17 JANUARI 2013. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 27 december 1996 houdende organisatie van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren
Art. 1-60
Artikel 1. In hoofdstuk I van het besluit van de Regering van 27 december 1996 houdende organisatie van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 19 juni 2006, wordt vóór artikel 1 een nieuwe afdeling ingevoegd met het volgende opschrift : "Afdeling 1 - Algemene regels en personeelsformatie".
Art.2. Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
"Art. 9. Voor de niveaus I en II+ beslist de Regering over de vacantverklaring van betrekkingen, de toelatingen tot de stage en de benoemingen. Voor de andere niveaus wordt de beslissing genomen door de Minister bevoegd voor Openbaar Ambt. Wat de niveaus III en IV betreft, kan hij die bevoegdheden geheel of gedeeltelijk overdragen aan de secretaris-generaal of aan diens plaatsvervanger die beslist na overleg met de directieraad."
Art.3. Vóór artikel 10 van hetzelfde besluit wordt een nieuwe afdeling ingevoegd met het volgende opschrift : "Afdeling 2. - Organisatie".
Art.4. Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
"Art. 10. De secretaris-generaal leidt het Ministerie en houdt toezicht op de uitvoering van de beslissingen van de Regering.
De secretaris-generaal is de hiërarchische meerdere van alle personeelsleden van het Ministerie en heeft algemene beslissingsbevoegdheid.
De Regering wijst voor een verlengbare termijn van vijf jaar plaatsvervangende secretarissen-generaal aan onder de ambtenaren met een graad behorend tot rang I.B die een positieve evaluatie hebben gekregen. De plaatsvervangende secretarissen-generaal vervullen bij wege van delegatie leidinggevende taken voor het hele Ministerie en krijgen de nodige bevoegdheden. In het kader van de aan hen gedelegeerde taken hebben ze beslissingsbevoegdheid ten aanzien van de personeelsleden van het Ministerie.
De specifieke beslissingsbevoegdheden van de secretaris-generaal waarin dit besluit voorziet, kunnen aan een plaatsvervangende secretaris-generaal worden gedelegeerd."
Art.5. In hetzelfde besluit wordt een artikel 10.1 ingevoegd, luidende :
"Art. 10.1. De aanwijzing van de plaatsvervangende secretarissen-generaal geschiedt op de voordracht van de secretaris-generaal, nadat een oproep tot de gegadigden is gedaan waarin het vereiste profiel is bekendgemaakt en de secretaris-generaal aansluitend de geschiktheid en de vaardigheden van alle in aanmerking komende gegadigden voor de leidinggevende taken heeft vergeleken.
Op de voordracht van de secretaris-generaal die de betrokkene vooraf gehoord heeft, kan de Regering de aanwijzing van een plaatsvervangende secretaris-generaal op grond van ernstige tekortkomingen voortijdig beëindigen."
Art.6. In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° § 1 wordt vervangen als volgt : " § 1. De directieraad van het Ministerie telt minstens drie leden en bestaat uit de secretaris-generaal en de plaatsvervangende secretarissen-generaal. De secretaris-generaal bekleedt het voorzitterschap. Wanneer hij afwezig is, kan hij zich laten vertegenwoordigen door een ander lid van de directieraad voor de uitoefening van het voorzitterschap."
2° § 2 wordt vervangen als volgt : " § 2. De directieraad van het Ministerie zorgt voor een gecoördineerde leiding van het Ministerie en zorgt, binnen de door de Regering gestelde perken, voor de strategische oriëntatie van het Ministerie. Hij vergemakkelijkt de uitwisseling van informatie en de coördinatie tussen de diensten van het Ministerie.
Hij brengt een voorafgaand en met redenen omkleed advies uit over nieuwe rechtspositionele bepalingen, alsook over algemene maatregelen die betrekking hebben op de organisatie van het Ministerie en de toepassing van het statuut van de personeelsleden van het Ministerie. Hij kan de Regering of een Minister uit eigen beweging een advies over een algemeen administratief probleem bezorgen. Bovendien beschikt hij over de bevoegdheden waarin dit statuut of andere reglementaire teksten voorzien."
3° In § 3 wordt het eerste lid opgeheven.
Art.7. In hetzelfde besluit wordt een artikel 11.1 ingevoegd, luidende :
"Art. 11.1. De Regering deelt alle werkterreinen van het Ministerie in bij een departement; elk departement wordt qua werkwijze en qua personeel geleid door een departementshoofd dat de nodige bevoegdheden krijgt. De departementshoofden hebben beslissingsbevoegdheid ten aanzien van hun medewerkers. De departementen ressorteren rechtstreeks onder de Minister die bevoegd is voor de betrokken aangelegenheden."
