Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

5 JULI 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 mei 2002 tot instelling van de aanmoedigingspremies in de Vlaamse private sociale profitsector



Inhoudstafel:


Art. 1-13



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2002035925 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 mei 2002 tot instelling van de aanmoedigingspremies in de Vlaamse private sociale profitsector, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° punt 4° tot en met 7° worden vervangen door wat volgt :
  " 4° volledige loopbaanonderbreking : de onderbreking van de beroepsloopbaan, vermeld in artikel 100 tot en met 101bis van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, waarvoor een onderbrekingsuitkering wordt toegekend;
  5° gedeeltelijke loopbaanonderbreking : de vermindering van de arbeidsprestaties met de helft of een vijfde van het normale aantal uren van een voltijdse betrekking, vermeld in artikel 102 tot en met 103 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, waarvoor een onderbrekingsuitkering wordt toegekend;
  6° tijdskrediet : de volledige schorsing van de arbeidsprestaties of de vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, vermeld in artikel 3, 4 en 5 van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 77bis van 19 december 2001 en nr. 103 van 27 juni 2012, waarvoor een uitkering tijdskrediet wordt toegekend;
  7° landingsbaan : de vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking voor werknemers van vijftig jaar en ouder, vermeld in artikel 9 en 10 van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 77bis van 19 december 2001 en nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking ";
  2° punt 10° en 11° worden vervangen door wat volgt :
  " 10° opleiding :
  a) elke vorm van onderwijs en opleiding die georganiseerd, gefinancierd, gesubsidieerd of erkend wordt door de Vlaamse overheid, waarvan het programma minimaal 120 contacturen of 9 studiepunten op jaarbasis omvat;
  b) elke opleiding die georganiseerd wordt door een opleidingsverstrekker die erkend is krachtens het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003 betreffende de opleidings- en begeleidingscheques voor werknemers of het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008 tot toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen voor ondernemerschaps-bevorderende diensten, waarvan het programma minimaal 120 contacturen of 9 studiepunten op jaarbasis omvat;
  c) de opleidingen die georganiseerd, gesubsidieerd of erkend worden door de sectorale opleidingsfondsen, waarvan het programma minimaal 120 contacturen of 9 studiepunten op jaarbasis omvat; ";
  11° tweedekansonderwijs : onderwijs dat personen van achttien jaar of ouder de kans biedt om een diploma of getuigschrift van algemeen, beroeps- of technisch secundair onderwijs te behalen van een hogere graad dan de graad die de betrokkene al bezit. "
  3° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt :
  " De volgende verloven worden gelijkgesteld met het tijdskrediet, vermeld in het eerste lid, 6° :
  1° het ouderschapsverlof, vermeld in het koninklijk besluit van 29 oktober 1997 tot invoering van een recht op ouderschapsverlof in het kader van de onderbreking van de beroepsloopbaan;
  2° het verlof voor medische bijstand, vermeld in het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot invoering van een recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid;
  3° het verlof voor palliatieve zorgen, vermeld in artikel 100bis en 102bis van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen;
  4° de loopbaanonderbrekingen door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening die beslist zijn vóór 31 december 2001. ".

Art.2. In artikel 4, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden " een aanmoedigingspremie worden toegekend " vervangen door de woorden " een aanmoedigingspremie aanvullend bij de onderbrekingsuitkering worden toegekend ".

Art.3. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art.4. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
  " Art. 6. De werknemer die gedurende twaalf maanden voorafgaand aan de aanvang van het zorgkrediet tewerkgesteld is geweest in een arbeidsregeling die minimaal 75 % van de voltijdse arbeidsregeling bedraagt en zijn arbeidsprestaties volledig schorst, ontvangt per maand een aanmoedigingspremie van 421 euro bruto.
  De werknemer die gedurende twaalf maanden voorafgaand aan de aanvang van het zorgkrediet tewerkgesteld is geweest in een arbeidsregeling die minimaal 50 % van de voltijdse arbeidsregeling bedraagt en zijn arbeidsprestaties volledig schorst, ontvangt per maand een aanmoedigingspremie van 223 euro bruto.
  De werknemer die gedurende twaalf maanden voorafgaand aan de aanvang van het zorgkrediet tewerkgesteld is geweest in een arbeidsregeling die minimaal 75 % van de voltijdse arbeidsregeling bedraagt en zijn arbeidsprestaties vermindert tot een halftijdse betrekking, ontvangt per maand een aanmoedigingspremie van 223 euro bruto.
  De werknemer die gedurende twaalf maanden voorafgaand aan de aanvang van het zorgkrediet tewerkgesteld is geweest in een arbeidsregeling die minimaal 75 % van de voltijdse arbeidsregeling bedraagt en zijn arbeidsprestaties vermindert met 20 % van de voltijdse arbeidsregeling, ontvangt per maand een aanmoedigingspremie van 125 euro bruto.
  De werknemer die gedurende twaalf maanden voorafgaand aan de aanvang van het zorgkrediet tewerkgesteld is geweest in een deeltijdse arbeidsregeling van minimaal 20 % en minder dan 50 % van de voltijdse arbeidsregeling en zijn arbeidsprestaties volledig schorst, ontvangt per maand een aanmoedigingspremie van 125 euro bruto. "

