Details





Titel:

12 JANUARI 2006. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels om geregistreerd te worden als zorgkundige (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 03-02-2006 en tekstbijwerking tot 27-05-2024)



Inhoudstafel:

TITEL I. - Definities.
Art. 1
TITEL II. - Registratie.
Art. 2
TITEL III. - Overgangsmaatregelen.
Art. 3, 3bis, 4-5
TITEL IV. - Gemeenschappelijke bepalingen.
Art. 6-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:





Artikels:

TITEL I. - Definities.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° koninklijk besluit van 12 januari 2006 : het koninklijk besluit van 12 januari 2006 tot vaststelling van de verpleegkundige activiteiten die de zorgkundigen mogen uitvoeren en de voorwaarden waaronder de zorgkundigen deze handelingen mogen stellen;
  2° ministerieel besluit van 6 november 2003 : het ministerieel besluit van 6 november 2003 tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden;
  3° verzorgingsinstellingen : instellingen bedoeld in artikel 34, 6°, 11° en 12° van de wet gecoördineerd op 14 juli 1994, zoals onder punt 2° vermeld;
  4° verzorgingspersoneel : het personeel dat de verpleegkundigen bijstaat in de zorgverlening en de patiënten helpt bij de handelingen van het dagelijks leven, het behoud van hun zelfredzaamheid en hun levenskwaliteit;
  5° zorgkundige : de personen bedoeld in artikel 21sexiesdecies van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen.

