6 JULI 2012. - Decreet betreffende [ "het Lokaal Cultuurbeleid" de woorden "de organisatie van het overleg en de advisering van] het Lokaal Cultuurbeleid(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 28-08-2012 en tekstbijwerking tot 29-04-2024)
TITEL 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-4
TITEL 2.
Art. 5
TITEL 3. - Het lokaal cultuurbeleid
HOOFDSTUK 1.
Art. 6-7
HOOFDSTUK 2.
Art. 8-9
HOOFDSTUK 3.
Art. 10-11
HOOFDSTUK 4. - Organisaties met een specifieke opdracht
Afdeling 1.
Art. 12-19
Afdeling 2.
Art. 20-21
Afdeling 3.
Art. 22-30
Afdeling 4.
Art. 31-33
Afdeling 5.
Art. 34-37
HOOFDSTUK 5. - Intergemeentelijke samenwerking voor afstemming van het cultuuraanbod en de communicatie
Art. 38-39
HOOFDSTUK 6.
Afdeling 1.
Art. 40-48
Afdeling 2.
Art. 49
HOOFDSTUK 7.
Art. 50-51
TITEL 4. - Organisatie van het overleg en de advisering van het gemeentelijk cultuurbeleid
Art. 52-58
TITEL 5.
Art. 59-60
TITEL 6.
Art. 61-62, 62/1
TITEL 7. - Opheffingsbepalingen
Art. 63-68
TITEL 8. - Inwerkingtredingsbepaling
Art. 69
BIJLAGE.
Art. N
TITEL 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.
Art.2.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-29/33, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art.3.
<Opgeheven bij DVR 2017-12-22/08, art. 20, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art.4.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-29/33, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
TITEL 2.
Art.5.
<Opgeheven bij DVR 2017-12-22/08, art. 21, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
TITEL 3. - Het lokaal cultuurbeleid
HOOFDSTUK 1.
Art.6.
<Opgeheven bij DVR 2017-12-22/08, art. 22, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art.7.
<Opgeheven bij DVR 2017-12-22/08, art. 22, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
HOOFDSTUK 2.
Art.8.
<Opgeheven bij DVR 2023-06-23/11, art. 20, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art.9.
<Opgeheven bij DVR 2023-06-23/11, art. 20, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
HOOFDSTUK 3.
Art.10.
<Opgeheven bij DVR 2017-12-22/08, art. 24, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art.11.
<Opgeheven bij DVR 2017-12-22/08, art. 24, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
HOOFDSTUK 4. - Organisaties met een specifieke opdracht
Afdeling 1.
Art.12.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-29/33, art. 4, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art.13.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-29/33, art. 4, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art.14.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-29/33, art. 4, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art.15.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-29/33, art. 4, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art.16.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-29/33, art. 4, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art.17.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-29/33, art. 4, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art.18.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-29/33, art. 4, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art.19.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-29/33, art. 4, 010; Inwerkingtreding : 09-05-2024>
Afdeling 2.
Art.20.
<Opgeheven bij DVR 2023-06-23/11, art. 20, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art.21.
<Opgeheven bij DVR 2023-06-23/11, art. 20, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Afdeling 3.
Art.22.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-29/33, art. 5, 010; Inwerkingtreding : 09-05-2024>
Art.23.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-29/33, art. 5, 010; Inwerkingtreding : 09-05-2024>
Art.24.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-29/33, art. 5, 010; Inwerkingtreding : 09-05-2024>
Art.25.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-29/33, art. 5, 010; Inwerkingtreding : 09-05-2024>
Art.26.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-29/33, art. 5, 010; Inwerkingtreding : 09-05-2024>
Art.27.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-29/33, art. 5, 010; Inwerkingtreding : 09-05-2024>
Art.28.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-29/33, art. 5, 010; Inwerkingtreding : 09-05-2024>
Art.29.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-29/33, art. 5, 010; Inwerkingtreding : 09-05-2024>
Art.30.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-29/33, art. 5, 010; Inwerkingtreding : 09-05-2024>
Afdeling 4.
Art.31.
<Opgeheven bij DVR 2016-07-08/06, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 01-07-2016>
Art.32.
<Opgeheven bij DVR 2016-07-08/06, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 01-07-2016>
Art.33.
