15 MAART 2010. - Koninklijk besluit betreffende de oprichting van diensten in de schoot van de Federale Overheidsdienst Financiën, de vaststelling van hun zetel en van hun materiële en territoriale bevoegdheid
Art. 1-5
2010003273 2011003008 2011003212 2011003215 2011003234 2011003304 2011003315 2011003442 2012003000 2012003304 2012003310 2012003400 2012003401 2013003242 2013003251 2013003316 2013003362 2013003402 2013003407 2013003426 2013003427 2013003435 2013003439 2014003118 2014003243 2014003244 2014003319 2014003327 2014003365 2014003366 2014003367 2014003368 2014003369 2014003370 2014003371 2014003372 2014003373 2014003374 2014003375 2014003376 2014003377 2014003378 2014003379 2014004003 2014004064 2014004065 2014004066 2014004067 2014004080 2015003006 2015003016 2015003040 2015003057 2015003244 2015003349 2015003456 2015003457 2015003460 2015032421 2016003091 2016003169 2016003211 2016003349 2017010319 2017011579 2017011975 2017012721 2017020086 2017031659 2018011419 2018012240 2018014126 2018015337 2018015338 2018031941 2018032106 2018040610 2019010970 2019011733 2019011737 2019012772 2019030919 2019040445 2019040964 2019215097 2020016109 2020016468 2020030779 2020040599 2020043038 2020044594 2020044657 2021031089 2021034234 2021040489 2021042910 2021043218 2022032530 2023046403 2023048608 2024007401 2024007836
Artikel 1. Indien de wet of een koninklijk besluit er niet reeds over beschikte, is de Minister van Financiën bevoegd om :
- de diensten van de Federale Overheidsdienst Financiën op te richten;
- de diensten te hechten aan de algemene administratie of de stafdienst die hij bepaalt;
- in voorkomend geval, de zetel, de materiële bevoegdheid en de territoriale bevoegdheid van de diensten te bepalen.
Art.2. De Minister van Financiën kan, binnen de grenzen en onder de voorwaarden die hij bepaalt, de bevoegdheden die hem bij artikel 1 zijn toevertrouwd geheel of gedeeltelijk delegeren aan de voorzitter van het directiecomité.
Art.3. De voorzitter van het directiecomité kan geheel of gedeeltelijk de bevoegdheden die aan hem zijn gedelegeerd in toepassing van artikel 2, subdelegeren aan een houder van een managementfunctie of een staffunctie.
Art.4. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van de Federale Overheidsdienst Financiën, en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het statuut van het Rijkspersoneel, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 augustus 1989 en 3 maart 2005, wordt opgeheven.
Art. 5. De Minister bevoegd voor de Financiën wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 maart 2010.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Financiën,
D. REYNDERS
De Staatssecretaris voor de Modernisering van de Federale Overheidsdienst Financiën, de Milieufiscaliteit en de Bestrijding van de fiscale fraude,
B. CLERFAYT