaar waarop de verbintenissen ten laste van de provincie worden vastgelegd wordt bepaald :  1° door de datum van de beslissing van de bestendige deputatie houdende de toewijzing van werken of leveringen of door de datum van de bestelbon of -brief;  2° door het jaar waarvoor zij verschuldigd zijn :  a) voor de wedden, lonen, vergoedingen, pensioenen en bijkomende of gelijkaardige vergoedingen;  b) voor de uitgaven voor levering van water, gas, elektriciteit, telefoon, radio- en TV-distributie, computer-verwerking en alle andere dergelijke uitgaven inzake leveringen die niet voorafgaand besteld worden overeenkomstig artikel 52, maar die geleverd en gefactureerd worden, overeenkomstig het afgesloten contract, naargelang men er gebruik van maakt;  c) voor de contracten voor onderhoud van liften, brandblussers, hygiënische containers en alle andere contracten in verband met het onderhoud of nazicht van gebouwen en installaties;  d) voor de uitgaven voor intresten en aflossingen van de leningen en de daaraan verbonden kosten;  e) voor de reis- en verblijfkosten;  f) voor de uitgaven voortspruitend uit huur- en verzekeringscontracten.  3° door de datum van opvorderbaarheid :  a) voor de prestaties van advocaten, notarissen, gerechtsdeurwaarders of architecten voor zover ze aanleiding geven tot het uitbetalen van honoraria of het terugbetalen van gemaakte kosten en voor zover ze niet bij het sluiten van het contract vastgelegd werden;  b) voor de uitgaven voor abonnementen;  4° door de datum van de ambtshalve inhouding :  a) voor de kosten verbonden aan de tussenkomst van de financiële instelling in de werking van de provinciale thesaurie;  b) voor de teruggave van sommen die door de financiële instelling ten onrechte op de rekening van de provincie werden gestort;  c) voor de ambtshalve ingehouden bedragen;  5° door de datum van het toekenningsbesluit van de bestendige deputatie :  a) voor de bijslagen of achterstallen van wedden, pensioenen of bijkomende of gelijkaardige vergoedingen;  b) voor de subsidies, aanmoedigingen, bijdragen en alle andere vrijgevigheden;  c) voor de teruggave van ten onrechte gestorte bedragen;  6° door de datum van notariële akte voor de verwerving van onroerende goederen;  7° door de datum van goedkeuring door de bestendige deputatie van de afrekeningen betreffende bijkomende uitgaven, meerwerken, overschreden vermoedelijke hoeveelheden, enz. wanneer het gaat over uitgaven die voortspruiten uit overeenkomsten voor werken.  Art. 54_WAALS_GEWEST.  Onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 10 van dit besluit, mogen de provinciale uitgaven slechts vastgelegd worden binnen de perken van de op de begroting uitgetrokken kredieten en van de door de provincieraad regelmatig goedgekeurde bijkredieten of voorlopige kredieten zoals die die door de toezichthoudende overheid werden goedgekeurd of uitvoerbaar geworden zijn.  Het begrotingsjaar waarop de verbintenissen ten laste van de provincie worden vastgelegd wordt bepaald :  1° door de datum van de beslissing van [2 het provinciecollege]2 houdende de toewijzing van werken of leveringen of door de datum van de bestelbon of -brief;  2° door het jaar waarvoor zij verschuldigd zijn :  a) voor de wedden, lonen, vergoedingen, pensioenen en bijkomende of gelijkaardige vergoedingen;  b) voor de uitgaven voor levering van water, gas, elektriciteit, telefoon, radio- en TV-distributie, computer-verwerking en alle andere dergelijke uitgaven inzake leveringen die niet voorafgaand besteld worden overeenkomstig artikel 52, maar die geleverd en gefactureerd worden, overeenkomstig het afgesloten contract, naargelang men er gebruik van maakt;  c) voor de contracten voor onderhoud van liften, brandblussers, hygiënische containers en alle andere contracten in verband met het onderhoud of nazicht van gebouwen en installaties;  d) voor de uitgaven voor intresten en aflossingen van de leningen en de daaraan verbonden kosten;  e) voor de reis- en verblijfkosten;  f) voor de uitgaven voortspruitend uit huur- en verzekeringscontracten.  3° door de datum van opvorderbaarheid :  a) voor de prestaties van advocaten, notarissen, gerechtsdeurwaarders of architecten voor zover ze aanleiding geven tot het uitbetalen van honoraria of het terugbetalen van gemaakte kosten en voor zover ze niet bij het sluiten van het contract vastgelegd werden;  b) voor de uitgaven voor abonnementen;  4° door de datum van de ambtshalve inhouding :  a) voor de kosten verbonden aan de tussenkomst van de financiële instelling in de werking van de provinciale thesaurie;  b) voor de teruggave van sommen die door de financiële instelling ten onrechte op de rekening van de provincie werden gestort;  c) voor de ambtshalve ingehouden bedragen;  5° door de datum van het toekenningsbesluit van [2 het provinciecollege]2 :  a) voor de bijslagen of achterstallen van wedden, pensioenen of bijkomende of gelijkaardige vergoedingen;  b) [1 ...]1  c) voor de teruggave van ten onrechte gestorte bedragen;  6° door de datum van notariële akte voor de verwerving van onroerende goederen;  7° door de datum van goedkeuring door [2 het provinciecollege]2 van de afrekeningen betreffende bijkomende uitgaven, meerwerken, overschreden vermoedelijke hoeveelheden, enz. wanneer het gaat over uitgaven die voortspruiten uit overeenkomsten voor werken;  [1 8° door de datum van het bekendmakingsbesluit van de provincieraad of van het provinciecollege voor de toelagen.]1  ----------  (1)<BWG 2012-11-15/03, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2013>   (2)<BWG 2012-11-15/03, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2013>   Art. 54_VLAAMS_GEWEST.   Onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 10 van dit besluit, mogen de provinciale uitgaven slechts vastgelegd worden binnen de perken van de op de begroting uitgetrokken kredieten en van de door de provincieraad regelmatig goedgekeurde bijkredieten of voorlopige kredieten zoals die die door de toezichthoudende overheid werden goedgekeurd of uitvoerbaar geworden zijn.  Het begrotingsjaar waarop de verbintenissen ten laste van de provincie worden vastgelegd wordt bepaald :  1° door de datum van de beslissing van de bestendige deputatie houdende de toewijzing van werken of leveringen of door de datum van de bestelbon of -brief;  2° door het jaar waarvoor zij verschuldigd zijn :  a) voor de wedden, lonen, vergoedingen, pensioenen en bijkomende of gelijkaardige vergoedingen;  b) voor de uitgaven voor levering van water, gas, elektriciteit, telefoon, radio- en TV-distributie, computer-verwerking en alle andere dergelijke uitgaven inzake leveringen die niet voorafgaand besteld worden overeenkomstig artikel 52, maar die geleverd en gefactureerd worden, overeenkomstig het afgesloten contract, naargelang men er gebruik van maakt;  c) voor de contracten voor onderhoud van liften, brandblussers, hygiënische containers en alle andere contracten in verband met het onderhoud of nazicht van gebouwen en installaties;  d) voor de uitgaven voor intresten en aflossingen van de leningen en de daaraan verbonden kosten;  e) voor de reis- en verblijfkosten;  f) voor de uitgaven voortspruitend uit huur- en verzekeringscontracten.  