7 NOVEMBER 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 september 2003 betreffende de werving van de militairen
Art. 1-49
BIJLAGEN.
Art. N1-N2
Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 11 september 2003 betreffende de werving van de militairen worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt :
"2° "de wet" : de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht;";
b) de bepaling onder 3° wordt opgeheven;
c) in de bepaling onder 5° worden de woorden "of gelijk aan" ingevoegd tussen de woorden "lager dan" en de woorden "de deliberatiedrempel".
d) het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende :
" Bovendien worden de noties "Defensie", "militair", "de vacature", "de inschrijving", "de sollicitant", "de werving", "de wervingssessie", "het gelijkwaardig diploma of getuigschrift", "de functie", "de officier van niveau A", "de officier van niveau B", "de onderofficier van niveau B", "de onderofficier van niveau C" en "de werkdag" gebruikt overeenkomstig de definities bedoeld in artikel 3 van de wet.".
Art.2. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.3. In artikel 5, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "wervingssessie" vervangen door het woord "inlijving".
Art.4. In artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 december 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1, derde lid, worden de woorden "verschillende wervingssessies" vervangen door de woorden "verschillende vacatures";
2° in paragraaf 1, vierde lid, worden de woorden "eenzelfde wervingssessie" vervangen door de woorden "eenzelfde vacature, binnen een wervingssessie,";
3° in paragraaf 2 wordt het vierde lid aangevuld met het woord "voor";
4° in paragraaf 3, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 december 2012, wordt het woord "oriëntering" telkens vervangen door het woord "oriëntatie".
Art.5. In artikel 7bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 juni 2005 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 december 2012, wordt het woord "reserve" telkens vervangen door het woord "wervingsreserve".
Art.6. In artikel 7quater van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 16 oktober 2009, worden de woorden "kandidaat-reserveofficier" ingevoegd tussen de woorden "De sollicitant" en de woorden "van de laterale bijzondere werving".
Art.7. In hoofdstuk Ibis van hetzelfde besluit wordt een artikel 7quinquies ingevoegd, luidende :
"Art. 7quinquies. De sollicitant kandidaat-beroepsofficier van het niveau A van de laterale werving mag de leeftijd van 50 jaar niet bereikt hebben op 31 december van het jaar van de inlijving.".
Art.8. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
"Art. 8. Om de hoedanigheid van kandidaat-officier van het niveau A van de normale werving te kunnen verwerven :
1° in de Koninklijke Militaire School, moet de sollicitant aan de toelatingsvoorwaarden van de gemeenschappen voldoen om studies op niveau hoger onderwijs aan te vatten;
2° in een universitaire instelling of hogeschool, in de richting industriële ingenieurswetenschappen, in de Hogere Zeevaartschool of in het eerste studiejaar voor de vorming van arts, van dierenarts, van tandarts of van apotheker, moet de sollicitant aan de toelatingsvoorwaarden van de gemeenschappen voldoen.".
Art.9. Artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 december 2012, wordt vervangen als volgt :
"Art. 9. Om de hoedanigheid van kandidaat-onderofficier van het niveau C van de normale werving te kunnen verwerven, moet de sollicitant voldoen aan de studievoorwaarden bedoeld in artikel 5, § 1, 3° van de wet.
Om de hoedanigheid van kandidaat-onderofficier van het niveau B van de normale werving te kunnen verwerven, moet de sollicitant evenwel aan de toelatingsvoorwaarden van de gemeenschappen voldoen om studies voor een professionele bachelorsopleiding aan te vatten.".
Art.10. In artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 december 2012, worden de woorden ", en mag hij geen houder zijn van een bachelor of van een gelijkwaardig of hoger diploma of getuigschrift" opgeheven.
Art.11. In artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 augustus 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) de woorden "van het niveau A" worden ingevoegd tussen de woorden "van kandidaat-officier" en de woorden "van de aanvullende werving";
b) de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt :
"2° hetzij van de vorming in een universitaire instelling of hogeschool, in de richting industriële ingenieurswetenschappen;".
Art.12. In hoofdstuk II, afdeling II, van hetzelfde besluit wordt een artikel 11bis ingevoegd, luidende :
"Art. 11bis. Om de hoedanigheid van kandidaat-onderofficier van het niveau B van de aanvullende werving te kunnen verwerven, moet de sollicitant houder zijn van een getuigschrift dat het slagen attesteert, of van een gelijkwaardig getuigschrift, van het eerste studiejaar of van een volgend studiejaar van de vorming van de beoogde bachelorsopleiding.".
Art.13. Artikel 12 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 2 augustus 2005, wordt vervangen als volgt :
"Om de hoedanigheid van kandidaat-officier van het niveau A van de bijzondere werving te kunnen verwerven, moet de sollicitant voldoen aan de studievoorwaarden bedoeld in artikel 5, § 2, eerste lid, 1°, van de wet.".