<Opgeheven bij DVR 2016-07-08/06, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 01-07-2016>
Afdeling 5.
Art.34.
<Opgeheven bij DVR 2019-03-29/41, art. 54, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.35.
<Opgeheven bij DVR 2019-03-29/41, art. 54, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.36.
<Opgeheven bij DVR 2019-03-29/41, art. 54, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art.37.
<Opgeheven bij DVR 2019-03-29/41, art. 54, 008; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
HOOFDSTUK 5. - Intergemeentelijke samenwerking voor afstemming van het cultuuraanbod en de communicatie
Art.38.
<Opgeheven bij DVR 2018-06-15/10, art. 60, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
Art.39.
<Opgeheven bij DVR 2018-06-15/10, art. 60, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
HOOFDSTUK 6.
Afdeling 1.
Art.40.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-08/11, art. 90, 011; Inwerkingtreding : 02-05-2024>
Art.41.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-08/11, art. 90, 011; Inwerkingtreding : 02-05-2024>
Art.42.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-08/11, art. 90, 011; Inwerkingtreding : 02-05-2024>
Art.43.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-08/11, art. 90, 011; Inwerkingtreding : 02-05-2024>
Art.44.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-08/11, art. 90, 011; Inwerkingtreding : 02-05-2024>
Art.45.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-08/11, art. 90, 011; Inwerkingtreding : 02-05-2024>
Art.46.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-08/11, art. 90, 011; Inwerkingtreding : 02-05-2024>
Art.47.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-08/11, art. 90, 011; Inwerkingtreding : 02-05-2024>
Art.48.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-08/11, art. 90, 011; Inwerkingtreding : 02-05-2024>
Afdeling 2.
Art.49.
<Opgeheven bij DVR 2017-12-22/08, art. 29, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
HOOFDSTUK 7.
Art.50.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-29/33, art. 6, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art.51.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-29/33, art. 6, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
TITEL 4. - Organisatie van het overleg en de advisering van het gemeentelijk cultuurbeleid
Art.52. Met het oog op de voorbereiding en de evaluatie van het cultuurbeleid, organiseert de gemeente inspraak en participatie met alle lokale belanghebbenden. Ze toont aan dat ze de lokale belanghebbenden heeft betrokken bij de opmaak van de strategische meerjarenplanning.
Art.53. De gemeente moet de volgende culturele actoren bij de organisatie van inspraak en participatie betrekken :
1° alle culturele organisaties en instellingen, zowel private als publieke, die het Nederlandstalige culturele leven bevorderen, die werken met vrijwilligers of met professionele beroepskrachten en die een werking ontplooien op het grondgebied van de gemeente;
2° deskundigen op het vlak van cultuur die het Nederlandstalige culturele leven bevorderen en die in de gemeente wonen.
Art.54. De gemeente kan de actoren, vermeld in artikel 53, op twee manieren betrekken in het cultuurbeleid :
1° door de oprichting van één gemeentelijke raad, met adviserende bevoegdheid over alle culturele materies voor de hele gemeente;
2° door de oprichting van sectorale deelraden, met adviserende bevoegdheid over hun sectorale materie voor de hele gemeente.
Vertegenwoordigers van elke deelraad vormen daarnaast een overkoepelende gemeentelijke raad met adviserende bevoegdheid over de grote lijnen van het gemeentelijk cultuurbeleid.
Art.55. De gemeente moet, in het kader van de beleidsvoorbereiding en -evaluatie, advies vragen aan de adviesorganen over alle aangelegenheden, vermeld in artikel 4, 1° tot en met 10°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, met uitzondering van punt 7° (jeugdbeleid) en 9° (sport).
Art.56. De adviesorganen kunnen ook op eigen initiatief advies uitbrengen.
Art.57. De gemeente moet bij het nemen van beslissingen eventuele afwijkingen op de uitgebrachte adviezen motiveren.
Art.58. De gemeente bepaalt de nadere voorwaarden van de werking van de adviesorganen voor cultuur.
TITEL 5.
Art.59.
<Opgeheven bij DVR 2016-11-18/05, art. 6, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
Art.60.
<Opgeheven bij DVR 2016-11-18/05, art. 6, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2018>
TITEL 6.
Art.61.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-29/33, art. 7, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art.62.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-29/33, art. 7, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art. 62/1.
