28 DECEMBER 2011. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 december 2001 tot bevordering van de tewerkstelling van langdurig werkzoekenden
Art. 1-5
Artikel 1. Artikel 2, § 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 19 december 2001 tot bevordering van de tewerkstelling van langdurig werkzoekenden, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 december 2002, 16 mei 2003, 21 januari 2004 en 19 juli 2011, wordt aangevuld met de bepalingen onder 15°, luidende :
" 15° de periodes waarin het voordeel bedoeld in artikel 7, §§ 5, 6 of 7, of artikel 10, §§ 2 of 3 effectief is toegekend, voor zover de periode waarin dat voordeel werd toegekend, een einde heeft genomen binnen een periode van drie maanden, gerekend van datum tot datum, vóór de datum van de indiening van de aanvraag om de werkkaart bedoeld in artikel 13. "
Art.2. Artikel 3, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.3. In artikel 16 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 januari 2004, wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende :
" Indien de werknemer één of meerdere van de voorwaarden van dit besluit slechts kan vervullen door toepassing van artikel 2, § 2, eerste lid, 15°, wordt het maximum aantal kalendermaanden waarvoor het voordeel bedoeld in artikel 7, §§ 1 tot 4, 10, § 1, en 11sexies tot octies kan worden toegekend in het kader van een tewerkstelling bij een werkgever voor wie de werknemer voordien het voordeel bedoeld in artikel 7, §§ 5, 6 of 7, of artikel 10, §§ 2 of 3, niet heeft genoten, verminderd met :
1° achttien kalendermaanden indien de eerste tewerkstelling waarvoor het voordeel bedoeld in artikel 7, §§ 5, 6 of 7, of artikel 10, §§ 2 of 3 effectief is toegekend, een aanvang heeft genomen in 2010;
2° twaalf kalendermaanden indien de eerste tewerkstelling waarvoor het voordeel bedoeld in artikel 7, §§ 5, 6 of 7, of artikel 10, §§ 2 of 3 effectief is toegekend, een aanvang heeft genomen in 2011. "
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2012.
Art. 5. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteaunuef-de-Grasse, 28 december 2011.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werk,
Mevr. M. DECONINCK