28 FEBRUARI 2013. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 juni 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de DBDMH
Art. 1-13
Artikel 1. Artikel 23 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 juni 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de DBDMH wordt door de volgende bepaling vervangen :
" De proeftijd duurt één jaar. Zij kan maximum tweemaal verlengd worden met een periode van één jaar in het in artikel 34, 1°, bedoelde geval. "
Art.2. In artikel 29 van hetzelfde besluit, worden de woorden "die verband houden met de in artikel 30, lid 2, bedoelde criteria" toegevoegd achter het woord "feiten".
Art.3. Artikel 30 van hetzelfde besluit wordt door de volgende bepaling vervangen :
" De officier die belast is met de leiding van de stage maakt het eindverslag van de stage ter goedkeuring over aan de officier-dienstchef.
Dit verslag handelt over de geschiktheid tot bevelvoering van de kandidaat, zijn ondernemingsgeest en zijn wijze van dienen. Het vermeldt eveneens de diploma's en brevetten die de kandidaat tijdens de proeftijd heeft behaald.
Op basis van dit eindverslag, verleent de officier-dienstchef, afhankelijk van het geval, zijn goedkeuring aan :
1° een voorstel tot vaste benoeming;
2° een voorstel tot verlenging van de stage;
3° een voorstel tot afdanking.
Indien de officier-dienstchef behoort tot een andere taalrol dan de stagiair, worden de in het vorige lid bedoelde voorstellen en goedkeuring geformuleerd door een officier van dezelfde taalrol dan de stagiair en met een graad die onmiddellijk lager ligt dan die van de officier-dienstchef. Deze officier wordt hiertoe aangesteld door de officier-dienstchef.
Het voornoemde voorstel van beslissing wordt overgemaakt aan de directeur-generaal en de adjunct-directeur-generaal die dit voorstel op hun beurt overmaken aan de benoemende overheid. "
Art.4. In artikel 31 van hetzelfde besluit, worden de woorden " 2° en 3° " toegevoegd na de woorden "in artikel 30, lid 3,".
Art.5. § 2 van artikel 38bis van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.6. In artikel 41, 3°, van hetzelfde besluit wordt het woord " kapitein " toegevoegd na het woord " luitenant ".
Art.7. In artikel 46, § 1, van hetzelfde besluit wordt het woord " luitenant " vervangen door het woord " onderluitenant ".
Art.8. In artikel 46, § 2, van hetzelfde besluit, wordt het woord " luitenant " vervangen door het woord " onderluitenant ".
Art.9. In artikel 46, § 2, van hetzelfde besluit, wordt een lid 2 toegevoegd : " Indien de officier-dienstchef behoort tot een andere taalrol dan de ambtenaar, wordt het in artikel 23 van het koninklijk besluit van 19 april 1999 bedoelde verslag opgesteld door een officier van dezelfde taalrol dan de ambtenaar en met een graad die onmiddellijk lager ligt dan die van de officier-dienstchef. Deze officier wordt hiertoe aangesteld door de officier-dienstchef. "
Art.10. Lid 2 van artikel 50bis, § 1, en artikel 51 worden opgeheven.
Art.11. In de paragrafen 3, 3°, van de artikelen 52 en 53 van hetzelfde besluit, worden de woorden " met dien verstande dat zijn laatste evaluatie gunstig dient te zijn geweest " opgeheven.
Art.12. Artikel 69bis van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" De bepalingen van het algemeen statuut die betrekking hebben op de evaluatie zijn van toepassing op de operationele personeelsleden van niveau A ".
Art. 13. De Minister belast met Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 28 februari 2013.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
De Minister-voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Plaatselijke besturen, Ruimtelijke ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid, Ontwikkelingssamenwerking en Gewestelijke statistiek,
Ch. PICQUE
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Stadsvernieuwing, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp en Huisvesting,
Mevr. E. HUYTEBROECK