Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

1 DECEMBER 2010. - Ministerieel besluit houdende aanpassing van de regelgeving inzake het energiebeleid



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Wijzigingen aan het ministerieel besluit van 23 februari 2005 inzake de rapportering van afnamegegevens door de beheerders van de aardgas- en elektriciteitsnetten en van productiegegevens door de exploitanten van hernieuwbare energie-installaties met warmteproductie, van warmtekracht- en van zelfopwekkingsinstallaties
Art. 1-6
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen aan het ministerieel besluit van 31 maart 2006 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake het energiebeleid aan personeelsleden van het Vlaams Energieagentschap en tot aanpassing van de regelgeving inzake het energiebeleid als gevolg van het bestuurlijk beleid
Art. 7-8
HOOFDSTUK III. - Wijzigingen aan het ministerieel besluit van 20 oktober 2006 betreffende het vaststellen van minimale voorwaarden bij de opname van gegevens in de energieprestatiedatabank
Art. 9-11
HOOFDSTUK IV. - Wijzigingen aan het ministerieel besluit van 31 januari 2007 houdende oprichting van basis- en tussenoverlegcomités en samenstelling van de overheidsafvaardiging in het Beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie
Art. 12-13
HOOFDSTUK V. - Wijzigingen aan het ministerieel besluit van 2 april 2007 betreffende de vastlegging van de vorm en de inhoud van de EPB-aangifte en het model van het energieprestatiecertificaat bij de bouw
Art. 14-19
HOOFDSTUK VI. - Wijziging aan het ministerieel besluit van 7 juni 2007 betreffende de opleiding externe energiedeskundige voor publieke gebouwen
Art. 20-25
HOOFDSTUK VII. - Wijzigingen aan het ministerieel besluit van 12 oktober 2010 betreffende het vaststellen van nadere regels met betrekking tot het bij te houden gemeten globaal energieverbruik, de webapplicatie en de vorm en inhoud van het energieprestatiecertificaat voor publieke gebouwen
Art. 26-28
HOOFDSTUK VIII. - Wijziging aan het ministerieel besluit van 11 maart 2008 betreffende de opleidingen tot energiedeskundige type A en type B
Art. 29
HOOFDSTUK IX. - Wijziging aan het ministerieel besluit van 14 mei 2008 houdende vaststelling van de bijkomende of specifieke opdrachten bij de Diensten van de Vlaamse overheid
Art. 30
HOOFDSTUK X. - Wijzigingen aan het ministerieel besluit van 6 juni 2008 tot vastlegging van de nadere regels voor de aanvraag en de toekenning van premies voor het uitvoeren van energiebesparende investeringen in woongebouwen
Art. 31-33
HOOFDSTUK XI. - Wijziging aan het ministerieel besluit van 13 juni 2008 tot vastlegging van de vorm en de inhoud van het ontwerp-REG-actieplan van de netbeheerders
Art. 34
HOOFDSTUK XII. - Wijzigingen aan het ministerieel besluit van 17 februari 2009 inzake de rapportering van de elektriciteitsdistributienetbeheerders betreffende de uitvoering van hun REG-actieplannen
Art. 35
HOOFDSTUK XIII. - Wijzigingen aan het ministerieel besluit van 3 maart 2009 tot vastlegging van de nadere regels voor de aanvraag en de toekenning van subsidies aan sociale verhuurkantoren voor het uitvoeren van energiebesparende investeringen in woongebouwen
Art. 36-43
HOOFDSTUK XIV. - Wijzigingen aan het ministerieel besluit van 15 september 2009 betreffende de vaststelling van de gelijkwaardigheid van innovatieve systemen, bouwconcepten of technologieën in het kader van de energieprestatieregelgeving
Art. 44-47
HOOFDSTUK XV. - Wijziging aan het ministerieel besluit van 30 november 2010 houdende vastlegging van de tabel betreffende de hoeveelheid aardgas die de huishoudelijke afnemer heeft om tot het einde van de winterperiode te beschikken over een minimale verwarming van de woning
Art. 48
HOOFDSTUK XVI. - Opheffingsbepalingen
Art. 49
HOOFDSTUK XVII. - Slotbepalingen
Art. 50-51
BIJLAGEN.
Art. N1-N6





Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Wijzigingen aan het ministerieel besluit van 23 februari 2005 inzake de rapportering van afnamegegevens door de beheerders van de aardgas- en elektriciteitsnetten en van productiegegevens door de exploitanten van hernieuwbare energie-installaties met warmteproductie, van warmtekracht- en van zelfopwekkingsinstallaties
Artikel 1. Artikel 1 van het ministerieel besluit van 23 februari 2005 inzake de rapportering van afnamegegevens door de beheerders van de aardgas- en elektriciteitsnetten en van productiegegevens door de exploitanten van hernieuwbare energie-installaties met warmteproductie, van warmtekracht- en van zelfopwekkingsinstallaties, gewijzigd bij ministerieel besluit van 31 maart 2006, wordt opgeheven.

Art.2. Artikel 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij ministerieel besluit van 31 maart 2006, wordt vervangen door wat volgt :
  " Art. 2. Een exploitant verstrekt gegevens voor een warmtekrachtinstallatie met een totaal nominaal vermogen hoger dan 50 kW, voor een hernieuwbare energie-installatie met een totaal nominaal vermogen hoger dan 50 kW en waarbij warmte wordt geproduceerd of voor een zelfopwekkingsinstallatie met een nominaal elektrisch vermogen hoger dan 1000 kW. "

Art.3. Artikel 3 en 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij ministerieel besluit van 31 maart 2006, worden opgeheven.

Art.4. Artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij ministerieel besluit van 31 maart 2006, wordt vervangen door wat volgt :
  " Art. 5. Het Vlaams Energieagentschap of een door haar aangewezen organisatie stelt jaarlijks elke rapporteringsplichtige die ze kent, op de hoogte van de rapporteringsplicht.
  Het Vlaams Energieagentschap publiceert op haar website de invulformulieren die de rapporteringsplichtigen moeten gebruiken. De sectorbenaming en -indeling wordt bepaald door de activiteitennomenclatuur NACE Rev. 2 zoals vastgesteld door de Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006.
  De rapporteringsplichtige stuurt het ingevulde formulier via elektronische post of elk ander telecommunicatiemiddel aan het Vlaams Energieagentschap of aan een door het Vlaams Energieagentschap op de website aangewezen organisatie. Deze organisatie garandeert de vertrouwelijkheid van de gegevens. De rapporteringsplichtige krijgt een ontvangstmelding.
  Mits de bepalingen opgenomen in dit besluit worden nageleefd, kunnen de ingevulde formulieren ook worden bezorgd door elke federatie, vereniging of instantie die krachtens haar statuten gemachtigd is de rapporteringsplichtigen te vertegenwoordigen voor de aflevering van de gegevens die op hen betrekking hebben. In voorkomend geval wordt voor elke vertegenwoordigde rapporteringsplichtige een afzonderlijk formulier bezorgd.
  Het Vlaams Energieagentschap kan de gegevens voor verwerking en controle ter beschikking stellen aan derden. Die derden garanderen de vertrouwelijkheid van de ter beschikking gestelde gegevens. "

Art.5. Artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij ministerieel besluit van 31 maart 2006, wordt vervangen door wat volgt :
  " Art. 6. De ter beschikking gestelde formulieren worden volledig ingevuld.
  De hoeveelheden elektriciteit of aardgas, opgegeven door de beheerders van een elektriciteitsdistributienet, het plaatselijk vervoernet van elektriciteit, het transmissienet, een aardgasdistributienet of het vervoernet, zijn gebaseerd op de gevalideerde meet- en allocatiegegevens van de maanden januari tot en met december.
  De beheerders van een elektriciteitsdistributienet en van een aardgasdistributienet en de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit volgen de meetcodes die zijn opgenomen in de Technische Reglementen van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
  De afnamehoeveelheden, opgegeven door de beheerders van een elektriciteitsdistributienet of door de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit, zijn gelijk aan :
  1°de afnamegegevens die ze in hetzelfde kalenderjaar aan de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt bezorgen in het kader van de controle op de quotumverplichting met betrekking tot groene stroom op grond van artikel 7.1.10 van het Energiedecreet van 8 mei 2009;
  2° de afnamegegevens in het ontwerp REG-actieplan dat ze in hetzelfde kalenderjaar aan het Vlaams Energieagentschap bezorgen op grond van artikel 6.4.15 van het Energiebesluit van 19 november 2010.
  De gegevens die de exploitant van een warmtekrachtinstallatie of hernieuwbare energie-installatie ter beschikking stelt, zijn gelijk aan de overeenkomstige gegevens die de exploitant desgevallend bezorgt aan :
  1° de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt in het aanvraagdossier voor warmtekrachtcertificaten of groenestroomcertificaten op grond van artikel 6.1.2 en 6.2.2 van het Energiebesluit van 19 november 2010
  2° het Verificatiebureau Benchmarking of het Verificatiebureau Auditconvenant in het kader van een energiebeleidsovereenkomst of op grond van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2005 inzake de verhandelbare emissierechten voor broeikasgassen;
  3° het departement Leefmilieu, Natuur en Energie in het integraal milieujaarverslag, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 2004 tot invoering van het integrale milieujaarverslag. "

