Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

21 FEBRUARI 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen tot invoering van een vrijstelling van bijdragen in geval van een ernstige aandoening van een kind en in geval van palliatieve zorgen verleend aan een kind of aan zijn partner



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1967121910 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2006, wordt artikel 50, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, aangevuld met paragrafen 2 en 3 luidende als volgt :
  " § 2. De zelfstandigen die de ouders zijn van een kind dat getroffen is door een ernstige aandoening zijn eveneens geen enkele bijdrage verschuldigd voor het kwartaal dat volgt op het begin van de stopzetting van de beroepsactiviteit, op voorwaarde dat de volgende cumulatieve voorwaarden vervuld zijn :
  1° de bijdrage die wordt beoogd is de bijdrage die de zelfstandige verschuldigd is krachtens de artikelen 12, § 1, 12 § 1ter of 13bis, § 2, 1° of 2° van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen;
  2° de zelfstandige die wordt beoogd moet aan het sociaal verzekeringsfonds waarbij hij aangesloten is voor het einde van het kwartaal waarvoor de bijdrage is verschuldigd, via een ter post aangetekende brief of door neerlegging van een verzoek ter plaatse tegen ontvangstbewijs, een medisch attest dat de ernst van de aandoening bevestigt, overmaken. Wordt beschouwd als ernstige ziekte, elke medische aandoening of ingreep die door de arts van het kind als ernstig beschouwd wordt en waarvoor de arts meent dat elke vorm van bijstand van het gezin van de zelfstandige nodig is voor het herstel van het kind;
  Het feit dat de zelfstandige zijn beroepsactiviteit onderbreekt voor een periode die korter is dan een volledig kwartaal, verhindert de mogelijke toepassing van de vrijstelling voor het betreffende kwartaal niet;
  3° de ernstige aandoening moet de stopzetting van de beroepsactiviteit van de zelfstandige gedurende minimum vier opeenvolgende weken tot gevolg hebben.
  De zelfstandige dient bij het medisch attest een verklaring op eer te voegen, dat hij zijn activiteit gedurende minimum 4 weken heeft stopgezet of zal stopzetten;
  4° het kind dat getroffen is door de ernstige aandoening is het kind van de zelfstandige of van zijn partner. Het kind is rechtgevend op kinderbijslag en maakt deel uit van het gezin van de zelfstandige.
  De partner van de zelfstandige is de echtgenoot of echtgenote van de zelfstandige of de wettelijk samenwonende in de zin van de wet van 23 november 1998 tot invoering van de wettelijke samenwoning en maakt werkelijk deel uit van zijn gezin;
  5° de zelfstandige kan slechts éénmaal genieten van deze maatregel voor hetzelfde kind. "
  § 3. De zelfstandigen zijn eveneens geen enkele bijdrage verschuldigd wanneer zij hun beroepsactiviteit onderbreken onder de voorwaarden van het koninklijk besluit van 22 januari 2010 houdende toekenning van een uitkering ten voordele van de zelfstandige die tijdelijk zijn activiteit stopzet om palliatieve zorgen te geven aan een kind of aan zijn partner en dit voor het kwartaal volgend op het begin van de onderbreking van de beroepsactiviteit.
  Om te kunnen genieten van de hiervoor vermelde maatregel, moeten de palliatieve zorgen de stopzetting van de beroepsactiviteit van de zelfstandige gedurende minimum vier opeenvolgende weken tot gevolg hebben. Het feit dat de zelfstandige zijn beroepsactiviteit onderbreekt voor een periode die korter is dan een volledig kwartaal, verhindert de mogelijke toepassing van de vrijstelling voor het betreffende kwartaal niet.
  De partner van de zelfstandige is de echtgenoot of echtgenote van de zelfstandige of de wettelijk samenwonende in de zin van de wet van 23 november 1998 tot invoering van de wettelijke samenwoning en maakt werkelijk deel uit van zijn gezin.

Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van de dag van de inwerkingtreding van artikel 82 van de programmawet van 23 december 2009.

Art. 3. De Minister bevoegd voor Zelfstandigen is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 21 februari 2010.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Sociale Zaken,
  Mevr. L. ONKELINX
  De Minister van Zelfstandigen,
  Mevr. S. LARUELLE