13 MEI 2016. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 2 maart 2012 tot vaststelling van de vereiste bekwaamheid van de te werven ambtenaren en van het programma van het wervingsexamen voor Franstalige en Nederlandstalige brandweermannen en onderluitenanten (officieren) voor de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp
Art. 1-5
BIJLAGEN.
Art. N
Artikel 1. Titel 1 van het ministerieel besluit van 2 maart 2012 tot vaststelling van de vereiste bekwaamheid van de te werven ambtenaren en van het programma van het wervingsexamen voor Franstalige en Nederlandstalige brandweermannen en onderluitenanten (officieren)voor de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp worden vervangen als volgt :
" TITEL 1. - Aanwerving van brandweermannen
Artikel 1. De selectieprocedure voor Franstalige en Nederlandstalige brandweermannen-ambulanciers voor de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp (DBDMH) wordt georganiseerd door SELOR.
De DBDMH is belast met de praktische organisatie van de infosessie en de fysieke proeven.
Art. 2. De beschrijving van de aan de brandweerman-ambulancier toevertrouwde functies is opgenomen in bijlage A bij onderhavig besluit.
Art. 3. De voorwaarden van medische geschiktheid, zoals bepaald in bijlage B bij onderhavig besluit, zullen worden gecontroleerd wanneer de geslaagde kandidaten van het wervingsexamen tot de stage worden toegelaten.
De voorafgaandelijke gezondheidsevaluatie vastgelegd door artikel 28 van het koninklijk besluit van 28 mei 2003, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 4 juli, 21 september en 27 december 2004, moet de in bijlage B vermelde prestaties omvatten.
Art. 4. Het wervingsexamen van brandweerman-ambulancier omvat vijf schiftende delen georganiseerd in deze volgorde:
*Een verplichte infosessie;
*Een generieke proef op computer
(Module 1 - generieke screening);
*Een specifieke geïnformatiseerde proef
(Module 2.1);
*Fysieke proeven georganiseerd in twee aparte
sessies (Module 2.2);
*Een interview met schriftelijke voorbereiding
(Module 2.3).
Art. 5. Eerste deel. De selectieprocedure begint met de infosessie. De aanwezigheid van de kandidaat is verplicht.
Art. 6. De kandidaten aanwezig op de infosessie mogen deelnemen aan het tweede deel van de selectieprocedure.
Art. 7. Het tweede deel bestaat uit een generieke proef op computer die 3 testen omvat:
*De eerste test is een vaardigheidstest
*De tweede test is een competentietest
*De derde test is een situationele beoordelingstest
Worden beschouwd als geslaagd voor het tweede deel de kandidaten die ten minste 50 % van de punten hebben behaald voor elke materie en ten minste 50 % van de punten toegekend aan het geheel van de proef.
Art. 8. Het derde deel bestaat uit een geïnformatiseerde specifieke proef (module 2.1), georganiseerd door SELOR, die een meerkeuzevragenlijst omvat en handelt over:
*Kennis van de Brusselse instellingen
*Kennis van de DBDMH
*Technologie
*Kennis van de topografie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Worden beschouwd als geslaagd voor het derde deel, de kandidaten die ten minste 50 % van de punten hebben behaald voor elke materie en ten minste 60 % van de punten toegekend aan het geheel van de proef.
De 500 best geklasseerde Franstalige kandidaten voor de specifieke informaticaproef (module 2.1) worden toegelaten om deel te nemen aan het vierde deel van de selectieprocedure.
De 300 best geklasseerde Nederlandstalige kandidaten voor de geïnformatiseerde specifieke proef (module 2.1) worden toegelaten om deel te nemen aan het vierde deel van de selectieprocedure.
Indien meerdere kandidaten hetzelfde resultaat hebben behaald voor de laatste plaats, wordt het maximum aantal kandidaten aangepast en verhoogd in hun voordeel.
Art. 9. Vierde deel. Het vierde deel bestaat uit fysieke proeven die georganiseerd worden in twee aparte sessies.
Het protocol van deze proeven, evenals de slaagvoorwaarden, zijn opgenomen in bijlage C bij onderhavig besluit.