TITEL II. - Registratie.
Art.2.De personen die als zorgkundige geregistreerd wensen te worden, volgen de volgende procedure :
  1° Bij aangetekend schrijven een getekende en gedateerde aanvraag tot registratie richten aan de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort.
  2° Bij deze aanvraag worden volgende documenten gevoegd :
  a) [3 hetzij een kopie van het kwalificatiebewijs van het secundair onderwijs van de Franse gemeenschap of van de Duitstalige gemeenschap, of van een studiebewijs van het secundair onderwijs van de Vlaamse gemeenschap, of een kopie van het kwalificatiebewijs van het onderwijs voor sociale promotie of een kopie van het studiebewijs van het volwassenenonderwijs, uitgereikt op het einde van een opleiding die leidt tot het beroep van zorgkundige. Dit kwalificatie- of studiebewijs toont aan dat de opleiding die leidt tot het beroep van zorgkundige ten minste 400 contacturen theoretisch en praktisch onderwijs en ten minste 300 contacturen klinisch onderwijs omvat. "Contacturen" betekent in deze de opleidingsuren die door de onderwijsinstelling worden gegeven en waarbij voorzien wordt in de begeleiding van de leerling/student. Het studie- of kwalificatiebewijs bevestigt ook dat de persoon voor het geheel van de opleiding is geslaagd met inbegrip van de specifieke competenties van zorgkundige zoals bepaald in het competentieprofiel van de zorgkundigen zoals vastgesteld in bijlage van dit besluit. Het klinisch onderwijs wordt uitgevoerd aan het bed van de patiënt en ten minste 200 uur worden uitgevoerd in minstens twee van de volgende drie gebieden: ziekenhuizen, [6 residentiële ouderenzorg]6, thuiszorg;]3
  b) [4 hetzij een kopie van een kwalificatiebewijs van een opleiding van het onderwijs voor sociale promotie, van een studiebewijs van een opleiding van het volwassenenonderwijs, van een beroepsopleiding, of van een deelkwalificatiebewijs van een opleiding van het hoger onderwijs, die aanvullend op de elders verworven bekwaamheden door de bevoegde instanties gelijkgesteld is aan de opleiding van zorgkundige bedoeld in punt 2° a);]4
  c) [2 hetzij een kopie van een getuigschrift waaruit blijkt dat de competenties als zorgkundige behaald zijn door een persoon die :
   1° geslaagd is voor het programma van het eerste jaar [5 van de opleiding van verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg, van basisverpleegkundige of van vroedvrouw]5. Wanneer deze opleiding in ECTS studiepunten georganiseerd wordt, is het slagen voor de 60 ECTS studiepunten zonder overblijvende studiepunten vereist; en
   2° een zowel theoretische als klinische opleiding heeft gevolgd die ingaat op de ouderenzorg. Deze opleidingsdomeinen kunnen al dan niet [5 in het opleidingsprogramma van het voornoemde eerste jaar van verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg, van basisverpleegkundige of van vroedvrouw]5 worden geïntegreerd; en
   3° [5 met vrucht minstens 150 uren stage aan het bed van de patiënt te hebben doorlopen, met inbegrip van de zorg voor ouderen. Deze stage-uren kunnen al dan niet in het opleidingsprogramma van het voornoemde eerste jaar van verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg, van basisverpleegkundige of van vroedvrouw worden geïntegreerd;]5]2
  d) hetzij een document waaruit blijkt dat de betrokkene beantwoordt aan de voorwaarden gesteld in artikel 3, § 1, of aan de voorwaarden gesteld in artikel 3, § 2;
  e) hetzij een document waaruit blijkt dat de betrokkene beantwoordt aan de voorwaarden gesteld in artikel 4.
  [1 f) hetzij
   - een document waaruit blijkt dat de betrokkene, in de loop van de laatste tien jaren voorafgaand aan de datum van het indienen van zijn aanvraag, gedurende ten minste vijf jaar voltijds of equivalent was tewerkgesteld krachtens een arbeidsovereenkomst als zorg- en bijstandsverlener in een of meerdere erkende dienst(en) voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg, in een rechtstreeks en voortdurend contact met de begunstigden van de prestaties van de zorg- en bijstandsverleners; en
   - een attest waaruit blijkt dat de betrokkene met vrucht een aanvullende theoretische opleiding heeft gevolgd, bestaande uit minimum 200 effectieve uren, die met name de volgende domeinen bevat :
   1° de toegestane verpleegkundige handelingen voor de zorgkundigen,
   2° de deelname aan de uitwerking van een zorgplan,
   3° de communicatie aan de verpleegkundige van de uitgevoerde verrichtingen en observaties,
   4° de hygiëne en de veiligheid eigen aan collectiviteiten en in het kader van de zorg voor personen die in een ziekenhuis of in andere collectiviteiten zijn opgenomen,
   5° de reacties op noodsituaties in die context,
   6° de animatie in collectiviteiten,
   7° de communicatievormen in een multidisciplinair team,
   8° de logistieke aspecten eigen aan de collectiviteiten,
   alsook
   - een attest waaruit blijkt dat de betrokkene een aanvullende praktische opleiding heeft gevolgd van minimum 75 uur uitgevoerd in het ziekenhuismilieu, en/of in de erkende rustoorden voor bejaarden en/of in rust- en verzorgingstehuizen, en deze in rechtstreeks en voortdurend contact met de begunstigden van de prestaties van de zorg- en bijstandsverleners.
   Deze attesten moeten uitgaan van een opleidingsinstelling die beantwoordt aan de voorwaarden vastgelegd door de Gemeenschappen.]1
  ----------
  (1)<KB 2013-04-03/20, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 10-05-2013>
  (2)<KB 2018-06-06/07, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 01-10-2018>
  (3)<KB 2023-10-23/03, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 09-11-2023>
  (4)<KB 2023-10-23/03, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 09-11-2023>
  (5)<KB 2023-10-23/03, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 09-11-2023>
  (6)<KB 2024-05-07/12, art. 1, 008; Inwerkingtreding : 06-06-2024>