3° door de datum van opvorderbaarheid :  a) voor de prestaties van advocaten, notarissen, gerechtsdeurwaarders of architecten voor zover ze aanleiding geven tot het uitbetalen van honoraria of het terugbetalen van gemaakte kosten en voor zover ze niet bij het sluiten van het contract vastgelegd werden;  b) voor de uitgaven voor abonnementen;  4° door de datum van de ambtshalve inhouding :  a) voor de kosten verbonden aan de tussenkomst van de financiële instelling in de werking van de provinciale thesaurie;  b) voor de teruggave van sommen die door de financiële instelling ten onrechte op de rekening van de provincie werden gestort;  c) voor de ambtshalve ingehouden bedragen;  5° door de datum van het toekenningsbesluit (...) : <BVR 2006-11-24/30, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2006>  a) voor de bijslagen of achterstallen van wedden, pensioenen of bijkomende of gelijkaardige vergoedingen;  b) voor de subsidies, aanmoedigingen, bijdragen en alle andere vrijgevigheden;  c) voor de teruggave van ten onrechte gestorte bedragen;  6° door de datum van notariële akte voor de verwerving van onroerende goederen;  7° door de datum van goedkeuring (...) van de afrekeningen betreffende bijkomende uitgaven, meerwerken, overschreden vermoedelijke hoeveelheden, enz. wanneer het gaat over uitgaven die voortspruiten uit overeenkomsten voor werken. <BVR 2006-11-24/30, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2006>     Art. 55. De vastleggingen worden ingeschreven in het grootboek van de begrotingsboekhouding zodra ze worden gedaan overeenkomstig artikel 54.  Het grootboek der vastleggingen vermeldt per begrotingsartikel :  1° het begrotingsartikel en de omschrijving van het artikel;  2° het bedrag van het begrotingskrediet;  3° het vastleggingsnummer en eventueel het nummer van de individuele rekening;  4° het bedrag van elke vastlegging op elk begrotingskrediet;  5° het saldo dat op het begrotingskrediet beschikbaar blijft na aftrek van de gedane vastleggingen;  6° de naam en adres van de begunstigde;  7° de aard of omschrijving van de vastlegging;  8° de datum waarop de vastlegging werd geboekt;  9° het aangerekend bedrag op elke vastlegging;  10° het saldo dat als vastgelegd bedrag beschikbaar blijft na aftrek van de gedane aanrekeningen;  11° de eventuele correcties.  Art. 56. De inschrijving in het grootboek van vastleggingen moet blijken door het aanbrengen van het nummer van vastlegging, het begrotingsjaar en het begrotingsartikel op de bewijsstukken.  Art. 57.Voor elk werk of elke levering van een goed of dienst waarvoor een toewijzingsbesluit van de bestendige deputatie of een bestelbon of -brief moet opgemaakt worden, dient de factuur of schuldvordering, die de schuldeiser in tweevoud aan de bestendige deputatie richt, vergezeld te zijn van de bestelbon of bestelbrief.  Art. 57_WAALS_GEWEST.    Voor elk werk of elke levering van een goed of dienst waarvoor een toewijzingsbesluit van [1 het provinciecollege]1 of een bestelbon of -brief moet opgemaakt worden, dient de factuur of schuldvordering, die de schuldeiser in tweevoud aan [1 het provinciecollege]1 richt, vergezeld te zijn van de bestelbon of bestelbrief.  ----------  (1)<BWG 2012-11-15/03, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2013>      Art. 57_VLAAMS_GEWEST.    Voor elk werk of elke levering van een goed of dienst waarvoor een toewijzingsbesluit (...) of een bestelbon of -brief moet opgemaakt worden, dient de factuur of schuldvordering, die de schuldeiser in tweevoud aan de bestendige deputatie richt, vergezeld te zijn van de bestelbon of bestelbrief. <BVR 2006-11-24/30, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2006>     Art. 58. De facturen worden voor ontvangst en controle getekend door de dienst of instelling waar het goed, de dienst of het werk geleverd werd overeenkomstig artikel 52 en worden voorlopig geregistreerd.  De provincieontvanger boekt de geverifieerde facturen, de schuldvorderingen of de documenten die deze vervangen in de desbetreffende algemene rekeningen.  Art. 58_WAALS_GEWEST.    De facturen worden voor ontvangst en controle getekend door de dienst of instelling waar het goed, de dienst of het werk geleverd werd overeenkomstig artikel 52 en worden voorlopig geregistreerd.  De [1 financieel directeur]1 boekt de geverifieerde facturen, de schuldvorderingen of de documenten die deze vervangen in de desbetreffende algemene rekeningen.  ----------  (1)<BWG 2013-07-11/35, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>      Art. 59.De facturen en andere uitgavedocumenten worden aan de provincieontvanger overgemaakt samen met alle stukken tot staving van de regelmatigheid en wettelijkheid.  Na onderzoek van deze documenten gaat de provincieontvanger over tot de aanrekening op de budgettaire en algemene rekeningen, of zendt hij ze aan de bestendige deputatie met zijn redenen en opmerkingen terug indien hij niet akkoord gaat.  Door de aanrekening op de algemene rekeningen worden de kosten en de balanswijzigingen, die daaraan verbonden zijn, geregistreerd en wordt de inschrijving bedoeld bij artikel 58 indien nodig tegengeboekt.  Door de aanrekening wordt het werkelijk verschuldigd bedrag op de begrotingsrekeningen en in het grootboek van de vastleggingen geboekt en indien nodig wordt de vastlegging aangepast.  Art. 59_WAALS_GEWEST.   [1 De facturen en andere uitgavedocumenten worden aan de financieel directeur overgemaakt samen met alle bewijsstukken opdat hij zou overgaan tot de aanrekening op de budgettaire en algemene rekeningen. Door de aanrekening op de algemene rekeningen worden de kosten en de balanswijzigingen, die daaraan verbonden zijn, geregistreerd en wordt de inschrijving bedoeld bij artikel 58 indien nodig tegengeboekt. Door de aanrekening wordt het werkelijk verschuldigd bedrag op de begrotingsrekeningen en in het grootboek van de vastleggingen geboekt en indien nodig wordt de vastlegging aangepast.]1  ----------  (1)<BWG 2013-07-11/35, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>      Art. 59_VLAAMS_GEWEST.    (lid 1 opgeheven) <BVR 2006-11-24/30, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2006>  (lid 2 opgeheven) <BVR 2006-11-24/30, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2006>  Door de aanrekening op de algemene rekeningen worden de kosten en de balanswijzigingen, die daaraan verbonden zijn, geregistreerd en wordt de inschrijving bedoeld bij artikel 58 indien nodig tegengeboekt.  Door de aanrekening wordt het werkelijk verschuldigd bedrag op de begrotingsrekeningen en in het grootboek van de vastleggingen geboekt en indien nodig wordt de vastlegging aangepast.  Onderafdeling 3. - Het opmaken van bevelschriften tot betaling.  Art. 60.§ 1. Behalve de uitzondering voorzien in de wet en in het huidig reglement, kan er enkel over de provinciefondsen beschikt worden nadat de bestendige deputatie de machtiging tot uitbetaling heeft verleend.  § 2. Op de bevelschriften tot betaling worden vermeld :  1° de datum van uitgifte;  2° het lopende dienstjaar;  3° het begrotingsartikel;  4° het oorspronkelijke begrotingsjaar;  5° de aard van de uitgave;  6° het nummer van de vastlegging;  7° het nummer van de aanrekening;  8° naam en adres van de rechthebbenden;  9° het te betalen bedrag;  10° het bankrekeningnummer van de begunstigde.  § 3. Alle verantwoordingsstukken worden bij het bevelschrift tot betaling gevoegd en blijven erbij.  