20 SEPTEMBER 2012. - Koninklijk besluit houdende toekenning van een federale dotatie aan de prezones bedoeld in artikel 221/1 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Maximale dotatie
Art. 2-5
HOOFDSTUK 3. - Uitbetalingsmodaliteiten
Art. 6-8
HOOFDSTUK 4. - Controle
Art. 9-10
HOOFDSTUK 5. - Overgangsbepalingen en inwerkingtreding
Art. 11-13
BIJLAGE.
Art. N
HOODSTUK 1. - Definities
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit moet verstaan worden onder :
1° prezone : de prezone bedoeld in artikel 221/1 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid;
2° wet : de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid;
3° residentiële bevolking : de natuurlijke personen die zijn ingeschreven in het bevolkingsregister van een gemeente;
4° actieve bevolking : de natuurlijke personen die een professionele activiteit uitoefent op het grondgebied van een gemeente;
5° kadastraal inkomen : het gemiddeld normaal netto-inkomen van één jaar zoals vermeld in artikel 471 van het wetboek van de inkomstenbelasting van 10 april 1992;
6° belastbaar inkomen : het belastbaar inkomen zoals bedoeld in artikel 6 van het Wetboek van de inkomstenbelasting van 10 april 1992;
7° risico : het gewoge gemiddelde van de recurrente en punctuele risico's, waarbij
- de recurrente risico is het vaak voorkomend risico dat beperkte schade tot gevolg heeft, onderverdeeld in 5 :
a) woningbrand;
b) buitenbrand;
c) ambulance-interventies;
d) dringende interventies;
e) niet-dringende interventies;
- de punctueel risico is het lokaliseerbaar en weinig voorkomend risico dat aanzienlijke schade tot gevolg heeft, onderverdeeld in 9 categorieën :
a) kinderdagverblijven en scholen;
b) vestigingen voor gezondheidszorg : ziekenhuizen, opvangcentra voor jongeren, rusthuizen, instellingen voor gezondheidszorg;
c) industrieën : industriële bedrijven met meer dan 50 werknemers;
d) Seveso 1-sites zoals bedoeld in het samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn;
e) Seveso 2-sites en kerncentrales : zoals bedoeld in het samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn;
f) andere risico's : plaatsen waar veel mensen bijeenkomen, inzonderheid stadions, theaters, bioscopen, stations, luchthavens;
g) tunnels : spoorwegtunnels en verkeerstunnels met een lengte van meer dan 200 m;
h) leidingen : ondergrondse leidingen voor koolwaterstof;
i) hoge gebouwen : woongebouwen die minstens 12 verdiepingen hoog zijn;
8° raad : de raad van de prezone als bedoeld in artikel 221/1, § 1, van de wet;
9° zonaal plan : het operationeel organisatieplan van de zone als bedoeld in artikel 221/1, § 2, 4° van de wet.
HOOFDSTUK 2. - Maximale dotatie
Art.2. § 1. Binnen de grenzen van de beschikbare kredieten, wordt aan de prezone een dotatie toegekend.
§ 2. Het bedrag van de maximale jaarlijkse dotatie voor elke prezone wordt berekend aan de hand van de volgende formule :
D = (g1. P1) + (g2. P2) + (g3.P3) + (g4.P4)
+(g5.P5) + (g6.P6)
waarbij :
D = het aandeel van de prezone in de federale enveloppe
P1 = de verhouding tussen de residentiële bevolking van de prezoneen de residentiële bevolking van alle prezones;
P2 = de verhouding tussen de actieve bevolking van de prezone en de actieve bevolking van alle prezones;
P3 = de verhouding tussen het kadastraal inkomen van de prezone en het kadastraal inkomen van alle prezones;
P4 = de verhouding tussen het belastbaar inkomen van de prezone en het belastbaar inkomen van alle prezones;
P5 = de verhouding tussen de aanwezige risico's op het grondgebied van de prezone en de aanwezige risico's op het grondgebied van alle prezones;
P6 = de verhouding tussen de oppervlakte van de prezone en de oppervlakte van alle prezones.
Art.3. In de formule bedoeld in artikel 2 wordt het volgende gewicht toegekend aan de criteria :
1° Residentiële bevolking (g1) | 70 % |
2° Actieve bevolking (g2) | 15 % |
3° Kadastraal Inkomen (g3) | - 5 % |
4° Belastbaar Inkomen (g4) | - 5 % |
5° Risico's (g5) | 10 % |
6° Oppervlakte (g6) | 15 % |
Provincie | Prezone | Maximumpercentage |
Waals-Brabant | Hulpverleningszone Waals-Brabant | 3,51 % |
Henegouwen | Henegouwen West | 3,48 % |
Henegouwen Oost | 4,51 % | |
Henegouwen Centrum | 5,57 % | |
Luik | Hulpverleningszone 1 | 0,72 % |
Hulpverleningszone 2 | 5,02 % | |
Hulpverleningszone 3 | 1,09 % | |
Hulpverleningszone 4 | 2,25 % | |
Hulpverleningszone 5 | 0,75 % | |
Hulpverleningszone 6 | 1,13 % | |
Luxemburg | Hulpverleningszone Luxemburg | 4,98 % |
Namen | Hulpverleningszone NAGE | 2,80 % |
Hulpverleningszone Zuid | 2,62 % | |
Hulpverleningszone Noord-West | 0,92 % | |
Antwerpen | Hulpverleningszone 1 | 5,68 % |
Hulpverleningszone 2 | 3,56 % | |
Hulpverleningszone 3 | 3,55 % | |
Hulpverleningszone 4 | 1,89 % | |
Hulpverleningszone 5 | 2,47 % | |
Limburg | Hulpverleningszone Noord | 1,77 % |
Hulpverleningszone Oost | 2,93 % | |
Hulpverleningszone Zuidwest | 3,69 % | |
Oost-Vlaanderen | Hulpverleningszone Centrum | 5,06 % |
Hulpverleningszone Meetjesland | 1,22 % | |
Hulpverleningszone Oost | 1,54 % | |
Hulpverleningszone Vlaamse Ardennen | 1,58 % | |
Waasland | 1,98 % | |
Zuid-Oost | 2,43 % | |
Vlaams-Brabant | Hulpverleningszone Oost | 4,67 % |
Hulpverleningszone West | 4,98 % | |
West-Vlaanderen | Hulpverleningszone 1 | 4,22 % |
Hulpverleningszone 2 | 2,13 % | |
Hulpverleningszone 3 | 2,82 % | |
Hulpverleningszone 4 | 2,48 % |