Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

23 MAART 2011. - Ministerieel besluit tot wijziging van artikel 69 van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering in het kader van de aanpassing van de werkloosheidsuitkeringen aan de welvaartsvastheid



Inhoudstafel:


Art. 1-2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1992013272 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Artikel 69 van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 12 januari 2009, wordt vervangen door de volgende bepalingen :
  " Art. 69. Voor de berekening van de uitkering op basis van het gemiddeld dagloon wordt dit loon ingeschaald in de hierna vermelde reeks loonschijven en wordt de uitkering berekend op het bedrag dat vermeld is in de laatste kolom, evenwel beperkt tot het in artikel 111 van het koninklijk besluit vermelde grensbedrag.
  Het gemiddeld dagloon en de loonschijven vermeld in de hiernavolgende schaal worden gekoppeld aan de spilindex 103,14, geldend op 1 juni 1999 (basis 1996 = 100), volgens de regels bepaald in artikel 113 van het koninklijk besluit. Het vijfde cijfer na de komma wordt weggelaten en leidt tot een verhoging met één eenheid van het vorige cijfer indien het minstens 5 bereikt. ".
  (Tabel niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 05-04-2011, p. 22413)

Art. 2. § 1. Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2011.
  § 2. Artikel 69 van het voormelde ministerieel besluit van 26 november 1991, zoals van kracht vóór 1 maart 2011, blijft evenwel van toepassing op de werknemer die vóór die datum uitkeringen genoot, tot op de dag voorafgaand aan deze waarop de berekeningsbasis van de uitkering herzien wordt in toepassing van artikel 118 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering.
  In afwijking van het eerste lid wordt,
  1° voor de werknemer wiens uitkering, bedoeld in artikel 114, § 2, derde lid, 1°, artikel 114, § 6 en artikel 114, § 7, van het voormeld koninklijk besluit, op 28 februari 2011 berekend was op het toen geldende grensbedrag C, de uitkering vanaf 1 maart 2011 herberekend op het nieuwe grensbedrag C;
  3° 2° voor de werknemer wiens uitkering, bedoeld in artikel 114, § 2, derde lid, 2°, van het voormeld koninklijk besluit, op 28 februari 2011 berekend was op het toen geldende grensbedrag B, de uitkering vanaf 1 maart 2011 herberekend op het nieuwe grensbedrag B;
  3° voor de werknemer, niet bedoeld in 4°, wiens uitkering, voor de in artikel 114, § 2, van het voormeld koninklijk besluit bedoelde periode gelegen na de eerste twaalf maanden, op 28 februari 2011 berekend was op het toen geldende grensbedrag A, de uitkering vanaf 1 maart 2011 herberekend op het nieuwe grensbedrag A;
  4° voor de alleenwonende werknemer die geen anciënniteitstoeslag geniet en die overeenkomstig artikel 114, § 3, van het voormeld koninklijk besluit een toeslag voor het verlies van een enig inkomen, vastgesteld op 15 pct. van het gemiddeld dagloon, geniet en wiens uitkering op 28 februari 2011 berekend was op het toen geldende grensbedrag A, de uitkering vanaf 1 maart 2011 herberekend op het nieuwe grensbedrag AY.

  Brussel, 23 maart 2011.
  Mevr. J. MILQUET