Art.6. Bijlage 1 en bijlage 2 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

HOOFDSTUK II. - Wijzigingen aan het ministerieel besluit van 31 maart 2006 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake het energiebeleid aan personeelsleden van het Vlaams Energieagentschap en tot aanpassing van de regelgeving inzake het energiebeleid als gevolg van het bestuurlijk beleid
Art.7. In artikel 2 van het ministerieel besluit van 31 maart 2006 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake het energiebeleid aan personeelsleden van het Vlaams Energieagentschap en tot aanpassing van de regelgeving inzake het energiebeleid als gevolg van het bestuurlijk beleid wordt punt 2° vervangen door wat volgt :
  " 2° Vlaams Energieagentschap : het agentschap, opgericht bij titel II van het Energiebesluit van 19 november 2010 ".

Art.8. In artikel 5 van hetzelfde besluit wordt punt 1° vervangen door wat volgt :
  " 1° in toepassing van artikel 7.3.1 van het Energiebesluit van 19 november 2010 subsidies toe te kennen tot 25.000 euro ".

HOOFDSTUK III. - Wijzigingen aan het ministerieel besluit van 20 oktober 2006 betreffende het vaststellen van minimale voorwaarden bij de opname van gegevens in de energieprestatiedatabank
Art.9. Artikel 1 van het ministerieel besluit van 20 oktober 2006 betreffende het vaststellen van minimale voorwaarden bij de opname van gegevens in de energieprestatiedatabank wordt vervangen door wat volgt :
  " Artikel 1. De vergunningverlenende overheid zendt maandelijks elektronisch naar het Vlaams Energieagentschap een overzicht van de aanvragen tot het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning die vergund, geweigerd, vernietigd of geschorst werden. De gemeente zendt tevens elektronisch een overzicht betreffende de meldingsplichtige handelingen die bij de gemeente in die betreffende periode werden aangemeld.
  Het overzicht bevat per aanvraag of melding de volgende gegevens :
  1° de gemeente waar het perceel gelegen is;
  2° het energieprestatiedossiernummer;
  3° de aard en het onderwerp van de werkzaamheden;
  4° de ligging;
  5° de gegevens van de aanvrager(s) of van de meldingsplichtige(n);
  6° de datum van de aanvraag van de vergunning of van de melding;
  7° de beslissingen betreffende de vergunning, weigering, schorsing en vernietiging door de bevoegde instantie en de bijhorende data van het dossier;
  8° de vaststelling door de gemeente dat de aangemelde meldingsplichtige handelingen toch vergunningsplichtig zouden zijn;
  9° de toepasselijkheid van de EPB-eisen en de aanwezigheid van de haalbaarheidsstudie;
  10° de betrokkenheid van een architect;
  11° het type van de dossiersamenstelling. "

Art.10. Aan artikel 2, eerste lid van hetzelfde besluit wordt de volgende zin toegevoegd :
  " Bij het registeren van de melding bezorgt de gemeente de meldingsplichtige(n) het toegekende energieprestatiedossiernummer. "

Art.11. In artikel 4 van hetzelfde besluit wordt het woord " vergunningsinformatie " vervangen door het woord " informatie ".

