19 JUNI 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de werking en het personeel van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie in het kader van de controle van de gedwongen terugkeer
Art. 1-7
BIJLAGEN.
Art. N1-N4
Artikel 1. Onderhavig besluit zet gedeeltelijk de artikelen 7 paragraaf 3, 8, paragraaf 6 en 11, paragraaf 1, van de Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven, om.
Art.2. In het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, wordt in Titel II, een Hoofdstuk X ingevoegd, met de titel " Bepalingen van toepassing op de terugkeer van de illegaal verblijvende onderdanen van derde landen ", dat de artikelen 110duodecies tot 110quaterdecies bevat, luidend als volgt :
" Art. 110duodecies. Aan de onderdaan van een derde land die zich bevindt in de situatie die bedoeld wordt in artikel 7 of artikel 74/14, van de wet, wordt een bevel om het grondgebied te verlaten, overeenkomstig het model van de bijlage 13, betekend.
Art. 110tervicies. Aan de onderdaan van een derde land die zich bevindt in de situatie die bedoeld wordt in artikel 7of in artikel 74/14 en in artikel 74/11,van de wet, wordt een bevel om het grondgebied te verlaten met inreisverbod, overeenkomstig de bijlage 13sexies, betekend.
Aan de onderdaan van een derde land die bedoeld wordt in het eerste lid, wordt wanneer hij het voorwerp uitmaakt van een beslissing tot vasthouding met het oog op verwijdering, een bijlage 13septies, overeenkomstig de bijlage 13septies, betekend.
Art. 110quaterdecies. § 1. De preventieve maatregelen die door de Minister of zijn gemachtigde kunnen worden genomen ten aanzien van de onderdaan van een derde land overeenkomstig artikel 74/14, § 2, van de wet om het risico op onderduiken tijdens de termijn die voor het vrijwillig vertrek is toegekend, te vermijden, zijn :
1° zich aanmelden als de burgemeester of zijn gemachtigde of de agent of ambtenaar van Dienst Vreemdelingenzaken dit vraagt. De regelmaat waarmee de onderdaan van een derde land zich moet aanmelden wordt in het verzoek vermeldt;
2° het storten van een gepaste financiële waarborg bij de Deposito- en Consignatiekas. Het bedrag van de waarborg wordt door de Minister of zijn gemachtigde vastgelegd op basis van de dagelijkse kostprijs van een verblijf in een gesloten centrum, zoals bepaald in het koninklijk besluit van 14 januari 1993 tot bepaling van de nadere regels voor de terugbetaling van de kosten van huisvesting, verblijf en gezondheidszorgen bedoeld in artikel 74/4, §§ 3 en 4, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, gelinkt aan een bepaalde duur, zonder dat dit bedrag de kosten van een verblijf van 30 dagen mag te boven gaan.
De onderdaan van een derde land stort dit bedrag ten laatste de dag na de betekening van de beslissing tot verwijdering op de rekening bij de Deposito- en Consignatiekas, ongeacht het feit of een beroep tegen deze beslissing wordt ingesteld of niet, en levert daarvan het bewijs aan de minister of zijn gemachtigde.
De onderdaan van een derde land stuurt het bewijs dat hij het Belgische grondgebied heeft verlaten aan de minister of diens gemachtigde, en deelt de minister of zijn gemachtigde een rekeningnummer mee waarop de Deposito- en Consignatiekas het bedrag van de waarborg zal terugstorten.
Indien de toegekende termijn voor het vrijwillig vertrek van de onderdaan van een derde land, verstreken is, en deze laatste geen gevolg heeft gegeven aan het bevel om het grondgebied te verlaten, komt de gestorte som toe aan de Belgische Staat, tenzij een beroep binnen de door de wet vastgestelde termijnen tegen de beslissing van verwijdering werd ingediend;
3° het overhandigen van een kopie van de documenten die toelaten om de identiteit vast te stellen.
§ 2. De preventieve maatregelen worden vermeld in het bevel om het grondgebied te verlaten en indien het de maatregel onder § 1, 1° betreft, de regelmatigheid waarmee ze wordt toegepast. "
Art.3. In hetzelfde besluit, wordt de bijlage 11, laatstelijk vervangen door het koninklijk besluit van 7 mei 2008 vervangen door de bijlage 11 die aan dit besluit als bijlage 1 is toegevoegd.
De bijlage 13 van hetzelfde besluit, laatstelijk vervangen door het koninklijk besluit van 19 december 2011, wordt vervangen door de bijlage 13 die aan dit besluit als bijlage 2 is toegevoegd.
Art.4. In hetzelfde besluit, worden een bijlage 13sexies en een bijlage 13septies ingevoegd die als bijlagen 3 en 4 zijn gevoegd bij dit besluit.