Art.5. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art.6. Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
  " Art. 9. De werknemer die gedurende twaalf maanden voorafgaand aan de aanvang van het loopbaankrediet tewerkgesteld is geweest in een arbeidsregeling die minimaal 75 % van de voltijdse arbeidsregeling bedraagt en zijn arbeidsprestaties volledig schorst en die minder dan vijf jaar anciënniteit heeft in de instelling, ontvangt per maand een aanmoedigingspremie van 359,16 euro bruto.
  De werknemer die gedurende twaalf maanden voorafgaand aan de aanvang van het loopbaankrediet tewerkgesteld is geweest in een arbeidsregeling die minimaal 75 % van de voltijdse arbeidsregeling bedraagt en zijn arbeidsprestaties volledig schorst en die minimaal vijf jaar anciënniteit heeft in de instelling, ontvangt per maand een aanmoedigingspremie van 232,73 euro bruto.
  De werknemer die gedurende twaalf maanden voorafgaand aan de aanvang van het loopbaankrediet tewerkgesteld is geweest in een arbeidsregeling die minimaal 50 % van de voltijdse arbeidsregeling bedraagt en zijn arbeidsprestaties volledig schorst en die minder dan vijf jaar anciënniteit heeft in de instelling ontvangt per maand een aanmoedigingspremie van 192,09 euro bruto.
  De werknemer die gedurende twaalf maanden voorafgaand aan de aanvang van het loopbaankrediet tewerkgesteld is geweest in een arbeidsregeling die minimaal 50 % van de voltijdse arbeidsregeling bedraagt en zijn arbeidsprestaties volledig schorst en die minimaal vijf jaar anciënniteit heeft in de instelling, ontvangt per maand een aanmoedigingspremie van 124,50 euro bruto ".

Art.7. In artikel 10 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 2 opgeheven.

Art.8. Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art.9. Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art.10. Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
  " Art. 16 De werknemer die gedurende twaalf maanden voorafgaand aan de aanvang van het opleidingskrediet tewerkgesteld is geweest in een arbeidsregeling die minimaal 75 % van de voltijdse arbeidsregeling bedraagt en zijn arbeidsprestaties volledig schorst, ontvangt per maand een aanmoedigingspremie van 150 euro bruto.
  De werknemer die gedurende twaalf maanden voorafgaand aan de aanvang van het opleidingskrediet tewerkgesteld is geweest in een arbeidsregeling die minimaal 50 % van de voltijdse arbeidsregeling bedraagt en zijn arbeidsprestaties volledig schorst, ontvangt per maand een aanmoedigingspremie van 100 euro bruto.
  De werknemer die gedurende twaalf maanden voorafgaand aan de aanvang van het opleidingskrediet tewerkgesteld is geweest in een arbeidsregeling die minimaal 75 % van de voltijdse arbeidsregeling bedraagt en zijn arbeidsprestaties vermindert tot een halftijdse betrekking, ontvangt per maand een aanmoedigingspremie van 100 euro bruto.
  De werknemer die gedurende twaalf maanden voorafgaand aan de aanvang van het opleidingskrediet tewerkgesteld is geweest in een deeltijdse arbeidsregeling van minimaal 20 % en minder dan 50 % van de voltijdse arbeidsregeling en zijn arbeidsprestaties volledig schorst, ontvangt per maand een aanmoedigingspremie van 50 euro bruto. "

Art.11. In artikel 25, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008, wordt de zinsnede " , behoudens in het geval bedoeld in artikel 10, § 2 " opgeheven.

Art.12. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2013.

Art. 13. De Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

  Brussel, 5 juli 2013.
  De minister-president van de Vlaamse Regering,
  K. PEETERS
  De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport,
  Ph. MUYTERS