Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

24 JANUARI 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen



Inhoudstafel:


Art. 1-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2003012302 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 1, 9°, van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 januari 2004, worden de woorden "leerovereenkomst of stageovereenkomst" vervangen door het woord "overeenkomst".

Art.2. In artikel 2, van hetzelfde besluit, vervangen door het koninklijk besluit van 21 januari 2004 en laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 mei 2012, worden volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in 2° wordt i) vervangen als volgt :
  " i) 'beta' = de vaste multiplicatiefactor bedoeld in artikelen 332 en 337 van de programmawet van 24 december 2002.
  Als mu(glob) groter is dan of gelijk aan 0,80 dan is beta gelijk aan 1/mu(glob).
  Voor de structurele vermindering zoals bedoeld in Titel II van dit besluit geldt het volgende :
  - als mu(glob) kleiner is dan 0,55 dan is beta gelijk aan 1,18;
  - als mu(glob) groter is dan of gelijk aan 0,55 en kleiner dan 0,80 dan is beta gelijk aan 1,18 + ((mu(glob) - 0,55) * 0,28).
  Voor de doelgroepvermindering zoals bedoeld in Titel III van dit besluit geldt het volgende :
  - als mu(glob) kleiner is dan 0,55 dan is beta gelijk aan 1;
  - als mu(glob) groter is dan of gelijk aan 0,55 en kleiner dan 0,80 dan is beta gelijk aan 1 + (mu(glob) - 0,55).
  Indien 'mu'(glob) kleiner is dan 0,275, dan wordt beta van elke tewerkstelling beschouwd als zijnde gelijk aan nul zowel voor de structurele vermindering als voor de doelgroepvermindering, behalve :
  - voor de tewerkstellingen van een werknemer behorende tot categorie 3 zoals bedoeld in artikel 330 van de programmawet van 24 december 2002;
  - vanaf 1 april 2004, voor de voltijdse tewerkstellingen;
  - vanaf 1 april 2004, voor de deeltijdse tewerkstellingen waarvan de contractueel gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van de werknemer ten minste de helft bedraagt van de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van de maatpersoon. Het gaat hierbij telkens om de arbeidsduur zoals deze in de trimestriële aangifte aan de instelling die belast is met de inning van de sociale zekerheidsbijdragen wordt aangegeven;
  - voor wat de structurele vermindering betreft, vanaf 1 april 2007, voor de tewerkstellingen van een werknemer bij een werkgever die onder het Paritair Comité voor het hotelbedrijf ressorteren.
  Beta wordt nooit afgerond. ";
  2° in 3° wordt in het laatste lid van d) het getal 6.878,46 vervangen door het getal 7.225,00.
  3° in 3° wordt d) aangevuld met de twee volgende leden :
  " Vanaf het 1ste kwartaal van 2013 is S0 gelijk aan 5.900,00 EUR voor de tewerkstellingen als werknemer volgens categorie 1 zoals bedoeld in artikel 330 van de programmawet van 24 december 2002.
  Vanaf het 1ste kwartaal van 2013 is S0 gelijk aan 6.150,00 EUR voor de tewerkstellingen als werknemer volgens categorie 2 zoals bedoeld in artikel 330 van de programmawet van 24 december 2002. ";
  4° eveneens in 3° wordt dbis), laatste lid, opgeheven;
  5° in 4° wordt een csepties) ingevoegd, luidende :
  " csepties) G8 = het forfaitair bedrag bedoeld in artikel 336 van de programmawet van 24 december 2002. ";
  6° in 4° wordt een cocties) ingevoegd, luidende :
  " cocties) G9 = het forfaitair bedrag bedoeld in artikel 336 van de programmawet van 24 december 2002. ";
  7° in 4°, wordt g) vervangen als volgt :
  " g) G = het hoogste forfaitair bedrag als doelgroepvermindering waarop een werknemer recht geeft afhankelijk van de voorwaarden waaraan hij voldoet. G is gelijk aan G1, G2, G3, G4, G5, G6, G8 of G9 zoals bepaald in afdeling 3 van hoofdstuk 7 van titel IV van de wet van 24 december 2002. "
  8° in 4°, wordt i) vervangen als volgt :
  " i) Pg = de uiteindelijk toegestane doelgroepvermindering, per kwartaal, afhankelijk van de prestatiebreuk 'mu' van de tewerkstelling. Pg mag nooit groter zijn dan G. "

Art.3. In artikel 3, 2°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 januari 2004, wordt de formule :
  "Ps = R x 'Mu' x (1/'beta')"
  vervangen door de formule :
  "Ps = R x mu x beta".

Art.4. In artikel 4 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 juni 2007 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 februari 2010, worden volgende wijzigingen aangebracht :
  Artikel 4, § 1 wordt vervangen als volgt :
  " Het bedrag van de doelgroepvermindering wordt als volgt berekend :
  Pg = G * mu * beta.
  Pg wordt tot op de cent afgerond, waarbij 0,005 EUR wordt afgerond op 0,01 EUR. "
  2° de paragrafen 2, 3, 4 en 5 worden opgeheven.

