Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

6 JULI 2012. - Decreet houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal sportbeleid(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 16-08-2012 en tekstbijwerking tot 29-12-2017)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-4
HOOFDSTUK 2. - De subsidiëring van de [2 ...]2 de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het voeren van een Sport voor Allen-beleid
Afdeling 1.
Onderafdeling 1.
Art. 5-9
Onderafdeling 2.
Art. 10
Afdeling 2. - De subsidiëring van de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het voeren van een Sport voor Allen-beleid
Art. 11, 11/1, 12-14
Afdeling 3. - De gemeentelijke sportraad en de sportraad [1 van de Vlaamse Gemeenschapscommissie]1
Art. 15
HOOFDSTUK 3.
Art. 16-21
HOOFDSTUK 4. - Begeleiding, coördinatie en monitoring van de besturen in het kader van [1 het lokaal Sport voor Allen-beleid]1
Afdeling 1. - Erkenning en subsidiëring van een organisatie voor de begeleiding van [1 de gemeenten en de Vlaamse Gemeenschapscommissie]1 in het kader van [2 het lokaal Sport voor Allen-beleid]2
Art. 22-27
Afdeling 2. - Erkenning en subsidiëring van een organisatie voor de coördinatie en de begeleiding van een pool van professionele begeleiders in de sport voor de gemeenten, de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de provincies in het kader van de Vlaamse beleidsprioriteiten Sport voor Allen
Art. 28-33
Afdeling 3. - Monitoring van het lokale sportbeleid
Art. 34
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art. 35-38



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2007035594 



Uitvoeringsbesluit(en):

2012207231  2020041467 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art.2.In dit decreet wordt verstaan onder :
  1° Sport voor Allen : brede sportbeoefening die individueel of in ploegverband wordt beoefend met een competitief of recreatief karakter maar met uitzondering van topsport en competitiesport op hoog niveau;
  2° sportbeleid : het systematische en samenhangende geheel van beleidsmaatregelen van een overheid met betrekking tot sport dat steunt op deskundigheid, strategische aanpak en participatie van alle actoren;
  3° beweegbeleid : het systematische en samenhangende geheel van beleidsmaatregelen van een overheid met betrekking tot het aanzetten tot bewegen met als uiteindelijk doel sportbeoefening;
  4° erkende Vlaamse sportfederatie : de sportfederatie die erkend is in het kader van het [3 decreet van 10 juni 2016 houdende de erkenning en subsidiëring van de georganiseerde sportsector]3;
  5° erkende Vlaamse organisatie voor de sportieve vrijetijdsbesteding : de organisatie voor de sportieve vrijetijdsbesteding die erkend is in het kader van het [3 decreet van 10 juni 2016 houdende de erkenning en subsidiëring van de georganiseerde sportsector]3;
  6° sporttakkenlijst : de nominatieve lijst van sporttakken die de Vlaamse Regering kan subsidiëren [3 , vermeld in artikel 2, 14°, van het decreet van 10 juni 2016 houdende de erkenning en subsidiëring van de georganiseerde sportsector]3;
  7° sportvereniging : een groepering van mensen die zich structureel en duurzaam heeft georganiseerd met als primaire doelstelling sport te beoefenen en sportactiviteiten te organiseren waarbij de fysieke inspanning centraal staat;
  8° jeugdsportbegeleider : een sporttechnische begeleider voor jeugdsport die actief is in een sportvereniging die aangesloten is bij een erkende Vlaamse sportfederatie. Onder jeugdsport wordt verstaan sportbeoefening van kinderen en jongeren tot en met achttien jaar;
  9° directe financiële ondersteuning van sportverenigingen : een financiële tegemoetkoming aan sportverenigingen door de gemeente of de Vlaamse Gemeenschapscommissie die bestemd is voor de algemene werking van de vereniging. De subsidies worden verdeeld op basis van een subsidiereglement waarin objectiveerbare kwaliteitscriteria worden gehanteerd;
  10° anders georganiseerd beweeg- en sportaanbod : een beweeg- en sportaanbod dat voor iedereen toegankelijk is en dat door de lokale overheden georganiseerd of ondersteund wordt, al dan niet in samenwerking met sportverenigingen of andere actoren, met het oog op de verhoging of verbreding van de sportparticipatie;
  11° kansengroep : een geheel van personen die vanwege een of meer gemeenschappelijke persoons- of situationele kenmerken feitelijk ongelijke kansen hebben inzake sportparticipatie en voor wie bijgevolg een specifiek sport- en beweegbeleid noodzakelijk is;
  12° gemeente : gemeente uit het Nederlandse taalgebied;
  13° Planlastendecreet : het decreet van 15 juli 2011 houdende vaststelling van de algemene regels waaronder in de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest periodieke plan- en rapporteringsverplichtingen aan lokale besturen kunnen worden opgelegd;
  14°[2 agentschap Sport Vlaanderen : het agentschap dat opgericht is bij het decreet van 7 mei 2004 betreffende het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid "Sport Vlaanderen".]2
[1 15° randgemeenten : de randgemeenten, vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966.]1
  ----------
  (1)<DVR 2015-07-03/12, art. 18, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
  (2)<DVR 2015-12-04/08, art. 17, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
  (3)<DVR 2016-06-10/05, art. 78, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2016>