HOOFDSTUK IV. - Wijzigingen aan het ministerieel besluit van 31 januari 2007 houdende oprichting van basis- en tussenoverlegcomités en samenstelling van de overheidsafvaardiging in het Beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie
Art.12. In artikel 1 van het ministerieel besluit van 31 januari 2007 houdende oprichting van basis- en tussenoverlegcomités en samenstelling van de overheidsafvaardiging in het Beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie worden de woorden " Reguleringsinstantie voor " vervangen door de woorden " Regulator van ".

Art.13. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de woorden " Reguleringsinstantie voor " vervangen door de woorden " Regulator van ".

HOOFDSTUK V. - Wijzigingen aan het ministerieel besluit van 2 april 2007 betreffende de vastlegging van de vorm en de inhoud van de EPB-aangifte en het model van het energieprestatiecertificaat bij de bouw
Art.14. In artikel 3 van het ministerieel besluit van 2 april 2007 betreffende de vastlegging van de vorm en de inhoud van de EPB-aangifte en het model van het energieprestatiecertificaat bij de bouw worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de woorden " bijlagen I tot en met VI van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen " vervangen door de woorden " bijlage V tot en met X van het Energiebesluit van 19 november 2010 ";
  2° de woorden " in bijlage IV " worden vervangen door de woorden " in Bijlage 4, 5 en 6 ".

Art.15. Bijlage 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.

Art.16. Bijlage 2bis van hetzelfde besluit wordt vervangen door de bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.

Art.17. Bijlage 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de bijlage 3, die bij dit besluit is gevoegd.

Art.18. Aan hetzelfde besluit wordt een Bijlage 5 toegevoegd, die als bijlage 4 bij dit besluit is gevoegd.

Art.19. Aan hetzelfde besluit wordt een Bijlage 6 toegevoegd, die als bijlage 5 bij dit besluit is gevoegd.

HOOFDSTUK VI. - Wijziging aan het ministerieel besluit van 7 juni 2007 betreffende de opleiding externe energiedeskundige voor publieke gebouwen
Art.20. In het opschrift van het ministerieel besluit van 7 juni 2007 betreffende de opleiding externe energiedeskundige voor publieke gebouwen worden de woorden " externe energiedeskundige voor publieke gebouwen " vervangen door de woorden " energiedeskundige type C ".

Art.21. In hetzelfde besluit worden in het opschrift van hoofdstuk I de woorden " externe energiedeskundige voor publieke gebouwen " vervangen door de woorden " energiedeskundige type C ".

Art.22. Aan artikel 1 van het ministerieel besluit van 7 juni 2007 betreffende de opleiding externe energiedeskundige voor publieke gebouwen worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 1, 1° wordt punt a) vervangen door wat volgt:
  " a) het wetgevend kader, met tenminste toelichting van het Energiebesluit van 19 november 2010; "
  2° de woorden " besluit van de wnd. administrateur-generaal " worden vervangen door de woorden " besluit van het hoofd van het agentschap ";
  3° de woorden " externe energiedeskundige voor publieke gebouwen " worden telkens vervangen door de woorden " energiedeskundige type C ".

Art.23. In hetzelfde besluit worden in het opschrift van hoofdstuk II de woorden " externe energiedeskundige voor publieke gebouwen " vervangen door de woorden " energiedeskundige type C ".

Art.24. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de woorden " externe energiedeskundige voor publieke gebouwen " vervangen door de woorden " energiedeskundige type C ".

Art.25. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de woorden " externe energiedeskundige voor publieke gebouwen " worden vervangen door de woorden " energiedeskundige type C ";
  2° de woorden " besluit van de wnd. administrateur-generaal " worden vervangen door de woorden " besluit van het hoofd van het agentschap ".

HOOFDSTUK VII. - Wijzigingen aan het ministerieel besluit van 12 oktober 2010 betreffende het vaststellen van nadere regels met betrekking tot het bij te houden gemeten globaal energieverbruik, de webapplicatie en de vorm en inhoud van het energieprestatiecertificaat voor publieke gebouwen
Art.26. In artikel 1 van het ministerieel besluit van 12 oktober 2010 betreffende het vaststellen van nadere regels met betrekking tot het bij te houden gemeten globaal energieverbruik, de webapplicatie en de vorm en inhoud van het energieprestatiecertificaat voor publieke gebouwen worden de woorden " energiedeskundigen voor publieke gebouwen " vervangen door de woorden " energiedeskundigen type C en de interne energiedeskundigen voor publieke gebouwen ".

