6 DECEMBER 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 oktober 2005 houdende diverse maatregelen met betrekking tot de vergelijkende aanwervingsselectie en met betrekking tot de stage
Art. 1-6
Artikel 1. In artikel 2, § 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 6 oktober 2005 houdende diverse maatregelen met betrekking tot de vergelijkende aanwervingsselectie en met betrekking tot de stage, vervangen bij het koninklijk besluit van 5 maart 2007, worden de woorden " zonder beperking in de tijd " vervangen door de woorden " gedurende vier jaar ".
Art.2. In artikel 3 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 5 maart 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de eerste paragraaf wordt het eerste lid aangevuld als volgt : " Onder " overheidsdienst ", wordt verstaan de federale overheidsdiensten, de programmatorische federale overheidsdiensten, alsook de diensten die ervan afhangen, het Ministerie van Landsverdediging, de federale politie of een van de rechtspersonen van publiek recht bedoeld in artikel 1, 3°, van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken. "
2° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt :
" § 2. Een overheidsdienst die het percentage dat is bepaald in § 1, eerste lid, niet bereikt, is verplicht om voor elke aanwerving en voor elke indienstneming bij arbeidsovereenkomst eerst de bijzondere lijsten bedoeld in artikel 2, § 2, eerste lid te raadplegen.
In geval van de aanwerving :
- als er een of meer laureaten zijn op één van de bijzondere lijsten en een van die laureaten de betrekking aanvaardt, moet de betrekking aan hem worden toegekend, in de volgorde van de rangschikking van die lijst;
- als er laureaten zijn op verschillende bijzondere lijsten, moet de betrekking worden toegekend aan de laureaat die ze aanvaardt en die het best gerangschikt staat op de oudste lijst;
- als er geen laureaat is of geen laureaat die de betrekking aanvaardt, wordt de betrekking toegekend volgens de gewone regels inzake rekrutering.
In geval van de indienstneming bij arbeidsovereenkomst moet de laureaat die het best gerangschikt staat op een van de bijzondere lijsten en die de betrekking aanvaardt volgens de in het tweede lid bepaalde volgorde in dienst worden genomen. Als er geen laureaat is of geen laureaat die de betrekking aanvaardt, moet er voorrang worden gegeven aan elke aanvrager die geslaagd is voor de selectietest en zijn hoedanigheid van persoon met een handicap doet gelden, in de zin van artikel 1. ".
3° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt :
" § 3. De Inspecteur van Financiën, de regeringscommissaris, de afgevaardigde van de Minister van Begroting of de Regeringscommissaris van Begroting controleren de werkelijke toepassing van dit artikel voor elke aanwerving of indienstneming in een overheidsdienst die het percentage van 3 % bedoeld in § 1, eerste lid, niet bereikt. ".
Art.3. In artikel 4 van hetzelfde besluit wordt het zesde lid opgeheven.
Art.4. De in artikel 2, § 2, tweede lid van het koninklijk besluit van 6 oktober 2005 houdende diverse maatregelen met betrekking tot de vergelijkende aanwervingsselectie en met betrekking tot de stage bedoelde reserves die zijn samengesteld op de datum waarop dit besluit in werking treedt, behouden hun geldigheid gedurende vier jaar.
Art.5. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2013.
De artikelen 2 en 3 treden echter pas in werking op 1 januari 2014 in de overheidsdiensten die op 1 januari 2013 het percentage van 2 % bereiken.
Art. 6. Onze Ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 december 2012.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Ambtenarenzaken,
S. VANACKERE
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
Mevr. L. ONKELINX
De Staatssecretaris voor Personen met een Handicap,
Ph. COURARD
De Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken,
H. BOGAERT