Art.3. Binnen de perken van de begroting en onder de bij dit decreet bepaalde voorwaarden verleent de Vlaamse Regering subsidies voor het realiseren van een coherent, dynamisch en innovatief Sport voor Allen-beleid. Dit veronderstelt in ieder geval de aanwezigheid van het nodige deskundige personeel binnen de respectieve instellingen.
  De subsidies die door de toepassing van dit decreet worden uitgekeerd, kunnen uitsluitend aangewend worden voor de ondersteuning of organisatie van Nederlandstalige sportinitiatieven. Onder Nederlandstalige sportinitiatieven wordt verstaan initiatieven van instellingen die hun zetel en werking hebben in het Nederlandse taalgebied of initiatieven van instellingen die hun zetel en werking hebben in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en die wegens hun activiteiten moeten worden beschouwd als uitsluitend behorend tot de Vlaamse Gemeenschap. De instellingen moeten het Nederlands gebruiken bij hun werking en organisatie. De gegevens en documenten van die instellingen moeten in het Nederlands aanwezig zijn op de zetel.
  Binnen de perken van de begroting, worden alle subsidiebedragen in dit decreet vanaf 2015 jaarlijks aangepast aan de stijging van de gezondheidsindex. Onder gezondheidsindex wordt verstaan de prijsindex, vermeld in artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij artikel 90 van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen.

Art.4.
  <Opgeheven bij DVR 2017-12-22/08, art. 30, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

HOOFDSTUK 2. - De subsidiëring van de [2 ...]2 de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het voeren van een Sport voor Allen-beleid   ----------   (1)   (2)
Afdeling 1.   
Onderafdeling 1.   
Art.5.
  <Opgeheven bij DVR 2017-12-22/08, art. 32, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

Art.6.
  <Opgeheven bij DVR 2017-12-22/08, art. 32, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

Art.7.
  <Opgeheven bij DVR 2017-12-22/08, art. 32, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

Art.8.
  <Opgeheven bij DVR 2017-12-22/08, art. 32, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

Art.9.
  <Opgeheven bij DVR 2017-12-22/08, art. 32, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

Onderafdeling 2.   
Art.10.
  <Opgeheven bij DVR 2017-12-22/08, art. 32, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

Afdeling 2. - De subsidiëring van de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het voeren van een Sport voor Allen-beleid
Art.11.De Vlaamse beleidsprioriteiten Sport voor Allen voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie zijn :
  1° het ondersteunen van de kwalitatieve uitbouw van de sportverenigingen via een doelgericht subsidiebeleid;
  2° het stimuleren van sportverenigingen tot professionalisering met een bijzonder accent op kwaliteitsvolle jeugdsportbegeleiding en eventueel tot onderlinge samenwerking;
  3° het voeren van een activeringsbeleid met het oog op een levenslange sportparticipatie via een anders georganiseerd laagdrempelig beweeg- en sportaanbod;
  4° het voeren van een beweeg- en sportbeleid met aandacht voor transversale samenwerking zodat kansengroepen gelijke kansen krijgen om actief te participeren in sport en met bijzondere aandacht voor het stimuleren van personen met een handicap tot sportbeoefening.
  [1 ...]1
  ----------
  (1)<DVR 2017-12-22/08, art. 33, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