Art.14. In hoofdstuk II, afdeling III, van hetzelfde besluit wordt een artikel 12bis ingevoegd, luidende :
"Art. 12bis. Om de hoedanigheid van kandidaat-officier van het niveau B van de bijzondere werving te kunnen verwerven, moet de sollicitant voldoen aan de studievoorwaarden bedoeld in artikel 5, § 2, eerste lid, 2°, van de wet.".
Art.15. Artikel 13 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 2 augustus 2005, wordt vervangen als volgt :
"Om de hoedanigheid van kandidaat-onderofficier van het niveau B van de bijzondere werving, bedoeld in artikel 5, § 2, eerste lid, 3°, van de wet, te kunnen verwerven, moet de sollicitant houder zijn van een professionele bachelor of van een gelijkwaardig diploma of getuigschrift.".
Art.16. In hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt afdeling IV die de artikelen 16 tot 18 bevat, opgeheven.
Art.17. In hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt afdeling V, dat het artikel 19 bevat, opgeheven.
Art.18. In artikel 22 van hetzelfde besluit worden de woorden "krachtens de onderwijswetgeving geschikt zijn" vervangen door de woorden "aan de toelatingsvoorwaarden van de gemeenschappen voldoen".
Art.19. In artikel 23 van hetzelfde besluit worden de woorden "krachtens de onderwijswetgeving geschikt zijn" vervangen door de woorden "aan de toelatingsvoorwaarden van de gemeenschappen voldoen".
Art.20. In hoofdstuk IIbis van hetzelfde besluit wordt een artikel 23ter ingevoegd, luidende :
"Art. 23ter. De minimumduur van de beroepservaring voor de kandidaat-officier van de laterale werving is gelijk aan het verschil tussen 15 jaar, en de normale studieduur van de master waarvoor hij aangeworven is.".
Art.21. In artikel 24 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het tweede lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 december 2012, worden de woorden "plus één eenheid" opgeheven;
2° in het derde lid worden de woorden "Onder voorbehoud van de toepassing van de bepalingen van artikel 2 van de wet van 30 juli 1938 betreffende het gebruik der talen bij het leger, bepaalt de directeur-generaal human resources" vervangen door de woorden "De directeur-generaal human resources of de overheid die hij hiertoe aanwijst, bepaalt";
3° in het vierde lid, 1°, wordt het woord "conditie" vervangen door het woord "geschiktheid" en worden de woorden "of de overheid die hij hiertoe aanwijst" ingevoegd tussen de woorden "directeur-generaal human resources" en de woorden ", na overleg met";
4° in het zesde lid worden de woorden "of de overheid die hij hiertoe aanwijst" ingevoegd tussen de woorden "directeur-generaal human resources" en de woorden ", binnen de".
Art.22. In artikel 25, tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 augustus 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) in de bepaling onder 1° worden de woorden "34," opgeheven;
b) de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt :
"2° het resultaat van de proef bedoeld in de artikelen 32, 6°, en 41.".
Art.23. In artikel 26 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 augustus 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) in paragraaf 1, worden telkens de woorden "en laatste" opgeheven;
b) in paragraaf 2, wordt het woord "conditie" vervangen door het woord "geschiktheid".
Art.24. In artikel 27, 2°, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 augustus 2010, worden de woorden ", in voorkomend geval," ingevoegd tussen de woorden " uitsluitingsdrempel, kan," en de woorden "na beraadslaging".
Art.25. In artikel 27bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 augustus 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1, wordt het woord "wervingssessie" vervangen door het woord "vacature";
2° in paragraaf 2, eerste lid, 2°, worden de woorden ", 39" opgeheven;
3° in paragraaf 2, wordt het tweede lid opgeheven;
4° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende :
" § 4. De resultaten behaald voor de psychotechnische proeven afgelegd in het kader van de promotie op diploma, overgang of sociale promotie, blijven geldig voor de sollicitanten bedoeld in dit besluit.".
Art.26. In artikel 27ter, 2°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 augustus 2010, wordt het woord "en" vervangen door de woorden "verbonden aan".
Art.27. In artikel 28 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 december 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid, 1°, worden de woorden "artikel 15, eerste lid, 2° en 3° " vervangen door de woorden "artikel 18, eerste lid, 2° tot 4° ";
2° in het derde lid, wordt het woord "conditie" vervangen door het woord "geschiktheid".
Art.28. In artikel 29, 4°, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 augustus 2010, wordt het woord "conditie" vervangen door het woord "geschiktheid".
Art.29. Artikel 30 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 december 2012, wordt vervangen als volgt :
"Art. 30. Bovendien worden specifieke psychotechnische proeven georganiseerd :
1° inzake het intellectuele potentieel voor :
a) de sollicitant kandidaat-officier van het niveau A van de normale werving;
b) de sollicitant kandidaat-onderofficier van het niveau B van de normale werving;
c) de sollicitant kandidaat-hulpofficier;
2° inzake de karakteriële hoedanigheden voor alle sollicitanten kandidaat-officier en, in voorkomend geval, voor de sollicitanten kandidaat-onderofficier.".
Art.30. Artikel 31 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 augustus 2010, wordt opgeheven.
