26 SEPTEMBER 2013. - Koninklijk besluit betreffende de herijk van meetinstallaties voor andere vloeistoffen dan water(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 14-10-2013 en tekstbijwerking tot 28-12-2018)
Art. 1-15
BIJLAGEN.
Art. N1-N2
Artikel 1.De meetinstallaties voor andere vloeistoffen dan water van de nauwkeurigheidsklassen 0,5 en 1 zoals gedefinieerd in [1 bijlage VII van het koninklijk besluit van 15 april 2016]1 betreffende meetinstrumenten of onderworpen aan het koninklijk besluit van 6 april 1979 betreffende meetinstallaties en gedeeltelijke meetinstallaties voor andere vloeistoffen dan water zijn onderworpen aan de herijk en aan de technische controle.
De herijk heeft plaats om het jaar.
De aanvraag voor de herijk wordt door de eigenaar of de gebruiker van de meetinstallatie ingediend overeenkomstig artikel 34bis20 van het koninklijk besluit van 20 december 1972 houdende gedeeltelijke inwerkingtreding van de wet van 16 juni 1970 betreffende de meeteenheden, de meetstandaarden en de meetwerktuigen en tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van hoofdstuk II van deze wet, over de meetwerktuigen.
----------
(1)<KB 2016-04-15/06, art. 43, 002; Inwerkingtreding : 20-04-2016>
Art.2. Om het aanvaardingsmerk bij de herijk en de technische controle te ontvangen, voldoen de meetinstallaties voor andere vloeistoffen dan water aan de voorschriften bepaald in de bijlage I bij dit besluit.
Art.3. De proeven voorgeschreven voor de herijk van de meetinstallaties voor andere vloeistoffen dan water worden uitgevoerd door keuringsinstellingen die hiervoor erkend zijn.
De aard van de tussenkomst wordt gespecificeerd in een gegevenskaart bepaald in de bijlage II bij dit besluit.
Art.4. Om te worden erkend moeten de keuringsinstellingen geaccrediteerd zijn op basis van de norm NBN EN ISO/IEC 17020 als keuringsinstellingen type " A ", " B " of " C ".
De andere erkenningsvoorwaarden zijn vastgelegd onder titel IIbis van het voornoemde koninklijk besluit van 20 december 1972.
De geaccrediteerde keuringsinstellingen zijn ook belast, bij het uitvoeren van de herijk, met de naleving van het koninklijk besluit van 2 maart 2007 tot vaststelling van bijzondere regels inzake de aanduiding van de hoeveelheid bij het op de markt brengen van sommige motorbrandstoffen en vloeibare brandstoffen in bulk.
Art.5. Voor de meetinstallaties bedoeld in artikel 1 brengen de erkende keuringsinstellingen bij het einde van de herijkverrichtingen de aanvaardingsmerken, de uitgestelde aanvaardingsmerken, de afkeuringmerken en de verzegelingsmerken aan zoals vastgelegd in de artikelen 34bis9, 34bis16, 34bis17 en 34bis18 van het voornoemde koninklijk besluit van 20 december 1972.
Het aanvaardingsmerk bij herijk draagt de letter L in de nabijheid van de zeshoek. De aanvaardingsmerken worden geleverd door de Metrologische Dienst tegen de prijs van 25 euro.
Art.6. De meetinstallaties bedoeld in artikel 1 waarvan de verzegelingsmerken ontbreken of beschadigd zijn worden afgekeurd.
Art.7. Voor een overgangsperiode tot 31 december 2015, kan de Metrologische Dienst in afwijking van artikel 4, eerste lid, een voorlopige erkenning afleveren aan kandidaten die een erkenningsvraag hebben ingediend en waarvan het accreditatiedossier nog lopende is bij een accreditatie-instelling.
Art.8. In artikel 2, § 2, van het koninklijk besluit van 6 april 1979 betreffende de meetinstallaties en gedeeltelijke meetinstallaties voor andere vloeistoffen dan water, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 juli 1993, worden de woorden " herijk en bij technische controle, naargelang van het geval, " opgeheven.
Art.9. Artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 juli 1993, wordt vervangen als volgt :
" Art. 3. Meetinstallaties, meters alsmede de verschillende inrichtingen bedoeld in artikel 1 worden verzegeld door de Metrologische Dienst of door een erkende keuringsinstelling zoals bepaald in titel IIbis van het koninklijk besluit van 20 december 1972 houdende gedeeltelijke inwerkingtreding van de wet van 16 juni 1970 betreffende de meeteenheden, de meetstandaarden en de meetwerktuigen en tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten van hoofdstuk II van deze wet, over de meetwerktuigen. ".
Art.10. In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 juli 1993, worden de woorden " de herijk en de technische controle " opgeheven.
Art.11. Artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 juli 1993, wordt opgeheven.
Art.12. In afdeling III. Meetinstallaties voor vloeistoffen andere dan water van de bijlage I van hetzelfde besluit, wordt het punt 3.3. Periodieke ijk opgeheven.
Art.13. In bijlage III van hetzelfde besluit, in punt 12. Eerste ijk en herijk, worden telkens de woorden " en de herijk " opgeheven.
Art.14. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014.
Art.15. De minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1.
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 14-10-2013, p. 72922-72924)
Gewijzigd bij :
<KB 2018-12-20/03, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 07-01-2019>
Art. N2. Bijlage 2.
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 14-10-2013, p. 72925-72926)