Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

7 NOVEMBER 2013. - [Koninklijk besluit van 7 november 2013 betreffende de bevoegdheden van sommige overheden van het ministerie van Landsverdediging] <KB2018-07-19/21, art. 18, 003; Inwerkingtreding : 27-08-2018> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 06-12-2013 en tekstbijwerking tot 17-08-2018)



Inhoudstafel:


Art. 1-2, 2/1, 2/2, 3-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2017012169  2018013164 



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit bepaalt de bevoegdheden toegewezen aan sommige militaire overheden in het kader van de toepassing van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht en van de wet van 30 augustus 2013 tot instelling van de militaire loopbaan van beperkte duur.

Art.2. Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder :
  1° de wet van 28 februari 2007 : de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht;
  2° de wet van 30 augustus 2013 : de wet van 30 augustus 2013 tot instelling van de militaire loopbaan van beperkte duur.

Art.2/1.[1 De minister van Defensie is de overheid bedoeld in de artikelen 9, eerste lid, 11°, en 184, eerste lid, van de wet van 28 februari 2007.]1
  ----------
  (1)<KB 2018-07-19/21, art. 19, 003; Inwerkingtreding : 27-08-2018>

Art.2/2. [1 Voor de onderofficieren is de overheid bedoeld in het artikel 35, eerste lid, 2°, van de wet van 28 februari 2007 de chef defensie.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2018-07-19/21, art. 20, 003; Inwerkingtreding : 27-08-2018>


Art.3.De directeur-generaal human resources is de overheid bedoeld :
  1° [2 in de artikelen 5, § 3, derde lid, 6, § 1, tweede en derde lid, 14, vierde lid, 37, 46, vierde, zesde, zevende, achtste, negende, elfde en twaalfde lid, 47, 48, §§ 1 en 2, 49, eerste lid, 50, 81/5, eerste lid, 2°, 83/1, § 1, tweede lid, 3°, 83/2, § 3, eerste lid, 87, vierde lid, 88, negende en elfde lid, 101/1, eerste lid, 117, eerste lid, 152, derde en vierde lid, 158, derde en vierde lid, 163/1, derde en vierde lid, 166 en 176, § 2, eerste lid, van de wet van 28 februari 2007;]2
  2° in de artikelen 7, tweede lid, 19, derde lid, 2° en 4°, 27, 32, tweede lid, 37, § 1, eerste lid, en § 2, eerste lid, 1°, van de wet van 30 augustus 2013.
  De directeur-generaal human resources kan een overheid, minstens bekleed met een graad van hoofdofficier, aanwijzen voor het uitoefenen van één of meerdere van zijn bevoegdheden.
  ----------
  (1)<KB 2017-04-28/19, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 12-06-2017>
  (2)<KB 2018-07-19/21, art. 21, 003; Inwerkingtreding : 27-08-2018>

Art.4. De overheid met de rang van korpscommandant onder wiens bevel de militair of de kandidaat-militair zich bevindt, is de overheid bedoeld :
  1° in artikel 81/5, eerste lid, 3°, van de wet van 28 februari 2007;
  2° in artikel 37, § 2, eerste lid, 2°, van de wet van 30 augustus 2013.

Art.5. Dit besluit treedt in werking op 31 december 2013.

Art. 6. De minister bevoegd voor Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.