Details





Titel:

15 DECEMBER 2011. - [Besluit van de Waalse Regering van 15 december 2011 tot uitvoering van de artikelen 8bis en 9 van het decreet van 19 maart 2009 betreffende de instandhouding van het gewestelijke openbaar wegen- en waterwegendomein] <Opschrift gewijzigd BWG2019-07-18/29, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 05-12-2019>(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 04-01-2012 en tekstbijwerking tot 25-11-2019)



Inhoudstafel:


Art. 1-9
BIJLAGEN.
Art. N1-N3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2019042496 



Artikels:

Artikel 1. In de zin van dit besluit wordt verstaan onder het decreet : het decreet van 19 maart 2009 betreffende de instandhouding van het gewestelijke openbaar wegen- en waterwegendomein.

Art.2.[1 In geval van onmiddellijke inning wordt er gebruik gemaakt van het formulier van onmiddellijke inning overeenkomstig het model opgenomen in bijlage 1 of 2 bij dit besluit. Indien tegelijkertijd meerdere inbreuken ten laste van eenzelfde overtreder worden vastgesteld, moeten deze op hetzelfde formulier worden vermeld ]1.
  ----------
  (1)<BWG 2019-07-18/29, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 05-12-2019>

Art.3.[1 Het formulier van onmiddellijke inning wordt door de domaniaal politieagent in drie exemplaren opgesteld:
   1° een exemplaar wordt door de domaniaal politieagent bewaard;
   2° een exemplaar wordt onmiddellijk aan de overtreder overhandigd, indien hij aangehouden wordt.
   Het exemplaar wordt toegezonden aan de auteur die niet kon worden aangehouden, binnen vijftien dagen na de datum waarop het strafbare feit werd vastgesteld;
   3° een exemplaar wordt binnen vijftien dagen na de betaling van de datum van de vaststelling van de inbreuk aan het Openbaar Ministerie bij de bevoegde Rechtbank van eerste aanleg gericht ]1.
  ----------
  (1)<BWG 2019-07-18/29, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 05-12-2019>

Art.4.[1 In geval van onmiddellijke inning gebeurt de betaling van de verschuldigde bedragen op één van de volgende wijzen:
   1° betaling met een bank- of kredietkaart;
   2° betaling met overschrijving;
   3° betaling in contanten indien de persoon geen vaste woon- of verblijfplaats in België heeft en de onmiddellijke inning wordt voorgesteld door een ambtenaar van de federale of lokale politie overeenkomstig de toepasselijke federale regelgeving ]1.
  ----------
  (1)<BWG 2019-07-18/29, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 05-12-2019>

Art.5.[1 De betaling met overschrijving is slechts van toepassing op personen die een woonplaats of vaste verblijfplaats in België hebben. Wanneer gebruik wordt gemaakt van de betaling door overschrijving, wordt een overschrijvingsformulier aan de overtreder overhandigd of hem toegezonden indien hij op het moment van de vaststelling afwezig is, samen met het exemplaar van het formulier voor onmiddellijke inning. De betaling wordt uitgevoerd binnen een termijn van tien dagen te rekenen vanaf de afgifte of verzendingsdatum van het formulier voor onmiddellijke inning. De datum van betaling door de bank- of kredietinstelling dient als bewijs van de datum van betaling. Bij niet-betaling wordt een proces-verbaal opgesteld overeenkomstig artikel 7, § 1, van het decreet ]1.
  ----------
  (1)<BWG 2019-07-18/29, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 05-12-2019>

Art.6.[1 § 1. Bij een inbreuk op artikel 5, § 1, 1° en 4°, §§ 3 tot 5, of in artikel 5bis van het decreet, wanneer de overtreder geen woonplaats of vaste verblijfplaats in België heeft en de voorgestelde som niet onmiddellijk betaalt of weigert te betalen, moet hij een som in consignatie geven die gelijk is aan het totaalbedrag van de onmiddellijke inningen die per inbreuk verschuldigd zijn.
   § 2. In geval van consignatie wordt er gebruik gemaakt van het formulier overeenkomstig het model opgenomen in bijlage 1 of 3 bij dit besluit. Indien tegelijkertijd meerdere inbreuken ten laste van eenzelfde overtreder worden vastgesteld, moeten deze op hetzelfde formulier worden vermeld.
   § 3. De consignatie van het bedrag van de onmiddellijke inning geeft aanleiding tot het opmaken van een proces-verbaal overeenkomstig artikel 7, § 1, van het decreet.
   § 4. Het door de overtreder bestuurde voertuig, schip of gemotoriseerde watervaartuig blijft voor rekening en risico van de overtreder totdat de waarborgsom is betaald en het bewijs van betaling van de eventuele kosten voor het houden van het voertuig, schip of gemotoriseerde watervaartuig is geleverd.
   § 5. Alle betaalmiddelen voor het stellen van het bedrag van de zekerheid zijn toegestaan. De levering van contant geld in handen is alleen toegestaan als de consignatie door een ambtenaar van de federale of lokale politie wordt uitgevoerd.
   § 6. Indien de verschuldigde som niet betaald wordt binnen de zesennegentig uren, te rekenen vanaf de vaststelling van de inbreuk, mag de inbeslagneming van het voertuig, het schip of het gemotoriseerde watervaartuig door het openbaar Ministerie bevolen worden. Een bericht van inbeslagneming wordt binnen twee werkdagen aan de eigenaar van het voertuig, het schip of het gemotoriseerde watervaartuig gezonden. De kosten en het risico voor het voertuig, het schip of het gemotoriseerde watervaartuig van voertuigen blijven tijdens de duur van de inbeslagneming ten laste van de overtreder. De inbeslagneming wordt opgeheven nadat het bewijs is geleverd dat de som die in consignatie moet worden gegeven en de eventuele bewaringskosten zijn betaald.
   § 7. Het bedrag van de geconsigneerde som wordt op dezelfde manier gebruikt als het bedrag van de onmiddellijke inning volgens de modaliteiten bedoeld in artikel 8bis van het decreet ]1.
  ----------
  (1)<BWG 2019-07-18/29, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 05-12-2019>

Art.7.
  <Opgeheven bij BWG 2019-07-18/29, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 05-12-2019>

Art.8.Het bedrag van de onmiddellijke innigen wordt geïndexeerd om de vijf jaar op 1 januari met toepassing van het gezondheidsindexcijfer De referentie-index is die van de maand november 2011. [1 Bij indexering wordt het resultaat, indien nodig, verhoogd met maximaal 0,50 euro of verlaagd met maximaal 0,49 euro om een geheel getal te verkrijgen.]1
  ----------
  (1)<BWG 2019-07-18/29, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 05-12-2019>

Art.9.De Minister die bevoegd is voor de wegen en de Minister die bevoegd is voor de waterwegen zijn, elk wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. - Model van formulier van onmiddellijke inning
  (Model niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 04-01-2012, p. 185-186)
  Gewijzigd bij :
  <BWG 2019-07-18/29, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 05-12-2019> Art. N2. Bijlage 2. - Model van formulier van waarborgstelling
  (Model niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 04-01-2012, p. 187-188)
  Gewijzigd bij :

  <BWG 2019-07-18/29, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 05-12-2019>

Art. N3. Bijlage 3. - Model van de formulier van de wwarborgstelli ng dat specifiek is voor de waterwegen ]1
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B{/art}.St. van 25-11-2019, p. 108169)
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2019-07-18/29, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 05-12-2019>