Art.27. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de woorden " energiedeskundigen voor publieke gebouwen " worden vervangen door de woorden " energiedeskundigen type C en interne energiedeskundigen voor publieke gebouwen ";
  2° de woorden " energiedeskundige voor publieke gebouwen " worden vervangen door de woorden " energiedeskundigen type C of aan de interne energiedeskundigen voor publieke gebouwen ".

Art.28. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de woorden " energiedeskundige voor publieke gebouwen " telkens vervangen door de woorden " energiedeskundigen type C of van de interne energiedeskundigen voor publieke gebouwen ".

HOOFDSTUK VIII. - Wijziging aan het ministerieel besluit van 11 maart 2008 betreffende de opleidingen tot energiedeskundige type A en type B
Art.29. In artikel 2 van het ministerieel besluit van 11 maart 2008 betreffende de opleidingen tot energiedeskundige type A en type B worden de woorden " besluit van de Vlaamse Regering van 11 januari 2008 houdende de invoering van het energieprestatiecertificaat residentiële gebouwen bij verkoop en verhuur en de uitvoering van de energieaudit " vervangen door de woorden " Energiebesluit van 19 november 2010 ".

HOOFDSTUK IX. - Wijziging aan het ministerieel besluit van 14 mei 2008 houdende vaststelling van de bijkomende of specifieke opdrachten bij de Diensten van de Vlaamse overheid
Art.30. In bijlage I van het ministerieel besluit van 14 mei 2008 houdende vaststelling van de bijkomende of specifieke opdrachten bij de Diensten van de Vlaamse overheid worden de woorden " Reguleringsinstantie voor " vervangen door de woorden " Regulator van ".

HOOFDSTUK X. - Wijzigingen aan het ministerieel besluit van 6 juni 2008 tot vastlegging van de nadere regels voor de aanvraag en de toekenning van premies voor het uitvoeren van energiebesparende investeringen in woongebouwen
Art.31. Artikel 1 van het ministerieel besluit van 6 juni 2008 tot vastlegging van de nadere regels voor de aanvraag en de toekenning van premies voor het uitvoeren van energiebesparende investeringen in woongebouwen wordt vervangen door wat volgt :
  " Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° besluit van de Vlaamse Regering : het Energiebesluit van 19 november 2010;
  2° Vlaams Energieagentschap : Vlaams Energieagentschap : het agentschap, opgericht bij titel II van het Energiebesluit van 19 november 2010. ".

Art.32. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de woorden " artikel 2, § 1 en § 2 " vervangen door de woorden " artikel 7.1.1 ".

Art.33. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de woorden " artikel 4 " worden telkens vervangen door de woorden " artikel 7.1.3 ";
  2° de woorden " artikel 5 " worden vervangen door de woorden " artikel 7.1.4 ".

HOOFDSTUK XI. - Wijziging aan het ministerieel besluit van 13 juni 2008 tot vastlegging van de vorm en de inhoud van het ontwerp-REG-actieplan van de netbeheerders
Art.34. In artikel 2 van het ministerieel besluit van 13 juni 2008 tot vastlegging van de vorm en de inhoud van het ontwerp-REG-actieplan van de netbeheerders worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de woorden " artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2007 inzake de openbaredienstverplichtingen ter bevordering van het rationeel energiegebruik " worden vervangen door de woorden " artikel 6.4.15 van het Energiebesluit van 19 november 2010 ";
  2° in punt 4°, a) worden de woorden " besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2007 inzake de openbaredienstverplichtingen ter bevordering van het rationeel energiegebruik " vervangen door de woorden " het Energiebesluit van 19 november 2010 ";
  3° in punt 4°, f) worden de woorden " artikel 2, § 2 en § 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2007 inzake de openbaredienstverplichtingen ter bevordering van het rationeel energiegebruik " vervangen door de woorden " artikel 6.4.1 van het Energiebesluit van 19 november 2010 ";
  4° in punt 6° worden de woorden " artikelen 3 tot en met 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2007 inzake de openbaredienstverplichtingen ter bevordering van het rationeel energiegebruik " telkens vervangen door de woorden " artikel 6.4.2 tot 6.4.11 van het Energiebesluit van 19 november 2010 ";

