Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

15 DECEMBER 2011. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het onderhoud en de controle van klimaatregelingssystemen en betreffende de geldende EPB-eisen bij hun installatie en tijdens hun uitbating(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-01-2012 en tekstbijwerking tot 03-08-2018)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II.
Afdeling I.
Art. 3
Afdeling II.
Art. 4
Afdeling III.
Art. 5
Afdeling IV.
Art. 6-7
Afdeling V.
Art. 8
Afdeling VI.
Art. 9
Afdeling VII.
Art. 10
HOOFDSTUK III.
Art. 11-14
HOOFDSTUK IV.
Art. 15-16
HOOFDSTUK V.
Art. 17-18
HOOFDSTUK VI.
Afdeling I.
Onderafdeling I.
Art. 19-20
Onderafdeling II.
Art. 21-22
Onderafdeling III.
Art. 23-26
Onderafdeling IV.
Art. 27-28
Onderafdeling V.
Art. 29
Afdeling II.
Art. 30-31
HOOFDSTUK VII.
Afdeling I.
Onderafdeling I.
Art. 32
Onderafdeling II.
Art. 33
Onderafdeling III.
Art. 34-36
HOOFDSTUK VIII.
Art. 37-38
HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen
Art. 39-40
BIJLAGEN.
Art. N1-N5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2014031278  2014031279  2018012980  2018012981 



Artikels:

HOOFDSTUK I.   
Artikel 1.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/16, art. 6.1.3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art.2.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/16, art. 6.1.3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

HOOFDSTUK II.   
Afdeling I.   
Art.3.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/16, art. 6.1.3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Afdeling II.   
Art.4.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/16, art. 6.1.3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Afdeling III.   
Art.5.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/16, art. 6.1.3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Afdeling IV.   
Art.6.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/16, art. 6.1.3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art.7.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/16, art. 6.1.3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Afdeling V.   
Art.8.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/16, art. 6.1.3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Afdeling VI.   
Art.9.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/16, art. 6.1.3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Afdeling VII.   
Art.10.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/16, art. 6.1.3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

HOOFDSTUK III.   
Art.11.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/15, art. 7.2.2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art.12.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/15, art. 7.2.2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art.13.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/15, art. 7.2.2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art.14.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/15, art. 7.2.2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

HOOFDSTUK IV.   
Art.15.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/15, art. 7.2.2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art.16.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/15, art. 7.2.2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

HOOFDSTUK V.   
Art.17.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/15, art. 7.2.2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art.18.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/15, art. 7.2.2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

HOOFDSTUK VI.   
Afdeling I.   
Onderafdeling I.   
Art.19.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/15, art. 7.2.2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art.20.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/15, art. 7.2.2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Onderafdeling II.   
Art.21.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/15, art. 7.2.2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art.22.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/15, art. 7.2.2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Onderafdeling III.   
Art.23.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/15, art. 7.2.2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art.24.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/15, art. 7.2.2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art.25.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/15, art. 7.2.2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art.26.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/15, art. 7.2.2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Onderafdeling IV.   
Art.27.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/15, art. 7.2.2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art.28.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/15, art. 7.2.2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Onderafdeling V.   
Art.29.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/15, art. 7.2.2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Afdeling II.   
Art.30.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/15, art. 7.2.2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art.31.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/15, art. 7.2.2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

HOOFDSTUK VII.   
Afdeling I.   
Onderafdeling I.   
Art.32.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/15, art. 7.2.2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Onderafdeling II.   
Art.33.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/15, art. 7.2.2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Onderafdeling III.   
Art.34.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/15, art. 7.2.2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art.35.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/15, art. 7.2.2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art.36.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/15, art. 7.2.2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

HOOFDSTUK VIII.   
Art.37.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/15, art. 7.2.2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

Art.38.
  <Opgeheven bij BESL 2018-06-21/16, art. 6.1.3, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2019>

HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen
Art.39. Onderhavig besluit evenals artikel 21 van de ordonnantie treden in werking op de 1 september 2012, met uitzondering van de hoofdstukken VI en VII van onderhavig besluit die tien dagen na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad in werking treden.

Art.40. De Minister is belast met het uitvoeren van dit besluit.