Art. 11/1. [1 De Vlaamse beleidsprioriteit, vermeld in artikel 11, 1°, heeft tot doel het stimuleren van sportverenigingen via directe financiële ondersteuning in de uitbouw van een kwaliteitsvolle permanente inhoudelijke sportwerking, door de kwalitatieve uitbouw van de structuur, de organisatie en de omkadering van de sportvereniging te verhogen. De sportverenigingen bieden sporten aan die vermeld staan op de sporttakkenlijst of die aangeboden worden door erkende Vlaamse sportfederaties of door erkende Vlaamse organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding.
   De Vlaamse beleidsprioriteit, vermeld in artikel 11, 2°, heeft enerzijds tot doel de kwaliteit van de jeugdsportbegeleiders binnen de sportverenigingen te verhogen en biedt anderzijds de mogelijkheid de professionele omkadering te verhogen via coördinerende functies in de sportverenigingen. Deze beleidsprioriteit heeft ook tot doel de structurele samenwerking of fusies tussen sportverenigingen te ondersteunen met het oog op de uitbouw van een bredere en kwaliteitsvolle werking. De sportverenigingen zijn aangesloten bij een erkende Vlaamse sportfederatie.
   De Vlaamse beleidsprioriteit, vermeld in artikel 11, 3°, heeft tot doel een lokaal beweeg- en sportbeleid te stimuleren dat erop gericht is de bevolking te activeren tot levenslang sporten door een anders georganiseerd laagdrempelig beweeg- en sportaanbod te organiseren of te ondersteunen. Bij dit beweeg- en sportaanbod moet de fysieke inspanning centraal staan.
   De Vlaamse beleidsprioriteit, vermeld in artikel 11, 4°, heeft tot doel een lokaal beweeg- en sportbeleid te stimuleren dat personen die wegens hun sociaal zwakkere positie minder kans hebben om te participeren in sport, aanzet tot bewegen en sporten, waarbij de fysieke inspanning centraal staat. Binnen het beweeg- en sportbeleid is er aandacht voor transversale samenwerking en wordt het wegwerken van drempels die resulteren in gelijke sportparticipatie van kansengroepen beoogd.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij DVR 2017-12-22/08, art. 34, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2018>


Art.12.De Vlaamse Regering bepaalt de bestedingspercentages voor de Vlaamse beleidsprioriteiten, vermeld in artikel 11, en de nadere voorwaarden waaraan moet worden voldaan om voor subsidiëring in aanmerking te komen.
  De Vlaamse Regering bepaalt de procedure en de taken van het [1 agentschap Sport Vlaanderen]1 in het kader van de aanvraag en behandeling van de subsidiëring, van de controle op de aanwending van de subsidies, van de planning en de rapportering en van de wijze waarop de subsidies worden uitbetaald.
  De subsidiëring wordt verleend, geheel of gedeeltelijk geweigerd of ingetrokken onder de voorwaarden, binnen de termijnen en volgens de vorm en de procedure die door de Vlaamse Regering wordt bepaald.
  ----------
  (1)<DVR 2015-12-04/08, art. 18, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2016>

Art.13. Binnen de perken van de begroting subsidieert de Vlaamse Regering de uitvoering van de Vlaamse beleidsprioriteiten, vermeld in artikel 11, met een bedrag van in totaal 750.000 euro per jaar als voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in dit decreet, en aan de voorwaarden bepaald door de Vlaamse Regering.

Art.14. De subsidie die de Vlaamse Regering toekent op basis van de Vlaamse beleidsprioriteiten, vermeld in artikel 11, wordt door de Vlaamse Gemeenschapscommissie met minstens 30 procent vermeerderd. De Vlaamse Gemeenschapscommissie besteedt dat bedrag aan de Vlaamse beleidsprioriteiten, vermeld in artikel 11.