Art.8. In hetzelfde besluit wordt een artikel 11.2 ingevoegd, luidende :
"Art. 11.2. De Regering wijst voor een verlengbare termijn van vijf jaar departementshoofden aan onder de benoemde, contractuele of door het onderwijs met een opdracht voor het Ministerie belaste personeelsleden die een positieve evaluatie hebben gekregen.
De aanwijzing geschiedt op de voordracht van de directieraad nadat de voorzitter van de directieraad een oproep tot de gegadigden heeft gedaan waarin het vereiste profiel is bekendgemaakt en nadat de directieraad aansluitend de geschiktheid en de vaardigheden van alle in aanmerking komende gegadigden voor de leidinggevende taken heeft vergeleken.
Op de voordracht van de directieraad, die de betrokkene vooraf gehoord heeft, kan de Regering de aanwijzing van een departementshoofd op grond van ernstige tekortkomingen voortijdig beëindigen."
Art.9. In artikel 14 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 19 oktober 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het tweede lid wordt vervangen als volgt : "De programma's van de vergelijkende examens worden vastgesteld door de secretaris-generaal van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap of door diens plaatsvervanger, na overleg met de afgevaardigd bestuurder van Selor en na overleg met de directieraad, in samenspraak met het hoofd van het departement waarvoor de aanwerving bestemd is."
2° het derde lid wordt vervangen als volgt : "De secretaris-generaal of plaatsvervangende secretaris-generaal beslist na overleg met de directieraad of een wervingsreserve wordt aangelegd en bepaalt in voorkomend geval de geldigheidsduur ervan. Deze geldigheidsduur kan slechts één keer volgens dezelfde procedure worden verlengd. De geslaagden die gerangschikt werden, worden op de hoogte gebracht van de verlenging."
Art.10. Artikel 15, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 19 oktober 2006, wordt gewijzigd als volgt :
" § 1. Er kunnen bijzondere wervingsvoorwaarden worden opgelegd wanneer dit voor het te bekleden ambt noodzakelijk is. Ze worden bepaald door de Regering, na overleg met de afgevaardigd bestuurder van Selor en na overleg met de directieraad, in samenspraak met het hoofd van het departement waarvoor de aanwerving bestemd is."
Art.11. In artikel 23 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen als volgt :
"De stage wordt verricht in het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap, onder toezicht van het hoofd van het departement waar de stage plaatsvindt."
Art.12. In artikel 24 van hetzelfde besluit wordt vóór het eerste lid een lid ingevoegd, luidende :
"De secretaris-generaal of plaatsvervangende secretaris-generaal neemt maatregelen om de stagiairs te integreren en de stagiairs of ambtenaren op te leiden."
Art.13. Artikel 26 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
"Het hoofd van het departement waar de stage verricht wordt, maakt na elke maand en op het einde van de stage een stageverslag op. De stagiair moet dit verslag onmiddellijk voor gezien tekenen. Hij krijgt een afschrift ervan."
Art.14. In artikel 27 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : in de eerste zin wordt het woord "evaluatie" vervangen door het woord "inschatting" en worden de woorden "aanleg voor rendement" vervangen door het woord "inzet".
Art.15. Artikel 28 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "Binnen tien werkdagen nadat de stagiair een verslag voor gezien heeft getekend, voegt hij eventueel zijn advies toe. Dat advies wordt tegelijk aan het departementshoofd dat de evaluatie toekent en aan de secretaris-generaal of plaatsvervangende secretaris-generaal toegezonden."
Art.16. Artikel 29 wordt gewijzigd als volgt : "Binnen twintig werkdagen na afloop van de stage deelt het departementshoofd dat de evaluatie toekent zijn verslagen en het eindverslag, samen met zijn aanbeveling voor de directieraad, mee aan de secretaris-generaal of aan diens plaatsvervanger."
Art.17. In artikel 32, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 27 april 2000, worden de woorden "De Secretaris-generaal" vervangen door de woorden "De secretaris-generaal, diens plaatsvervanger".
Art.18. In artikel 38, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 5 juli 2007, wordt het tweede lid vervangen als volgt :
"Het stageverslag is ingedeeld op basis van de evaluatiecriteria. De secretaris-generaal of plaatsvervangende secretaris-generaal bepaalt de nadere vorm van het verslag."