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. - Eisen betreffende de thermische isolatie van koelwaterleidingen en accessoires
  1. Thermische isolatie van koelwaterleidingen
  1.1. Algemeen
  1. Onder leidingen dienen te worden begrepen, rechte segmenten, bochtstukken, elke ander verandering van richting, stukken die bruusk of geleidelijk van doorsnede veranderen, aftak- of samenloopstukken ongeacht hun oriëntatie in de ruimte.
  2. De isolatie is dicht en zodanig uitgevoerd dat er geen risico op condensatie ontstaat.
  1.2. Koelwaterleidingen waarvan de vertrektemperatuur lager is dan of gelijk aan 15 ° C
  Koelwaterleidingen waarvan de vertrektemperatuur minder bedraagt dan of gelijk is aan 15 ° C worden thermisch geïsoleerd overeenkomstig de thermische geleidbaarheid van het isolatiemateriaal, waarvan de minimale dikte, uitgedrukt in mm, vermeld staat in tabel 1 :


<td colspan="12" valign="top">Minimale dikte (in mm) van de thermische isolatie met een lambdawaarde (W/mK) van 0° vermeld in de kolom
  
Diameter DN0,0200,0250,0300,0350,0400,0450,0500,0550,0600,0650,070
  
104,26,08,010,614,017,422,628,836,243,654,2
  
154,66,28,210,814,017,021,226,433,240,848,0
  
204,86,48,611,013,616,820,024,430,435,843,0
  
255,26,88,811,213,816,619,624,028,234,239,2
  
325,67,49,411,614,116,819,923,227,031,036,4
  
406,18,110,212,615,218,121,324,728,532,737,3
  
506,99,111,414,016,819,823,126,730,534,739,3
  
657,69,912,415,017,921,024,427,931,835,940,4
  
808,410,913,616,519,622,826,430,134,238,543,1
  
1009,612,415,318,421,825,329,033,037,141,646,3
  
12510,513,416,619,923,427,030,934,939,243,748,4
  
15011,214,317,621,024,628,432,336,440,745,249,9
  
20012,315,719,322,926,730,734,839,143,548,152,9
  
25013,417,020,724,628,632,737,041,446,050,755,5
  
30013,917,721,525,529,633,838,142,647,251,956,8
  
35014,418,222,126,230,434,639,043,648,253,057,9
  
40014,918,922,927,131,335,740,244,849,554,359,2

  TABEL 1
  1.3. Koelwaterleidingen waarvan de vertrektemperatuur hoger is dan 15 ° C
  Koelwaterleidingen waarvan de vertrektemperatuur meer bedraagt dan 15 ° C worden thermisch geïsoleerd overeenkomstig de thermische geleidbaarheid van het isolatiemateriaal, waarvan de minimale dikte, uitgedrukt in mm, vermeld staat in tabel 2 :


<td colspan="12" valign="top">Minimale dikte (in mm) van de thermische isolatie met een lambdawaarde (W/mK) van 0° vermeld in de kolom
  
