22 JANUARI 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 70, 111, 114, 127, 129bis en 129ter van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, tot intrekking van artikel 4 van het koninklijk besluit van 6 september 2012 tot wijziging van de artikelen 53, 56, 58, 70, 133 en 151 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 november 2012 tot wijziging van de artikelen 59bis en 89 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en tot wijziging van artikel 10 van het koninklijk besluit van 4 juli 2004 houdende de wijziging van de werkloosheidsreglementering ten aanzien van volledig werklozen die actief moeten zoeken naar werk
Art. 1-10
Artikel 1. Artikel 4 van het koninklijk besluit van 6 september 2012 tot wijziging van de artikelen 53, 56, 58, 70, 133 en 151 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering wordt ingetrokken.
Art.2. In artikel 70 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 november 1995, 4 juli 2004 en 14 februari 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° § 2, derde lid, wordt opgeheven;
2° er wordt een § 2bis ingevoegd, luidend als volgt :
" § 2bis. In afwachting van de beslissingen, bedoeld in de paragrafen 1 en 2, beveelt de directeur de schorsing van de uitbetaling vanaf :
1° de in §§ 1 of 2 bedoelde dag, indien de kennisgeving aan de uitbetalingsinstelling gelegen is in de loop van de maand waarin deze dag gelegen is en vóór de derde werkdag die voorafgaat aan "de theoretische betaaldatum";
2° de eerste dag van de maand die volgt op de kennisgeving aan de uitbetalingsinstelling, indien deze kennisgeving zich situeert tijdens de laatste drie werkdagen die voorafgaan aan "de theoretische betaaldatum";
3° de eerste dag van de maand van de kennisgeving aan de uitbetalingsinstelling, indien deze kennisgeving gelegen is buiten de maand waarin de in §§ 1 of 2 bedoelde dag voorkwam en vóór de derde werkdag die voorafgaat aan "de theoretische betaaldatum".
Voor de toepassing van deze paragraaf geldt het volgende :
- de termijn van drie werkdagen omvat alle dagen behalve de zaterdagen, zondagen, feestdagen en hun vervangingsdagen;
- "de theoretische betaaldatum" is de eerste kalenderdag van de maand die volgt op de maand van de kennisgeving van de beslissing. In voorkomend geval wordt deze dag vervangen door de dag waarop de vervroegde betaling is toegelaten in toepassing van artikel 161, vierde lid."
Art.3. In artikel 111 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 juli 2012, wordt het vierde lid opgeheven.
Art.4. Artikel 114, § 4, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 juli 2012 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 oktober 2012, wordt aangevuld met het volgende lid :
"Voor de toepassing van het voorgaande lid wordt de persoon bedoeld in artikel 110, § 1, tweede lid, met de echtgeno(o)t(e) gelijkgesteld".
Art.5. In artikel 127 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 juli 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, eerste lid, wordt respectievelijk in 3° en 6°, de datum van 1 juli 2012 vervangen door de datum van 1 september 2012;
2° in § 2 wordt respectievelijk in het 4° en 5°, de verwijzing naar § 1, 5° en naar § 1, 6° vervangen door een verwijzing naar § 1, 4° en naar § 1, 5°.
Art.6. In artikel 129bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 11 juni 2002 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 maart 2006, 19 mei 2009 en 20 december 2012 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) § 1, eerste lid, 1°, wordt opgeheven;
b) in § 1, eerste lid, 2°, a), wordt de leeftijd van "50 jaar" vervangen door de leeftijd van "55 jaar";
c) het wordt aangevuld met een § 5, luidende :
" § 5. Voor de toepassing van dit artikel geldt de leeftijdsvoorwaarde van 55 jaar, indien de aanvang van de arbeidsovereenkomst waarvoor de werkhervattingstoeslag gevraagd wordt gelegen is na 31 januari 2013, of indien de aanvang gelegen is voor 1 februari 2013, doch de toeslag wordt gevraagd voor een periode na 31 januari 2013.
In afwijking van het vorige lid kan, ten aanzien van de werknemer die de leeftijd van 55 jaar niet heeft bereikt, het recht op de werkhervattingstoeslag nochtans verlengd worden overeenkomstig § 3, indien de werknemer reeds gerechtigd was op de toeslag bedoeld in dit artikel vóór 1 februari 2013 en hij deze toeslag effectief heeft ontvangen."
Art.7. In artikel 129ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 maart 2006 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 19 mei 2009 en 20 december 2012 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) § 1, eerste lid, 1°, wordt opgeheven;
b) in § 1, eerste lid, 2°, a), wordt de leeftijd van "50 jaar" vervangen door de leeftijd van "55 jaar";
c) het wordt aangevuld met een § 5, luidende :
" § 5. Voor de toepassing van dit artikel geldt de leeftijdsvoorwaarde van 55 jaar indien de aanvang van de vestiging als zelfstandige waarvoor de werkhervattingstoeslag gevraagd wordt, gelegen is na 31 januari 2013, of indien de aanvang gelegen is vóór 1 februari 2013, doch de toeslag wordt gevraagd voor een periode na 31 januari 2013. In afwijking van het vorige lid kan, ten aanzien van de werknemer die de leeftijd van 55 jaar niet heeft bereikt, het recht op de werkhervattingstoeslag nochtans verlengd worden overeenkomstig § 3, indien de werknemer reeds gerechtigd was op de toeslag bedoeld in dit artikel vóór 1 februari 2013 en hij deze toeslag effectief heeft ontvangen".
Art.8. In het koninklijk besluit van 10 november 2012 tot wijziging van de artikelen 59bis en 89 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en tot wijziging van artikel 10 van het koninklijk besluit van 4 juli 2004 houdende de wijziging van de werkloosheidsreglementering ten aanzien van volledig werklozen die actief moeten zoeken naar werk, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° artikel 2, 3° wordt ingetrokken;
2° artikel 4 wordt aangevuld met het volgende lid :
"Artikel 1, 1°, geldt evenwel slechts ten aanzien van werklozen die na 31 januari 2013 een uitkeringsaanvraag als volledig werkloze indienen en ofwel voor het eerst toegelaten worden tot het recht op werkloosheidsuitkeringen ofwel een terugkeer naar de eerste vergoedingsperiode bekomen."
Art.9. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 november 2012, met uitzondering van artikel 8 dat uitwerking heeft op 1 januari 2013 en de artikelen 6 en 7 die in werking treden op 1 februari 2013.
Art. 10. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 januari 2013.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK