Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

28 AUGUSTUS 2011. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 2002 tot regeling van de samenstelling en bevoegdheden van de Wetenschappelijke Raad voor Ioniserende Stralingen opgericht bij het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2003000009 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 december 2002 tot regeling van de samenstelling en bevoegdheden van de Wetenschappelijke Raad voor Ioniserende Stralingen opgericht bij het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, wordt vervangen als volgt :
  "Artikel 1 Voor de toepassing van onderhavig besluit wordt verstaan onder :
  1° de Raad : de Wetenschappelijke Raad voor Ioniserende Stralingen, opgericht door artikel 37 van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor nucleaire controle;
  2° de bevoegde Minister : de Minister die de voogdij uitoefent over het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle."

Art.2. In artikel 3, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het streepje in het eerste streepje wordt vervangen door "1°";
  2° het streepje in het tweede streepje wordt vervangen door "2°";
  3° in het vroegere eerste streepje dat "1°" wordt, worden de woorden "waaronder de Voorzitter" ingevoegd, tussen het woord "leden" en het woord ",aangesteld".

Art.3. Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de woorden "beveiliging en fysieke bescherming, radiotherapie, radiologie en welzijn op het werk".

Art.4. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  "Art. 5. § 1. De wetenschappelijke leden van de Raad bedoeld in artikel 3, § 1, worden door de bevoegde Minister benoemd voor een hernieuwbare periode van zes jaar.
  § 2. De bevoegde Minister benoemt de wetenschappelijke leden van de Raad bedoeld in artikel 3, § 1, 1°, op grond van een voorstel van de raad van bestuur van het Agentschap dat tenminste drie maanden voor het verstrijken van de mandaten aan hem wordt voorgelegd.
  Dit voorstel bestaat enerzijds uit de lijst van de kandidaten die zich via aangetekende brief hebben aangemeld na de publicatie van een oproep in het Belgisch Staatsblad en anderzijds uit een advies van de raad van bestuur van het Agentschap bestaande uit een rangschikking van de kandidaten. Die rangschikking houdt rekening met de ervaring of de bijzondere kennis van de kandidaten. Dit advies is niet bindend.
  Het voorstel vermeldt indien mogelijk ten minste twee kandidaten voor ieder te bekleden mandaat.
  Indien er niet voldoende geschikte kandidaten gevonden worden na de eerste oproep in het Belgisch Staatsblad , wordt een tweede oproep gepubliceerd.
  § 3. De bevoegde Minister waakt er over dat in de volgende domeinen minstens één lid expert is : nucleaire geneeskunde, kernfysica, kernscheikunde, technologie en veiligheid van kerninstallaties, radiobiologie, stralingsbescherming en bescherming van het leefmilieu.
  § 4. In afwijking van § 1, eindigt het mandaat van de helft van de wetenschappelijke leden bedoeld in artikel 3, § 1, 1°, die deel uitmaken van de eerst aangestelde raad, en meer bepaald de acht oudste leden, na een termijn van drie jaar. Deze termijn wordt opgenomen in het benoemingsbesluit. Voor deze mandaten is de leeftijdsgrens van 75 jaar zoals voorzien in paragraaf 5 niet van toepassing.
  § 5. Onverminderd § 1, verstrijken de mandaten van de wetenschappelijke leden bedoeld in artikel 3, § 1, ook door vrijwillig ontslag, burgerlijke onbekwaamheid of wanneer de betrokkene de leeftijd van 75 jaar bereikt. De wetenschappelijke leden kunnen, op voorstel van de raad van bestuur van het Agentschap door de bevoegde Minister van hun opdracht worden ontheven wegens tekortkomingen in hun taken of wegens inbreuk op de waardigheid van hun ambt.
  In de gevallen bedoeld in lid 1, duidt de Minister na advies van de Raad van Bestuur van het Agentschap een vervanger aan overeenkomstig de procedure omschreven in paragraaf 1.
  § 6. Bij het verstrijken van de termijn bedoeld in paragrafen 1 en 4, blijven de wetenschappelijke leden hun mandaat uitoefenen tot de nieuwe leden door de betrokken overheid zijn aangeduid.
  Indien een mandaat vacant wordt vóór het verstrijken van de termijn, beëindigt de aangewezen vervanger het mandaat van de persoon die hij vervangt.

Art.5. In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt :
  "§ 1. De bevoegde Minister duidt na advies van de raad van bestuur van het Agentschap de Voorzitter aan onder de wetenschappelijke leden van de Raad.
  De Voorzitter wordt benoemd voor een periode van maximaal zes jaar. Dit mandaat is verlengbaar met een maximale periode van zes jaar.
  Bij het verstrijken van zijn aanstellingstermijn blijft de voorzitter zijn functie uitoefenen tot hij vervangen is of opnieuw is aangesteld.
  Indien het mandaat van voorzitter vacant wordt vóór het verstrijken van de aanstellingstermijn, vervangt het oudste wetenschappelijk lid van de raad de Voorzitter, tot er een nieuwe voorzitter is aangeduid."
  2° In paragraaf 2, 1e lid worden de woorden "bij het verstrijken van het mandaat als wetenschappelijk lid van de raad," ingevoegd, tussen de woorden "pensioengerechtigde leeftijd," en de woorden "bij overlijden" :

Art.6. In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in de Nederlandse tekst wordt het woord "haar" vervangen door het woord "zijn";
  2° in de Nederlandse tekst wordt het woord "ze" vervangen door het woord "hij".

Art.7. Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met volgend lid :
  "Op voorstel van de raad van bestuur van het Agentschap, bepaalt de bevoegde Minister :
  1° het bedrag van de zitpenningen die de leden bedoeld in artikel 3, § 1, 1° en 2° en artikel 8 ontvangen;
  2° het bedrag van de forfaitaire vergoeding die de Voorzitter ontvangt bovenop de zitpenningen."

Art. 8. De Minister bevoegd voor de Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

  Gegeven te Brussel, 28 augustus 2011.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Binnenlandse Zaken,
  Mevr. A. TURTELBOOM