De verantwoordingsstukken betreffende verscheidene opeenvolgende bevelschriften worden bij het eerste gevoegd.  Art. 60_WAALS_GEWEST.    § 1. Behalve de uitzondering voorzien in de wet en in het huidig reglement, kan er enkel over de provinciefondsen beschikt worden nadat [1 het provinciecollege]1 de machtiging tot uitbetaling heeft verleend.  § 2. Op de bevelschriften tot betaling worden vermeld :  1° de datum van uitgifte;  2° het lopende dienstjaar;  3° het begrotingsartikel;  4° het oorspronkelijke begrotingsjaar;  5° de aard van de uitgave;  6° het nummer van de vastlegging;  7° het nummer van de aanrekening;  8° naam en adres van de rechthebbenden;  9° het te betalen bedrag;  10° het bankrekeningnummer van de begunstigde.  § 3. Alle verantwoordingsstukken worden bij het bevelschrift tot betaling gevoegd en blijven erbij.  De verantwoordingsstukken betreffende verscheidene opeenvolgende bevelschriften worden bij het eerste gevoegd.  ----------  (1)<BWG 2012-11-15/03, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2013>      Art. 60_VLAAMS_GEWEST.    (opgeheven) <BVR 2006-11-24/30, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2006>     Art. 61.Er hoeft geen bevelschrift tot betaling opgemaakt te worden :  - bij de betaling van een ontvangst gedaan ten voordele van een derde;  - bij de doorbetaling aan een derde van een bedrag dat deze ten onrechte heeft betaald;  - wanneer voor de uitgave een ambtshalve opneming of een afneming bedoeld in artikel 65 wordt gedaan.  Art. 61_VLAAMS_GEWEST.    (opgeheven) <BVR 2006-11-24/30, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2006>     Onderafdeling 4. - De betaling van de uitgaven.  Art. 62.§ 1. De provincieontvanger controleert de wettelijkheid en de regelmatigheid van de uitgaven.  § 2. De provincieontvanger stuurt binnen acht dagen na de ontvangst elk onwettelijk of onregelmatig bevelschrift terug naar de bestendige deputatie, met vermelding van de redenen waarom de betaling geweigerd wordt.  De bestendige deputatie neemt daar kennis van, en beraadslaagt erover.  Art. 62_WAALS_GEWEST.   [1 In geval van ongunstig advies van de financieel directeur zoals bedoeld in artikel L2212-65 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie, kan het College beslissen dat de uitgave aangerekend en uitgevoerd moet worden onder zijn verantwoordelijkheid. De gemotiveerde beraadslaging van het college wordt bij het betalingsbevel gevoegd en de Raad wordt daarover onmiddellijk ingelicht. Het College kan ook beslissen om zijn beslissing op de eerstvolgende vergadering ter bekrachtiging aan de Raad voor te leggen.]1  ----------  (1)<BWG 2013-07-11/35, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>     Art. 62_VLAAMS_GEWEST.    (opgeheven) <BVR 2006-11-24/30, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2006>     Art. 63. Het nummer van de financiële rekening van de schuldeisers van de provincie moet vermeld worden op de contracten, facturen, schuldvorderingen en andere documenten betreffende uit te keren bedragen, voor leveringen, werken of om het even welke prestaties.  Art. 64. § 1. De bevelschriften betreffende de betaling van interest of de aflossing van leningsbewijzen aan toonder, worden bij elke vervaldag, opgesteld ten voordele van de financiële instelling die met deze opdracht belast is.  Het bedrag ervan wordt gestort op een door deze instelling, op naam van de provincie geopende rekening. Aan de provincie wordt periodiek verantwoording over de op die rekening verrichte betalingen gedaan.  In geval van verjaring worden de onbenutte geldsommen aan de provincie terugbetaald.  § 2. Indien de provincie zelf die dienst verzekert worden de sommen die moeten dienen voor de betaling van intrest en de aflossing van leningsbewijzen aan toonder, op elke vervaldag bij een bevelschrift tot betaling overgebracht naar het fonds tot delging van de schuld.  Het fonds wordt gedebiteerd met het bedrag van de betaalde coupons en van de afgeloste effecten.  Art. 65.De kosten voor het beheer van de financiële rekeningen worden rechtstreeks van de rekening van de provincie afgenomen.  Art. 65_VLAAMS_GEWEST.   [1 § 1. De personen, vermeld in artikel 159, § 3, van het Provinciedecreet van 9 december 2005, zijn de kredietinstellingen en de financiële instellingen die erkend zijn overeenkomstig de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen.   De opeisbare schulden die aangegaan zijn door de provincie bij die personen kunnen in mindering gebracht worden op de rekeningen van de provincie.   § 2. De opeisbare schulden voortkomende uit verbintenissen uit leasingovereenkomsten zijn opeisbare schulden als vermeld in artikel 159, § 3, van het Provinciedecreet van 9 december 2005.   De opeisbare schulden die aldus aangegaan zijn door de provincie kunnen, als dat zo overeengekomen werd tussen het bestuur en de leasinggever, in mindering gebracht worden op de rekeningen van de provincie.   § 3. De aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten verschuldigde sommen zijn opeisbare schulden, vermeld in artikel 159, § 3, van het Provinciedecreet van 9 december 2005.]1  ----------  (1)<BVR 2009-06-05/05, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 01-07-2009>      Afdeling 4. - De jaarrekeningen.  Onderafdeling 1. - Afsluiting van de rekeningen.  Art. 66. Vóór de jaarlijkse afsluiting van de rekeningen worden de wedden van het onderwijzend personeel van de provincie die als tegenwaarde van de gewone toelagen rechtstreeks aan de belanghebbenden worden betaald, gelijktijdig als uitgave en als ontvangst geboekt via een regelingsbevel.  Art. 67. Bij het afsluiten van het dienstjaar worden de volgende verrichtingen gedaan :  1° de diensten en instellingen boeken onverwijld alle vastleggingen die op het af te sluiten jaar betrekking hebben;  2° de diensten en instellingen bezorgen de provincieontvanger onmiddellijk alle stukken betreffende de nog af te handelen aanrekeningen waarvan de inschrijving in de begrotingskredieten moet worden verricht;  3° na de boeking van alle correcties op de openstaande vastleggingen stellen de diensten en instellingen daarna een lijst op van de openstaande vastleggingen en bezorgen deze vóór 15 januari aan de provincieontvanger;  4° op grond van die opgaven sluit de provincieontvanger het grootboek van de begrotingsverrichtingen af en stelt hij de lijst in verband met de over te dragen kredieten en vastleggingen en ongebruikte kredieten op;  5° de bestendige deputatie keurt op het einde van het eerste trimester van het volgende jaar, per begrotingsartikel, de lijst goed van de over te dragen kredieten, de vastleggingen en de ongebruikte kredieten;  6° de in 5° bedoelde overdrachten worden ingeschreven onder afzonderlijke begrotingsartikelen aangeduid door de vermelding van het oorspronkelijk begrotingsjaar;  7° de vastleggingen van de gewone dienst kunnen slechts éénmaal overgedragen worden, deze van de buitengewone dienst onbeperkt.  Art. 67_WAALS_GEWEST.   