Art. 10. Om te mogen deelnemen aan de fysieke proeven, dienen de kandidaten een medisch attest voor te leggen conform het model dat zij zullen ontvangen, dat ten vroegste een maand voor het begin van de proeven is opgesteld, en dat hun geschiktheid aantoont om de oefeningen te verrichten.
Art. 11. De eerste sessie bestaat uit een loopproef van 1500 meter (cardiorespiratoire test)
De tweede sessie zal bestaan uit:
- Parcours
- Luchtladder beklimmen en afdalen.
De kandidaten die niet minstens 50% van de punten behalen na afloop van de eerste sessie worden van de selectie uitgesloten en mogen zich niet aanmelden voor de tweede sessie.
Art. 12. De fysieke proeven worden gequoteerd op 200 punten volgens volgende weging :
- Loopproef 1500 meter : 100 punten
- Parcours : 100 punten
- Luchtladder : wordt niet gequoteerd
Worden beschouwd als zijnde geslaagd, de kandidaten die ten minste 50 % van de punten behaalden voor de loopproef van 1500 meter evenals ten minste 50 % van de punten op het parcours en ten minste 60 % van de punten toegekend aan het geheel van deze twee fysieke proeven.
De proef die bestaat uit het beklimmen en afdalen van de luchtladder wordt niet gequoteerd maar moet wel tot een goed einde gebracht worden om toegang te hebben tot het vijfde deel.
De 240 best geklasseerde Franstalige kandidaten voor de fysieke proeven (module 2.2) worden toegelaten om deel te nemen aan het vijfde deel van de selectieprocedure.
De 150 best geklasseerde Nederlandstalige kandidaten voor de fysieke proeven (module 2.2) worden toegelaten om deel te nemen aan het vijfde deel van de selectieprocedure.
Indien meerdere kandidaten hetzelfde resultaat hebben behaald voor de laatste plaats, wordt het maximum aantal kandidaten aangepast en verhoogd in hun voordeel.
Art. 13. Het vijfde deel bestaat uit een interview met schriftelijke voorbereiding (ongeveer 1u + voorbereidingstijd), georganiseerd door SELOR.
Aan de hand van dit interview wordt geëvalueerd of de gedragscompetenties van de kandidaat stroken met de vereisten van de betrekking. Een persoonlijkheidstest zal dienen als basis voor dit interview.
De kandidaat zal ook worden ondervraagd over zijn motivatie, interesse en affiniteiten met het domein.
Om te slagen voor deze proef, moet de kandidaat ten minste 60 % van de punten behalen op het geheel van de proef.
Art. 14. De eindklassement van de laureaten zal opgesteld worden op basis van het geheel van de punten behaald op de specifieke screening voor de functie (module 2.1), de fysieke proeven (module 2.2) en op basis van het gesprek met schriftelijke voorbereiding (module 2.3).
Bij gelijkheid van punten zal voorrang gegeven worden aan de kandidaat met de meeste punten voor de fysieke proeven (module 2.2).
Als er voor dit deel personen zijn met gelijke punten, zal hun klassement willekeurig opgemaakt worden.
Art. 15. De laureaten moeten bovendien slagen in de zwemproeven om tot de stage toegelaten te worden. De modaliteiten van de zwemproeven staan beschreven in bijlage D.
De afwezigheid of het niet slagen van de laureaat op deze proeven leidt tot de eliminatie van de laureaat ".
Art.2. In artikel 19 van hetzelfde besluit, worden de woorden "bijlage D" vervangen door de woorden "bijlage E"
Art.3. In hetzelfde besluit, worden de bijlagen A, B en C vervangen door de bijlagen A, B, C, D die bij dit besluit zijn gevoegd.
Art.4. In hetzelfde besluit, wordt bijlage D bijlage E.
Art.5. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt ondertekend.
BIJLAGEN.
Art. N. (Bijlagen A tot en met D.) <Erratum, zie B.St. 06-06-2016, p. 34318-34319>
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 23-05-2016, p. 32894)