Art.19. Artikel 39 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Regering van 5 juli 2007, wordt gewijzigd als volgt :
"Art. 39. § 1 - De onmiddellijke hiërarchische meerdere nodigt de ambtenaar uit tot een gesprek ten einde voor de evaluatie relevante gegevens te verkrijgen en de evaluatie voor te bereiden. De evaluatiecriteria vermeld in artikel 38, § 2, dienen als basis.
Na het gesprek stelt de onmiddellijke hiërarchische meerdere een verslag op. Dit verslag wordt ter kennis gebracht van de ambtenaar die eventueel zijn opmerkingen eraan toevoegt. De secretaris-generaal of plaatsvervangende secretaris-generaal bepaalt de nadere vorm van het verslag.
De directieraad wijst de onmiddellijke hiërarchische meerderen aan van wie de naam vooraf is meegedeeld door de secretaris-generaal of plaatsvervangende secretaris-generaal. Hierbij kan het gaan om ambtenaren, contractuele personeelsleden en personeelsleden die door het onderwijs met een opdracht voor het Ministerie zijn belast.
§ 2 - De secretaris-generaal of plaatsvervangende secretaris-generaal verricht de evaluatie nadat hij bovenvermeld verslag heeft gelezen en een gesprek met de ambtenaar heeft gehad."
Art.20. Artikel 41, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Regering van 5 juli 2007, wordt vervangen als volgt :
" § 1. In afwijking van artikel 39 evalueert de secretaris-generaal het departementshoofd op basis van een verslag van zijn bevoegde plaatsvervanger en na het gesprek bepaald in artikel 39, § 1, eerste lid.
Voor de andere ambtenaren die rechtstreeks onder de secretaris-generaal of plaatsvervangende secretaris-generaal ressorteren, verricht de secretaris-generaal of plaatsvervangende secretaris-generaal de evaluatie telkens zonder verslag en zonder ander gesprek dan het gesprek bepaald in artikel 39, § 1, eerste lid."
Art.21. Artikel 62, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
"De overgang naar een hoger niveau is onderworpen aan het slagen voor een vergelijkend overgangsexamen, georganiseerd door de afgevaardigd bestuurder van Selor en waarvan de organisatie telkens door de directieraad besloten wordt. Het examenprogramma wordt bepaald door de secretaris-generaal of plaatsvervangende secretaris-generaal, na overleg met de afgevaardigd bestuurder van Selor en na overleg met de directieraad."
Art.22. In artikel 69, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "van het personeel" vervangen door de woorden "van de personeelsleden".
Art.23. In artikel 87.1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 5 juli 2007, worden na de woorden "de secretaris-generaal" de woorden "of plaatsvervangende secretaris-generaal" ingevoegd.
Art.24. In artikel 87.2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 5 juli 2007, wordt § 1 vervangen als volgt :
" § 1. Op advies van de directieraad kan de secretaris-generaal of plaatsvervangende secretaris-generaal een toelage toekennen aan een personeelslid dat managements- of stafopdrachten binnen een bepaald werkterrein vervult.
Onder personeelslid verstaat men een contractueel personeelslid, een personeelslid op proef, een ambtenaar van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap of een personeelslid dat door het onderwijs belast is met een opdracht voor het Ministerie.
De departementshoofden ontvangen de toelage voor managements- of stafopdrachten van rechtswege.
In afwijking van het eerste lid kan alleen de minister bevoegd voor Personeel die toelage toekennen aan de leden van de directieraad."
Art.25. In art. 87.3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 5 juli 2007, wordt het tweede lid vervangen door de twee volgende leden :
"In afwijking van het eerste lid schrapt de secretaris-generaal of plaatsvervangende secretaris-generaal, op advies van de directieraad, vroegtijdig de toelage als het personeelslid geen departementshoofd meer is of geen managements- of stafopdrachten meer vervult.
In afwijking van het eerste lid schrapt de minister bevoegd voor Personeel vroegtijdig de toelage als het personeelslid geen lid meer is van de directieraad of geen managements- of stafopdrachten meer vervult."
Art.26. In artikel 89 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 2 worden na de woorden "de secretaris-generaal" de woorden "of plaatsvervangende secretaris-generaal" ingevoegd;
2° in § 3, tweede lid, worden na de woorden "De secretaris-generaal" de woorden "of plaatsvervangende secretaris-generaal" ingevoegd.
Art.27. In artikel 91 van hetzelfde besluit worden na de woorden "De secretaris-generaal" de woorden "of plaatsvervangende secretaris-generaal" ingevoegd.
