26 MEI 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de socialezekerheidsbijdragen
Art. 1-3
Artikel 1. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de socialezekerheidsbijdragen, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 januari 2004 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 november 2005, de wet van 27 december 2006, en de koninklijke besluiten van 26 april 2007, 30 april 2009, 3 februari 2010 en 21 februari 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de bepaling onder 3°, d, wordt het laatste lid vervangen door de volgende twee leden :
" Vanaf het eerste kwartaal 2012 is S0 gelijk aan 6.968,37 EUR voor de tewerkstellingen als werknemer volgens categorie 3 zoals bedoeld in artikel 330 van de programmawet van 24 december 2002.
Vanaf het eerste kwartaal 2013 is S0 gelijk aan 6.878,46 EUR voor de tewerkstellingen als werknemer volgens categorie 3 zoals bedoeld in artikel 330 van de programmawet van 24 december 2002. ";
2° in de bepaling onder 3° wordt de bepaling onder dbis) ingevoegd, luidende :
" dbis) Het bedrag van de loongrens S0 voor de tewerkstellingen als werknemer volgens categorie 3 zoals bedoeld in artikel 330 van de wet van 24 december 2002, zoals bepaald in dit besluit in uitvoering van artikel 331, zesde lid, van de wet van 24 december 2002, wordt verhoogd met 2 % voor elke verhoging van de loongrenzen bedoeld in artikel 2 van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een werkbonus onder de vorm van een vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen en aan sommige werknemers die het slachtoffer waren van een herstructurering, ten gevolge van de koppeling aan de index zoals bedoeld in artikel 2, § 2, derde lid, van voornoemde wet van 20 december 1999 met ingang vanaf het kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin deze loongrenzen verhoogd worden of, indien deze verhoging samenvalt met het begin van een kwartaal, met ingang vanaf dat kwartaal.
Het resultaat van de berekeningen bedoeld in het vorig lid wordt tot de dichtstbijzijnde cent afgerond, waarbij 0,005 EUR naar 0,01 EUR afgerond wordt.
Deze bepaling wordt toegepast vanaf het kwartaal volgend op het kwartaal waarin het bedrag van de loongrens S0 wordt vastgesteld in dit besluit, in toepassing van artikel 331, zesde lid, van de wet van 24 december 2002.
De berekening bedoeld in het eerste lid is kwartaal na kwartaal cumulatief tot een nieuw bedrag S0 wordt vastgesteld in uitvoering van artikel 331, zesde lid, van de wet van 24 december 2002.
In afwijking van het vorige lid, is het eerste lid van toepassing voor het eerste kwartaal 2013. In dit geval wordt het bedrag van de loongrens S0 verhoogd met 2 % voor elke verhoging van de loongrenzen gelegen in de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012. ".
Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2012.
Art. 3. De Minister bevoegd voor Sociale Zaken en de Minister bevoegd voor Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 26 mei 2012.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Werk,
M. DE CONINCK