Art.5. Artikel 6 van hetzelfde besluit, vervangen door het koninklijk besluit van 29 juni 2007, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 6. De doelgroepvermindering bedoeld in artikel 339 van de programmawet van 24 december 2002 kan worden toegekend ten belope van het forfaitaire bedrag G2 voor de werknemers die op de laatste dag van het kwartaal minstens de leeftijd van 54 jaar hebben, ten belope van het forfaitaire bedrag G1 voor de werknemers die op de laatste dag van het kwartaal minstens de leeftijd van 58 jaar hebben, ten belope van het forfaitaire bedrag G8 voor de werknemers die op de laatste dag van het kwartaal minstens de leeftijd van 62 jaar hebben en ten belope van het forfaitaire bedrag G9 voor de werknemers die op de laatste dag van het kwartaal minstens de leeftijd van 65 jaar hebben. "

Art.6. In artikel 18 van hetzelfde besluit, vervangen door het koninklijk besluit van 29 maart 2006 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 3 februari 2010 en 2 april 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid worden de woorden", voor zover het refertekwartaalloon maximaal 9.000 EUR bedraagt" toegevoegd na de woorden "op de volgende wijze toegekend";
  2° in het eerste lid, 2° worden de woorden "een forfaitair bedrag G1 tijdens het kwartaal van indienstneming en de zeven daarop volgende kwartalen en een forfaitair bedrag G2 gedurende de resterende kwartalen" vervangen door de woorden "een forfaitair bedrag G8 tijdens het kwartaal van indienstneming en de zeven daarop volgende kwartalen en een forfaitair bedrag G2 gedurende de vier daarop volgende kwartalen";
  3° in het eerste lid, 3° worden de woorden "een forfaitair bedrag G1 tijdens het kwartaal van indienstneming en de vijftien daarop volgende kwartalen en een forfaitair bedrag G2 gedurende de resterende kwartalen" vervangen door de woorden
  "een forfaitair bedrag G8 tijdens het kwartaal van indienstneming en de elf daarop volgende kwartalen en een forfaitair bedrag G2 gedurende de vier daarop volgende kwartalen";
  4° in het eerste lid wordt een 3°bis ingevoegd dat luidt als volgt :
  " 3°bis voor de tewerkstelling van een jongere een forfaitair bedrag G1 tijdens het kwartaal van indienstneming en de drie daarop volgende kwartalen en een forfaitair bedrag G2 gedurende de acht daarop volgende kwartalen dat de jongere wordt tewerkgesteld bij dezelfde werkgever, voor zover de aangeworven jongere tegelijk aan de volgende voorwaarden voldoet :
  a) hij is op de dag van indienstneming minder dan zesentwintig jaar;
  b) hij is een middengeschoolde jongere zoals bedoeld in artikel 24, 3°, van de wet van 24 december 1999;
  c) hij is werkzoekende op de dag van de indienstneming, behalve indien het een persoon betreft zoals bedoeld in artikel 23, § 1bis, 2de lid van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid;
  d) hij is werkzoekende geweest gedurende minstens 156 dagen, gerekend in het zesdagenstelsel, in de maand van indienstneming en de 9 kalendermaanden voorafgaand aan het moment van indienstneming, behalve indien het een persoon betreft zoals bedoeld in artikel 23, § 1bis, 2de lid van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid;
  5° in het eerste lid, 4° worden de woorden "een forfaitair bedrag G1 tijdens het kwartaal van indienstneming en de vijftien daarop volgende kwartalen en een forfaitair bedrag G2 gedurende de resterende kwartalen" vervangen door de woorden
  "een forfaitair bedrag G8 tijdens het kwartaal van indienstneming en de elf daarop volgende kwartalen en een forfaitair bedrag G2 gedurende de vier daarop volgende kwartalen";
  6° het laatste lid wordt vervangen als volgt :
  " Indien het kwartaal van indienstneming zich voorafgaand aan het 1ste kwartaal 2013 situeert, zijn de bepalingen van het eerste lid, 2°, 3° en 4° van toepassing zoals ze golden voorafgaand aan 1 januari 2013. "

Art.7. Het artikel 19 van hetzelfde besluit, vervangen door het koninklijk besluit van 20 juli 2006, wordt opgeheven.

Art.8. In artikel 20 van hetzelfde besluit, vervangen door het koninklijk besluit van 21 januari 2004 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 maart 2006 en 2 april 2010, worden volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 1 worden de woorden ", 3°bis" ingevoegd tussen de woorden "3°" en "en 4°,";
  2° in § 1 wordt tussen het derde en het vierde lid een lid ingevoegd, luidende :
  " De doelgroepvermindering bedoeld in artikel 18, eerste lid, 3°bis, wordt enkel toegekend indien de werkkaart bedoeld in artikel 13 van het koninklijk besluit van 19 december 2001 attesteert dat de betrokken jongere voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 18, eerste lid, 3°bis, op de dag van indienstneming. ";
  3° in § 2 wordt het woord "startbaankaarten" vervangen door het woord "werkkaarten";
  4° in § 3 worden de woorden ", 3°bis" ingevoegd tussen de woorden "3°" en "en 4°,".;
  5° in § 4 worden telkens de woorden ", 3°bis" ingevoegd tussen de woorden "3°" en "en 4°,".

Art.9. In artikel 20/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 3 februari 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het eerste lid wordt vervangen als volgt :
  " Onder de voorwaarden van dit hoofdstuk kan een doelgroepvermindering voor mentors toegekend worden in de vorm van een forfaitair bedrag G9. ";
  2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende :
  " De toepassing van artikel 347bis van de programmawet (I) van 24 december 2002 en van dit hoofdstuk wordt uitgebreid tot de werkzoekenden die een instapstage doorlopen zoals bedoeld in artikel 36quater van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering. "

Art.10. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2013, met uitzondering van artikel 2, 5° dat uitwerking heeft met ingang van 1 oktober 2012.

Art. 11. De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Werk zijn, ieder wat haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

  Gegeven te Brussel, 24 januari 2013.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Sociale Zaken,
  Mevr. L. ONKELINX
  De Minister van Werk,
  Mevr. M. DE CONINCK