Art.28. Artikel 104 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
"Art. 104. Behoudens andersluidende bepalingen worden de verloven, dienstvrijstellingen en overige afwezigheden toegekend door de secretaris-generaal of diens plaatsvervanger of door een door hem aangewezen vertegenwoordiger.
In elk geval worden de verloven, dienstvrijstellingen en overige afwezigheden voor de departementshoofden toegekend door de secretaris-generaal of diens plaatsvervanger of door een door hem aangewezen vertegenwoordiger."
Art.29. In artikel 105 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen als volgt :
"Het jaarlijks vakantieverlof wordt door het departementshoofd toegekend. Zo nodig kan het departementshoofd een ander personeelslid van zijn departement met de toekenning van het verlof belasten."
Art.30. In artikel 117 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het tweede lid worden na de woorden "bij de secretaris-generaal" de woorden "of plaatsvervangende secretaris-generaal" ingevoegd;
2° het derde lid wordt vervangen als volgt : "De beslissing wordt genomen door de secretaris-generaal of plaatsvervangende secretaris-generaal, na overleg met het betrokken departementshoofd."
Art.31. In artikel 120 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden na de woorden "bij de secretaris-generaal" de woorden "of plaatsvervangende secretaris-generaal" ingevoegd en wordt het woord "afdelingshoofd" vervangen door het woord "departementshoofd";
2° in het tweede lid worden na de woorden "de secretaris-generaal" de woorden "of plaatsvervangende secretaris-generaal" ingevoegd.
Art.32. In artikel 121 van hetzelfde besluit wordt het woord "afdelingshoofd" vervangen door het woord "departementshoofd".
Art.33. In artikel 125.1, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 19 oktober 2006, worden de woorden "Secretaris-generaal" vervangen door de woorden "secretaris-generaal of plaatsvervangende secretaris-generaal".
Art.34. In artikel 126, tweede lid, van hetzelfde besluit worden na de woorden "secretaris-generaal" de woorden "of plaatsvervangende secretaris-generaal" ingevoegd.
Art.35. In artikel 132 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 2, tweede lid, worden na de woorden "de secretaris-generaal" de woorden "of plaatsvervangende secretaris-generaal" ingevoegd;
2° in § 3, tweede lid, worden na de woorden "de secretaris-generaal" de woorden "of plaatsvervangende secretaris-generaal" ingevoegd.
Art.36. In artikel 137 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het tweede lid wordt het woord "afdelingshoofd" vervangen door het woord "departementshoofd";
2° in het derde lid worden na de woorden "aan de secretaris-generaal" de woorden "of plaatsvervangende secretaris-generaal" ingevoegd en wordt het woord "afdelingshoofd" vervangen door het woord "departementshoofd".
Art.37. In artikel 139, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "afdelingshoofd" vervangen door het woord "departementshoofd".
Art.38. In artikel 154, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "dan wordt er de minister bevoegd inzake Personeel of de daartoe gemachtigde secretaris-generaal van verwittigd" vervangen door de woorden "dan wordt de minister bevoegd voor Personeel of de daartoe gemachtigde secretaris-generaal of plaatsvervangende secretaris-generaal daarvan op de hoogte gebracht".
Art.39. Artikel 155, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "De ambtenaar-controleur brengt de minister bevoegd voor Personeel of de daartoe gemachtigde secretaris-generaal of plaatsvervangende secretaris-generaal daarvan op de hoogte".
Art.40. In artikel 158 van hetzelfde besluit wordt de tweede zin vervangen als volgt : "De verplichting om een opleiding of voortgezette opleiding te volgen, wordt opgelegd door de secretaris-generaal of plaatsvervangende secretaris-generaal of door het departementshoofd."
Art.41. In artikel 159, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "afdelingshoofd" vervangen door het woord "departementshoofd".
Art.42. In artikel 160 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid wordt vervangen als volgt : "Het departementshoofd beslist over de aanvraag van de ambtenaar binnen tien werkdagen en deelt zijn beslissing schriftelijk mee aan de ambtenaar en aan de secretaris-generaal of plaatsvervangende secretaris-generaal."
2° het derde lid wordt vervangen als volgt : "De betrokken ambtenaar heeft het recht om beroep in te stellen bij de secretaris-generaal of plaatsvervangende secretaris-generaal die dan de definitieve beslissing neemt. De secretaris-generaal of plaatsvervangende secretaris-generaal informeert de directieraad over de beroepen."
Art.43. In artikel 162, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "afdelingshoofd" vervangen door het woord "departementshoofd".