TITEL III. - Overgangsmaatregelen.
Art.3.§ 1. Kunnen bij wijze van overgangsmaatregel, als zorgkundigen geregistreerd worden de personen die :
  1° op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit tewerkgesteld zijn als verzorgingspersoneel in een verzorgingsinstelling;
  2° beschikken over een van de diploma's, brevetten of getuigschriften opgesomd in artikel 4, § 1, van het ministerieel besluit van 6 november 2003;
  § 2. Kunnen bij wijze van overgangsmaatregel, als zorgkundigen geregistreerd worden de personen die :
  1° op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit tewerkgesteld zijn als verzorgingspersoneel in een verzorgingsinstelling;
  2° niet beschikken over een van de diploma's, brevetten of getuigschriften opgesomd in artikel 4, § 1, van het ministerieel besluit van 6 november 2003;
  3° op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit ten minste 5 jaar voltijds of equivalent als verzorgingspersoneel in een verzorgingsinstelling tewerkgesteld zijn geweest.
  § 3. Kunnen bij wijze van overgangsmaatregel, [1 ...]1, overeenkomstig artikel 5, voorlopig als zorgkundige geregistreerd worden de personen die :
  1° op de datum van de inwerkingtreding van het onderhavige besluit tewerkgesteld zijn als verzorgingspersoneel in een verzorgingsinstelling;
  2° niet beschikken over een van de diploma's, brevetten of getuigschriften opgesomd in artikel 4, § 1, van het ministerieel besluit van 6 november 2003;
  3° op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit minder dan 5 jaar voltijds of gelijkwaardig als verzorgingspersoneel in een verzorgingsinstelling tewerkgesteld zijn geweest.
  § 4. Kunnen bij wijze van overgangsmaatregel, [1 ...]1 overeenkomstig artikel 5, voorlopig als zorgkundige geregistreerd worden de personen die uiterlijk op 31 december 2008 tewerkgesteld zijn als verzorgingspersoneel in een verzorgingsinstelling en beschikken over een van de diploma's, brevetten of getuigschriften opgesomd in artikel 4, § 1, van het ministerieel besluit van 6 november 2003.
  [1 § 5. De in § 3 en § 4 bedoelde voorlopige registraties die sinds de inwerkingtreding van dit besluit werden afgeleverd, zijn geldig tot en met 30 juni 2016.]1
  ----------
  (1)<KB 2011-02-23/09, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 12-02-2011>

Art.3bis.[1 Kunnen bij wijze van overgangsmaatregel, als zorgkundigen geregistreerd worden de personen die beschikken over het getuigschrift van de studie van het tweede jaar van de derde graad van het secundair onderwijs, richting "personenzorg", onderafdeling "hulp aan de personen" van het secundair technisch onderwijs of het beroepsonderwijs, en een getuigschrift uitgereikt op het einde van een opleiding van zorgkundige behaald uiterlijk in het school- of academiejaar [2 2026-2027]2, wat een opleiding is die, in het kader van voltijds onderwijs of het gelijkwaardig in het onderwijs voor sociale promotie, één studiejaar omvat.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2023-10-23/03, art. 4, 007; Inwerkingtreding : 09-11-2023>
  (2)<KB 2024-05-07/12, art. 2, 008; Inwerkingtreding : 06-06-2024>

Art.4.Kunnen bij wijze van overgangsmaatregel als zorgkundigen geregistreerd worden, het verzorgingspersoneel bedoeld in artikel 3, §§ 3 en 4, dat kan aantonen dat het, [1 binnen een periode beginnend op de datum van inwerkingtreding van dit besluit en eindigend op 31 december 2015 " vervangen]1 een bijzondere opleiding van 120 uur heeft gevolgd die verband houdt met de activiteiten die een zorgkundige volgens het koninklijk besluit van 12 januari 2006 kan verrichten.
  Voorafgaande opleidingen die verband houden met de activiteiten die een zorgkundige volgens het koninklijk besluit van 12 januari 2006 kan verrichten, kunnen in rekening worden gebracht om aan de vereiste 120 uur te komen.
  [1 De aanvragen tot omzetting van voorlopige registraties naar definitieve registraties moeten ten laatste op 31 december 2015 opgestuurd worden aan de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort.]1
  ----------
  (1)<KB 2011-02-23/09, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 12-02-2011>

Art.5.De personen die een voorlopige registratie als zorgkundige wensen te verkrijgen, volgen de volgende procedure :
  1° Bij aangetekend schrijven een getekende en gedateerde aanvraag tot voorlopige registratie richten aan de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort;
  2° Bij deze aanvraag wordt een document gevoegd waaruit blijkt dat de betrokkene beantwoordt aan de voorwaarden gesteld in artikel 3, § 3, of aan de voorwaarden gesteld in artikel 3, § 4;
  3° De aanvraag gebeurt voor [1 1 juli 2012]1.
  ----------
  (1)<KB 2011-02-23/09, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 12-02-2011>

TITEL IV. - Gemeenschappelijke bepalingen.
Art.6.<Opgeheven bij KB 2013-04-18/15, art. 30, 005; Inwerkingtreding : 08-06-2013>

Art. 7. Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.