27 JANUARI 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 1995 houdende vaststelling van de regelen betreffende de werking en het beheer van het Vlaams Fonds voor de Lastendelging
Art. 1-7
Artikel 1. Aan artikel 1, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 1995 houdende vaststelling van de regelen betreffende de werking en het beheer van het Vlaams Fonds voor de Lastendelging, worden een punt 4° en een punt 5° toegevoegd, dat luidt als volgt :
" 4° hoofdsom : het bedrag van de schuld zonder kosten, vergoedingen, interesten en boeten. In geval van een dading, kwijtschelding of gerechtelijke uitspraak betreft dit het herleide oorspronkelijke bedrag van de schuld zonder kosten, vergoedingen, interesten en boeten;
5° schadedossier : een geschil waarbij een partij werd gedagvaard, of waarbij een verzoekschrift overeenkomstig artikel 1027 of 1034quinquies van het Gerechtelijk Wetboek naar de griffie werd toegezonden of ter griffie werd neergelegd. "
Art.2. Aan hetzelfde besluit van de Vlaamse Regering wordt een artikel 1/1 toegevoegd, dat luidt als volgt :
" Art. 1/1. De leidende ambtenaren van de departementen, van verzelfstandigde agentschappen en van de Vlaamse publiekrechtelijke rechtspersonen, delen alle schadedossiers mee aan het Fonds zodra de last van een schadedossier, inclusief de reeds verschuldigde verwijlinteresten, 500.000 euro of meer bedraagt en deze mogelijk zal aangerekend worden op het Fonds, of waarvoor de tussenkomst van het Fonds in de toekomst zal gevraagd worden.
Deze mededeling gebeurt jaarlijks, en dit uiterlijk op de eerstvolgende 1ste februari nadat het grensbedrag van 500.000 euro of meer werd overschreden, en voor de eerste maal uiterlijk op 1 juni 2012.
De directeur-generaal van het Fonds houdt rekening met deze schadedossiers bij het ontwerp van begrotingsvoorstel van het Fonds.
De inventaris wordt ten minste éénmaal per jaar geactualiseerd en medegedeeld aan de Vlaamse Regering.
De Vlaamse minister kan de inhoud van de gegevens, die in de inventaris dienen opgenomen te worden, verder bepalen. "
Art.3. Aan hetzelfde besluit van de Vlaamse Regering wordt een artikel 1/2 toegevoegd, dat luidt als volgt :
" Art. 1/2. De Vlaamse minister kan beslissen de schadedossiers die op de inventaris voorkomen, te onderwerpen aan de analyse van een tweede onafhankelijk advocatenkantoor dat met het oog op deze opdracht op een lijst werd opgenomen. De leidende ambtenaren van de in artikel 1/1 vermelde entiteiten zijn in dat geval verplicht hieraan hun medewerking te verlenen.
In het geval in de analyse van het tweede advocatenkantoor een andere behandeling van het schadedossier, een dading of een kantonnering van de schuldvordering of een gedeelte ervan, wordt voorgesteld, zal de Vlaamse minister dit schadedossier ter beslissing aan de Vlaamse Regering voorleggen. "
Art.4. Aan hetzelfde besluit van de Vlaamse Regering wordt een artikel 1/3 toegevoegd, dat luidt als volgt :
" Art. 1/3. Een schadedossier dat niet op de in artikel 1/1 vermelde inventaris voorkomt, of dat wel op de inventaris voorkomt maar overeenkomstig artikel 1/1 laattijdig gemeld werd, kan als last van het verleden, in de zin van artikel 53, § 2, tweede lid, 2°, van het decreet van 21 december 1994, worden aangeduid, met het oog op de tussenkomst van het Fonds, binnen de hierna bepaalde grenzen :
a. van de hoofdsom wordt 90 % ten laste gelegd van het Fonds, tenzij het bedrag van de resterende 10 % groter is dan 2 miljoen euro. In dat geval wordt een groter aandeel ten laste gelegd van het Fonds in die mate dat het gedeelte van de hoofdsom dat binnen de kredieten van het betrokken beleidsdomein dient te worden opgevangen niet meer kan bedragen dan 2 miljoen euro per dossier. Bij samenvoeging van dossiers wordt die grens van 2 miljoen euro per afzonderlijk dossier bepaald;
b. van de verwijlintresten wordt 10 % ten laste gelegd van het Fonds, tenzij het bedrag van de resterende 90 % groter is dan 2 miljoen euro. In dat geval wordt een groter aandeel ten laste gelegd van het Fonds voor zover het gedeelte van de verwijlintresten dat binnen de kredieten van het betrokken beleidsdomein moet worden opgevangen niet meer bedraagt dan 2 miljoen euro per dossier. Bij samenvoeging van dossiers wordt die grens van 2 miljoen euro per afzonderlijk dossier bepaald. "
Art.5. Aan hetzelfde besluit van de Vlaamse Regering wordt een artikel 1/4 toegevoegd, dat luidt als volgt :
" Art. 1/4. Het Fonds kan desgewenst de schuldvordering, of een gedeelte ervan, kantonneren. "
Art.6. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2012
Art. 7. De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 27 januari 2012.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport,
P. MUYTERS