Art.44. Artikel 168 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
"Art. 168. Het opleidingsverlof wordt door de secretaris-generaal of plaatsvervangende secretaris-generaal na overleg met de directieraad toegekend. De beslissing bepaalt het aantal uren verlof voor de betrokken periode.
Ten minste twee maanden vóór het begin van het gewenste verlof dient de ambtenaar zijn met redenen omkleed verzoek langs hiërarchische weg bij de secretaris-generaal of plaatsvervangende secretaris-generaal in. Het bevoegde departementshoofd voegt er zijn advies bij. Bij de aanvraag wordt een studiebeschrijving en een lijst met de voorziene afwezigheidsperiodes gevoegd."
Art.45. In artikel 169 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 3 worden na de woorden "de secretaris-generaal" de woorden "of plaatsvervangende secretaris-generaal" ingevoegd;
2° in § 5 worden na de woorden "de secretaris-generaal" de woorden "of plaatsvervangende secretaris-generaal" ingevoegd.
Art.46. In artikel 170, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "afelingshoofd" vervangen door het woord "departementshoofd".
Art.47. In artikel 171, eerste lid, van hetzelfde besluit worden na de woorden "de secretaris-generaal" de woorden "of plaatsvervangende secretaris-generaal" ingevoegd.
Art.48. In artikel 172, eerste lid, van hetzelfde besluit worden na de woorden "de secretaris-generaal" de woorden "of plaatsvervangende secretaris-generaal" ingevoegd.
Art.49. In artikel 173 van hetzelfde besluit worden na de woorden "de secretaris-generaal" de woorden "of plaatsvervangende secretaris-generaal" ingevoegd en wordt het woord "afdelingshoofd" vervangen door het woord "departementshoofd".
Art.50. In artikel 174 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Regering van 13 maart 2008, worden de woorden "het afdelingshoofd" vervangen door de woorden "de secretaris-generaal of plaatsvervangende secretaris-generaal".
Art.51. In artikel 175 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen als volgt : "De Minister bevoegd voor Personeel neemt een beslissing na het advies van het betrokken departementshoofd en van de secretaris-generaal of plaatsvervangende secretaris-generaal te hebben ingewonnen en deelt die beslissing schriftelijk mee aan de ambtenaar."
Art.52. In artikel 187, §§ 2 en 3, van hetzelfde besluit wordt het woord "afdelingshoofd" vervangen door het woord "departementshoofd".
Art.53. In artikel 199, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "Tuchtstraffen betreffende een afdelingshoofd of secretaris-generaal" vervangen door de woorden "Tuchtstraffen die betrekking hebben op een lid van de directieraad".
Art.54. In artikel 201 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen als volgt :
"Het voorstel dat ertoe strekt een tuchtstraf op te leggen wordt door het bevoegde departementshoofd gedaan. Betreft het voorstel een departementshoofd, dan wordt het door de secretaris-generaal of plaatsvervangende secretaris-generaal gedaan; betreft het voorstel een lid van de directieraad, dan wordt het door de minister bevoegd voor Personeel gedaan."
Art.55. In artikel 217, eerste lid, van hetzelfde besluit worden na de woorden "de secretaris-generaal" de woorden "of plaatsvervangende secretaris-generaal" ingevoegd.
Art.56. In artikel 221 van hetzelfde besluit worden na de woorden "de secretaris-generaal" de woorden "of plaatsvervangende secretaris-generaal" ingevoegd en worden de woorden "artikel 4 tweede lid" vervangen door de woorden "artikel 24, eerste lid".
Art.57. De bestuursdirecteurs die op het ogenblik van inwerkingtreding van dit besluit lid van de directieraad zijn en tot dat ogenblik een afdeling van het Ministerie hebben geleid, worden vanaf de inwerkingtreding van dit besluit voor vijf jaar aangewezen als plaatsvervangende secretaris-generaal.
Art.58. Medewerkers die op het ogenblik van inwerkingtreding van dit besluit een departement van het Ministerie leiden en de toelage voor managements- of stafopdrachten ontvangen die wordt toegekend met toepassing van artikel 87.2 van het besluit van de Regering van 27 december 1996 houdende organisatie van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren, worden vanaf de inwerkingtreding van dit besluit voor vijf jaar aangewezen als departementshoofd.
Art.59. Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2013.
Art. 60. De Minister-President, bevoegd voor Personeel, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 17 januari 2013.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap :
De Minister-President, Minister van Lokale Besturen,
Karl-Heinz LAMBERTZ