Afdeling 3. - De gemeentelijke sportraad en de sportraad [1 van de Vlaamse Gemeenschapscommissie]1   ----------   (1)
Art.15.§ 1. [1 De Vlaamse Gemeenschapscommissie beschikt]1 over een sportraad die, op eigen initiatief of op verzoek, autonoom advies geeft aan de overheid, over alle aangelegenheden die de sportraad belangrijk acht in het kader van het sportbeleid.
  [1 Het collegelid]1, bevoegd voor sport, kan als waarnemer de vergaderingen bijwonen.
  Het lidmaatschap van de sportraad kan niet als voorwaarde voor subsidiëring worden gesteld.
  § 2. [1 ...]1
  De Vlaamse Gemeenschapscommissie moet aantonen dat ze de sportraad heeft betrokken bij de planning met betrekking tot het sportbeleid en dat ze om advies heeft gevraagd over de planningsdocumenten met betrekking tot het Sport voor Allen- beleid in het kader van de Vlaamse beleidsprioriteiten Sport voor Allen. De sportraad bespreekt ook jaarlijks de door de Vlaamse Gemeenschapscommissie opgemaakte rapporteringsdocumenten met betrekking tot het Sport voor Allenbeleid in het kader van de Vlaamse beleidsprioriteiten Sport voor Allen.
  § 3. Het bestuur motiveert bij het nemen van beslissingen eventuele afwijkingen op de uitgebrachte adviezen aan de sportraad.
  ----------
  (1)<DVR 2017-12-22/08, art. 36, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

HOOFDSTUK 3.   
Art.16.
  <Opgeheven bij DVR 2016-11-18/05, art. 24, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

Art.17.
  <Opgeheven bij DVR 2016-11-18/05, art. 24, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

Art.18.
  <Opgeheven bij DVR 2016-11-18/05, art. 24, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

Art.19.
  <Opgeheven bij DVR 2016-11-18/05, art. 24, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

Art.20.
  <Opgeheven bij DVR 2016-11-18/05, art. 24, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

Art.21.
  <Opgeheven bij DVR 2016-11-18/05, art. 24, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

HOOFDSTUK 4. - Begeleiding, coördinatie en monitoring van de besturen in het kader van [1 het lokaal Sport voor Allen-beleid]1   ----------   (1)
Afdeling 1. - Erkenning en subsidiëring van een organisatie voor de begeleiding van [1 de gemeenten en de Vlaamse Gemeenschapscommissie]1 in het kader van [2 het lokaal Sport voor Allen-beleid]2   ----------   (1)   (2)
Art.22.§ 1. Om als organisatie voor de begeleiding van [3 de gemeenten en de Vlaamse Gemeenschapscommissie]3 in het kader van [4 het lokaal Sport voor Allen-beleid]4 erkend te worden en te blijven, moet zij voldoen aan de volgende voorwaarden :
  1° opgericht zijn volgens de wet waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel rechtspersoonlijkheid wordt verleend;
  2° haar zetel hebben in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;
  3° in haar statuten de ondersteuning van lokale besturen in de uitvoering van het lokale sportbeleid als hoofddoelstelling hebben;
  4° zich richten tot alle lokale besturen, [4 ...]4, voor de ondersteuning in de uitvoering van het lokale sportbeleid.
  § 2. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere voorwaarden, de vorm, de termijnen en de te volgen procedure voor de aanvraag tot erkenning en de behandeling ervan door het [2 agentschap Sport Vlaanderen]2.
  De erkenning van een organisatie voor de begeleiding van de besturen wordt verleend, geweigerd, geschorst of ingetrokken onder de voorwaarden, binnen de termijnen en volgens de vorm en de procedure die door de Vlaamse Regering wordt bepaald.
  De erkenning wordt voor de duur van de lokale beleidscyclus van de gemeenten [3 ...]3, vermeld in artikel 2, 3°, van het Planlastendecreet, toegestaan.
  ----------
  (2)<DVR 2015-12-04/08, art. 18, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
  (3)<DVR 2016-11-18/05, art. 26, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
  (4)<DVR 2017-12-22/08, art. 39, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

Art.23.De Vlaamse Regering voorziet binnen de perken van de begroting in een subsidie van [1 200.000]1 euro per jaar voor de begeleiding van de gemeenten [3 en de Vlaamse Gemeenschapscommissie]3 in het kader van [4 het lokaal Sport voor Allen-beleid het lokaal Sport voor Allen-beleid, waarvan minstens 50.000 euro per jaar besteed wordt aan de opdracht, vermeld in artikel 24, eerste lid, 3°]4.
  [1 De subsidie moet worden aangewend voor subsidiëring van een kern van personeelsleden, een jaarlijkse basistoelage voor de werking en een subsidiëring op grond van werkelijk gepresteerde activiteiten.]1
  ----------
  (1)<DVR 2013-12-20/08, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  (2)<DVR 2015-07-03/12, art. 30, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
  (3)<DVR 2016-11-18/05, art. 27, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
  (4)<DVR 2017-12-22/08, art. 40, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

