12 SEPTEMBER 2011. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 september 2006 houdende invoering van de technische controle langs de weg van bedrijfsvoertuigen die ingeschreven zijn in België of in het buitenland en het koninklijk besluit van 1 september 2006 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen
Art. 1-6
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. In artikel 4 van het koninklijk besluit van 1 september 2006 houdende invoering van de technische controle langs de weg van bedrijfsvoertuigen die ingeschreven zijn in België of in het buitenland, worden paragrafen 2 en 3 vervangen als volgt :
" § 2. De controleurs kunnen, indien zij van mening zijn dat het onderhoudsgebrek van het bedrijfsvoertuig, of de aan het voertuig aangebrachte aanpassing of wijziging een veiligheidsrisico kan inhouden :
1) voorzover een nader onderzoek niet gerechtvaardigd is, het gebruik van dit voertuig, eventueel door inhouding van de boorddocumenten, met inbegrip van de eventueel vereiste vervoersvergunningen, tijdelijk opschorten. Aan deze opschorting komt een einde wanneer de controleur vaststelt dat aan het hierboven bedoelde risico werd verholpen;
2) voorzover een nader onderzoek gerechtvaardigd is, het bedrijfsvoertuig onderwerpen aan een nadere controle in een nabijgelegen keuringstation van een erkende instelling, zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 23 december 1994 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden en de regeling van de administratieve controle van de instellingen belast met de controle van de in het verkeer gebrachte voertuigen. Indien bij deze controle duidelijk wordt dat het voertuig gebreken vertoont die een ernstig risico inhouden voor de inzittenden of andere weggebruikers, kan, op initiatief van de controleur worden overgegaan tot de tijdelijke opschorting zoals bedoeld in 1. "
Art.2. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 1 september 2006 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen wordt vervangen als volgt :
" Art. 2. Onder de voorwaarden vastgesteld in artikel 4bis van de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen, kunnen de in bijlage 2 bij dit besluit opgenomen inbreuken op de technische eisen waaraan elk voertuig te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen, vastgesteld tijdens technische controles langs de weg van bedrijfsvoertuigen die zijn ingeschreven in België of in het buitenland, aanleiding geven tot de inning per inbreuk, van de in dezelfde bijlage vermelde sommen. "
Art.3. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Art. 3. Het totaal van de te innen sommen, zoals vastgesteld in bijlage 2, mag ten laste van een zelfde overtreder 3.000 EUR niet overschrijden. Dit totaal bedraagt 6.000 EUR voor de inbreuken vermeld in de punten 1c, 2i, 3d, en 3e in bijlage 2. "
Art.4. In artikel 5, § 1, van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen als volgt :
" Het totaal van de ter plaatse te consigneren sommen ten laste van een zelfde overtreder mag 3.000 EUR niet overschrijden. Dit totaal bedraagt 6.000 EUR voor de inbreuken vermeld in de punten 1c, 2i, 3d, en 3e in bijlage 2. "
Art.5. In hetzelfde besluit wordt een bijlage 2 ingevoegd die als bijlage is gevoegd bij dit besluit.
Art.6. De Minister bevoegd voor het Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 september 2011.
ALBERT
Van Koningswege :
De Eerste Minister,
Y. LETERME
De Staatssecretaris voor Mobiliteit,
E. SCHOUPPE
De Minister van Financiën,
D. REYNDERS
De Minister van Justitie,
S. DE CLERCK
BIJLAGE.
Art. N. Bijlage 2. - Lijst van de te innen sommen
Inbreuk | Reglementering | Te innen som (uitgedrukt in EUR) | |
1 | Technische keuring van het voertuig (Richtlijn 2009/40/EG) | ||
1a. | De bestuurder van een in België ingeschreven (of in het verkeer gebracht) voertuig kan geen geldig keuringsbewijs voorleggen waaruit blijkt dat het bedrijfsvoertuig de verplichte technische controle van Richtlijn 2009/40/EG heeft ondergaan. | KB van 15 maart 1968 (2), art. 24. | 900 |
1b. | De bestuurder van een in België ingeschreven (of in het verkeer gebracht) voertuig kan geen geldig keuringsbewijs voorleggen, maar het bestaan van het keuringsbewijs werd onmiddellijk aangetoond. | KB van 15 maart 1968, art. 24. | 50 |
1c. | Het voorgelegde keuringsbewijs is vals, werd vervalst of vernietigd of de erop voorkomende gegevens werden vervalst of vernietigd. | KB van 15 maart 1968, art. 24. | 1800 |
2. | Opsporing van onderhoudsgebreken | ||
Tijdens de inspectie van het voertuig werden volgende gebreken vastgesteld : | |||
2a. | Gebreken aan het remsysteem en zijn onderdelen : | ||
- een afwijking in remkracht van meer dan 30 % tussen het (de) linker en het (de) rechter wiel(en) op dezelfde as. | KB van 15 maart 1968, punten 1.2.1 en 1.2.2 van bijlage 15. | (1) | |
- een bedrijfsvoertuig of deel van een sleep heeft onvoldoende remdoelmatigheid (met inbegrip van de parkeerrem). | KB van 15 maart 1968, punten 1.2.1 en 1.2.2 van bijlage 15. | 600 | |
