Artikels:
Artikel 1. Artikel 21, § 2, van het besluit van de Regering van 28 december 1994 houdende reglement van het contractueel personeel van de beroepsopleiding van de gemeenschappelijke en gewestelijke dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling (FOREm/GRABA), gewijzigd bij het besluit van 9 december 2004, wordt vervangen als volgt :
" § 2. De jaarlijkse basisbedragen van de weddeschalen toegekend aan de leden van het pedagogisch personeel zijn vastgesteld als volgt :
| instructeur | 25.402,95 |
| e.a. instructeur | 27.738,99 |
| coördinator | 29.917,66 |
| e.a. intersectorieel coördinator | 32.096,05 |
| technisch adviseur | 34.546,70 |
tegen het indexcijfer 138,01. "
Art.2. Artikel 21, § 2, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" § 2. De jaarlijkse basisbedragen van de weddeschalen toegekend aan de leden van het pedagogisch personeel zijn vastgesteld als volgt :
| instructeur | 25.146,36 |
| e.a. instructeur | 27.458,80 |
| coördinator | 29.615,46 |
| e.a. intersectorieel coordinator | 31.771,84 |
| technisch adviseur | 34.197,75 |
tegen het indexcijfer 138,01. "
Art.3. Artikel 21, § 2, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" § 2. De jaarlijkse basisbedragen van de weddeschalen toegekend aan de leden van het pedagogisch personeel zijn vastgesteld als volgt :
| instructeur | 25.402,95 |
| e.a. instructeur | 27.738,99 |
| coördinator | 29.917,66 |
| e.a. intersectorieel coordinator | 32.096,05 |
| technisch adviseur | 34.546,70 |
tegen het indexcijfer 138,01. "
Art.4. Artikel 21, § 2, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" § 2. De jaarlijkse basisbedragen van de weddeschalen toegekend aan de leden van het pedagogisch personeel zijn vastgesteld als volgt :
| instructeur | 25.659,55 |
| e.a. instructeur | 28.019,18 |
| coördinator | 30.219,86 |
| e.a. intersectorieel coordinator | 32.420,25 |
| technisch adviseur | 34.895,66 |
tegen het indexcijfer 138,01. "
Art.5. Artikel 21, § 3, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een derde lid, luidende :
" Voor de leden van het pedagogisch personeel die 30 jaar dienstanciënniteit hebben, bedraagt hun 15e tweejaarlijkse verhoging vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin ze 59 jaar zijn geworden, 5 % van het basisbedrag dat op hen van toepassing is. "
Art.6. Artikel 26, § 3, 4°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 13 maart 2008, wordt vervangen als volgt :
" 4° bijkomend jaarlijks vakantieverlof :
Een bijkomend verlofdag wordt toegekend wanneer het personeelslid de leeftijd bereikt van :
- 45 jaar;
- 50 jaar;
- 53 jaar;
- 55 jaar;
- 58 jaar;
- 60 jaar;
- 61 jaar;
- 62 jaar;
- 63 jaar;
- 64 jaar. "
Art.7. Het besluit van de Regering van 28 december 1994 houdende reglement van het contractueel personeel van de beroepsopleiding van de gemeenschappelijke en gewestelijke dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling (FOREm/GRABA), gewijzigd bij de besluiten van 9 december 2004 en 13 maart 2008, wordt opgeheven.
In afwijking van het eerste lid blijft het besluit van toepassing op de huidige titularissen tot ze de dienst definitief verlaten of met pensioen gaan.
Art.8. De bijlage van het besluit van de Regering van 17 juli 2003 tot bepaling van de rechtspositie van het contractueel personeel van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en van bepaalde organismen van openbaar nut wordt aangevuld met een 11°, luidende :
" 11° opleider bij de Dienst voor Arbeidsbemiddeling ".
Art.9.De artikelen 1 en 5 treden in werking op 1 januari 2013.
Artikel 2 treedt in werking op 1 januari 2014.
Artikel 3 treedt in werking op 1 januari [1 2017]1.
Artikel 4 treedt in werking op 1 januari 2019.
Artikel 6 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2012.
De artikelen 7 en 8 hebben uitwerking met ingang van 1 september 2012.
----------
(1)<BDG 2017-01-19/18, art. 61, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2017>
Art. 10. De Minister van Onderwijs, Opleiding en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.