Bij het afsluiten van het dienstjaar worden de volgende verrichtingen gedaan :  1° de diensten en instellingen boeken onverwijld alle vastleggingen die op het af te sluiten jaar betrekking hebben;  2° de diensten en instellingen bezorgen de [2 financieel directeur]2 onmiddellijk alle stukken betreffende de nog af te handelen aanrekeningen waarvan de inschrijving in de begrotingskredieten moet worden verricht;  3° na de boeking van alle correcties op de openstaande vastleggingen stellen de diensten en instellingen daarna een lijst op van de openstaande vastleggingen en bezorgen deze vóór 15 januari aan de [2 financieel directeur]2;  4° op grond van die opgaven sluit de [2 financieel directeur]2 het grootboek van de begrotingsverrichtingen af en stelt hij de lijst in verband met de over te dragen kredieten en vastleggingen en ongebruikte kredieten op;  5° [1 het provinciecollege]1 keurt op het einde van het eerste trimester van het volgende jaar, per begrotingsartikel, de lijst goed van de over te dragen kredieten, de vastleggingen en de ongebruikte kredieten;  6° de in 5° bedoelde overdrachten worden ingeschreven onder afzonderlijke begrotingsartikelen aangeduid door de vermelding van het oorspronkelijk begrotingsjaar;  7° de vastleggingen van de gewone dienst kunnen slechts éénmaal overgedragen worden, deze van de buitengewone dienst onbeperkt.  ----------  (1)<BWG 2012-11-15/03, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2013>   (2)<BWG 2013-07-11/35, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>   Onderafdeling 2. - De vaststelling van de jaarrekeningen.  Art. 68. Na de afsluiting van de grootboeken en nadat de bestendige deputatie de lijst van de naar het volgende dienstjaar overgedragen begrotingskredieten en vastleggingen opgesteld heeft, maakt de provincieontvanger de begrotingsrekening op.  Art. 68_WAALS_GEWEST.   Na de afsluiting van de grootboeken en nadat [1 het provinciecollege]1 de lijst van de naar het volgende dienstjaar overgedragen begrotingskredieten en vastleggingen opgesteld heeft, maakt de [2 financieel directeur]2 de begrotingsrekening op.  ----------  (1)<BWG 2012-11-15/03, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2013>   (2)<BWG 2013-07-11/35, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>   Art. 69. § 1. De begrotingsrekening recapituleert elk begrotingsartikel van het grootboek van de begrotingsverrichtingen en maakt het totaal van de begrotingsartikelen in de volgorde van de functionele en economische indeling van de begroting.  Zij vermeldt :  1° het begrotingsresultaat, dat is het verschil tussen enerzijds de vastgestelde rechten, verminderd met de onverhaalbare posten en de oninbare ontvangsten, en anderzijds de vastleggingen;  2° het boekhoudkundig resultaat, dat is het verschil tussen enerzijds de vastgestelde rechten, verminderd met de onverhaalbare posten en oninbare ontvangsten, en anderzijds de aangerekende uitgaven.  Het boekhoudkundig resultaat vormt het saldo dat naar het volgende dienstjaar moet worden overgedragen. In dat resultaat zijn de gecumuleerde boekhoudkundige resultaten van de voorgaande dienstjaren begrepen.  § 2. Bij de begrotingsrekening worden gevoegd :  1° het totaal per begrotingsartikel van de naar het volgende dienstjaar over te dragen begrotingskredieten en vastleggingen;  2° het totaal per begrotingsartikel van de nog te innen vastgestelde rechten.  Art. 70. Het opmaken van de balans wordt voorafgegaan door de eventuele herwaardering bedoeld in artikel 20, de afschrijvingen bedoeld in artikel 21 en het opmaken van de inventaris op 31 december, zoals bepaald in artikel 18 van dit besluit.  Art. 71. De resultatenrekening en de balans worden opgemaakt op basis van de saldi van de algemene rekeningen.  Art. 72. De door de provincieontvanger ondertekende jaarrekeningen worden ten laatste op 15 april van het volgende dienstjaar aan de bestendige deputatie toegezonden.  Na verificatie bevestigt deze dat alle handelingen waarvoor zij bevoegd is, correct zijn opgenomen in de jaarrekeningen. Ze stuurt de jaarrekeningen daarna naar het Rekenhof.  Art. 72_WAALS_GEWEST.   De door de [2 financieel directeur]2 ondertekende jaarrekeningen worden ten laatste op 15 april van het volgende dienstjaar aan [1 het provinciecollege]1 toegezonden.  Na verificatie bevestigt deze dat alle handelingen waarvoor zij bevoegd is, correct zijn opgenomen in de jaarrekeningen. Ze stuurt de jaarrekeningen daarna naar het Rekenhof.  ----------  (1)<BWG 2012-11-15/03, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2013>   (2)<BWG 2013-07-11/35, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>   Art. 73. De definitief vastgestelde rekeningen worden voor kennisgeving aan de provincieontvanger bezorgd.  De schrifturen van de boeken worden in voorkomend geval aangepast aan de vastgestelde rekeningen.  Art. 73_WAALS_GEWEST.    De definitief vastgestelde rekeningen worden voor kennisgeving aan de [1 financieel directeur]1 bezorgd.  De schrifturen van de boeken worden in voorkomend geval aangepast aan de vastgestelde rekeningen.  ----------  (1)<BWG 2013-07-11/35, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>      Art. 74. De jaarrekeningen en de eindrekeningen kunnen niet meer gewijzigd worden nadat zij definitief vastgesteld zijn.  Bij vergissing, verzuim, valsheid in geschrifte of onnodige herhalingen kunnen de provincieontvanger of de bestendige deputatie evenwel binnen de dertig jaren die volgen op hun definitieve vaststelling, de herziening van deze rekeningen aanvragen bij de overheid die bevoegd is om ze definitief vast te stellen.  De aanvraag bepaalt nauwkeurig de feiten die de herziening rechtvaardigen.  Art. 74_WAALS_GEWEST.   De jaarrekeningen en de eindrekeningen kunnen niet meer gewijzigd worden nadat zij definitief vastgesteld zijn.  Bij vergissing, verzuim, valsheid in geschrifte of onnodige herhalingen kunnen de [2 financieel directeur]2 of de [1 collège provincial]1 evenwel binnen de [1 tien jaren]1 die volgen op hun definitieve vaststelling, de herziening van deze rekeningen aanvragen bij de overheid die bevoegd is om ze definitief vast te stellen.  De aanvraag bepaalt nauwkeurig de feiten die de herziening rechtvaardigen.  ----------  (1)<BWG 2020-07-16/25, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 24-08-2020>   (2)<BWG 2013-07-11/35, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>   Art. 75. De rekening, de boeken en bewijsstukken worden door de provincieontvanger bewaard tot de definitieve vaststelling van de rekening.  Na de definitieve vaststelling van de rekening overhandigt de provincieontvanger de rekening, de boeken en bewijsstukken aan de provincie. De bewijsstukken en de jaarrekening worden in het provinciearchief bewaard.  Art. 75_WAALS_GEWEST.   De rekening, de boeken en bewijsstukken worden door de [2 financieel directeur]2 bewaard tot de definitieve vaststelling van de rekening.  Na de definitieve vaststelling van de rekening overhandigt de [2 financieel directeur]2 de rekening, de boeken en bewijsstukken aan de provincie. De bewijsstukken en de jaarrekening worden [1 voor een periode van tenminste tien jaar door de provincie bewaard, met behulp van elke archiveringstechniek waarmee de gearchiveerde gegevens op elk moment kunnen worden weergegeven]1.  ----------  (1)<BWG 2020-07-16/25, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 24-08-2020>   (2)<BWG 2013-07-11/35, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>   HOOFDSTUK 5. - De provincieontvanger en de bijzondere ontvangers.  HOOFDSTUK 5. WAALS_GEWEST. - De [1 financieel directeur]1 en de bijzondere ontvangers.  ----------  (1)<BWG 2013-07-11/35, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>      Afdeling 1. - Verbintenissen en verantwoordelijkheid van de provincieontvanger.  Afdeling 1. WAALS_GEWEST. - Verbintenissen en verantwoordelijkheid van de [1 financieel directeur]1.  ----------  (1)<BWG 2013-07-11/35, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>      Art. 76.De provincieontvanger overhandigt aan de bestendige deputatie de staat waaruit de overeenstemming van de boekingen met de kasmiddelen blijkt.  Art. 76_WAALS_GEWEST.   De [2 financieel directeur]2 overhandigt aan [1 het provinciecollege]1 de staat waaruit de overeenstemming van de boekingen met de kasmiddelen blijkt.  ----------  (1)<BWG 2012-11-15/03, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2013>   (2)<BWG 2013-07-11/35, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>   Art. 76_VLAAMS_GEWEST.   (opgeheven) <BVR 2006-11-24/30, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2006>     Art. 77.De met het nazicht van de kasmiddelen belaste overheid kan toegang eisen tot de kantoren van de provincieontvanger. Ze kan zich zonder afbreuk te doen aan haar verantwoordelijkheid laten vergezellen door een deskundige en door iemand die de verrichtingen in verband met het nazicht moet bijhouden.  Bij dat nazicht moet de provincieontvanger alle boeken, bescheiden en waarden overleggen en alle inlichtingen verstrekken omtrent zijn beheer en het vermogen van de provincie.  Art. 77_WAALS_GEWEST.    De met het nazicht van de kasmiddelen belaste overheid kan toegang eisen tot de kantoren van de [1 financieel directeur]1. Ze kan zich zonder afbreuk te doen aan haar verantwoordelijkheid laten vergezellen door een deskundige en door iemand die de verrichtingen in verband met het nazicht moet bijhouden.  Bij dat nazicht moet de [1 financieel directeur]1 alle boeken, bescheiden en waarden overleggen en alle inlichtingen verstrekken omtrent zijn beheer en het vermogen van de provincie.  ----------  (1)<BWG 2013-07-11/35, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>      Art. 77_VLAAMS_GEWEST.    (opgeheven) <BVR 2006-11-24/30, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2006>     Art. 78.Ten einde de juistheid van de rekeningen te behouden in geval van tekort, diefstal of verlies, zal een vordering ten beloop van hetzelfde bedrag worden geboekt.  Zodra de definitieve beslissing hieromtrent genotificeerd is, boekt de provincieontvanger in voorkomend geval het bedrag waarvoor hij ontlasting bekwam als correctie.  Art. 78_WAALS_GEWEST.   [1 Ten einde de juistheid van de rekeningen te behouden in geval van elk tekort te wijten aan diefstal of verlies, zal een vordering ten beloop van hetzelfde bedrag worden geboekt ten laste van de financieel directeur. Zodra de definitieve beslissing hieromtrent genotificeerd is, boekt de financieel directeur in voorkomend geval het bedrag waarvoor hij ontlasting bekwam als correctie.]1  ----------  (1)<BWG 2013-07-11/35, art. 5, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>      Art. 79. De provincieontvanger is verantwoordelijk voor de hem toevertrouwde akten, titels en documenten.  Hij moet :  1° de bestendige deputatie ten minste zes maanden van tevoren in kennis stellen van het aflopen van de contracten;  2° verhinderen dat de rechten van de provincie verjaren en waken over het behouden van de domeinen, voorrechten en hypotheken;  3° de inschrijving op het kantoor der hypotheken vorderen voor alle daarvoor in aanmerking komende titels;  4° de bestendige deputatie verwittigen van diefstal of verlies van de akten, titels en bescheiden die hem toevertrouwd zijn.  De provincieontvanger mag zich niet van de hem toevertrouwde boeken en bescheiden ontdoen noch er, zonder toestemming van de bestendige deputatie, afschrift of uittreksel van geven, behoudens wat de belastingkohieren betreft.  Art. 79_WAALS_GEWEST.   De [2 financieel directeur]2 is verantwoordelijk voor de hem toevertrouwde akten, titels en documenten.  Hij moet :  1° [1 het provinciecollege]1 ten minste zes maanden van tevoren in kennis stellen van het aflopen van de contracten;  2° verhinderen dat de rechten van de provincie verjaren en waken over het behouden van de domeinen, voorrechten en hypotheken;  3° de inschrijving op het kantoor der hypotheken vorderen voor alle daarvoor in aanmerking komende titels;  4° [1 het provinciecollege]1 verwittigen van diefstal of verlies van de akten, titels en bescheiden die hem toevertrouwd zijn.  De [2 financieel directeur]2 mag zich niet van de hem toevertrouwde boeken en bescheiden ontdoen noch er, zonder toestemming van [1 het provinciecollege]1, afschrift of uittreksel van geven, behoudens wat de belastingkohieren betreft.  ----------  (1)<BWG 2012-11-15/03, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2013>   (2)<BWG 2013-07-11/35, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>   Afdeling 2. - De jaarlijkse overlegging van de rekeningen.  Art. 80. Ieder jaar brengt de provincieontvanger verslag uit over zijn beheer bij het Rekenhof  Hiertoe houdt hij alle boeken en alle verantwoordingsstukken met betrekking tot de jaarrekeningen, ter beschikking.  Art. 80_WAALS_GEWEST.    Ieder jaar brengt de [1 financieel directeur]1 verslag uit over zijn beheer bij het Rekenhof  Hiertoe houdt hij alle boeken en alle verantwoordingsstukken met betrekking tot de jaarrekeningen, ter beschikking.  ----------  (1)<BWG 2013-07-11/35, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>      Afdeling 3. - De eindrekening.  Art. 81.§ 1. De ontslagnemende provincieontvanger blijft zijn dienst waarnemen tot aan de ambtsaanvaarding van zijn opvolger.  Op dat ogenblik maakt hij, in drievoud, een inventaris op van de registers, de documenten, de boeken, het meubilair, het materieel en andere voorwerpen die ter beschikking van de provincieontvanger zijn gesteld. Deze inventaris wordt ondertekend door de twee ontvangers die elk één afschrift ervan bijhouden. Het derde exemplaar berust in het archief van de provincie.  § 2. In alle gevallen waar de provincieontvanger zich in de onmogelijkheid bevindt om de eindrekening op te maken, worden alle vereiste bewarende maatregelen getroffen en wordt de voormelde inventaris opgemaakt door bemiddeling van de bestendige deputatie.  Zodra de vervanger aangewezen is wordt hem die inventaris ter hand gesteld.  Art. 81_WAALS_GEWEST.   § 1. De ontslagnemende [3 financieel directeur]3 blijft zijn dienst waarnemen tot aan de ambtsaanvaarding van zijn opvolger.  Op dat ogenblik maakt hij, in drievoud, een inventaris op van de registers, de documenten, de boeken, het meubilair, het materieel en andere voorwerpen die ter beschikking van de [3 financieel directeur]3 zijn gesteld. Deze inventaris wordt ondertekend door [1 de twee financieel directeurs]1 die elk één afschrift ervan bijhouden. Het derde exemplaar berust in het archief van de provincie.  § 2. In alle gevallen waar de [3 financieel directeur]3 zich in de onmogelijkheid bevindt om de eindrekening op te maken, worden alle vereiste bewarende maatregelen getroffen en wordt de voormelde inventaris opgemaakt door bemiddeling van [2 het provinciecollege]2.  Zodra de vervanger aangewezen is wordt hem die inventaris ter hand gesteld.  ----------  (1)<BWG 2013-07-11/35, art. 7, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>   (2)<BWG 2012-11-15/03, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2013>   (3)<BWG 2013-07-11/35, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>   Art. 82. § 1. Na de inventaris wordt de eindrekening opgemaakt, ondertekend en gewaarmerkt door de uittredende provincieontvanger, en onder voorbehoud aanvaard door de nieuwe provincieontvanger.  § 2. Wanneer de uittredende provincieontvanger de eindrekening te laat afgeeft of weigert af te geven aan de opvolger, maant de bestendige deputatie hem aan zijn verplichtingen na te komen.  De aanmaning geschiedt bij aangetekende zending met ontvangstbewijs. De uitvoeringstermijn wordt bij de aangetekende zending vermeld.  Is de aanmaning bij het verstrijken van die termijn zonder gevolg gebleven, dan maakt de bestendige deputatie de eindrekening op volgens de gegevens die in haar bezit zijn.  De aanmanings- en expertisekosten zijn in de eindrekening ten laste van de uittredende provincieontvanger aangerekend.  Een exemplaar van de eindrekening wordt aan de uittredende provincieontvanger ter hand gesteld, met het verzoek zijn opmerkingen te formuleren binnen de dertig dagen.  § 3. In alle gevallen waar de provincieontvanger zich in de onmogelijkheid bevindt om de eindrekening op te maken, maakt de bestendige deputatie die eindrekening op.  Een exemplaar van de eindrekening wordt aan de uittredende provincieontvanger of aan zijn rechtverkrijgenden ter hand gesteld, met het verzoek hun opmerkingen te formuleren binnen de dertig dagen.  § 4. De begrotingseindrekening wordt, in voorkomend geval samen met de opmerkingen van de uittredende provincieontvanger of zijn rechtverkrijgenden, voorgelegd aan de provincieraad, die ze afsluit.  Art. 82_WAALS_GEWEST.   § 1. Na de inventaris wordt de eindrekening opgemaakt, ondertekend en gewaarmerkt door de uittredende [2 financieel directeur]2, en onder voorbehoud aanvaard door de nieuwe [2 financieel directeur]2.  § 2. Wanneer de uittredende [2 financieel directeur]2 de eindrekening te laat afgeeft of weigert af te geven aan de opvolger, maant [1 het provinciecollege]1 hem aan zijn verplichtingen na te komen.  De aanmaning geschiedt bij aangetekende zending met ontvangstbewijs. De uitvoeringstermijn wordt bij de aangetekende zending vermeld.  Is de aanmaning bij het verstrijken van die termijn zonder gevolg gebleven, dan maakt [1 het provinciecollege]1 de eindrekening op volgens de gegevens die in haar bezit zijn.  De aanmanings- en expertisekosten zijn in de eindrekening ten laste van de uittredende [2 financieel directeur]2 aangerekend.  Een exemplaar van de eindrekening wordt aan de uittredende [2 financieel directeur]2 ter hand gesteld, met het verzoek zijn opmerkingen te formuleren binnen de dertig dagen.  § 3. In alle gevallen waar de [2 financieel directeur]2 zich in de onmogelijkheid bevindt om de eindrekening op te maken, maakt [1 het provinciecollege]1 die eindrekening op.  Een exemplaar van de eindrekening wordt aan de uittredende [2 financieel directeur]2 of aan zijn rechtverkrijgenden ter hand gesteld, met het verzoek hun opmerkingen te formuleren binnen de dertig dagen.  § 4. De begrotingseindrekening wordt, in voorkomend geval samen met de opmerkingen van de uittredende [2 financieel directeur]2 of zijn rechtverkrijgenden, voorgelegd aan de provincieraad, die ze afsluit.  ----------  (1)<BWG 2012-11-15/03, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2013>   (2)<BWG 2013-07-11/35, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>   Art. 83.De eindrekening omvat :  1° de uitkomst van de laatst definitief vastgestelde jaarrekeningen;  2° de daaropvolgende niet definitief vastgestelde jaarrekeningen;  3° de verrichtingen die nog niet in de jaarrekening zijn opgenomen.  Ze vermeldt dat de fondsen, waarden, effecten en boekhoudingsstukken overhandigd werden aan de aantredende provincieontvanger en dat hij de verbintenis aangaat in de volgende jaarrekeningen de verrichtingen, aangehaald in alinea 1, 3°, te verantwoorden, onder voorbehoud van alle rechten in geval van vergissing, verzuim, valsheid in geschriften of onnodige herhalingen.  Indien een kastekort wordt vastgesteld wordt een vordering ten belope van het bedrag van het tekort geboekt in de algemene boekhouding ten laste van de uittredende provincieontvanger.  Een afschrift van de eindrekening wordt, na de vaststelling ervan, overhandigd aan :  1° de uittredende provincieontvanger of aan zijn rechtverkrijgenden;  2° de nieuwe provincieontvanger;  3° de bestendige deputatie.  Art. 83_WAALS_GEWEST.   De eindrekening omvat :  1° de uitkomst van de laatst definitief vastgestelde jaarrekeningen;  2° de daaropvolgende niet definitief vastgestelde jaarrekeningen;  3° de verrichtingen die nog niet in de jaarrekening zijn opgenomen.  Ze vermeldt dat de fondsen, waarden, effecten en boekhoudingsstukken overhandigd werden aan de aantredende [3 financieel directeur]3 en dat hij de verbintenis aangaat in de volgende jaarrekeningen de verrichtingen, aangehaald in alinea 1, 3°, te verantwoorden, onder voorbehoud van alle rechten in geval van vergissing, verzuim, valsheid in geschriften of onnodige herhalingen.  Indien een kastekort wordt vastgesteld wordt een vordering ten belope van het bedrag van het tekort geboekt in de algemene boekhouding ten laste van de uittredende [3 financieel directeur]3.  Een afschrift van de eindrekening wordt, na de vaststelling ervan, overhandigd aan :  1° de [1 uittredende financieel directeur]1 of aan zijn rechtverkrijgenden;  2° de nieuwe [3 financieel directeur]3;  3° [2 het provinciecollege]2.  ----------  (1)<BWG 2013-07-11/35, art. 8, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>   (2)<BWG 2012-11-15/03, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2013>   (3)<BWG 2013-07-11/35, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>   Art. 83_VLAAMS_GEWEST.    De eindrekening omvat :  1° de uitkomst van de laatst definitief vastgestelde jaarrekeningen;  2° de daaropvolgende niet definitief vastgestelde jaarrekeningen;  3° de verrichtingen die nog niet in de jaarrekening zijn opgenomen.  Ze vermeldt dat de fondsen, waarden, effecten en boekhoudingsstukken overhandigd werden aan de aantredende provincieontvanger en dat hij de verbintenis aangaat in de volgende jaarrekeningen de verrichtingen, aangehaald in alinea 1, 3°, te verantwoorden, onder voorbehoud van alle rechten in geval van vergissing, verzuim, valsheid in geschriften of onnodige herhalingen.  Indien een kastekort wordt vastgesteld wordt een vordering ten belope van het bedrag van het tekort geboekt in de algemene boekhouding (...). <BVR 2006-11-24/30, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2006>  Een afschrift van de eindrekening wordt, na de vaststelling ervan, overhandigd aan :  1° de uittredende provincieontvanger of aan zijn rechtverkrijgenden;  2° de nieuwe provincieontvanger;  3° de bestendige deputatie.     Art. 84. Zodra de eindrekening definitief werd vastgesteld wordt de boekhouding, zo daar aanleiding toe bestaat, ermede in overeenstemming gebracht.  Afdeling 4. - De bijzondere ontvanger.  Art. 85.De overeenkomstig artikel 114 van de provinciewet aangestelde bijzondere ontvangers zijn, mutatis mutandis, onderworpen aan de bepalingen van de artikelen 76 tot 84.  Art. 85_WAALS_GEWEST.    