15 DECEMBER 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde
Art. 1-5
Artikel 1. Artikel 21bis van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 19 december 2012, wordt vervangen als volgt :
"Art. 21bis. § 1. De exploitant van een inrichting waar regelmatig maaltijden worden verbruikt alsmede de traiteur die regelmatig cateringdiensten verricht, zijn gehouden aan de belastingplichtige of niet-belastingplichtige klant het kasticket uit te reiken bedoeld in het koninklijk besluit van 30 december 2009 tot het bepalen van de definitie en de voorwaarden waaraan een geregistreerd kassasysteem in de horecasector moet voldoen, voor alle handelingen die zij in de uitoefening van hun economische activiteit verrichten.
Dit kasticket wordt uitgereikt op het tijdstip van de voltooiing van de dienst of van de levering van de goederen en bevat onder meer de in artikel 2, punt 4, van voornoemd koninklijk besluit voorziene vermeldingen.
In afwijking van het eerste lid, wanneer de jaaromzet, exclusief belasting over de toegevoegde waarde, met betrekking tot restaurant- en cateringdiensten, met uitsluiting van het verschaffen van dranken, niet meer bedraagt dan het door de Minister van Financiën of zijn gemachtigde bepaald bedrag, is de bovenbedoelde exploitant of traiteur niet gehouden tot het uitreiken van het kasticket.
§ 2. Vanaf de ingebruikneming van het geregistreerd kassasysteem bedoeld in het koninklijk besluit van 30 december 2009, is de in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde belastingplichtige ertoe gehouden, op de plaats waar het geregistreerd kassasysteem is geïnstalleerd, in het bezit te zijn van een voorraad rekeningen of ontvangstbewijzen als bedoeld in artikel 22.
Ingeval de werking van het geregistreerd kassasysteem om welke reden ook is verstoord of wanneer het geregistreerd kassasysteem niet meer conform de geldende reglementering is, is de voormelde belastingplichtige ertoe gehouden een rekening of een ontvangstbewijs uit te reiken.
§ 3. De Minister van Financiën of zijn gemachtigde bepalen de toepassingsmodaliteiten van dit artikel.".
Art.2. In artikel 22, § 1, eerste lid, 2°, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 19 december 2012, worden de woorden "artikel 21bis, derde lid" vervangen door de woorden "artikel 21bis, § 1, derde lid".
Art.3. Artikel 30bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 19 december 2012, wordt vervangen als volgt :
"Art. 30bis. Wanneer, in afwijking van artikel 21bis, § 1, eerste lid, de exploitant van een inrichting waar regelmatig maaltijden worden verbruikt of de traiteur die regelmatig cateringdiensten verricht een ander kasregister gebruikt dan het in het koninklijk besluit van 30 december 2009 bedoeld geregistreerd kassasysteem, is hij ertoe gehouden om van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2014 kasticketten te blijven uitreiken door middel van dit kasregister.
Bij gebrek aan een dergelijk kasregister gedurende voornoemde periode, moet de bovenbedoelde belastingplichtige de rekening of het ontvangstbewijs uitreiken bedoeld in artikel 22, § 1, eerste lid, 2°.
Zodra deze belastingplichtige in dezelfde periode het geregistreerd kassasysteem als bedoeld in het koninklijk besluit van 30 december 2009 in gebruik neemt, moet hij een kasticket uitreiken overeenkomstig artikel 2, punt 4 van dit besluit.".
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014.
Art. 5. De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 december 2013.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Financiën,
K. GEENS