5 MAART 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 houdende het toekennen van een gewestbijdrage aan grijswaterleveranciers voor de uitbouw van grijswatercircuits ter bescherming van de kwetsbare watervoerende lagen
Art. 1-8
Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 houdende het toekennen van een gewestbijdrage aan grijswaterleveranciers voor de uitbouw van grijswatercircuits ter bescherming van de kwetsbare watervoerende lagen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, 7 maart 2008 en 30 januari 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1°punt 1° wordt vervangen door wat volgt :
" 1° de bevoegde entiteiten : de Vlaamse Milieumaatschappij, hierna de VMM te noemen, het Agentschap Ondernemen en het Departement Landbouw en Visserij; ";
2° er wordt een punt 5° toegevoegd, dat luidt als volgt :
" 5° kwetsbare watervoerende lagen : alle grondwaterlichamen in een kwantitatieve ontoereikende toestand; ";
3° er wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt :
" 6° afnemer : de exploitant in het bezit van een af te bouwen grondwatervergunning als vermeld in bijlage 1, rubriek 53, van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning, op de locatie waar grijswater wordt geleverd. "
Art.2. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° er wordt voor paragraaf 1, die paragraaf 1bis wordt, een nieuwe paragraaf 1 ingevoegd, die luidt als volgt :
" § 1. Enkel werken die gekoppeld zijn aan een rechtstreekse afbouw van de vergunning van grondwaterwinningen uit kwetsbare watervoerende lagen, waarbij de afbouw minstens het equivalent van de afname van grijswater bedraagt, komen in aanmerking voor betoelaging. ";
2° in paragraaf 1bis worden punt 1° en 2° vervangen door wat volgt :
" 1° de bouw van installaties voor behandeling of opslag om grijswater aan te leveren met een kwaliteit die overeenstemt met de beoogde toepassingen; ";
" 2° de aanleg van distributieleidingen en hun aanhorigheden om het grijswater te verdelen met uitzondering van de klassieke investeringen van de exploitant van het openbaar waterdistributienetwerk. "
Art.3. In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 maart 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° aan paragraaf 2, 3°, worden de volgende woorden toegevoegd : " met een maximale toewijzing van de geraamde kosten aan de deelnemende industriële ondernemingen en land- en tuinbouwbedrijven ";
2° aan paragraaf 2, 5°, worden de volgende woorden toegevoegd : " en voor elke onderdeel in het project aantoont welke de geraamde kosten zijn en op welke manier deze kosten rechtstreeks toewijsbaar zijn aan het project ";
3° aan paragraaf 2, 8°, worden de volgende woorden toegevoegd : " en de oorsprong van het grijswater ";
4° aan paragraaf 2, 9°, worden de volgende woorden toegevoegd : " met specificering van de aard van de bedrijven, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen industriële ondernemingen, en land- en tuinbouwbedrijven ";
5° aan paragraaf 2 worden een punt 10°,een punt 11°, een punt 12° en een punt 13° toegevoegd, die luiden als volgt :
" 10° een overzicht van de individuele grondwatervergunningen die kunnen worden afgebouwd, met daarin details over de grootte van afbouw;
11° een beschrijving van de kwaliteit van het grijswater dat geleverd zal worden aan de deelnemende industriële ondernemingen en land- en tuinbouwbedrijven;
12° een nota die de geboden transparantie op middellange en lange termijn over de kostprijs van het grijswater dat geleverd wordt, aangeeft;
13° de ontwerpcontracten die aan de afnemers van grijswater zullen worden voorgelegd. ";
5° in paragraaf 3 wordt de datum " 31 mei " vervangen door de datum " 30 april ";
6° in paragraaf 4 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt :
" Voor het jaar 2010 wordt de principeaanvraag vóór 1 juni 2010 ingediend. Voor het jaar 2011 wordt de principeaanvraag vóór 1 december 2010 ingediend. "
Art.4. In artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en 7 maart 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1, 2, 5 en 6 wordt het woord " agentschappen " vervangen door het woord " entiteiten ";
2° in paragraaf 3 worden punt 1° en 2° vervangen door wat volgt :
" 1° de mate waarin het project bijdraagt tot de substantiële verbetering van de kwantitatieve toestand van de kwetsbare watervoerende lagen via een reductie van de vergunde grondwaterwinningen; ";
" 2° de geboden garanties door de afnemers voor de afname van het hen vergunde grondwaterdebiet uit een kwetsbare watervoerende laag, met minstens het equivalent van het geleverde grijswater; ";