Art.31. In artikel 32 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 augustus 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) in de bepaling onder 4°, wordt het woord "conditie" vervangendoor het woord "geschiktheid";
b) in de bepaling onder 5°, worden de woorden "schoolse kennis" vervangen door de woorden "schoolse en/of academische kennis".
Art.32. In artikel 33, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "van het niveau A" ingevoegd tussen de woorden "kandidaat-officier" en de woorden "van de normale werving".
Art.33. Artikel 34 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 augustus 2010, wordt opgeheven.
Art.34. In hoofdstuk III van hetzelfde besluit wordt het opschrift van afdeling IV aangevuld met de woorden "van het niveau A".
Art.35. In artikel 35 van hetzelfde besluit worden de woorden "van het niveau A" ingevoegd tussen de woorden "kandidaat-officier" en de woorden "van de aanvullende werving".
Art.36. In het opschrift van afdeling V van hoofdstuk III van hetzelfde besluit wordt het woord "bijzondere" vervangen door de woorden "bijzondere en laterale".
Art.37. In artikel 36 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 oktober 2009 en 18 augustus 2010, worden de woorden "van de bijzondere werving" vervangen door de woorden "van het niveau A en van het niveau B van de bijzondere werving of van het niveau A van de laterale werving,";
2° in het eerste lid, wordt de bepaling onder 2°, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 augustus 2010, opgeheven;
3° in het tweede lid, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 augustus 2010, worden de woorden "van de bijzondere werving" vervangen door de woorden "van het niveau A van de bijzondere werving of van de laterale werving" en worden de woorden "en zijn motivatie" ingevoegd tussen de woorden "zijn beroepskennis" en de woorden ", met het oog op";
4° in het derde lid, vervangen bij het koninklijk besluit van 16 oktober 2009, worden de woorden "en zijn motivatie," ingevoegd tussen de woorden "de beroepskennis" en de woorden "met het oog op".
Art.38. In artikel 37 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 augustus 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden "van het niveau B" worden ingevoegd tussen de woorden "kandidaat-onderofficier" en de woorden "van de bijzondere werving";
2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende :
"De sollicitant kandidaat-reserveonderofficier van de bijzondere werving legt een gestructureerd interview af betreffende de beroepskennis en zijn motivatie, met het oog op de beoordeling van zijn geschiktheid voor het uitoefenen van de toekomstige functies waarvoor hij wordt aangeworven.".
Art.39. In hoofdstuk III van hetzelfde besluit wordt afdeling VI, dat het artikel 39 bevat, opgeheven.
Art.40. In hoofdstuk III van hetzelfde besluit wordt afdeling VII, dat het artikel 40 bevat, opgeheven.
Art.41. Artikel 45 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
"Art. 45. De minister bepaalt het model en de inhoud van de verklaring betreffende de medische toestand bij inlijving.
In het kader van het arbeidsgeneeskundig onderzoek bij de inlijving, besluit de arbeidsgeneesheer, tot ongeschiktheid of geschiktheid.
De beslissing van ongeschiktheid wordt schriftelijk aan de sollicitant betekend.".
Art.42. In artikel 46 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid wordt de bepaling onder 3°, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 december 2012, opgeheven;
2° in het derde lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 6 december 2012, worden de woorden "van de normale of aanvullende werving" vervangen door de woorden "of sollicitant kandidaat-onderofficier van de normale, bijzondere of aanvullende werving";
3° in het vierde lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 december 2012, worden de woorden "of 3° " opgeheven.
Art.43. In artikel 47 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid opgeheven.
Art.44. In artikel 48, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid, 2°, worden de woorden "de proef van de fysieke conditie" vervangen door de woorden "de proeven van fysieke geschiktheid";
2° in het tweede lid, 3°, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 13 mei 2004 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 augustus 2010, worden de woorden "piloot van de bijzondere werving" vervangen door de woorden ", naargelang het geval, piloot, luchtverkeersleider of luchtgevechtsleider, van het niveau A van de bijzondere werving".
Art.45. In artikel 49, derde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "de fysieke conditie" vervangen door de woorden "fysieke geschiktheid".
Art.46. In hetzelfde besluit wordt de bijlage A, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 december 2012, vervangen door de bijlage 1 gevoegd bij dit besluit.
Art.47. In hetzelfde besluit wordt de bijlage B, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 augustus 2010, vervangen door de bijlage 2 gevoegd bij dit besluit.
Art.48. Op 31 december 2013 treden in werking :
1° de artikelen 3/1, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20 en 21, van de wet van 28 februari 2007, zoals gewijzigd bij de wet van 31 juli 2013;
2° dit besluit.
Art.49. De Minister bevoegd voor Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 november 2013.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Landsverdediging,
P. DE CREM
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage A bij koninklijk besluit van 11 september 2003 betreffende de werving van de militairen
(Tabellen niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 19-12-2013, p. 99715-99717)
Art. N2. Bijlage B bij koninklijk besluit van 11 september 2003 betreffende de werving van de militairen
(Tabellen niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 19-12-2013, p. 99718-99719)