De overeenkomstig [1 artikel L2212-69 van het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie]1 aangestelde bijzondere ontvangers zijn, mutatis mutandis, onderworpen aan de bepalingen van de artikelen 76 tot 84.  ----------  (1)<BWG 2022-01-27/08, art. 16, 008; Inwerkingtreding : 01-10-2021>      Art. 85_VLAAMS_GEWEST.    (opgeheven) <BVR 2006-11-24/30, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>     HOOFDSTUK 6. - Buitengewone rekenplichtigen voor geldvoorschotten.  Art. 86.§ 1. Met het oog op de betaling van de in artikel 112, b), van de provinciewet voorziene uitgaven, kan er een geldvoorschot waarvan het bedrag niet groter mag zijn dan 1.500.000 frank per rekenplichtige, ter beschikking gesteld worden van de buitengewone rekenplichtigen die aangewezen zijn door de bestendige deputatie.  Van zodra de beslissing van de bestendige deputatie bekendgemaakt is, overhandigt de provincieontvanger het voorschot aan de betrokken rekenplichtige, die er persoonlijk verantwoordelijk voor blijft. Deze is gehouden de wettelijkheid en de regelmatigheid van de uitgaven die hij verricht, te controleren.  § 2. Het voorschot wordt definitief vastgelegd en aangerekend op het begrotingsjaar waarin de betaling plaatsvindt.  Het saldo aan geldvoorschotten op de financiële rekening en in liquide middelen wordt op 31 december vastgesteld en aan de provincieontvanger ten laatste op 31 januari van het volgend jaar terugbetaald.  Wanneer de geldvoorschotten het bedrag, voorzien in § 1, eerste lid, bereiken, kan de buitengewone rekenplichtige enkel nieuwe voorschotten ontvangen op voorwaarde dat hij het gebruik van de vorige geldvoorschotten ten belope van het voormelde bedrag in rekening heeft gebracht en werd goedgekeurd.  § 3. In geval van ontslag of overlijden van een buitengewone rekenplichtige, stelt de bestendige deputatie een rekening op en brengt zij het Rekenhof hiervan op de hoogte.  Wanneer er een tekort vastgesteld wordt in het beheer van een buitengewoon rekenplichtige, brengt de bestendige deputatie het Rekenhof daarvan op de hoogte binnen de maand die volgt op die vaststelling.  Art. 86_WAALS_GEWEST.   § 1. Met het oog op de betaling van de in [3 artikel L2232-3 van het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie]3 voorziene uitgaven, kan er een geldvoorschot waarvan het bedrag niet groter mag zijn dan [3 50.000 euro]3 per rekenplichtige, ter beschikking gesteld worden van de buitengewone rekenplichtigen die aangewezen zijn door [1 het provinciecollege]1.  Van zodra de beslissing van [1 het provinciecollege]1 bekendgemaakt is, overhandigt de [2 financieel directeur]2 het voorschot aan de betrokken rekenplichtige, die er persoonlijk verantwoordelijk voor blijft. Deze is gehouden de wettelijkheid en de regelmatigheid van de uitgaven die hij verricht, te controleren.  § 2. Het voorschot wordt definitief vastgelegd en aangerekend op het begrotingsjaar waarin de betaling plaatsvindt.  Het saldo aan geldvoorschotten op de financiële rekening en in liquide middelen wordt op 31 december vastgesteld en aan de [2 financieel directeur]2 ten laatste op 31 januari van het volgend jaar terugbetaald.  Wanneer de geldvoorschotten het bedrag, voorzien in § 1, eerste lid, bereiken, kan de buitengewone rekenplichtige enkel nieuwe voorschotten ontvangen op voorwaarde dat hij het gebruik van de vorige geldvoorschotten ten belope van het voormelde bedrag in rekening heeft gebracht en werd goedgekeurd.  § 3. In geval van ontslag of overlijden van een buitengewone rekenplichtige, stelt [1 het provinciecollege]1 een rekening op en brengt zij het Rekenhof hiervan op de hoogte.  Wanneer er een tekort vastgesteld wordt in het beheer van een buitengewoon rekenplichtige, brengt [1 het provinciecollege]1 het Rekenhof daarvan op de hoogte binnen de maand die volgt op die vaststelling.  ----------  (1)<BWG 2012-11-15/03, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2013>   (2)<BWG 2013-07-11/35, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>   (3)<BWG 2022-01-27/08, art. 17, 008; Inwerkingtreding : 01-10-2021>   Art. 86_VLAAMS_GEWEST.    (opgeheven) <BVR 2006-11-24/30, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008>     Art. 87.Om de vier maanden leggen de buitengewone rekenplichtigen rekening af aan de bestendige deputatie betreffende het beheer van de hun toevertrouwde voorschotgelden.  Deze afrekening vermeldt, per jaar en per begrotingsartikel :  1° de samenvatting van de ontvangsten op de financiële rekening, uitgesplitst in :  - het saldo van de vorige afrekening;  - de overschrijvingen door de provincie;  2° de samenvatting van de ontvangsten in geldspeciën, uitgesplitst in :  - het saldo van de vorige afrekening;  - het totaal van de afnemingen van de financiële rekening;  3° de opgave van elke uitgave via de financiële rekening;  4° de opgave van elke uitgave in geldspeciën;  5° de samenvatting van het verschil tussen ontvangsten en uitgaven op de financiële rekening;  6° de samenvatting van het verschil tussen ontvangsten en uitgaven in geldspeciën;  7° het totaal van de door de bijzondere rekenplichtige op de financiële rekening en in geldspeciën nog verschuldigde bedragen.  Zij bevat als bijlagen de dagafschriften van de financiële rekening en alle kwitanties betreffende de verrichte uitgaven.  Het model van deze afrekening wordt bij ministerieel besluit vastgesteld.  Art. 87_WAALS_GEWEST.    Om de vier maanden leggen de buitengewone rekenplichtigen rekening af aan [1 het provinciecollege]1 betreffende het beheer van de hun toevertrouwde voorschotgelden.  Deze afrekening vermeldt, per jaar en per begrotingsartikel :  1° de samenvatting van de ontvangsten op de financiële rekening, uitgesplitst in :  - het saldo van de vorige afrekening;  - de overschrijvingen door de provincie;  2° de samenvatting van de ontvangsten in geldspeciën, uitgesplitst in :  - het saldo van de vorige afrekening;  - het totaal van de afnemingen van de financiële rekening;  3° de opgave van elke uitgave via de financiële rekening;  4° de opgave van elke uitgave in geldspeciën;  5° de samenvatting van het verschil tussen ontvangsten en uitgaven op de financiële rekening;  6° de samenvatting van het verschil tussen ontvangsten en uitgaven in geldspeciën;  7° het totaal van de door de bijzondere rekenplichtige op de financiële rekening en in geldspeciën nog verschuldigde bedragen.  Zij bevat als bijlagen de dagafschriften van de financiële rekening en alle kwitanties betreffende de verrichte uitgaven.  Het model van deze afrekening wordt bij ministerieel besluit vastgesteld.  ----------  (1)<BWG 2012-11-15/03, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2013>      Art. 87_VLAAMS_GEWEST.    (opgeheven) <BVR 2006-11-24/30, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2008>     HOOFDSTUK 7. - Kredietopeningen.  Art. 88.Wat betreft de in artikel 112, a), van de provinciewet, opgesomde categorieën van uitgaven, kan de bestendige deputatie gedelegeerde ambtenaren aanstellen, die de uitgaven betaalbaar stellen.  Art. 88_WAALS_GEWEST.   Wat betreft de [2 in artikel L2232-3, derde lid, a), van het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie]2, opgesomde categorieën van uitgaven, kan [1 het provinciecollege]1 gedelegeerde ambtenaren aanstellen, die de uitgaven betaalbaar stellen.  ----------  (1)<BWG 2012-11-15/03, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2013>   (2)<BWG 2022-01-27/08, art. 18, 008; Inwerkingtreding : 01-10-2021>   Art. 88_VLAAMS_GEWEST.    (opgeheven) <BVR 2006-11-24/30, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2006>     Art. 89.De op kredietopening gedane uitgaven worden ieder kwartaal op initiatief van en na nazicht door de provincieontvanger aan de bestendige deputatie medegedeeld.  Art. 89_WAALS_GEWEST.   De op kredietopening gedane uitgaven worden ieder kwartaal op initiatief van en na nazicht door de [2 financieel directeur]2 aan [1 het provinciecollege]1 medegedeeld.  ----------  (1)<BWG 2012-11-15/03, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2013>   (2)<BWG 2013-07-11/35, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>   Art. 89_VLAAMS_GEWEST.    (opgeheven) <BVR 2006-11-24/30, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2006>     Art. 90.De aanvragen om over kredietopening te kunnen beschikken worden per begrotingsartikel door de bestendige deputatie beslist.  Art. 90_WAALS_GEWEST.    De aanvragen om over kredietopening te kunnen beschikken worden per begrotingsartikel door [1 het provinciecollege]1 beslist.  ----------  (1)<BWG 2012-11-15/03, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2013>      Art. 90_VLAAMS_GEWEST.   (opgeheven) <BVR 2006-11-24/30, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-12-2006>     HOOFDSTUK 8. - Algemene bepalingen.  Art. 91. In de gevallen voorzien door artikel 5 van de wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring van schuldvorderingen, ten laste of ten voordele van de Staat en de provinciën, houdt de gouverneur de betekening en de kennisgeving die hem gedaan wordt bij in een ad hoc register en deelt hij ze zonder verwijl ter kennisgeving aan de provincieontvanger mee.  Art. 91_WAALS_GEWEST.    In de gevallen voorzien door artikel 5 van de wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring van schuldvorderingen, ten laste of ten voordele van de Staat en de provinciën, houdt de gouverneur de betekening en de kennisgeving die hem gedaan wordt bij in een ad hoc register en deelt hij ze zonder verwijl ter kennisgeving aan de [1 financieel directeur]1 mee.  ----------  (1)<BWG 2013-07-11/35, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 01-09-2013>      Art. 92. De bestendige deputatie zorgt ervoor dat de inventaris van de onroerende en roerende goederen van de provincie bijgehouden wordt.  De inventaris van de roerende goederen omvat minimum volgende elementen :  1) per goed :  - een uniek volgnummer;  - de datum van opname in de inventaris;  - de omschrijving;  - de aankoopprijs;  - het aantal jaren waarop wordt afgeschreven;  - het reeds afgeschreven bedrag;  - het nog af te schrijven bedrag of restwaarde;  - het jaar waarin het goed volledig is afgeschreven;  2) als bijlage en wat betreft het kalenderjaar waarop de inventaris betrekking heeft :  - de lijst van de goederen die dat jaar volledig worden afgeschreven;  - de lijst van de aankopen gerealiseerd in dat jaar;  - de lijst van de goederen die worden afgevoerd of verkocht op besluit van de bestendige deputatie;  - de eventuele opmerkingen.  Art. 92_WAALS_GEWEST.    [1 Het provinciecollege]1 zorgt ervoor dat de inventaris van de onroerende en roerende goederen van de provincie bijgehouden wordt.  De inventaris van de roerende goederen omvat minimum volgende elementen :  1) per goed :  - een uniek volgnummer;  - de datum van opname in de inventaris;  - de omschrijving;  - de aankoopprijs;  - het aantal jaren waarop wordt afgeschreven;  - het reeds afgeschreven bedrag;  - het nog af te schrijven bedrag of restwaarde;  - het jaar waarin het goed volledig is afgeschreven;  2) als bijlage en wat betreft het kalenderjaar waarop de inventaris betrekking heeft :  - de lijst van de goederen die dat jaar volledig worden afgeschreven;  - de lijst van de aankopen gerealiseerd in dat jaar;  - de lijst van de goederen die worden afgevoerd of verkocht op besluit van [1 het provinciecollege]1;  - de eventuele opmerkingen.  ----------  (1)<BWG 2012-11-15/03, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2013>      Art. 92/1_WAALS_GEWEST.   [1 Op 1 januari 2022 worden de bestaande niet-beschikbare fondsen automatisch omgezet in beschikbare reservefondsen, naar gelang van het gewone of buitengewone geval.]1  ----------  (1)<Ingevoegd bij BWG 2022-01-27/08, art. 19, 008; Inwerkingtreding : 01-10-2021>      Art. 93. Worden opgeheven :  1° het koninklijk besluit van 10 december 1868 houdende algemeen reglement op de rijkscomptabiliteit, wat betreft de toepassing op de provincies;  2° het koninklijk besluit van 10 juli 1935 houdende reglement op de comptabiliteit der provinciën, gewijzigd bij koninklijk besluit van 31 december 1952;  3° het koninklijk besluit van 3 november 1937 betreffende de geldbeleggingen der provinciën, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 31 december 1952;  4° het koninklijk besluit van 1 juli 1964 tot vaststelling van de regels van aanrekening van de budgettaire ontvangsten en uitgaven van de diensten van algemeen bestuur van de Staat, wat betreft de toepassing op de provincies;  5° het koninklijk besluit van 22 december 1977 houdende reglement betreffende de comptabiliteit van de vastgestelde rechten en de vastgelegde uitgaven in de provincies.  Art. 94. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, behalve de volgende bepalingen die op (1 januari 2003) in werking zullen treden : art. 1, 6° en 7°, 9, 16 tot 22, 23, tweede lid, 26, 36, §§ 3 en 4, 38 tot 42, 45, 58, tweede lid, 59, tweede en derde lid, 67, 7°, en 70 tot 72. <AR 2001-10-09/32, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2001>  (De Minister kan de datum van inwerkingtreding van de in het eerste lid bedoelde artikelen bepalen op 1 januari 2002, voor de provincies waarvan de provincieraad dit gevraagd heeft door een beslissing die ten laatste op 1 december 2001 meegedeeld werd.) <AR 2001-10-09/32, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 04-11-2001>  (NOTA : Voor de provincie Luxemburg, inwerkingtreding van artikelen 1, 6° en 7°, 9, 16 tot 22, 23, tweede lid, 26, 36, §§ 3 en 4, 38 tot 42, 45, 58, tweede lid, 59, tweede en derde lid, 67, 7°, en 70 tot 72, vastgesteld op 01-01-2002 door MB 2001-12-06/33, art. 1)  (NOTA : Voor de provincie Oost-Vlaanderen, inwerkingtreding van artikelen 1, 6° en 7°, 9, 16 tot 22, 23, tweede lid, 26, 36, §§ 3 en 4, 38 tot 42, 45, 58, tweede lid, 59, tweede en derde lid, 67, 7°, en 70 tot 72, vastgesteld op 01-01-2002 door MB 2001-12-07/33, art. 1)  (NOTA : Voor de provincie Vlaams-Brabant, inwerkingtreding van artikelen 1, 6° en 7°, 9, 16 tot 22, 23, tweede lid, 26, 36, §§ 3 en 4, 38 tot 42, 45, 58, tweede lid, 59, tweede en derde lid, 67, 7°, en 70 tot 72, vastgesteld op 01-01-2002 door MB 2001-12-07/33, art. 1)  (NOTA : Voor de provincie Antwerpen, inwerkingtreding van artikel 41 vastgesteld op 01-01-2002 door MB 2001-12-13/40, art. 1)  (NOTA : Voor de provincie Limburg, inwerkingtreding van artikelen 1, 6° en 7°, 9, 16 tot 22, 23, tweede lid, 26, 36, §§ 3 en 4, 38 tot 42, 45, 58, tweede lid, 59, tweede en derde lid, 67, 7°, en 70 tot 72 vastgesteld op 01-01-2002 door MB 2001-12-05/30, art. 1)  Art. 95. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.