Artikels:
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.
HOOFDSTUK 2. - Vermindering van de onroerende voorheffing voor energiezuinige gebouwen
Art.2. In artikel 257, § 1, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden punt 4° tot en met 6° vervangen door wat volgt :
" 4° een vermindering van 20 procent van de onroerende voorheffing gedurende tien jaar voor een woning waarvoor de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning is ingediend vóór 1 januari 2013 en die op 1 januari van het aanslagjaar een E-peil heeft van ten hoogste E60;
5° een vermindering van 20 procent van de onroerende voorheffing gedurende tien jaar voor andere gebouwde onroerende goederen dan woningen, waarvoor de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning is ingediend vóór 1 januari 2013 en die op 1 januari van het aanslagjaar een E-peil hebben van ten hoogste E70;
6° een vermindering van 40 procent van de onroerende voorheffing gedurende tien jaar voor gebouwde onroerende goederen waarvoor de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning is ingediend vóór 1 januari 2013 en die op 1 januari van het aanslagjaar een E-peil hebben van ten hoogste E40; ";
2° aan het eerste lid worden een punt 7° en een punt 8° toegevoegd, die luiden als volgt :
" 7° een vermindering van 50 % van de onroerende voorheffing gedurende vijf jaar voor gebouwde onroerende goederen waarvoor de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning is ingediend na 31 december 2012 en die op 1 januari van het aanslagjaar ten hoogste een E-peil hebben overeenkomstig de volgende tabel :
datum aanvraag stedenbouwkundige vergunning | E-peil |
vanaf 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 | E50 |
vanaf 1 januari 2014 | E40 |
8° een vermindering van 100 % van de onroerende voorheffing gedurende vijf jaar voor gebouwde onroerende goederen waarvoor de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning is ingediend na 31 december 2012 en die op 1 januari van het aanslagjaar een E-peil hebben van ten hoogste E30. ";
3° het tweede tot en met het vijfde lid worden vervangen door wat volgt :
" Het E-peil, vermeld in het eerste lid, 4°, 5°, 6°, 7° en 8°, is het peil van primair energieverbruik, zoals berekend ter uitvoering van titel XI van hetEnergiedecreet van 8 mei 2009.
Voor de bepaling van de grens van het E-peil waaraan het gebouwde onroerend goed moet voldoen om in aanmerking te komen voor de vermindering, wordt alleen rekening gehouden met het ogenblik waarop de volledige aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning is ingediend.
De termijn van tien jaar, vermeld in het eerste lid, 4°, 5° en 6°, neemt een aanvang in het jaar dat volgt op het jaar waarin het E-peil dat recht geeft op een vermindering, voor de eerste maal is bepaald voor het gebouwde onroerend goed in kwestie. Die termijn kan op zijn vroegst een aanvang nemen vanaf het aanslagjaar 2009.
De termijn van vijf jaar, vermeld in het eerste lid, 7° en 8°, neemt een aanvang in het jaar dat volgt op het jaar waarin het E-peil dat recht geeft op een vermindering, voor de eerste maal is bepaald voor het gebouwde onroerend goed in kwestie. Die termijn kan op zijn vroegst een aanvang nemen vanaf het aanslagjaar 2014.
Voor de verminderingen, vermeld in het eerste lid, 4°, 5°, 6°, 7° en 8°, komen alleen de gebouwde onroerende goederen in aanmerking waarvoor het vereiste E-peil voor het gebouw als geheel is bepaald. De verminderingen worden enkel toegekend wanneer het gaat om de gebouwen die bedoeld worden in artikel 9.1.11, § 1, 9.1.15, eerste lid, en artikel 9.1.18 van het Energiebesluit van 19 november 2010.
Bij de overdracht van een onroerend goed waarvoor een vermindering als vermeld in het eerste lid, 4°, 5°, 6°, 7° en 8°, is verleend, wordt de vermindering vanaf het aanslagjaar dat volgt op het jaar van de overdracht, verder toegekend aan de verkrijger van het goed voor de nog resterende aanslagjaren in de periode van tien jaar of vijf jaar. ".
Art.3. Artikel 258 van hetzelfde wetboek wordt vervangen door wat volgt :
" Art. 258. De verminderingen ingevolge artikel 257, § 1, eerste lid, 1° tot en met 8°, en § 2, 1° en 2°, worden beoordeeld naar de toestand op 1 januari van het jaar waarnaar het aanslagjaar van de onroerende voorheffing wordt genoemd. Die verminderingen kunnen worden samengevoegd, met uitzondering van de vermindering, vermeld in artikel 257, § 1, eerste lid, 6°, die niet samengevoegd kan worden met de verminderingen, vermeld in artikel 257, § 1, eerste lid, 4° en 5°. ".
Art.4. In artikel 376, § 3, 2°, van hetzelfde wetboek wordt de zinsnede " artikel 257, § 1, 1° tot en met 6° " vervangen door de zinsnede " artikel 257, § 1, eerste lid, 1° tot en met 8° ".
Art.5. In artikel 7, § 1, van het decreet van 23 mei 2008 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2008 wordt de zinsnede " artikelen 3 tot en met 6 " vervangen door de zinsnede " artikel 3 van dit decreet ".
Art.6. <Opgeheven bij VCF 2013-12-13/06, art. 5.0.0.0.5, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2014>
HOOFDSTUK 3. - Slotbepaling
Art. 7. Dit decreet treedt in werking vanaf het aanslagjaar 2013.