21 SEPTEMBER 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regeling van de terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen voor de personeelsleden van het onderwijs, de centra voor leerlingenbegeleiding en de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 februari 2000 betreffende de volledige terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen voor personeelsleden van het onderwijs en van de centra voor leerlingenbegeleiding
Art. 1-7
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2002 betreffende de terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen voor de personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere Zeevaartschool
Art. 8-12
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 13-14
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 februari 2000 betreffende de volledige terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen voor personeelsleden van het onderwijs en van de centra voor leerlingenbegeleiding
Artikel 1. Artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 februari 2000 betreffende de volledige terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen voor personeelsleden van het onderwijs en van de centra voor leerlingenbegeleiding, wordt vervangen door wat volgt :
"Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op :
1° de personeelsleden, vermeld in artikel 2, § 1, van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991;
2° de personeelsleden, vermeld in artikel 4, § 1, van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991;
3° de leden van de inspectie, vermeld in artikel 61 van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs;
4° de personeelsleden, vermeld in artikel 10 van het decreet van 1 december 1993 betreffende de inspectie en de begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken.".
Art.2. Aan artikel 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 14 september 2001, 22 februari 2002 en 14 juli 2004, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1 worden tussen de woorden "artikel 1, kunnen" en de woorden "een volledige terbeschikkingstelling" de woorden "voor 1 september 2012" ingevoegd;
2° er worden een paragraaf 2, 3 en 4 toegevoegd, die luiden als volgt :
" § 2. De personeelsleden, vermeld in artikel 1, kunnen vanaf 1 september 2012 een volledige terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen krijgen, als zij op de vooravond van de terbeschikkingstelling :
1° vast benoemd zijn;
2° ten minste twintig dienstjaren tellen die in aanmerking komen voor de opening van het recht op een rustpensioen ten laste van de Schatkist;
3° hun ambt uitoefenen als hoofdambt.
Daarenboven mogen de personeelsleden bij de aanvang van voormelde terbeschikkingstelling geen aanspraak kunnen maken op een rustpensioen ten laste van de Schatkist.
Deze terbeschikkingstelling wordt toegekend tot de vooravond van de dag waarop het personeelslid op een rustpensioen ten laste van de Schatkist aanspraak kan maken.
§ 3. Voor de personeelsleden vermeld in artikel 1, 1° en 2°, die uitsluitend vastbenoemd zijn in het ambt van kleuteronderwijzer of kleuteronderwijzer algemene en sociale vorming en die voldoen aan de voorwaarden vermeld in paragraaf 2, kan de terbeschikkingstelling ten vroegste ingaan :
1° vier jaar voor ze recht hebben op een rustpensioen ten laste van de Schatkist, als ze geboren zijn voor 1 januari 1958;
2° drie jaar voor ze recht hebben op een rustpensioen ten laste van de Schatkist, als ze geboren zijn in het jaar 1958;
3° twee jaar voor ze recht hebben op een rustpensioen ten laste van de Schatkist, als ze geboren zijn vanaf 1 januari 1959.
§ 4. Voor de personeelsleden vermeld in artikel 1, die niet uitsluitend vastbenoemd zijn in het ambt van kleuteronderwijzer of kleuteronderwijzer algemene en sociale vorming en die voldoen aan de voorwaarden vermeld in paragraaf 2, kan de terbeschikkingstelling ten vroegste ingaan :
1° twee jaar voor ze recht hebben op een rustpensioen ten laste van de Schatkist, als ze geboren zijn voor 1 januari 1957;
2° een jaar voor ze recht hebben op een rustpensioen ten laste van de Schatkist, als ze geboren zijn in het jaar 1957.".
In afwijking van paragraaf 2 vervalt het recht op een volledige terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen voor de personeelsleden vermeld in het eerste lid, die vanaf 1 januari 1958 geboren zijn.".
Art.3. In artikel 4, § 2 van hetzelfde besluit wordt punt 3° vervangen door wat volgt :
3° het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs;".
Art.4. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
"Art. 5. De volledige terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen wordt op hun verzoek toegekend door :
1° de inrichtende macht voor de personeelsleden, vermeld in artikel 1, 1°, en 2°;
2° de inspecteur-generaal voor de inspecteur en de coördinerend inspecteur;
3° de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, of zijn gemachtigde, voor de inspecteur-generaal en voor de personeelsleden, vermeld in artikel 1, 4°.".
Art.5. In hetzelfde besluit wordt tussen artikel 6 en artikel 6bis, een artikel 6/1 ingevoegd, dat luidt als volgt :
"Art. 6/1. § 1. De personeelsleden die geboren zijn vanaf 1 april 1956 en die uitsluitend vastbenoemd zijn in het ambt van kleuteronderwijzer of in het ambt van kleuteronderwijzer algemene en sociale vorming, ontvangen voor de hele periode van terbeschikkingstelling, een wachtgeld of wachtgeldtoelage, vastgesteld met toepassing van artikel 6, § 1, maar vermenigvuldigd met een percentage dat als volgt is bepaald :
1° 82,5 %, wanneer de terbeschikkingstelling wordt opgenomen voor een periode die minstens drie jaar korter is dan de volledige periode waarop het personeelslid recht heeft;
2° 80 %, wanneer de terbeschikkingstelling wordt opgenomen voor een periode die minstens twee jaar korter is dan de volledige periode waarop het personeelslid recht heeft;
3° 77,5 %, wanneer de terbeschikkingstelling wordt opgenomen voor een periode die minstens een jaar korter is dan de volledige periode waarop het personeelslid recht heeft;
4° 75 %, wanneer de terbeschikkingstelling wordt opgenomen voor een periode die minder dan een jaar korter is dan de volledige periode waarop het personeelslid recht heeft.
