21 FEBRUARI 2013. - Besluit 2010/ 207 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 13 april 1995 houdende het statuut van de ambtenaren van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie
Art. 1-3
Artikel 1. Dit besluit regelt, in toepassing van artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid als bedoeld in de artikelen 127 en 128 van de Grondwet.
Art.2. In het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 13 april 1995 houdende het statuut van de ambtenaren van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, wordt er een deel XVIII toegevoegd, met de artikelen 279/1 tot 279/12, als volgt opgesteld :
" Deel XVIII. Over de integratie van gehandicapte personen
Art. 279/1. De diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie zijn ertoe gehouden om een aantal gehandicapte personen tewerk te stellen, vastgelegd op vijf procent van de arbeidsplaatsen die in het organieke kader voorzien zijn.
Deze doelstelling kan bereikt worden door middel van aanwerving of door de erkenning van ambtenaren waarvan de handicap in de loop van de loopbaan erkend is.
De dienst human resources stelt een lijst op van statutaire ambtenaren en stagiairs die zich als gehandicapte wensen aan te melden in de zin van artikel 279/2, teneinde van de bepalingen van dit deel te kunnen genieten.
Art. 279/2. De betrekkingen die voor gehandicapte personen bestemd zijn, kunnen bekleed worden door kandidaten die bij hun aanwerving of in de loop van hun loopbaan ten minste één van de volgende voorwaarden vervullen :
1° Als dusdanig ingeschreven zijn bij de Brusselse Franstalige Dienst voor Gehandicapte Personen, het Waals agentschap voor de integratie van personen met een handicap (A.W.I.P.H), het "Vlaams agentschap voor personen met een handicap" en/of de Vlaamse dienst voor Arbeidsbemiddeling (VDAB) of de " Dienstelle fûr Personen mit Behinderung ";
2° Een inkomsvervangende- of integratietegemoetkoming genieten krachtens de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkoming aan personen met een handicap;
3° In het bezit zijn van een attest afgeleverd door het Directoraat-Generaal Personen met een Handicap bij de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid voor de toekenning van sociale en fiscale voordelen;
4° Het slachtoffer geweest zijn van een arbeidsongeval of beroepsziekte en die het bewijs kan leveren dat men permanent voor ten minste 66 % arbeidsongeschikt is, met name aan de hand van een attest van het Fonds voor arbeidsongevallen, van het Fonds voor de beroepsziekten, dan wel van de geneeskundige dienst die bevoegd is in het kader van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector;
5° het slachtoffer van een ongeval van gemeen recht dat het bewijs kan voorleggen van een blijvende ongeschiktheid van ten minste 66 % naar aanleiding van een gerechtelijke beslissing;
6° Genieten van het recht op invaliditeitsvergoedingen zoals bepaald door de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994 voor werknemers in loondienst en door het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten.
Art. 279/3. Voor de vergelijkende wervingsexamens die door of op vraag van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie worden georganiseerd, wordt er overgegaan tot een behoorlijke aanpassing van de inrichting om de deelname van de gehandicapte persoon aan de verschillende proeven mogelijk te maken.
Voor elk vergelijkend wervingsexamen wordt, naast de algemene reserve bedoeld in titel II - Vergelijkende wervingsexamens, een specifieke reserve van geslaagde gehandicapte personen aangelegd. Deze personen worden er slechts in opgenomen op hun vraag en voor zover ze een attest hebben voorgelegd dat hen de hoedanigheid van gehandicapte persoon in de zin van artikel 279/2 verleent.
De gehandicapte personen opgenomen in de specifieke reserve bedoeld in het voorgaande lid behouden hun rangschikking zonder tijdsbeperking.
Onverminderd de bepalingen van voorgaand artikel, zijn de regels betreffende de in dit besluit bedoelde werving van toepassing op de selectie en werving van de gehandicapte personen.
Als het percentage dat bepaald is in artikel 279/1 niet bereikt is, wordt, bij de aanwerving, voorrang gegeven aan personen met een handicap die laureaat zijn.
Art. 279/4. Indien geen enkele specifieke lijst van gehandicapte personen kon aangelegd worden of indien geen enkele laureaat beantwoordt aan de kwalificaties, bekwaamheden en uitdagingen die bij een aanwerving voor een betrekking bepaald werden en indien het percentage van vijf procent bepaald in artikel 279/1 niet bereikt is, vraagt het Collegelid bevoegd voor openbaar ambt over te gaan tot de aanwerving van gehandicapte personen in de specifieke reserve samengesteld door de federale overheid en de andere gefedereerde entiteiten en omschrijft hij in zijn aanvraag de kwalificaties, bekwaamheden en uitdagingen in verband met deze betrekking. In dit geval worden één of meerdere aanvullende proeven volgens de regels bepaald in artikel 25 georganiseerd.