HOOFDSTUK XII. - Wijzigingen aan het ministerieel besluit van 17 februari 2009 inzake de rapportering van de elektriciteitsdistributienetbeheerders betreffende de uitvoering van hun REG-actieplannen
Art.35. In artikel 2 van het ministerieel besluit van 17 februari 2009 inzake de rapportering van de elektriciteitsdistributienetbeheerders betreffende de uitvoering van hun REG-actieplannen worden de woorden " artikel 3, paragraaf 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2007 inzake de openbaredienstverplichtingen ter bevordering van het rationeel energiegebruik " vervangen door de woorden " artikel 6.4.2, § 4 van het Energiebesluit van 19 november 2010 ".

HOOFDSTUK XIII. - Wijzigingen aan het ministerieel besluit van 3 maart 2009 tot vastlegging van de nadere regels voor de aanvraag en de toekenning van subsidies aan sociale verhuurkantoren voor het uitvoeren van energiebesparende investeringen in woongebouwen
Art.36. In artikel 1 van het ministerieel besluit van 3 maart 2009 tot vastlegging van de nadere regels voor de aanvraag en de toekenning van subsidies aan sociale verhuurkantoren voor het uitvoeren van energiebesparende investeringen in woongebouwen wordt punt 1° vervangen door wat volgt :
  " 1° besluit van de Vlaamse Regering : het Energiebesluit van 19 november 2010; ".

Art.37. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de woorden " artikel 3 tot en met 6 " vervangen door de woorden " artikel 7.2.8 tot en met 7.2.11 ".

Art.38. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de woorden " artikel 3 " worden vervangen door de woorden " artikel 7.2.8 ";
  2° de woorden " artikel 4 en 5 " worden vervangen door de woorden " artikel 7.2.9 en 7.2.10 ".

Art.39. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de woorden " artikel 3 tot en met 6 " vervangen door de woorden " artikel 7.2.8 tot en met 7.2.11 ".

Art.40. In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de woorden " artikel 8, § 1, 1° tot en met 6° " worden vervangen door de woorden " artikel 7.2.13, § 1, 1° tot en met 6° ";
  2° de woorden " artikel 8, § 1, 7° " worden vervangen door de woorden " artikel 7.2.13, § 1, 7° ".

Art.41. In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de woorden " artikel 3 tot en met 6 " vervangen door de woorden " artikel 7.2.8 tot en met 7.2.11 ".

Art.42. In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de woorden " artikel 8 " telkens vervangen door de woorden " artikel 7.2.13 ".

Art.43. De bijlage van hetzelfde besluit wordt vervangen door de bijlage 6, die bij dit besluit is gevoegd.

HOOFDSTUK XIV. - Wijzigingen aan het ministerieel besluit van 15 september 2009 betreffende de vaststelling van de gelijkwaardigheid van innovatieve systemen, bouwconcepten of technologieën in het kader van de energieprestatieregelgeving
Art.44. In artikel 1 van het ministerieel besluit van 15 september 2009 betreffende de vaststelling van de gelijkwaardigheid van innovatieve systemen, bouwconcepten of technologieën in het kader van de energieprestatieregelgeving worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt :
  " 1° ATG-E : Verslag van energetische karakterisering die is afgeleverd in het kader van de vzw Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de Bouw (BUtgb); ";
  2° punt 3° wordt vervangen door wat volgt :
  " 3° Energiebesluit : het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid; ";
  3° in punt 4° worden de woorden " bijlagen 1 en 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 " vervangen door de woorden " bijlage V en VI van het Energiebesluit ";
  4° in punt 5° worden de woorden " artikel 23 van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 " vervangen door de woorden " artikel 9.1.29 van het Energiebesluit ".

Art.45. In artikel 2, § 2 van hetzelfde besluit worden de woorden " besluit van 11 maart 2005 " vervangen door het woord " Energiebesluit ".