Diameter DN0,0200,0250,0300,0350,0400,0450,0500,0550,0600,0650,070
  
100,70,91,21,62,02,63,24,05,06,17,4
  
151,11,51,92,43,03,74,55,56,57,79,1
  
201,41,92,43,03,74,45,36,37,48,710,1
  
252,02,63,34,04,95,86,98,09,310,712,2
  
322,53,34,15,16,17,28,39,611,012,614,2
  
402,93,84,75,86,98,19,410,812,313,915,6
  
503,54,55,66,88,09,310,812,313,915,617,5
  
653,85,06,17,48,710,111,613,114,816,618,4
  
804,45,77,08,49,811,413,014,716,518,420,4
  
1005,26,68,29,711,413,114,916,818,820,923,0
  
1255,87,49,110,812,614,416,418,420,422,624,9
  
1506,37,99,711,513,415,317,419,421,623,826,1
  
2007,19,010,912,915,017,119,221,523,826,128,6
  
2507,89,811,914,116,318,520,923,225,628,130,7
  
3008,110,212,414,616,919,221,624,026,529,031,6
  
3508,410,612,815,117,519,822,324,727,329,832,4
  
4008,811,113,415,818,220,623,125,728,330,933,6

  TABEL 2
  2. Thermische isolatie van koelwateraccessoires
  Nieuw geïnstalleerde koelwateraccessoires of bestaande maar niet thermisch geïsoleerde koelwateraccessoires, waarvan de vertrektemperatuur lager is dan of gelijk aan 15 ° C worden thermisch geïsoleerd volgens de norm NBN D30-041.
  3. Temperatuur van de vloeistoffen
  De vloeistoftemperaturen vermeld in deze bijlage zijn de nominale berekeningstemperaturen van de klimaatregelingssystemen die beantwoorden aan de basisvoorwaarden inzake winter- en zomertemperatuur krachtens de geldende normen.
  4. Afwijkingen
  1. In geval van ontoegankelijkheid mag van de thermische isolatie van de leidingen en accessoires die vóór de inwerkingtreding van hoofdstuk II van onderhavig besluit bestonden, maar die thermisch niet waren geïsoleerd, worden afgeweken.
  2. Wanneer de onmiddellijke omgeving van de leidingen en accessoires geen thermische isolatie toelaten, mag van de thermische isolatie worden afgezien indien de dikte van de bestaande en niet thermisch geïsoleerde leidingen die vóór de inwerkingtreding van hoofdstuk II van onderhavig besluit bestonden, overeenstemmen met de voorschriften van deze bijlage. In dat geval moeten de leidingen en accessoires worden voorzien van een thermische isolatie met een volgens de onmiddellijke omgeving maximale dikte;
  3. Indien de leidingen moeten worden voorzien van een warmte-isolator met een dikte groter dan vermeld in de tabellen van deze bijlage om oppervlaktecondensatie binnen de projectomstandigheden te vermijden, dient de grootste dikte te worden toegepast.

Art. N2. Bijlage 2. - Eisen betreffende de verdeling van de distributie van koude en lucht
  HOOFDSTUK 1. - Nieuw geïnstalleerde klimaatregelingssystemen
  De klimaatregelingssystemen die na de inwerkingtreding van hoofdstuk II van onderhavig besluit werden geïnstalleerd, nemen de noties zone en installatie van afsluitvoorzieningen volgens onderstaande voorschriften in aanmerking :
  1. Afbakening van de zones
  1. Een zone is een geheel van aanpalende vertrekken met eenzelfde bestemming en met gelijkaardige thermische behoeften, comforteisen, tijdschema's en bedrijfsregimes.
  2. Iedere zone bedient een geklimatiseerde of geventileerde vloeroppervlakte van maximum 1 250 m2.
  3. In afwijking van punt 2 mag de door de zone bediende oppervlakte gelijk zijn aan maximaal 1 875 m2 op voorwaarde dat ze op dezelfde verdieping grenst aan een zone waarvan de oppervlakte maximaal 625 m2 bedraagt, als deze zoneopdeling beter tegemoetkomt aan de onder punt 1 vermelde criteria betreffende de gelijkwaardigheid.
  4. Iedere wooneenheid vormt een zone.
  5. Indien aangrenzende zones bestemd voor kantoren en diensten en met gelijkwaardige thermische behoeften, comforteisen, tijdschema's en bedrijfsregimes zich op verschillende verdiepingen bevinden, dienen er minstens evenveel zones als verdiepingen te worden voorzien, zodat iedere zone alle lokalen omvat die zich op eenzelfde verdieping bevinden.
  2. Afsluitvoorzieningen
  De zone-instroom- en zone-uitstroompunten van de leidingen van hydraulische koelwaterdistributienetten worden uitgerust met afsluitvoorzieningen. De afsluitvoorziening wordt voor het zone-instroompunt gemotoriseerd als het hydraulisch net meer dan een zone bedient.
  De afsluitvoorzieningen op de zone-instroom- en zone-uitstroompunten van de zone in appartementsgebouwen zijn toegankelijk via het appartement dat de zone vormt of via een gemeenschappelijke ruimte.
  Voor de aëraulische luchtdistributienetten van gebouwen bestemd voor kantoren en diensten worden de luchtaanvoer- en luchtafvoerkokers op de zone-instroom- en zone-uitstroompunten uitgerust met afsluitvoorzieningen. De afsluitvoorzieningen op de zone-instroom- en zone-uitstroompunten zijn gemotoriseerd als het aëraulisch net meer dan een zone bedient.
  De zones zijn onderling parallel verbonden.
  HOOFDSTUK 2. - Gerenoveerde klimaatregelingssystemen
  Na vervanging of toevoeging van hydraulische koelwaterdistributienetten of aëraulische luchtdistributienetten zijn de vereisten voorzien onder hoofdstuk 1 van deze bijlage van toepassing op de vertrekken die door deze netten worden bediend.