Art. 279/5. De verantwoordelijke voor de ontwikkeling van de beroepsbekwaamheid organiseert het onthaal, de opleiding en de integratie van de persoon met een handicap. Hiervoor gaat hij de samenwerking aan met de dienst voor Individuele Prestaties van het Directiebestuur van bijstand aan gehandicapten.
Art. 279/6. Wanneer een gehandicapte persoon kandidaat is voor een vergelijkend examen voor overgang naar het hoger niveau, worden dit vergelijkend examen en de voorbereidende opleidingen voor de promotie aan de beperkingen in verband met zijn handicap aangepast.
Wanneer een gehandicapte persoon deelneemt aan de opleiding vereist voor de promotie naar een graad van rangen 25 en 35, wordt de opleiding aan de beperkingen die verband houden met de handicap aangepast.
Art. 279/7. In geval van reaffectatie of mutatie is het advies van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer vereist om de bekwaamheid van de gehandicapte persoon voor het invullen van de nieuwe betrekking te controleren.
Art. 279/8. De administrateur-generaal stelt, tegen ten laatste 30 juni, een jaarverslag op betreffende de tewerkstelling van gehandicapte personen in de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie.
Het verslag wordt, gelijktijdig met het verslag van het begeleidingscomité bedoeld in artikel 279/9 aan het Collegelid belast met Openbaar Ambt en aan het Collegelid belast met het Beleid Bijstand aan Gehandicapte Personen meegedeeld. Het Collegelid belast met Openbaar Ambt licht er het College over in.
Art. 279/9. § 1. Er wordt een Begeleidingscomité binnen de diensten van het College opgericht.
Dit wordt samengesteld uit de Directeur van het bestuur van de Bijstand aan gehandicapten of zijn afgevaardigde, de Adviseur Diensthoofd van de dienst human resources of zijn afgevaardigde en de verantwoordelijke voor de ontwikkeling van de beroepsbekwaamheid of zijn afgevaardigde.
§ 2. Het begeleidingscomité stelt jaarlijks op basis van de gegevens afgeleverd door de personeelsdienst een verslag op, na de begeleidingsambtenaren bedoeld in artikel 279/10 gehoord te hebben.
Het begeleidingscomité maakt vervolgens zijn verslag aan de Administrateur-generaal over opdat deze het, gelijktijdig met het jaarverslag bedoeld in artikel 279/8, aan het Collegelid belast met Openbaar Ambt en aan het Collegelid bevoegd voor het Beleid Bijstand aan Gehandicapte Personen kan meedelen.
Art. 279/10. De Directieraad duidt, op basis van een functieprofiel en na kandidatenoproep, een of meerdere ambtenaren aan die met de begeleiding van de gehandicapte personen die het wensen belast zijn.
De naam en de hoedanigheid van de begeleidingsambtenaren worden bij hun aanstelling meegedeeld aan de dienst van personeel en pensioenen en aan de dienst voor de opleiding en organisatie van examens van de Franse Gemeenschapscommissie.
De aanstelling gebeurt voor een hernieuwbare periode van twee jaar. De verlenging gebeurt stilzwijgend. De begeleidingsambtenaar kan van deze functie afzien door een schrijven gericht aan de Directieraad middels een vooropzeg van minstens drie maanden.
De begeleidingsambtenaar krijgt een opleiding in overeenstemming met zijn functie waarvan de inhoud door de verantwoordelijke van de opleiding in samenwerking met de dienst Individuele prestaties van het Directiebestuur van Bijstand aan gehandicapten wordt vastgelegd.
Art. 279/11. Zonder inbreuk te willen maken op de statutaire bepalingen die ambtenaren toelaten begeleid te worden door een persoon van hun keuze, kan de gehandicapte persoon, op zijn vraag, in zijn contacten met de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie door een begeleidingsambtenaar begeleid of vertegenwoordigd worden.
Art. 279/12. De begeleidingsambtenaar mag adviezen op vraag of met het akkoord van de gehandicapte persoon uitvaardigen voor alle materies met betrekking tot het verloop van zijn beroepsleven en loopbaan, met name, het onthaal, de integratie in de dienst, opleiding, evaluatie, aanwervingsproeven of carrièreproeven, vragen tot wijziging van functie of mutatie, aanpassing van de werkpost en toegankelijkheid van de lokalen.
Hij maakt de adviezen en voorstellen aan de administrateur-generaal over.
Art. 279/13. De bepalingen van de artikelen 279/1, 279/2, 279/3, 279/4, 279/5, 279/11 en 279/12 zijn van toepassing op de stagiairs. " .
Art. 3. Het Collegelid bevoegd voor Openbaar Ambt wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, op 21 februari 2013.
Namens het College :
B. CEREXHE,
Collegelid belast met Openbaar Ambt.
Chr. DOULKERIDIS,
Voorzitter van het College.