Art.24.Om in aanmerking te komen voor subsidies moet een erkende organisatie voor de begeleiding van de gemeenten [2 en de Vlaamse Gemeenschapscommissie]2 in het kader van [3 het lokaal Sport voor Allen-beleid, met uitzondering van het sportinfrastructuurbeleid,]3 de volgende opdrachten uitvoeren :
  1° actieve kennisverzameling en kennisontwikkeling, rekening houdend met de behoeften van de besturen in het kader van [3 het lokaal Sport voor Allen-beleid]3;
  2° informatie en kennis betreffende [3 het lokaal Sport voor Allen-beleid]3 actief ter beschikking stellen aan de besturen door middel van :
  a) de organisatie van een helpdeskfunctie;
  b) de organisatie van vormingen, studiedagen, intervisiemomenten en actieve begeleidingstrajecten;
  c) [3 het uitwerken naar het werkveld van goede praktijkvoorbeelden in het kader van het lokaal Sport voor Allen-beleid;]3
  d) het opzetten van rechtstreekse communicatiekanalen met de verschillende lokale actoren in functie van snelle en accurate informatieverspreiding.
  [3 3° het uitbouwen van een kenniscentrum Buurtsport.]3
  Bij de uitvoering van deze opdrachten wordt rekening gehouden met de voorwaarden zoals bepaald in dit decreet en met de voorwaarden bepaald door de Vlaamse Regering.
  Om in aanmerking te komen voor subsidiëring maakt de erkende organisatie voor de begeleiding van de besturen een beleidsplan op voor de volgende lokale beleidscyclus en een jaarlijks actieplan met vermelding van de acties, de timing, de indicatoren en de daaraan gekoppelde begroting. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere voorwaarden waaraan dit beleidsplan en het jaarlijks actieplan moeten voldoen.
  ----------
  (1)<DVR 2015-07-03/12, art. 31, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
  (2)<DVR 2016-11-18/05, art. 28, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
  (3)<DVR 2017-12-22/08, art. 41, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

Art.25.De subsidies voor een organisatie voor de begeleiding van de gemeenten [2 en de Vlaamse Gemeenschapscommissie]2 in het kader van [3 het lokaal Sport voor Allen-beleid]3 worden jaarlijks toegekend en omvatten werkingssubsidies en personeelssubsidies. De Vlaamse Regering kan de nadere voorwaarden voor de toekenning van deze subsidies bepalen.
  De subsidie moet worden aangewend voor de uitvoering van de taak, vermeld in artikel 23 en 24. Maximum 70 % van de totale subsidies kan besteed worden aan personeelskosten.
  ----------
  (1)<DVR 2015-07-03/12, art. 32, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
  (2)<DVR 2016-11-18/05, art. 28, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
  (3)<DVR 2017-12-22/08, art. 42, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

Art.26.De organisatie voor de begeleiding van de gemeenten [2 en de Vlaamse Gemeenschapscommissie ]2 in het kader van [3 het lokaal Sport voor Allen-beleid]3 maakt een werkingsverslag en een financieel verslag op over de uitvoering van het beleidsplan in het voorgaande jaar.
  De Vlaamse Regering bepaalt de nadere voorwaarden waaraan het werkingsverslag en het financieel verslag moeten voldoen.
  ----------
  (1)<DVR 2015-07-03/12, art. 32, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
  (2)<DVR 2016-11-18/05, art. 28, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
  (3)<DVR 2017-12-22/08, art. 42, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

Art.27.De Vlaamse Regering bepaalt de nadere voorwaarden, de vorm, de termijnen en de te volgen procedure voor de subsidiëring van een erkende organisatie voor de begeleiding van de gemeenten [3 en de Vlaamse Gemeenschapscommissie]3 in het kader van [4 het lokaal Sport voor Allen-beleid]4 en de behandeling ervan door het[2 agentschap Sport Vlaanderen]2.
  De subsidiëring van een organisatie voor de begeleiding van de besturen wordt verleend, geweigerd, geschorst of ingetrokken onder de voorwaarden, binnen de termijnen en volgens de vorm en de procedure die door de Vlaamse Regering worden bepaald.
  ----------
  (1)<DVR 2015-07-03/12, art. 32, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
  (2)<DVR 2015-12-04/08, art. 18, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2016>
  (3)<DVR 2016-11-18/05, art. 28, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
  (4)<DVR 2017-12-22/08, art. 42, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