Art.5. In Titel IV van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de werking en het personeel van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie worden de artikelen 9/1 tot 9/4 ingevoegd, luidend als volgt :
" 9/1. De Algemene Inspectie wordt aangeduid als de instantie die belast is met het uitvoeren van de controle op de gedwongen terugkeer, overeenkomstig artikel 74/15, § 3, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
De overheid die de beslissing tot verwijdering neemt, brengt de Algemene Inspectie onmiddellijk vóór de uitvoering van elke gedwongen terugkeer op de hoogte van de datum en het uur ervan, om haar in staat te stellen om haar controleopdracht zoals bepaald in het eerste lid uit te voeren. Te dien einde wordt een schriftelijk verslag naar de Algemene Inspectie gestuurd met de identiteit van de te verwijderen onderdanen van een derde land, van de leden van de politiedienst die belast zijn met de uitvoering van de verwijdering en de specifieke informatie die betrekking heeft op de uitvoering van de verwijdering. Het transportmiddel en het land van bestemming worden systematisch vermeld. Dit verslag wordt per brief, per fax of via de elektronische weg overgemaakt.
Indien een ernstig incident zich voordoet tijdens de gedwongen terugkeer, meldt de Algemene Inspectie dit onmiddellijk aan de Commissaris generaal van de Federale Politie en aan de minister van Binnenlandse Zaken of aan de vertegenwoordiger die zij aanduiden;
De onderdaan van een derde land wordt ingelicht over het feit dat de Algemene Inspectie de instantie is gelast met de controle op de gedwongen terugkeer.
9/2. De Algemene Inspectie voert een controle op de gedwongen terugkeer uit en houdt daarbij rekening met de beschikbare menselijke en budgettaire middelen en het risico op incidenten met de onderda(a)n(en) van een derde land die moet(en) worden verwijderd en/of de aanwezige derden.
De controle kan betrekking hebben op het volledige verloop van de opdracht of op een deel van die opdracht.
9/3. De Algemene Inspectie stelt een chronologisch verslag van elke controle op dat de vaststellingen bevat, eventueel aangevuld met aanbevelingen, Dit verslag wordt naar de Minister van Binnenlandse Zaken, de Minister die de Toegang tot het Grondgebied, het Verblijf, de Vestiging en de Verwijdering van Vreemdelingen onder zijn bevoegdheid heeft, de overheid die de beslissing tot verwijdering neemt en de betrokken politieoverheden gestuurd.
9/4. Elk jaar brengt de Algemene Inspectie aan de Minister van Binnenlandse Zaken verslag uit over zijn opdracht.
Dit verslag bevat tenminste de volgende gegevens :
- het aantal door de Algemene Inspectie uitgevoerde controles;
- het aantal gedwongen verwijderingen;
- de dwangmiddelen die gebruikt werden tijdens de uitvoering van deze gedwongen verwijderingen;
- de eventuele gevallen van aantasting van fysieke integriteit van de onderdaan van een derde land of van een lid van de politie;
- een beknopt overzicht van de eventuele klachten;
- de aanbevelingen en de opvolging van de voorgaande aanbevelingen.
Een afschrift van dat verslag met de eventuele opmerkingen van de Minister wordt door de Minister aan de Kamer van volksvertegenwoordigers en aan de Senaat overgezonden. "
Art.6. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art.7. De minister die bevoegd is voor de Toegang tot het Grondgebied, het Verblijf, de Vestiging en de Verwijdering van Vreemdelingen en de Ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie die bevoegd zijn voor de werking en het personeel van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie zijn belast, elk wat hen betreft, met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, op 19 juni 2012.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse zaken,
Mevr. J. MILQUET
De Minister van Justitie,
Mevr. A. TURTELBOOM
De Staatssecretaris voor Asiel en Migratie,
Mevr. M. DE BLOCK
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 11. - TERUGDRIJVING
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 02-07-2012, p. 36182-36184)
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 19 juni 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de werking en het personeel van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie in het kader van de controle van de gedwongen terugkeer.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
Mevr. J. MILQUET
De Minister van Justitie,
Mevr. A. TURTELBOOM
De Staatssecretaris voor Asiel en Migratie,
Mevr. M. DE BLOCK
Art. N2. Bijlage 13. - BEVEL OM HET GRONDGEBIED TE VERLATEN
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 02-07-2012, p. 36185-36188)
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 19 juni 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de werking en het personeel van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie in het kader van de controle van de gedwongen terugkeer.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
Mevr. J. MILQUET
De Minister van Justitie,
Mevr. A. TURTELBOOM
De Staatssecretaris voor Asiel en Migratie,
Mevr. M. DE BLOCK
Art. N3. Bijlage 13sexies. - BEVEL OM HET GRONDGEBIED TE VERLATEN MET INREISVERBOD
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 02-07-2012, p. 36189-36192)
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 19 juni 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de werking en het personeel van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie in het kader van de controle van de gedwongen terugkeer.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
Mevr. J. MILQUET
De Minister van Justitie,
Mevr. A. TURTELBOOM
De Staatssecretaris voor Asiel en Migratie,
Mevr. M. DE BLOCK
Art. N4. Bijlage 13septies. - BEVEL OM HET GRONDGEBIED TE VERLATEN MET INREISVERBOD EN VASTHOUDING MET HET OOG OP VERWIJDERING
(Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 02-07-2012, p. 36193-36196)
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 19 juni 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de werking en het personeel van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie in het kader van de controle van de gedwongen terugkeer.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
Mevr. J. MILQUET
De Minister van Justitie,
Mevr. A. TURTELBOOM
De Staatssecretaris voor Asiel en Migratie,
Mevr. M. DE BLOCK