Art. N3. Bijlage 3. - Minimale inhoud van het attest van periodieke controle van de klimaatregelingssystemen
  1. Administratieve gegevens
  1.1. Controleur
  - Naam en voornaam;
  - Erkenningsnummer;
  - Onderneming;
  - Ondernemingsnummer;
  - Adres (straat, nummer, postcode, gemeente);
  - Telefoonnummer;
  - Faxnummer;
  - E-mailadres;
  - Uitvoeringsdatum.
  1.2 Verantwoordelijke voor de technische installaties
  - Naam en voornaam;
  - Onderneming;
  - Adres (straat, nummer, postcode, gemeente);
  - Telefoonnummer;
  - Faxnummer;
  - E-mailadres.
  1.3 Contactpersoon binnen het gebouw
  - Naam en voornaam;
  - Onderneming;
  - Telefoonnummer;
  - Faxnummer;
  - E-mailadres.
  1.4 Installateur
  - Onderneming;
  - Ondernemingsnummer.
  1.5 Koeltechnisch bedrijf (1)
  - Onderneming;
  - Registratienummer.
  2. Gebouw
  - Naam;
  - Adres (straat, nummer, postcode, gemeente);
  - Bruto-oppervlakte van het beschermde volume;
  - Geklimatiseerde netto-oppervlakte;
  - Bestemming : (bijvoorbeeld : wooneenheid/Gemeenschappelijk residentieel/).
  3. Klimaatregelingssysteem (1)
  - Type (zie tabel 3);
  - Effectief nominaal vermogen.
  5. Beoordeling van de dimensionering het klimaatregelingssysteem
  6. Controle van de parameters van het regelsysteem
  7. Evaluatie van het onderhoud
  8. Controle van de EPB-eisen van toepassing op klimaatregelingssystemen
  9. Aanbevelingen bettreffende de voor de klimaatregelingssysteem uitbatingsvoorwaarden
  10. Aanbevelingen
  Het document dat werd aangemaakt met behulp van de tool die door het Instituut ter beschikking werd gesteld voor de periodieke controle van de klimaatregelingssystemen wordt bij het attest van periodieke controle gevoegd.
  (1) Opmerking : Deze informatie moet worden vermeld op het attest pas bij de eerste periodieke controle of wanneer de periodieke controle wordt uitgevoerd na de installatie van een nieuw klimaatregelingssysteem of na de wijziging van een bestaand klimaatregelingssysteem als het effectief nominaal vermogen van het toegevoegde of vervangen deel groter is dan of gelijk aan 70 % van het effectief nominaal vermogen van het klimaatregelingssysteem na de werken.


Type klimaatregelingssystemen
  
SubsystemenVoornaamste componenten
  
Systemen voor de emissie van koelenergieVentilo-convectoren
  
 Cassettes in verlaagd plafond
  
 Koud plafond
  
 Geactiveerde vloerplaat in beton
  
 Directe koeling in de wand (vloer, plafond of muur)
  
 Statische koelbalken
  
 Dynamische koelbalken
  
 Ventilo-convector
  
 Koude batterij in LBC
  
 Koude batterij in koker
  
 Inwendige eenheid splitklimaatregelaar
  
 Inwendige eenheid multisplitklimaatregelaar of DRV
  
 
  
 
  
Systeem voor de distributie van koelenergieVerluchtingskokers
  
 Koelwaternetwerk
  
 Koelmiddelleidingen
  
 
  
Systeem voor de productie van koelenergieAggregaat voor de productie van koelwater door condensatie van lucht
  
 Aggregaat voor de productie van koelwater door condensatie van water
  
 Aggregaat voor de productie van koelwater door afzonderlijke condensor
  
 Condensor spliteenheid
  
 Condensor van de multisplit- of DRV-eenheid
  
 Aggregaat voor de productie van koelwater door absorptie/adsorptie
  
 Warmtepomp met lucht/lucht-bodem-water
  
 Warmtepomp met water/lucht-bodem-water
  
 Warmtepomp bodem/lucht-bodem-water
  
 

  TABEL 3

Art. N4. Bijlage 4. - Minimale inhoud van de opleidingsmodules voor controleurs en voor EPB-klimaatregelingstechnici
  1. Reglementaire module
  - Inzicht verwerven in de uitdagingen op het vlak van energie en milieu;
  - De EPB-ordonnantie en de uitvoeringsbesluiten begrijpen;
  - Kennis van de bepalingen periodieke controle en onderhoud van de verwarmingssystemen;
  - Kennis van de bepalingen betreffende de verantwoordelijkheid van de controleur en de EPB-klimaatregelingstechnicus en betreffende de klimaatregelingssystemen;
  - Inzicht in de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen.
  De reglementaire module omvat ook een test waarbij de kennis wordt beoordeeld op basis van een theoretische proef.
  2. Technische module over het uitvoeren van de periodieke controle
  - Het doel van de controle en het onderhoud begrijpen;
  - In staat zijn de voor de controle vereiste metingen uit te voeren en te interpreteren;
  - De berekening van een klimaatregelingssysteem kunnen evalueren op basis van het specifieke verbruik, het geïnstalleerde specifieke vermogen, enz.;
  - Inzicht in het geheel van controlepunten van de tool, hun energie-impact en de daarmee samenhangende diverse adviezen;
  - De tool kunnen gebruiken;
  - De eisen kunnen nagaan en ze desgevallend aan de verantwoordelijke van de technische installatie kunnen uitleggen;
  - De correcte uitvoering van het onderhoud kunnen nagaan;
  - De checklist met de uitbatingsvoorwaarden kunnen gebruiken.
  De technische module betreffende de uitvoering van de periodieke controle omvat een test waarbij de kennis wordt beoordeeld op basis van een theoretische proef, een praktische proef en de uitvoering van een periodieke controle.
  3. Technische module betreffende het uitvoeren van het onderhoud
  - Inzicht in de energie-impact van het onderhoud;
  - Inzicht in de minimale inhoud van het onderhoud bepaald door de Minister;
  - De voor het onderhoud vereiste metingen, verschillend van de metingen die worden beschouwd als werkzaamheden aan de koelinstallaties in de zin van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, van 22 maart 2007, inzake de bepaling van de minimumopleidingseisen voor koeltechnici en de registratie van koeltechnische bedrijven kunnen uitvoeren en interpreteren;
  - De metingen uitgevoerd door een bevoegde koeltechnicus kunnen interpreteren;
  - Het begrip logboek begrijpen.
  De technische module betreffende de uitvoering van het onderhoud omvat een test waarbij de kennis wordt beoordeeld op basis van een theoretische en een praktische proef.

Art. N5. Bijlage 5. - Minimale inhoud van de aanvragen tot erkenning van de opleiding voor controleur en van de opleiding voor EPB-klimaatregelingstechnici
  1. Administratieve inlichtingen over de opleidingsinstelling
  - Officiële naam van de opleidingsinstelling;
  - Straat en nummer :
  - Postcode en plaatsnaam;
  - Telefoonnummer;
  - Faxnummer;
  - E-mailadres;
  - Internetsite;
  - Naam en voornaam van de directeur van de opleidingsinstelling;
  - Naam en voornaam van de opleidingsverantwoordelijke;
  - Een kopie van de bekendmaking van de statuten van de rechtspersoon en van de laatste akte van benoeming van de bestuurders, of een kopie van de aanvraag tot bekendmaking van de statuten;
  - De nominatieve lijst van de bestuurders, zaakvoerders of personen die de rechtspersoon waarvoor de erkenningsaanvraag werd ingediend kunnen binden;
  - De eventueel door de bevoegde overheid van een ander gewest of van een ander land toegekende erkenningen.
  2. Infrastructuur
  - Beschrijving van de technische infrastructuur voor het organiseren van de opleiding :
  * Locatie van de opleidingen;
  * Beschrijving van de lokalen en uitrustingen;
  * Type pedagogisch ondersteuningsmateriaal.
  3. Opleiders en pedagogische omkadering
  - Naam, voornaam, titels en diploma's van de opleiders;
  - Curriculum vitae van de opleiders;
  - Een kopie van de diploma's en titels van de opleiders;
  - Beschrijving van de middelen die worden aangewend om de pedagogische en wetenschappelijke kwaliteit van de opleiding evenals de evaluatiewijze van de opleiding te verzekeren.
  4. Opleidingsprogramma
  - Gedetailleerd programma van de vakken die worden gegeven in het kader van een type opleidingscyclus (die de verschillende modules bevat) in de vorm van een tabel met aanduiding van :
  * De benaming van de cursussen;
  * Het aantal uur dat daaraan wordt besteed;
  * De naam van de betreffende opleider(s).
  - Praktisch organisatie van de opleidingen :
  * Het ontwerp van kalender van de opleidingscycli voor een typejaar;
  * Het maximaal aantal deelnemers dat per opleidingscyclus wordt toegelaten;
  * Het taalstelsel per opleidingscyclus;
  * Het inschrijvingsrecht voor de opleiding.
  - Een beschrijving van de voorwaarden voor toelating van de kandidaten tot de opleiding.
  - Een model van het bekwaamheidsattest en een beschrijving van de criteria voor uitreiking van dit attest