Afdeling 2. - Erkenning en subsidiëring van een organisatie voor de coördinatie en de begeleiding van een pool van professionele begeleiders in de sport voor de gemeenten, de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de provincies in het kader van de Vlaamse beleidsprioriteiten Sport voor Allen
Art.28.
  <Opgeheven bij DVR 2013-11-08/02, art. 22, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.29.
  <Opgeheven bij DVR 2013-11-08/02, art. 22, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.30.
  <Opgeheven bij DVR 2013-11-08/02, art. 22, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.31.
  <Opgeheven bij DVR 2013-11-08/02, art. 22, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.32.
  <Opgeheven bij DVR 2013-11-08/02, art. 22, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.33.
  <Opgeheven bij DVR 2013-11-08/02, art. 22, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Afdeling 3. - Monitoring van het lokale sportbeleid
Art.34.De gemeenten, de Vlaamse Gemeenschapscommissie [2 ...]2 en de [1 organisatie, vermeld in artikel 24]1 verbinden zich ertoe op verzoek van de Vlaamse Regering gegevens ter beschikking te stellen in het kader van de monitoring van het lokale sportbeleid.
  ----------
  (1)<DVR 2013-11-08/02, art. 23, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
  (2)<DVR 2016-11-18/05, art. 29, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2018>

HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art.35. Het decreet van 9 maart 2007 houdende de subsidiëring van gemeente- en provinciebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het voeren van een Sport voor Allen-beleid wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2014, met uitzondering van :
  1° artikel 5, § 2 en § 3, artikel 9, § 1, eerste lid, artikel 10, 11, 15, 17, 18, 20, 21, 22, 24, 25 en 26, die tot en met 31 december 2015 van toepassing blijven op het sportbeleidsplan van de Vlaamse Gemeenschapscommissie of op het aanvullende sportbeleidsplan van de Vlaamse Gemeenschapscommissie;
  2° artikel 28, 29 en 30, die tot en met 31 december 2014 van toepassing blijven op de Vlaamse Gemeenschapscommissie;
  3° artikel 2, 3 en 4, die tot en met 31 december 2015 van toepassing blijven op de Vlaamse Gemeenschapscommissie.
  Conform artikel 22, § 1, van het decreet van 9 maart 2007 houdende de subsidiëring van gemeente- en provinciebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het voeren van een Sport voor Allen-beleid, blijft voor de Brusselse gemeenten het goedgekeurde aanvullende sportbeleidsplan van de Vlaamse Gemeenschapscommissie van toepassing tot en met 31 december 2015.

Art.36.
  <Opgeheven bij DVR 2013-11-08/02, art. 24, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2014>

Art.37. In afwijking van artikel 32 van het decreet van 9 maart 2007 houdende de subsidiëring van gemeente- en provinciebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het voeren van een Sport voor Allen-beleid voorziet de Vlaamse Regering voor het jaar 2013 in een voorafname van 150.000 euro voor de voorbereiding van de begeleiding van de besturen in het kader van de Vlaamse beleidsprioriteiten Sport voor Allen zoals bepaald in dit decreet.
  In afwijking van artikel 33 van het decreet van 9 maart 2007 houdende de subsidiëring van gemeente- en provinciebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het voeren van een Sport voor Allen-beleid voorziet de Vlaamse Regering voor het jaar 2013 in een voorafname van 75.000 euro voor de voorbereiding van de coördinatie en de begeleiding van een pool van professionele begeleiders in de sport in het kader van de Vlaamse beleidsprioriteiten Sport voor Allen zoals bepaald in dit decreet.

Art. 38. Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2014, met uitzondering van :
  1° artikel 2, 4, 5, 6, 7, 17 en 18, die in werking treden op 30 oktober 2012;
  2° artikel 15, 19 en 37, die in werking treden op 1 januari 2013;
  3° artikel 11, 12, 13 en 14, die in werking treden op 1 januari 2016.
  In afwijking van het eerste lid, treedt voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie :
  1° artikel 15 in werking op 1 januari 2015;
  2° artikel 3 en 34 in werking op 1 januari 2016.