- de remmen van een bedrijfsvoertuig of deel van een sleep zijn niet aangesloten. | KB van 15 maart 1968, punten 1.2.1 en 1.2.2 van bijlage 15. | 600 | |
- versleten remschijf. | KB van 15 maart 1968, punt 1.1.14 van bijlage 15. | 600 | |
- gebroken of gespleten remschijf | KB van 15 maart 1968, punt 1.1.14 van bijlage 15. | (1) | |
- versleten, beschadigde, defecte of slecht geplaatste leidingen, kabels of remblokjes, reservoir van samengeperste lucht in slechte staat of slecht bevestigd, of ongepaste herstelling van een onderdeel van het remsysteem. | KB van 15 maart 1968, punt 1.1 van bijlage 15. | 300 | |
- afwezigheid of incorrect functioneren van remonderdelen of wijziging van een onderdeel van het remsysteem. | KB van 15 maart 1968, punt 1.1 van bijlage 15. | 1000 | |
- lek(ken) in de leidingen van het remsysteem of in het reservoir van geperste lucht, slepend of geblokkeerd wiel. | KB van 15 maart 1968, punt 1.1 van bijlage 15. | (1) | |
2b. | Gebreken aan lichten, verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen : | ||
- Er is een defect aan de voorlichten, stoplichten, achterlichten, omtreklichten, zijmarkeringslichten, richtingaanwijzers of andere lichten. | KB van 15 maart 1968, punt 4 van bijlage 15. | (1) | |
- De verplichte verlichtings- en/of signalisatieinrichting van het voertuig is niet in overeenstemming met het algemeen reglement op de technische eisen of er werd op het voertuig een reglementair niet toegelaten verlichtings- of signalisatieinrichting aangebracht. | KB van 15 maart 1968, punt 4 van bijlage 15. | 100 | |
2c. | Wielen en banden : | ||
- de montage van de wielen of de banden is niet in overeenstemming met de technische voorschriften. | KB van 15 maart 1968, punt 5.2 van bijlage 15. | 300 | |
- er zijn technische tekorten, inzonderheid scheuren, blazen, loskomende loopvlakken, aan de wielen of de banden. | KB van 15 maart 1968, punt 5.2 van bijlage 15. | (1) | |
- de overblijvende diepte van de tekening van de banden beantwoordt niet meer aan de technische voorschriften. | KB van 15 maart 1968, punt 5.2 van bijlage 15. | 300 | |
2d. | Stuurinrichting : er worden gebreken vastgesteld aan de stuurinrichting. | KB van 15 maart 1968, punt 2 van bijlage 15. | (1) |
2e. | Ophanging : er worden gebreken vastgesteld aan de ophanging. | KB van 15 maart 1968, punt 5.3 van bijlage 15. | (1) |
2f. | Chassis : | ||
- er worden scheuren, vervormingen of ernstige corrosie vastgesteld aan de hoofdlangsliggers of andere dragende elementen van het chassis; een ongepaste of niet-reglementaire herstelling of wijziging werd aan het chassis aangebracht. | KB van 15 maart 1968, punt 6 van bijlage 15. | 1000 | |
- er werd een gebrek aan het koppelingssysteem vastgesteld. | KB van 15 maart 1968, punt 6 van bijlage 15. | 600 | |
2g | Uitlaatsysteem : | ||
- er is een defect aan het uitlaatsysteem (inclusief de bevestiging ervan). | KB van 15 maart 1968, punt 8 van bijlage 15. | (1) | |
- het uitlaatsysteem is niet gemonteerd overeenkomstig de technische voorschriften. | KB van 15 maart 1968, punt 8 van bijlage 15. | 100 | |
- de opaciteit van de uitlaatgassen (diesel) overschrijdt de grenswaarde. | KB van 15 maart 1968, punt 8 van bijlage 15. | 200 | |
- de gasemissie (benzine, aardgas of vloeibaar petroleumgas " LPG ") overschrijdt de grenswaarde. | KB van 15 maart 1968, punt 8 van bijlage 15. | 200 | |
2h. | Lekkages : | ||
- er is een lek aan de brandstof-, koelvloeistof- of olieleidingen. | KB van 15 maart 1968, punt 6 van bijlage 15. | (1) | |
- er is een lek aan het brandstof- of oliereservoir. | KB van 15 maart 1968, punt 6 van bijlage 15. | (1) | |
2i. | De bestuurder weigert de inspectie van het voertuig. | KB van 1 september 2006 (3), art. 3. | 6000 |
3. | Snelheidsbegrenzer | ||
3a. | Er is geen snelheidsbegrenzer geïnstalleerd in een in een lidstaat van de EER ingeschreven of in het verkeer gebracht voertuig, terwijl het voertuig niet is vrijgesteld. | KB van 15 maart 1968, art. 77 en punt 7.10 van bijlage 15. | 1200 |
3b. | De snelheidsbegrenzer is niet conform aan de reglementering wegens ongeldige snelheidsbegrenzerplaat of wegens afwezigheid of onregelmatigheid van zegels en andere voorzieningen ter bescherming van de verbindingen tegen bedrog. | KB van 15 maart 1968, art. 77 en punt 7.10 van bijlage 15. | 1200 |
3c. | De snelheidsbegrenzer voorkomt door een gebrekkige werking niet dat de snelheid van het voertuig de voorgeschreven waarde overschrijdt. | KB van 15 maart 1968, art. 77 en punt 7.10 van bijlage 15. | 1000 |
3d. | De snelheidsbegrenzer werd frauduleus gemanipuleerd met het opzet te voorkomen dat hij de snelheid van het voertuig beperkt tot de voorgeschreven waarde. | KB van 15 maart 1968, art. 77 en punt 7.10 van bijlage 15. | 2400 |
3e. | De bestuurder weigert de snelheidsbegrenzer te laten controleren. | KB van 1 september 2006 (3), art. 3. | 2400 |