Met volledige periode waarop het personeelslid recht heeft, wordt de periode van vier, drie of twee jaar vermeld in artikel 2, § 3, bedoeld.
§ 2. De personeelsleden die geboren zijn vanaf 1 september 1954 en die niet uitsluitend vastbenoemd zijn in het ambt van kleuteronderwijzer of in het ambt van kleuteronderwijzer algemene en sociale vorming, ontvangen voor de hele periode van terbeschikkingstelling, een wachtgeld of wachtgeldtoelage, vastgesteld met toepassing van artikel 6, § 1, maar vermenigvuldigd met een percentage dat als volgt is bepaald :
1° 77,5 %, wanneer de terbeschikkingstelling wordt opgenomen voor een periode die minstens een jaar korter is dan de volledige periode waarop het personeelslid recht heeft;
2° 75 %, wanneer de terbeschikkingstelling wordt opgenomen voor een periode die minder dan een jaar korter is dan de volledige periode waarop het personeelslid recht heeft.
Met volledige periode waarop het personeelslid recht heeft, wordt de periode van twee of een jaar vermeld in artikel 2, § 4, eerste lid, bedoeld.".
Art.6. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd door wat volgt :
"1° in paragraaf 1 worden de woorden "psycho-medisch-sociale centra" vervangen door de woorden "centra voor leerlingenbegeleiding";
2° in paragraaf 2 worden de woorden "in het onderwijs voor sociale promotie of met beperkt leerplan" vervangen door de woorden "in het volwassenenonderwijs of deeltijds kunstonderwijs";
3° in paragraaf 3 worden de woorden "artikel 4, § 1 tot 3", vervangen door de woorden "artikel 4".
Art.7. In artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2002, worden de punten 1 en 2 vervangen door wat volgt :
"1° de inrichtende macht voor de personeelsleden vermeld in artikel 1, 1° en 2°;
2° de inspecteur-generaal voor de inspecteur en de coördinerend inspecteur;
3° de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, of zijn gemachtigde, voor de inspecteur-generaal en voor de personeelsleden, vermeld in artikel 1, 4°.".
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2002 betreffende de terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen voor de personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere Zeevaartschool
Art.8. In artikel 1, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2002 betreffende de terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen voor de personeelsleden van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en van de Hogere Zeevaartschool wordt de zinsnede "bedoeld in artikel 182, § 1, van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap" vervangen door de zinsnede "bedoeld in artikel 36, § 1 en artikel 37 van het decreet van 14 maart 2008 betreffende de financiering van de werking van de hogescholen en de universiteiten in Vlaanderen".
Art.9. Aan artikel 5 van hetzelfde besluit, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt een paragraaf 2 toegevoegd, die luidt als volgt :
" § 2. In afwijking van paragraaf 1, eerste lid, 1°, kan de terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen voor personeelsleden die voor 1 januari 1957 geboren zijn op zijn vroegst twee jaar voor de leeftijd waarop de betrokken personeelsleden aanspraak kunnen maken op een rustpensioen ten laste van de Schatkist, ingaan.
In afwijking van paragraaf 1, eerste lid, 1°, kan de terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen voor personeelsleden die in het jaar 1957 geboren zijn, op zijn vroegst een jaar voor de leeftijd waarop de betrokken personeelsleden aanspraak kunnen maken op een rustpensioen ten laste van de Schatkist, ingaan.".
Art.10. In hetzelfde besluit wordt een artikel 7/1 ingevoegd, dat luidt als volgt :
"Art. 7/1. De personeelsleden die geboren zijn vanaf 1 april 1954 ontvangen een wachtgeld, vastgesteld met toepassing van artikel 7, maar vermenigvuldigd met een percentage dat als volgt is bepaald :
1° 77,5 %, wanneer de terbeschikkingstelling wordt opgenomen voor een periode die minstens een jaar korter is dan de volledige periode waarop het personeelslid recht heeft;
2° 75 %, wanneer de terbeschikkingstelling wordt opgenomen voor een periode die minder dan een jaar korter is dan de volledige periode waarop het personeelslid recht heeft.
Met volledige periode waarop het personeelslid recht heeft, wordt de periode van twee of een jaar vermeld in artikel 5, § 2, bedoeld.".
Art.11. In artikel 28, paragraaf 2 van hetzelfde besluit worden de woorden "Vanaf de maand die volgt op de zestigste verjaardag van het personeelslid" vervangen door de woorden "vanaf de maand die volgt op de dag waarop het betrokken personeelslid aanspraak kan maken op een pensioen ten laste van de Schatkist.".
Art.12. In hetzelfde besluit wordt een artikel 32/1 ingevoegd, dat luidt als volgt :
"Art. 32/1. Voor personeelsleden die vanaf 1 januari 1958 geboren zijn, vervalt het recht op een voltijdse terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen.".
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art.13. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2012.
Art. 14. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 21 september 2012
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel,
P. SMET