3 APRIL 2013. - Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 12 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels om geregistreerd te worden als zorgkundige
Art. 1-2
Artikel 1. Artikel 2, 2°, van het koninklijk besluit van 12 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels om geregistreerd te worden als zorgkundige, wordt aangevuld met de bepaling onder f) luidende :
" f) hetzij
- een document waaruit blijkt dat de betrokkene, in de loop van de laatste tien jaren voorafgaand aan de datum van het indienen van zijn aanvraag, gedurende ten minste vijf jaar voltijds of equivalent was tewerkgesteld krachtens een arbeidsovereenkomst als zorg- en bijstandsverlener in een of meerdere erkende dienst(en) voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg, in een rechtstreeks en voortdurend contact met de begunstigden van de prestaties van de zorg- en bijstandsverleners; en
- een attest waaruit blijkt dat de betrokkene met vrucht een aanvullende theoretische opleiding heeft gevolgd, bestaande uit minimum 200 effectieve uren, die met name de volgende domeinen bevat :
1° de toegestane verpleegkundige handelingen voor de zorgkundigen,
2° de deelname aan de uitwerking van een zorgplan,
3° de communicatie aan de verpleegkundige van de uitgevoerde verrichtingen en observaties,
4° de hygiëne en de veiligheid eigen aan collectiviteiten en in het kader van de zorg voor personen die in een ziekenhuis of in andere collectiviteiten zijn opgenomen,
5° de reacties op noodsituaties in die context,
6° de animatie in collectiviteiten,
7° de communicatievormen in een multidisciplinair team,
8° de logistieke aspecten eigen aan de collectiviteiten,
alsook
- een attest waaruit blijkt dat de betrokkene een aanvullende praktische opleiding heeft gevolgd van minimum 75 uur uitgevoerd in het ziekenhuismilieu, en/of in de erkende rustoorden voor bejaarden en/of in rust- en verzorgingstehuizen, en deze in rechtstreeks en voortdurend contact met de begunstigden van de prestaties van de zorg- en bijstandsverleners.
Deze attesten moeten uitgaan van een opleidingsinstelling die beantwoordt aan de voorwaarden vastgelegd door de Gemeenschappen. ".
Art. 2. De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 3 april 2013.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Volksgezondheid,
Mme L. ONKELINX