<Opgeheven bij DVR 2024-03-29/33, art. 30, 010; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
TITEL 7. - Opheffingsbepalingen
Art.63. Het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en inte- graal lokaal cultuurbeleid, gewijzigd bij de decreten van 5 juli 2002, 20 december 2002, 21 maart 2003, 24 december 2004, 23 december 2005, 30 juni 2006, 13 juli 2007, 19 november 2010 en 18 maart 2011, wordt opgeheven.
Art.64. Het besluit van de Vlaamse Regering van 11 januari 2002 ter uitvoering van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004, 11 juni 2004, 15 september 2006 en 7 december 2007, wordt opgeheven.
Art.65. Het ministerieel besluit van 29 mei 2002 houdende vastlegging van de structuur van een gemeentelijk cultuurbeleidsplan, een beleidsplan van een bibliotheek en een beleidsplan van een cultuurcentrum, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 13 februari 2007, wordt opgeheven.
Art.66. Het decreet van 6 juli 2001 houdende ondersteuning van de federatie van erkende organisaties voor volksontwikkelingswerk en houdende ondersteuning van de Vereniging van Vlaamse Cultuurcentra, gewijzigd bij de decreten van 5 juli 2002, 29 november 2002 en 14 maart 2008, wordt opgeheven.
Art.67. Het besluit van de Vlaamse Regering van 14 maart 2003 ter uitvoering van het decreet houdende ondersteuning van de federatie van erkende organisaties voor volksontwikkelingswerk en houdende ondersteuning van de Vereniging van Vlaamse Cultuurcentra wordt opgeheven voor wat de Vereniging van Vlaamse Cultuurcentra betreft.
Art.68. Het reglement van 11 april 2008 voor de aanvullende tewerkstelling bij organisaties actief in het kader van de lectuurvoorziening voor personen met een leesbeperking wordt opgeheven.
TITEL 8. - Inwerkingtredingsbepaling
Art.69. Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2014, met uitzondering van artikel 2 tot en met 11, 40, 47, 49, 61 en 62, die in werking treden op 30 oktober 2012, en artikel 12 tot en met 37, en artikel 50 tot en met 58, die in werking treden op 1 januari 2013.
BIJLAGE.
Art. N. Lijst van steden en gemeenten
| gemeente | inschaling |
| Aalst | A |
| Aarschot | B |
| Antwerpen | grootstad |
| Asse | C |
| Beersel | C |
| Beringen | C |
| Beveren | C |
| Bierbeek | C |
| Bilzen | C |
| Blankenberge | C |
| Boom | C |
| Bornem | B |
| Brasschaat | C |
| Bree | C |
| Brugge | A |
| Brussel | grootstad |
| Deinze | B |
| Dendermonde | B |
| Diest | B |
| Diksmuide | C |
| Dilbeek | A |
| Eeklo | B |
| Evergem | C |
| Geel | B |
| Genk | A |
| Gent | grootstad |
| Geraardsbergen | C |
| Grimbergen | A |
| Halle | B |
| Hasselt | A |
| Heist-op-den-Berg | C |
| Herentals | B |
| Heusden-Zolder | C |
| Hoogstraten | C |
| Houthalen-Helchteren | C |
| Ieper | B |
| Knokke-Heist | B |
| Koksijde | C |
| Kortrijk | A |
| Leopoldsburg | C |
| Leuven | A |
| Lier | B |
| Lokeren | B |
| Lommel | C |
| Maaseik | C |
| Maasmechelen | C |
| Mechelen | A |
| Menen | B |
| Mol | B |
| Ninove | C |
| Oostende | A |
| Oudenaarde | B |
| Overijse | B |
| Overpelt | C |
| Poperinge | C |
| Roeselare | A |
| Ronse | B |
| Schoten | C |
| Sint-Pieters-Leeuw | C |
| St-Niklaas | A |
| St-Truiden | B |
| Temse | C |
| Ternat | C |
| Tervuren | C |
| Tessenderlo | C |
| Tielt | B |
| Tienen | B |
| Tongeren | B |
| Torhout | C |
| Turnhout | A |
| Vilvoorde | B |
| Waregem | B |
| Wetteren | C |
| Wevelgem | C |
| Zaventem | C |
| Zottegem | C |