3° aan paragraaf 3, 4°, worden de volgende woorden toegevoegd : " en de geboden transparantie op middellange en lange termijn over de kostprijs van het grijswater dat geleverd wordt ";
4° in paragraaf 4 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt :
" Het goedgekeurde investeringsprogramma vermeldt de rangschikking van de projecten naar prioriteit volgens de criteria, vermeld in paragraaf 3, en de raming van de gewestbijdrage met vermelding van het subsidiepercentage, berekend overeenkomstig artikel 4, en de verdeling van de gewestbijdrage per project over de bevoegde entiteiten in kwestie. Daarbij geldt dat de helft van de gewestbijdrage per project ten laste is van de leefmilieubegroting. De andere helft is ten laste van de begroting van het Agentschap Ondernemen en het Departement Landbouw en Visserij op basis van een correcte verdeling van de kosten, evenredig met de kosten die noodzakelijk zijn voor de levering van grijswater aan de industriële bedrijven enerzijds en aan de land- en tuinbouwbedrijven anderzijds. ";
5° paragraaf 5 wordt vervangen door wat volgt :
" § 5. In afwijking van paragraaf 1 leggen de bevoegde entiteiten een voorstel van investeringsprogramma ter goedkeuring voor aan de ministers, uiterlijk op 1 juli 2010 voor het jaar 2010 en uiterlijk op 1 maart 2011 voor het jaar 2011. In afwijking van paragraaf 4 wordt de begunstigde initiatiefnemer op de hoogte gebracht van het goedgekeurde programma, uiterlijk op 15 juli 2010 voor het jaar 2010 en uiterlijk op 15 maart 2011 voor het jaar 2011. "
Art.5. In artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 en 7 maart 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° aan paragraaf 2, 1°, worden de volgende woorden toegevoegd : " , maximaal toegewezen aan de deelnemende industriële ondernemingen en land- en tuinbouwbedrijven ";
2° in paragraaf 3, vierde lid, wordt de datum " 31 mei " vervangen door de datum " 30 april ";
3° in paragraaf 4 worden de woorden " artikel 4, § 1 en § 3 " vervangen door de woorden " artikel 5, § 2 ";
4° in paragraaf 5 en 6 wordt het woord " agentschappen " vervangen door het woord " entiteiten ";
5° aan paragraaf 5 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt :
" Daarbij geldt dat de helft van de gewestbijdrage per project ten laste is van de leefmilieubegroting. De andere helft is ten laste van de begroting van het Agentschap Ondernemen en het Departement Landbouw en Visserij op basis van een correcte verdeling van de kosten, evenredig met de kosten die noodzakelijk zijn voor de levering van grijswater aan de industriële bedrijven enerzijds en aan de land- en tuinbouwbedrijven anderzijds. ";
5° in paragraaf 6, tweede lid, wordt de datum " 31 mei " vervangen door de datum " 30 april ";
6° er wordt een paragraaf 7 toegevoegd, die luidt als volgt :
" § 7. In afwijking van paragraaf 3 dient de initiatiefnemer de definitieve aanvraag van de gewestbijdrage in uiterlijk op 1 november 2010 voor het jaar 2010. "
Art.6. In artikel 8, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, wordt het woord " agentschappen " vervangen door het woord " entiteiten ".
Art.7. In artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006, 7 maart 2008 en 21 maart 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1 en 4 worden de woorden " elk bevoegd agentschap " vervangen door de woorden " elke bevoegde entiteit ";
2° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden " een voorschot van 30 % van de goedgekeurde gewestbijdrage " vervangen door de woorden " een voorschot van 60 % van het door hem verschuldigde aandeel in de gewestbijdrage ";
3° in paragraaf 2 en 5 wordt het woord " agentschappen " vervangen door het woord " entiteiten ";
4° in paragraaf 3, 6°, worden de woorden " aangesloten bedrijven " vervangen door het woord " afnemers ";
5° in paragraaf 4, tweede lid, worden de woorden " de helft van het nog verschuldigde saldo " vervangen door de woorden " het nog voor hem verschuldigde saldo ";
6° in paragraaf 5, tweede lid, worden het woord " agentschappen " vervangen door het woord " entiteiten "
Art. 8. De Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid en de zeevisserij, de Vlaamse minister, bevoegd voor het economische beleid en Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 5 maart 2010.
De minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid,
K. PEETERS
De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,
Mevr. J. SCHAUVLIEGE