Art.46. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
  " Art. 3. Het Vlaams Energieagentschap, respectievelijk de minister bepaalt de geldigheidsduur van de op grond van artikel 2, § 2 en § 3 erkende innovatieve systemen.
  In afwijking van het eerste lid kan deze alternatieve berekeningsmethode door de verslaggever niet meer worden gebruikt bij het opstellen van de EPB-aangifte eens op grond van artikel 2, §§ 2 en 3, erkende innovatieve systemen en de alternatieve berekeningsmethode, worden opgenomen in de geldende berekeningsmethode van de energieprestaties van gebouwen, zoals vastgelegd door de Vlaamse Regering. "

Art.47. In artikel 4, § 5 van hetzelfde besluit worden de woorden " vermeld in § 1, derde lid " vervangen door de woorden " vermeld in § 3 ".

HOOFDSTUK XV. - Wijziging aan het ministerieel besluit van 30 november 2010 houdende vastlegging van de tabel betreffende de hoeveelheid aardgas die de huishoudelijke afnemer heeft om tot het einde van de winterperiode te beschikken over een minimale verwarming van de woning
Art.48. In artikel 1 van het ministerieel besluit van 30 november 2010 houdende vastlegging van de tabel betreffende de hoeveelheid aardgas die de huishoudelijke afnemer heeft om tot het einde van de winterperiode te beschikken over een minimale verwarming van de woning worden de woorden " artikel 29/2, derde lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 maart 2009 betreffende de sociale openbaredienstverplichtingen in de vrijgemaakte elektriciteits- en aardgasmarkt " vervangen door de woorden " artikel 5.4.7, derde lid van het Energiebesluit van 19 november 2010 ".

HOOFDSTUK XVI. - Opheffingsbepalingen
Art.49. De volgende regelingen worden opgeheven :
  1° het ministerieel besluit van 3 mei 1996 tot aanwijzing van de bevoegde ambtenaren in uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 september 1991 houdende het opleggen van minimumeisen inzake thermische isolatie van woongebouwen;
  2° het ministerieel besluit van 8 december 2003 houdende de rapportering van de electriciteitsdistributienetbeheerders betreffende de uitvoering van hun REG-actieplannen;
  3° het ministerieel besluit van 5 mei 2006 tot aanwijzing van de bevoegde ambtenaren in uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen;
  4° het ministerieel besluit van 26 september 2006 houdende de aanmoediging van thermische zonne-energiesystemen;
  5° het ministerieel besluit van 1 juni 2007 inzake de rapportering van de elektriciteitsdistributienetbeheerders betreffende de uitvoering van hun REG-actieplannen 2006 en 2007;
  6° het ministerieel besluit van 21 november 2007 inzake de opsplitsing van het bestaande besparingsoverschot op laagspanning in het kader van de REG-openbaredienstverplichtingen van de netbeheerders.

HOOFDSTUK XVII. - Slotbepalingen
Art.50. Voor gebouwen waarvoor de melding gedaan wordt of de stedenbouwkundige vergunning aangevraagd wordt vanaf 1 januari 2011, dient bij de toepassing van de EPB-eisen bij nieuwbouw de invloed van bouwknopen op het specifieke warmteverlies door transmissie, vermeld in artikel 9.1.5 van het Energiebesluit, in beschouwing worden genomen.

Art.51. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011.

  Brussel, 1 december 2010.
  De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie,
  Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. - Model van EPB-aangifte : Aangifte van de energieprestatie en het binnenklimaat van een gebouw
  (Model niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 08-12-2010, p. 74830-74836)

Art. N2. Bijlage 2. - Model van EPB-aangifte : Transmissieformulier
  (Model niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 08-12-2010, p. 74837-74847)

Art. N3. Bijlage 3. - Transmissie referentie document
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 08-12-2010, p. 74848-74936)

Art. N4. Bijlage 4. - Bijlage 5. Gevalideerde numerieke berekeningen
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 08-12-2010, p. 74937-74951)

Art. N5. Bijlage 5. - Bijlage 6. Bijkomende specificaties voor de meting van de luchtdichtheid van gebouwen in het kader van de EPB-regelgeving
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 08-12-2010, p. 74952-74966)

Art. N6. Subsidieovereenkomst voor de uitvoering door sociale verhuurkantoren van energiebesparende investeringen in woongebouwen
  (Bijlage niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 08-12-2010, p. 74967-74970)

  Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit houdende aanpassing van de regelgeving inzake het energiebeleid.
  Brussel, 1 december 2010.
  De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie,
  Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE